bazbo – de wereld van Bas Langereis

Bas Langereis leest u voor!

16-03-2023

Zorgen – Lotgenoten (0049)

Filed under: Publicaties voor FOK! - 2023 — bazbo @ 01:00

Lotgenoten,

‘Och jee. De buurvrouw van Kees.’
Ik pak het bord uit het afdruiprek. Of nee, dat klopt niet. Ik heb geen afdruiprek. Als ik het servies of het bestek met de borstel heb schoongemaakt, zet ik het in de kleine spoelbak. Op de bodem ervan ligt een vaatdoek. Ik was met de hand af. Onze keuken is klein en bij het inrichten ervan was de vaatwasser het eerste dat we van de wensenlijst af streepten. Nu we weer met z’n tweetjes zijn is de hoeveelheid afwas niet groot en daarnaast vind ik het niet erg om het met de hand te doen. Het is een mooi moment voor mijzelf, waarin ik mijn gedachten alle kanten op kan laten gaan. De laatste tijd gebruik ik het moment om toneelteksten uit mijn kop te leren. Terwijl ik een bord afdroog murmel de zinnen voor mij uit.
‘De buurvrouw van Kees kejje buitenspel ook niet uitleggen. Snapt ze niet.’

Bijna een jaar geleden vroeg een bevriende theaterregisseur of ik een kleine rol wilde spelen in een grootse productie. Het stuk handelde over een rechtszaak die in 1625 plaatsvond op Het Herenhul nabij Beekbergen. Met zo’n vijftien mensen hebben we in het een laatste weekend van augustus 2022 vijf maal opgevoerd. In de open lucht. Bij de eerste grote repetitie maakte ik kennis met de andere acteurs en ik stelde mijzelf voor: ‘Ik heet Bas en ik ben helemaal geen acteur. Toen de regisseur mij vroeg benoemde ik de twee dingen die ik niet kan: tekst onthouden en ‘nee’ zeggen.’ Gelukkig had ik in het stuk weinig tekst. Maar wat was het gaaf. Ik ben in dat weekend heel erg verliefd geworden: op het stuk, op de geschiedenis van de rechtszaak en op die tijd in 1625 én op Didewij, die mijn personage in het stuk aan de haak slaat. Het is niet zozeer de actrice van wie ik helemaal hoteldebotel raakte, maar haar personage en de wijze waarop zij dat personage tot leven wekte. Ze speelde het niet, ze wás het.
Twee maanden terug kreeg ik een nieuwe vraag. Of ik mee wilde doen met een kleine theatergroep. Mijn hart zei me onmiddellijk: ‘Ja!’, maar mijn hoofd zei me: ‘Nee!’ Het ging namelijk even niet zo heel goed met mij. Mijn psychische klachten stonden weer op de voorgrond: ik bevond mij in een zeer neerslachtige bui, ik had niet goed geluisterd naar de signalen die mijn lijf mij geeft, moest weer van alles, het dagelijks leven kostte me veel moeite, naast het werk kwam ik tot niets, ik was prikkelbaar, raakte in paniek om de kleinste dingen, voor alles ontbrak me de energie en kortom: ik was volkomen uit balans. Toch zei ik: ‘Ja.’ Dat ik de vraag kreeg, vond ik een fijn compliment en ik wist dat deze klus – ook al kostte het me wekelijks een avond en veel tijd en moeite om tekst te leren – zeer veel positieve energie ging geven.

