bazbo – de wereld van Bas Langereis, het middelpunt der aarde

Bas Langereis leest u voor!

23-03-2009

De grote dag

Filed under: Publicaties voor FOK! - Tim's corner — bazbo @ 21:39

Vandaag is het de grote dag. Het huis van Henry is al dagen versierd en het hele dorp is uitgelopen om hem straks op te halen. Hij is de koning van schutterij ‘Sint Petrus’. Henry schoot die windstille zomerdag, terwijl zijn maten al stomdronken op hun geweren leunden, de laatste broodjes worst van hand tot hand gingen en het publiek steeds luidruchtiger werd. Die zomerdag op het schuttersfeest schoot Henry de allesbeslissende vogel af. Met zijn wijsvinger trillend bij de trekker, het zware geweer rustend op zijn schouder, zijn beste vriend vlak achter hem, wijselijk stil maar met zichtbare zenuwtrekjes rond zijn mond. Één verkeerd schot zou de overwinning voor de ander betekenen. Even keek Henry naar links, naar de andere partij ‘Sint Paulus’. Een venijnige grijns op het pokdalige gezicht van de opperschutter ontsierde al het pracht en praal waarmee hij behangen was. Twee schutters durfden niet te kijken, maar vouwden hun handen en prevelden zachtjes vrome woordjes. Zweetdruppels op het voorhoofd van de jury, zij die de hele dag niet mochten drinken en een kruis zouden slaan wanneer dit schouwspel eindelijk voorbij was. Doodstil was het, niemand durfde geluid te maken, bang de magie van de laatste schoten voorgoed te verknallen en de kans op gratis consumptiebonnen van de schutter mis te lopen. Iemand van ‘Sint Paulus’ moest niezen. Kwade gezichten, sissende slangentongen. “Afleiding, pure afleiding,” riep een dorpsgenoot dronken, maar beslist. Henry concentreerde zich weer op de loop van het geweer. Hij sloot zijn ogen, dacht aan de heilige maagd Maria, kneep één oog dicht, deed het ander wagenwijd open en schoot. Raak! Als een groep kinderen die eindelijk de bestemming van het schoolreisje bereikt heeft, klonk het gejuich van de dronken groep mannen en vrouwen. Veel tijd om na te denken had Henry niet, en waarom zou hij ook? Hij werd letterlijk op handen gedragen, iedereen riep z’n naam. Voorlopig hoefde hij zich nergens druk om te maken. Tot diep in de nacht danste hij met zijn Marie. De vrouw die bij elke aangelegenheid dat haar man moest optreden als schutter aanwezig was. En dat vond ze niet erg; het hoorde erbij. Haar vriendinnen klaagden wel eens dat ze nooit meer langs kwam omdat ze samen met Henry op pad moest, maar dan haalde ze onverschillig haar schouders op en was ze stiekem maar wat trots op haar man en wilde hem met alles wat ze maar in zich had dienen.

Henry drukte haar dicht tegen zich aan toen de laatste plaat door de boxen knalde in de feesttent en de dienstdoende bardames de stuk gevallen glazen bij elkaar stonden te vegen. Midden in de kots en bloedplassen schuifelden twee mensen die al langer dan dertig jaar met elkaar getrouwd waren. Al zijn vrienden waren getrouwd, maar velen ook gescheiden of in de gaten gehouden omdat ze met hun poten niet van al die jonge prinsessen op de praalwagens konden afblijven. Henry daarentegen was een en al trouw aan zijn vrouw. Marie wist dat. Op weg naar huis, begeleid door een fanfare met daarin slechts enkele overgebleven, nuchter wordende leden, vertelde Henry voor de eerste keer aan zijn vrouw dat hij van haar hield. Écht van haar hield. Hij zocht op de tast in zijn door alcohol benevelde brein naar woorden die hij werkelijk meende. En ofschoon Marie hem door de herrie van de fanfare haast niet kon verstaan, wist ze dat dit een ontzettend belangrijk moment was. Misschien wel het laatste mooie moment. Ze liepen samen de nacht in, zagen samen de maan in het hemelrijk zwiepen. Wat waren ze dronken.

