Carlo Piemol en het figuurpoepen
Carlo Piemol moet even weg.
Zijn collega’s willen weten waarom.
Carlo Piemol legt het uit.
Iedereen wordt enthousiast!
En wil dat óók!
Een leerzaam verhaal over figuurpoepen.
Carlo Piemol is op zijn werk.
Met zijn collega’s Kees en Koos.
“Ik moet even weg,”
deelt Carlo Piemol mede.
“Tot zo,” zegt Kees.
“Tot straks,” zegt Koos.
Even later is Carlo Piemol terug.
“Wat was dat nou?” vraagt Kees.
“Wat ging je doen?” vraagt Koos.
Carlo Piemol zegt: “Figuurpoepen.”
“Figuurpoepen?” vraagt Kees verbaasd.
“Wat is dat?” vraagt Koos niet begrijpend.
“Kennen jullie dat niet?”
is de wedervraag van Carlo Piemol.
“Wacht, dan leg ik het jullie uit.”
“Bij figuurpoepen gaat het erom
dat je je drol zódanig legt,
dat je er een letter in kunt lezen.”
Kees en Koos luisteren aandachtig.
“Beginners starten vaak simpel.
Natuurlijk met de eerste letter van je naam.”
“Dat valt nog niet mee,” zegt Kees.
“Bij mij ook niet,” zegt Koos.
“Ik heb het makkelijker.”
Carlo Piemol voelt zich al de winnaar.
“Gewoon één lange ronde bolus.
Of als het om mijn achternaam gaat
een streep met een korte ronde eraan vast.”
“Ja, jij wel, bofferd,” zeggen Kees en Koos.
“Jullie zullen inderdaad wat meer moeite hebben,”
zegt Carlo Piemol met een vrolijk gezicht.
“Maar écht moeilijk is het niet.
Gewoon één streep en twee kleintjes.
Wel goed mikken tijdens het persen.”
“En je moet wel op de juiste manier draaien,
anders wordt het een andere letter.
Bijvoorbeeld een N.
En je heet geen Noga, zoals neef Noga.”
“Heette ik maar Tok,” zegt Kees,
“zoals jouw nichtje Tok.”
“Of Tak,” zegt Koos,
“zoals jouw nichtje Tak.”
“Een T is makkelijk kakken, ja,” vindt Carlo Piemol.
“Dat kan iedereen.
Maar figuurpoepen kun je ook moeilijker maken.”
Kees en Koos vragen:
“Hoe bedoel je, Carlo Piemol?”
Carlo Piemol vertelt verder.
Wat weet hij veel over figuurpoepen!
Hij vertelt over wedstrijden,
de geschiedenis van het figuurpoepen,
hindernissen, enzovoorts.
“O gaaf!” roept Kees uit.
“Mogelijkheden zat!” schreeuwt Koos.
“Nieuwe spelvormen,” stelt Kees voor.
“Het wedstrijdelement,” is Koos’ idee.
“Wat dachten jullie van verschillende categorieën,”
gaat Carlo Piemol verder,
“of de maximale figuurpoephoeveelheid,
tips om geen last te hebben van vieze meur,
lichamelijke ongemakken bij het figuurpoepen,
methoden ter beïnvloeding van
de samenstelling van de figuurpoepsubstantie,
en spelopties voor gevorderden.”
“Doping!” brullen Kees en Koos.
Carlo Piemol gaat onverstoorbaar door.
“Aarsrekmethoden om mogelijk te maken
dat men kan spelen met dik gedrukte letters,
en nog veel meer.”
Welnu, lezertjes,
weten jullie nog meer mogelijkheden
rondom het fascinerende spel
van het figuurpoepen?
Carlo Piemol is benieuwd!
“Er gaat een wereld voor ons open,”
zeggen Kees en Koos in koor.
“En als je de sport beoefent ook je aars,”
is Carlo Piemols antwoord.
Iedereen moet lachen.
Dan gaat iedereen naar de wc.
Om te oefenen.
Dag Kees! Dag Koos!
Dag Carlo Piemol!
Tot de volgende keer!
En wees maar blij
dat jullie geen Bazbo heten!
Apeldoorn, januari 2009
Dit is deeltje 11 van de Carlo Piemolserie.
Meerdere deeltjes zijn in voorbereiding.