‘Gaat het goed met je?’ vraagt De Vrouw. Ze heeft haar hoofd om de deur gestoken en bekijkt me met wat angstige ogen.
‘Ja, hoor.’ Ik zet het droge bord op het aanrecht. ‘Hoezo?’
‘Nou, ik maak me zorgen.’
‘Zorgen? Hoezo?’
‘Ja, vorige keer dat je zo deed, ging het écht niet goed met je.’
‘Ik begrijp niet waarover je het hebt.’
‘Ik ga net naar de wc en terwijl ik daar zit, hoor ik een stem. Ik schrik. Als jij in jezelf praat dan gaat het meestal niet goed en ben je jezelf door je somberheid heen aan het praten.’
‘Nu niet, hoor. Niks geen somberheid.’
‘Wat sta jij dan de hele tijd hardop te praten over de buurvrouw?’
Ik lach.
‘En wat sta je nou te lachen?’ Ze klinkt zelfs wat paniekerig. ‘Je gaat toch niet vreemd, hè?’
De buurvrouw is bijna tachtig.
‘Nee,’ zeg ik. ‘Ik ben tekst uit m’n kop aan het leren. Morgen weer repetitie.’

Wat een avonturen weer.


Apeldoorn, maart 2023

Hier lees je ‘m op FOK!.

• • •
 

09-03-2023

Netjes (#zkv)

Filed under: Publicaties voor FOK! - 2023 — bazbo @ 01:00

‘Gaat u die huisvuilzakken nou in de plasticcontainer gooien?’
‘Ja?’ Ik vroeg me af waar het ouwe mens zich mee bemoeide.
‘Zou u uw afval niet scheiden? In deze container moet plastic.’
‘Mijn afvalzak ís plastic.’
‘Maar restafval hoort in de restafvalbak daarginds.’
‘Geen tijd voor dit gedoe.’ Ik duwde haar opzij en ze viel van achter haar rollator. ‘Hier betaal ik geen belasting voor.’ Ik pakte het ouwe lijk op en propte haar in de restafvalcontainer. Opgeruimd staat netjes.


Apeldoorn, maart 2023

Hier lees je ‘m op FOK!.

• • •
 

02-03-2023

Gore sloerie

Filed under: Publicaties voor FOK! - 2023 — bazbo @ 01:00

Pikkedonker was het op straat. Dat kwam niet alleen doordat het midden in de nacht was. Doorgaans was de straat hier goed verlicht. Maar sinds een dag of wat – nee, sinds een nacht of wat – was dat anders. Bijna een week geleden waren er werkzaamheden aan het netwerk geweest en sindsdien mankeerde er iets aan de straatverlichting. Zelfs de reclame in de abri’s was in de avond en nacht niet meer te zien. Voor hen die het woord niet kennen: een abri is een wachthokje bij de bushalte. Handige hokjes, zeker als het regent en je wilt droog blijven of als het guur waait en de medewerkers van het openbaar vervoer staken en je moet uren lang in de kou wachten op een bus waarvan het maar de vraag is of hij ooit komt opdagen.

Nu moest ik helemaal niet met de bus mee, dus maakte ik geen gebruik van het abri. Of is het de abri? Ik scoorde altijd heel redelijk voor het vak Nederlands op de middelbare school en het heeft me onder andere opgeleverd dat ik weet wat een abri is, maar wat het geslacht van het woord is, dat weet ik dan weer niet. Of ik heb het ooit wél geweten, maar mijn geheugen laat me nu in de steek. Goegelt u eens, als u het graag wilt weten. Ik wil het óók graag weten, maar ik ben op dit moment bezig met iets anders: een verhaal schrijven. Dat goegelen komt later wel. Als ik dan nog weet wat of ik wilde weten.

Ik liep de of het abri voorbij en na honderd meter sloeg ik linksaf. Krijg nou wat, hier deed de straatverlichting het gewoon wél! Plaatselijke stroomstoring, kennelijk. En dat zou maar zo kunnen. Vorige week was er een ploegje bouwfuckers bezig met zo’n elektriciteitskast bij ons vlak in de buurt. We kregen nog een formele brief van het bedrijf waar die gasten werkzaam zijn, met in misplaatst formeel wollig taalgebruik dat er een stroomonderbreking zou zijn op die en die dag en dan van zo en zo laat gedurende dan en dan. Nou, inderdaad: we hadden op die en die dag en van zo en zo laat gedurende dan en dan geen elektriciteit. Daar baalden we tamelijk goed van, want het was hartstikke koud en guur en een paar maanden geleden zijn we qua verwarming in huis overgestapt op infraroodpanelen (lekker duurzaam en van het gas af), maar die krengen vreten stroom en omdat de stroom er dus af lag, werd het onaangenaam koud in huis. Even overwoog ik om onze conventionele centrale verwarmingsinstallatie in te schakelen, maar toen realiseerde ik me dat de combiketel ook op elektriciteit werkt, dus zouden we evengoed in de kou zitten.