Wat er allemaal bij komt kijken wanneer je een vogel hebt afgeschoten! Marie kon het allemaal niet meer bijbenen en vroeg hulp aan haar zussen. Zij stonden te springen om maar iets voor het koningspaar te kunnen betekenen. In de cafés was Henry al een tijd niet meer te zien, hij moest zich opladen voor de grote dag. Maar men sprak wel over hem. Het moment van het verlossende schot werd uitvoerig en steeds sterker aan elkaar verteld. Totdat de kastelein er genoeg van had en de dronkebroeders foto’s liet zien van zijn eigen schuttersgilde. Het inmiddels ter ziele ‘Sint Sebastianus’. Door slecht geldbeheer en vage, door drank benevelde avonden kwam die schutterij aan een bizar einde. Van de ene op de andere dag werd op het gemeentehuis de schutterij uit de officiële lijst geschrapt, zonder enig protest van de direct betrokkenen. Dat Henry, die vroeger regelmatig tegen ‘Sint Sebastianus’ moest schieten, nu ook nog koning was geworden, kon de kastelein niet verkroppen. Midden in de nacht, de dag voor het grote feest, brak er dan ook een knokpartij in het café uit, nadat enkele uit balans gebrachte stamgasten met barkrukken op de hoofden van fanatieke Sint Petrus aanhangers begonnen in te slaan. Ze hadden genoeg van de messiasverschijning die ze Henry noemden.

Henry sliep slecht die nacht. Had hij wel aan alles gedacht? De buurtvereniging had hem zo goed geholpen. In de hele straat, op elke lantaarnpaal was een foto van hemzelf geplakt. De lokale omroep had hem wel drie uur lang geïnterviewd; hij werd nog emotioneel toen het over zijn vader ging. Zijn vrouw, zijn lieve vrouw, had samen met haar zussen gekookt en gepoetst. Het huis rook naar vers gebakken vlaai. Niets over het hoofd gezien, aan alles gedacht. Morgen vroeg op en naar de kerk. Daarna feest, drank en misschien wel een toespraak van de burgemeester. Welke gekke sketches zullen er bedacht zijn? Met zijn hoofd vol verwachtingen en een arm om Marie geslagen, viel Henry in slaap.

Het is half vijf in de vroege ochtend als Henry wakker wordt. Het is vandaag de grote dag en hij kan niet meer slapen. Maar hij durft niet op te staan. Hij voelt zich weer als een klein kind dat straks jarig is. Marie slaapt diep en zucht zwaar. Buiten schreeuwt een dronken fan. ‘Henry…wakker worden…wakker worden Henry’.

Hij stapt uit bed, zet het slaapkamerraam op een kier en zwaait naar de dronken man beneden. ‘Ga toch naar bed, mafkees’, roept Henry lachend. ‘Ik zie je morgen wel in de kerk’. Hij sluit het raam en kijkt nog eens naar Marie die nergens van wakker wordt. Natuurlijk, hij houdt van haar, al eeuwen lang. Maar wat is het lang geleden dat ze nog eens met elkaar naar bed zijn geweest. ‘Vind ik dat erg?’, vraagt hij zich af. Hij zou haar kunnen wakker maken, even met elkaar zoenen, misschien wel meer. Maar zijn gedachten dwalen af naar straks. De kerk, de zalige woorden van pastoor, het feest en de drank. Het heeft volgens Henry geen enkele zin meer om terug naar bed te gaan. Hij sluipt naar beneden. Daar zet koffie en doet zijn computer aan. Even kijken of er nog mail is. In zijn postvakje verschijnen wat advertenties, een enkele verlate felicitatie en notulen van de schutterijvergadering. Het klokje op de computer staat op vijf uur. Nog precies vierenhalf uur voordat de fanfare hem straks feestelijk komt ophalen. Als hij zijn ogen sluit kan hij het trompetgeschal al horen.