Trouwens, hier in deze zijstraat had ik heel niet zo’n last van de kou en de wind als vóórdat ik linksaf sloeg. ’t Is toch allemaal wat. Hier deed niet alleen de straatverlichting het volop, maar ook hadden de winkeliers aan het begin van de avond zo ongeveer alle lampen in hun zaak vergeten uit te doen. Ik snap dat je bij inbrekers de indruk wilt wekken dat er iemand in je winkel aanwezig is zodat ze het wel uit hun hoofd laten om bij je binnen te sluipen of dat je het langskomende volk graag attent wilt maken op de onmisbare waar die je wilt verkopen, maar om nou alle elektriciteitscentrales van het westelijk halfrond leeg te slurpen, lijkt me ietwat overdreven. Daar komt nog eens bij: behalve ik was er helemaal niemand in de wijde omtrek te bekennen, dus brandden al die schijnwerpers bij de middenstand gevoeglijk voor de kat z’n kut. Vervelend is wel dat de winkeliers hun toenemende energiekosten doorberekenen in de producten die ze in hun toko te koop aanbieden, dus uiteindelijk zijn wij klandizie het slachtoffer van de energieverslindende gemakszucht van de eerste de beste grootgrutter, shoarmabakker, tatoeëerder of klerenhandelaar. Handel is nu eenmaal enkel gebaseerd op de gedachte: De klant heeft geld in zijn broekzak zitten, maar dat geld moet helemaal niet bij de klant in de broekzak zitten, maar zo spoedig mogelijk in mijn eigen broekzak. [Deze laatste zin kan bij een eventuele redactieslag eruit.]

Ik ging nog maar eens linksaf. Drie maal links is ook rechts. Welke kant moet je dan afslaan als je rechtdoor wilt? Vier maal links? Zinloos is het allemaal. Moet je zien, hier was de straatverlichting wel aan, maar hadden de winkeleigenaren hun etalages voorzien van rode lampen. Gezellig, hoor. Wacht, iemand achter het raam wuifde naar me. Door het rode licht kon ik niet goed zien wie het was. Was het iemand die ik kende? Ik liep naar de etalage. Toen ik dichterbij kwam, zag ik dat het een vrouw was die zich voor deze tijd van het jaar wel érg luchtig had gekleed. Of misschien wel óntkleed. Misschien was de verwarmingsinstallatie in huis kapot? Misschien had zij geen last van de stijgende energieprijzen en regelde ze de temperatuur in huis gewoon graag met de ramen in de draai- of kiepstand? Weet je veel? Ik probeer mijn medemens zo veel mogelijk te benaderen zonder aannames of vooroordelen. Echt mooi stond die donkerrode lingerie haar overigens niet. Ik houd er niet van als de belendende percelen de boel ontsieren; dat mens had me een portie rimpelbenen, dat wil je niet weten. Toch ben ik de beroerdste niet en ook al kende of herkende ik haar niet, ik zwaaide vriendelijk naar haar terug. Ze gebaarde naar de deur naast het raam en verdween achter een gordijn. Ik haalde mijn schouders op en wilde verder lopen, maar de genoemde deur ging open en een schorre vrouwenstem zei: ‘Kom eens!’
Ik draaide me om en liep naar de deur. Verroest, van dichtbij was ze nog lelijker. Niet alleen rimpelbenen, maar ook kippenvel overal. Het was dan ook behoorlijk fris. ‘Ga toch weer naar binnen,’ zei ik. ‘Het is veel te koud om zo buiten over straat te gaan.’
‘Kom je met me mee?’ zei ze zwoel. Een windvlaag blies haar in het gezicht en plots realiseerde ik me dat ze met een hand haar pruik op z’n plek moest houden.
‘Nee, dank je,’ zei ik. ‘Maar fijn dat je me aanspreekt. Ik krijg er prachtige ideeën van.’

‘En?’ vroeg De Vrouw toen ik nog geen tien minuten later thuis kwam. ‘Nog inspiratie opgedaan tijdens je wandeling?’
‘Nou en of,’ zei ik. ‘Volgens mij heb ik nu voor mijn stukje een pakkende titel.’


Apeldoorn, februari 2023

Hier lees je ‘m op FOK!.

• • •
 

23-02-2023

Ochtendritueel (#zkv)

Filed under: Publicaties voor FOK! - 2023 — bazbo @ 01:00

Plots was hij wakker. Hij dacht aan zijn ochtendritueel. Hoe fijn dat alles hetzelfde ging.
Langzaam sloeg hij het dekbed van zich af en ging hij staan. Oeps, hij verloor zijn evenwicht en viel terug op bed. Barst. Nu al ging het anders dan anders.
Hij trok het dekbed weer over zich heen en draaide zich om. Dat ging nu al weken, maanden zo.
Hoog tijd om het ochtendritueel aan te passen.


Apeldoorn, februari 2023

Hier lees je ‘m op FOK!.

• • •
 

16-02-2023

Genadeloos (S42)

Filed under: Publicaties voor FOK! - 2023 — bazbo @ 01:00

Leek het nu maar zo of begon het al licht te worden? Ginds, net boven de daken van de kleine huizen meende hij een bleek schijnsel te ontwaren, maar helemaal zeker was hij niet. Bovendien, nu hij de hoek om rende was het allemaal niet meer te zien. Het was hier nogal donker in het smalle straatje. Dat was niet vreemd, want er stonden weinig straatlantarens.
Hij was dik drie kwartier geleden van huis vertrokken. Toen was het nog geen zes uur. Ondertussen voelde hij de vermoeidheid toeslaan, maar hij draafde door.

De laatste tijd ging het wel vaker moeizaam. Aan zijn regelmaat kon het niet liggen. Trouw ging hij om de dag zijn ronde hardlopen. Lange tijd zat het met zijn conditie redelijk snor. Maar sinds een paar maanden lukte het gewoon minder goed. En dat was niet het enige.
In dit soort gevallen nam hij soms een korte wandelpauze, maar vanmorgen besloot hij door te zetten. Even de tanden op elkaar. Als hij geen aandacht besteedde aan zijn vermoeidheid, gewoon door bleef lopen en zijn gedachten op andere dingen richtte, dan ging het straks misschien wel soepeler. Zie, daar was hij al het smalle straatje uit.

Dit was een doorgaande weg. Overdag erg druk, maar zo in alle vroegte was er geen hond te bekennen. Even overwoog hij om midden op straat te gaan lopen, maar hij hield te veel van zijn vaste rituelen. Bovendien: het fietspad was voorzien van een laag asfalt die er al lange tijd lag. Dat veerde fijner aan de voeten dan het harde wegdek op de autorijbaan. Daarnaast kon hij – stel er kwam wel een tegenligger aan – gemakkelijker op het voetpad springen.
Aan zijn linkerhand bevonden zich de seniorenwoningen en al snel kwam hij nu langs het huis van de oudere dame. Meestal brandde er licht, zag hij haar rollator in de woonkamer staan en stond de televisie op een of ander spelprogramma. Zwingo of zo.

Wist hij veel hoe het heette. Hij zag al tijden geen tv meer. Vanaf het moment van zijn psychische tik lukte het gewoon niet. Een normaal programma kon hij niet meer volgen. Het ging hem te snel en het geluid deed hem pijn in zijn hoofd. Een documentaire of concert-dvd kon hij wel van voor naar achteren zien, maar daarna was hij wel doodmoe. Het kostte veel energie. Op televisie was de montage en de beeldvoering vaak razendsnel en zat het geluid vol dynamiek. Het waren te veel prikkels en hij had moeite om ze in dat tempo te verwerken.

Maar nu was het donker in het huis. De gordijnen waren wel open, maar de televisie stond uit. Geen rollator te bekennen. In de snelheid waarmee hij langs liep, kon hij niet zien of er nog wel iets in huis stond. Soms stond de dame in kwestie zelf in de kamer, al dan niet vergezeld van een wijkverpleegkundige of thuiszorgmedewerker in spierwit uniform en met een mondmasker dat het gelaat grotendeels bedekte. Maar nu niet.
Ze was er niet. Plots raakte hij in paniek. Er zou haar toch niets zijn overkomen? Misschien was ze ziek geworden en had ze hulp nodig. Of was ze gevallen en lag ze nu al lange tijd hulpeloos op de kille vloer. Zou ze zijn overleden? Was haar familie al op de hoogte? Je hoorde wel eens verhalen over mensen die na weken worden gevonden. Hij moest er niet aan denken. Hoe langer hij erover nadacht, hoe groter zijn zorgen werden. Zou hij aanbellen en vragen hoe of het met haar ging?

Met een schok stond hij stil. Wat nou als hij zelf? De oudere dame kreeg dagelijks bezoek van een wijkverpleegkundige, dus als er iets met haar aan de hand is, dan is er redelijk snel hulp. Maar hoe zat het met hemzelf? Het zou zo maar kunnen gebeuren. Lichamelijk zou hij gezond moeten zijn, maar de laatste tijd was hij uit balans. De gierende tinnitus teisterde zijn brein, zijn kop zat vol met allemaal dingen die moesten en die niet lukten, energie ontbrak hem, aan het eind van de ochtend was hij doodmoe en stond hij onvast op de benen. Figuurlijk en letterlijk uit balans. Wat nou als hij zelf?

Nog altijd geen beweging in het donkere huis. Hij wilde er niet over nadenken en dus richtte hij zijn blik voorwaarts. Daar was de rest van zijn ronde. Moedeloos begon hij weer met lopen en langzaam maakte hij vaart. Verderop, achter de hoogbouw zag hij het daglicht nu echt genadeloos naderen. Niet veel later was de schrijver om de hoek van de straat verdwenen.


Apeldoorn, februari 2023

Dit is het tweeënveertigste deel uit de oneindige serie Schrijver.

Hier lees je ‘m op FOK!.

• • •
 

09-02-2023

Dicht (#zkv)

Filed under: Publicaties voor FOK! - 2023 — bazbo @ 01:00

De grote bakfiets staat voor de deur van ons appartementencomplex. Ik zie hoe de krantendame haar lichaam tegen de deur gooit. Die is dicht en blijft dicht.
‘Zal ik ‘m even open doen?’ vraag ik.
‘O graag.’ Ze doet een stapje terug.
O ja, ik kom net terug van een fikse ronde hardlopen. Ondanks de kou heb ik me vanmorgen vroeg aardig in het zweet gewerkt. ‘De deur gaat pas om kwart voor zeven van het slot,’ zeg ik. De klok in het entree zegt dat het nog geen zes uur is. Ik wil er nog van alles achteraan vertellen. Dat de boel dicht zit omwille van de veiligheid.
‘Maar daar kan ik niet op wachten,’ zegt de vrouw bits. ‘Ik moet nog werken.’
Ik kijk haar met grote ogen aan. Werken? En wat doet ze nu dan? Vreemde hobby. Ze wacht mijn antwoord niet af, maar gaat me voor en stort zich op de brievenbussen.
Bekijk het, denk ik en ik loop zonder verder nog iets te zeggen langs haar heen naar binnen. De deur van het entree klapt hard achter me dicht.


Apeldoorn, februari 2023

Hier lees je ‘m op FOK!.

• • •
 

02-02-2023

Zitplaats (#zkv)

Filed under: Publicaties voor FOK! - 2023 — bazbo @ 01:00

De man wisselt nu voor de derde keer van zitplaats. Hij snuift, graait in zijn rugzak zonder iets eruit te halen en staat dan voor de zoveelste keer op. Hij laat zij tas op de bank staan en baant zich een weg naar voren. Zachtjes bespreekt hij iets met de buschauffeur. Dan gaat hij weer terug naar achteren. Hij heeft de capuchon van zijn hoodie over het hoofd. Het wit van zijn grote ogen steekt af bij de glimmend donkerbruine huid in zijn gezicht. Hij pakt zijn rugzak van de bank en gaat op weer een andere plek zitten. Daar haalt hij een laptop uit de rugzak, die hij open klapt en vervolgens weer dicht en weer open. Onrustig schuift hij heen en weer op zijn plek.
Ik wil wil van alles van hem weten, maar de bus stopt bij mijn halte en ik stap uit.


Apeldoorn, januari 2023

Hier lees je ‘m op FOK!.

• • •
 

26-01-2023

Perfect (#zkv)

Filed under: Publicaties voor FOK! - 2023 — bazbo @ 01:00

‘Lieverd,’ begon hij, toen hij de kamer binnenkwam.
Ze zuchtte, keek even op en ging toen verder met scrollen op haar telefoon
Zorgvuldig koos hij zijn woorden. Het kwam erop neer: of ze de gootsteen niet vol wilde zetten met vaat. Dat vond hij niet zo handig bij het afwassen.
‘Ik doe het niet gauw goed, hè?’ zei ze. ‘Alsof jij zo perfect bent in deze relatie. Vraag jij je wel eens af wat jij eigenlijk bijdraagt aan ons geluk?’
Hij draaide zich hoofdschuddend om en liet zijn vierde grote wind van die dag.


Apeldoorn, januari 2023

Hier lees je ‘m op FOK!.

• • •
 

19-01-2023

Hoog tijd voor een kroegverhaal (32)

Filed under: Publicaties voor FOK! - 2023 — bazbo @ 01:00

Het leek wel of de drank gratis was, zo druk was het in café De harde lul. Ik ging er liever niet naar binnen, maar ik had nu eenmaal een afspraak. Op het moment dat ik de deur probeerde open te duwen – hetgeen erg moeilijk ging, want het stond er propvol met luid pratende lui -, bedacht ik me nog dat ik die afspraak ook had kunnen afzeggen, maar dat leek me te laat. Als ik Pjotr nu nog zou bellen, zou hij mij nooit kunnen verstaan, want ik was een paar minuten te laat en hij was vast al binnen in de rumoerige ruimte. Appen zou een optie kunnen zijn als ik verbinding met het internet zou hebben en dat had ik niet, want een prepaid en afhankelijk van wifi. Aan de andere kant: Pjotr was vaak ook niet op tijd en dus zat de kans erin dat hij ook nog niet binnen was. Dan zou bellen of appen toch wel zin hebben. ’t Is toch allemaal wat.

Ik wurmde me dan toch maar door de mensenmeute heen in de richting van waar ik vermoedde dat de toog nog altijd was. Gelukkig, dat was hij nog. Ik wuifde naar de pief die erachter stond. Het duurde even, maar toen zag hij mij.
‘Wat mag het zijn?’ vroeg hij met luide stem.
‘Dag pief achter de toog,’ zei ik. ‘Weet jij of Pjotr er al is?’
Hij zei iets.
‘Wat zei je?’ vroeg ik. ‘Ik kan je niet zo goed verstaan. De mensen praten zo hard, hè.’
‘Dat is waar! Zo horen ze de muziek helemaal niet. Moment.’ Hij draaide zich om naar de stereo en zette het volume nog wat hoger. Een of andere Nederlandstalig levenslied knalde door het café. Toen draaide hij zich weer naar mij en zei iets.
‘Wat zeg je?!’
‘Kan ik wat inschenken?!’
‘Doe maar water!’
‘Wat?’
‘WATER! UIT DE KRAAN!’
Ik kreeg het. Hij gebaarde vragend dat hij het op een bon ging opschrijven. Ik knikte. Nu nog Pjotr zien te vinden.

Het was niet alleen een lawaaiige boel in café De harde lul; het stonk er ook nog eens naar mensen die al tijden veel te dicht op elkaar stonden. Dat was alle vorige keren dat ik hier in dit café was ook al zo, dus ik vermoedde dat al deze mensen er de vorige keren ook waren of nooit waren weggeweest. Ik kwam nauwelijks door de mensen heen; het was alsof ze als een rugbyscrum de ruimte verdedigden. Dan maar met ellebogen. ‘Sorry!’ riep ik, als ik weer iemand een beuk tegen de arm of in de zij had gegeven. Zowaar, ze gingen opzij.
Wie hadden we daar? Geen idee. Ze kwam op me af.
‘BAS!’ gilde ze.
Ik deed of ik iets terug zei. Pleebekken, daar ben ik verdomde goed in.
‘WAT ZEG JE?!’
‘HOE HEET JIJ OOK WEER?’
‘PATRICIA!’
‘Nooit van gehoord.’
‘WAT ZEG JE?!’
‘LEUK JE TE ZIEN!’
‘JE ZAG ME ANDERS HELEMAAL NIET. IK MOEST NAAR JOU TOE KOMEN!’
‘Ik zoek Pjotr.’
‘WAT ZEG JE?!’ gilde ze in mijn oor.
‘Wat zeg je?’ wilde ik vragen, maar ik deed het niet. Daar verderop, daar tussen verschillende andere mensen, daar zag ik een flits van Pjotr. Ik gebaarde verontschuldigend dat ik weer verder moest.
Patricia glimlachte en gaf me plots een kus op mijn mond. ‘JIJ BENT ZO LEUK, HÈ?’ Het deed pijn in mijn oor. Daar had je mijn tinnitus ook weer.
Ik probeerde haar dankbaar aan te kijken en zwaaide en deed een poging om verder te lopen.

Het was Pjotr niet. Waar hing die uit? Terug naar de bar.
‘PIEF ACHTER DE TOOG!’ riep ik. ‘HEB JIJ PJOTR BINNEN ZIEN KOMEN?’
‘WAT ZEG JE?!’
Ik herhaalde mijn vraag, maar nu nog luider. Naast me stond een stel ontzettend hard te brullen om met elkaar een gesprek te voeren.
‘IK KAN JE NIET VERSTAAN!’ De pief achter de toog boog helemaal over diezelfde toog heen. ‘NOG EENS!’
‘WEET JE, ALS IK HIER EEN VERHAAL OVER MOET MAKEN, DAN KAN IK DE CAPSLOCKTOETS AAN LATEN STAAN! DE MENSEN HIER MAKEN ZO VEEL LAWAAI!’
‘INDERDAAD! ZO HOREN ZE DE MUZIEK NIET!’ Hij draaide zich weer om naar de stereo en zette het kreng nóg harder. Op elf, dus.
Ik ging weg van de toog en worstelde me naar de uitgang.

Toen ik de deur probeerde open te trekken, kreeg ik die bijna tegen mijn neus. Er kwam iemand binnen.
‘O, IS HET WEER ZO LAAT?’ krijste Pjotr.
Ik knikte en ging naar huis.


Apeldoorn, januari 2023

Hier lees je ‘m op FOK!.

• • •
 

12-01-2023

Strepen (#zkv)

Filed under: Publicaties voor FOK! - 2023 — bazbo @ 01:00

De glazenwasser kwam en lapte de ramen. Helaas was ik niet zo tevreden over zijn werk en bij het afrekenen ging ik met hem in gesprek. Ik wilde wat van de prijs af hebben. Onderhandelen is echter niet mijn sterkste kant. De glazenwasser was het absoluut niet met mij eens en ging op zijn strepen staan. De schade was aanzienlijk.


Apeldoorn, november 2022

Hier lees je ‘m op FOK!.

• • •
 
« Vorige paginaVolgende pagina »