Henry weet wat er te koop is op internet. Op kantoor laten collega’s hem regelmatig kennismaken met sites met daarop afbeeldingen waar hij nooit over durfde te dromen. Hij voelde zich er nooit gemakkelijk bij, zelfs een beetje beschaamd. Marie was zijn enige, daar kwam niemand tussen. Ook geen smakelijke dame op plasmascherm. ‘Het is pure verveling dat ik nu op een porno site zit’, denkt Henry wanneer hij voor het eerst in zijn leven een pornofilm zit te downloaden. In de keuken pruttelt de koffie. Henry snijdt stiekem een stuk versgebakken vlaai af, schenkt koffie in zijn lievelingsmok en loopt terug naar de woonkamer. Daar verschijnt op het beeldscherm van zijn computer een heftige pornofilm. Twee jonge meisjes spelen met een student. De beelden zijn schokkerig, wellicht opgenomen met een mobiele telefoon. Het wordt ruiger, harder, gillend komen ze klaar. Van schrik morst Henry wat koffie op zijn pyjama. Hij zet het geluid snel uit . Maar hij wil veel meer zien. En dat kan, want overal word je netjes doorgesluisd naar het volgende avontuur. Dikke negerinnen, net geen achttien, veertien mannen op één vrouw, striptease, alles gratis te downloaden en binnen enkele seconden op het scherm. Henry vergeet zijn schaamte. Voelt een enorme opwinding. De tijd tikt. Af en toe brengt de trouwfoto hem terug bij een onbehaaglijk gevoel. Maar hij schudt eveneens de schaamte van zijn schouder en zoekt door. ‘Waarom wil ik dit zien?’ vraagt Henry zich af. ‘Omdat het nooit kon’, antwoordt hij zelfverzekerd. Het is vast gezond.

Het is acht uur als de wekker gaat. Marie wordt knorrig wakker. Maar als ze beseft dat dit, na het trouwfeest, de belangrijkste dag uit haar mans leven zal worden, staat ze vrolijk op. Ze lacht als ze ziet dat Henry al wakker is. Beneden is Henry de tijd vergeten. Hij is zelfs vergeten dat hij de koning is. De huldiging, de kerk, het kan hem gestolen worden. Alle playmates vanaf de jaren tachtig gearchiveerd op het net! Zelfs onder zijn matras verstopte hij in dertig jaar huwelijk nooit een smerig blaadje. De eerste lichtstralen vallen door het stoffen gordijn. Een krant valt in de bus. Henry hoort het niet. Marie loopt naar beneden. Ze haalt de krant uit de brievenbus, maar vindt de koppen zo treurig. Morgen zal ze het abonnement opzeggen. Wanneer ze de kamerdeur opendoet, ziet ze Henry hijgend, met zijn pyjamabroek naar beneden gestroopt masturberen voor het scherm. Hij hoort haar niet, ook niet het snikken en de verontwaardiging.

Marie schreeuwt. Henry schrikt, wilt de smerigheid van het scherm wegklikke en laat de koffiemok op de grond vallen.Die breekt in duizenden stukjes. Net als het hart van Marie. Vol woede stort ze zich in de armen van Henry. Snotterend probeert Marie haar gedachten te ordenen. Ze houdt nu een man vast die haar doet walgen. Henry weet niets te zeggen. Of toch wel? ‘Ik deed het…omdat ik niet wist wat het is om…’, maar Marie laat hem niet uitpraten. Ze rukt zich van hem los. Ze denkt aan alle diensten die zij ooit voor hem heeft bewezen. Het thuisblijven wanneer hij op stap ging. De maaltijden die zij zorgvuldig kookte. Uren die ze vrijmaakte voor zijn vereniging, zijn vrienden, zijn leven en plezier. En al haar vriendinnen die haar hadden gewaarschuwd; ze had haar schouders opgehaald, zich er nooit iets van aangetrokken. En diezelfde man had nu haar hart vertrapt. Was de hele nacht in haar ogen vreemdgegaan. Het enige dat Henry uit kon brengen was ‘dat hij niet wist hoe het was om…’.

Het is negen uur in de ochtend als Henry in zijn koningspak en met rode ogen zit te wachten op de fanfare die hem komt halen. Marie is naar de badkamer om zich op te maken, maar ze is er met haar hoofd niet bij. Wat ze zag blijft kleven. Haar handen trillen als ze naar de lipstick grijpt. De fanfare is slechts enkele straten van het huis van Henry verwijderd. Hij denkt alleen nog maar aan zijn Marie en de naakte meisjes van het internet. Zijn medailles rinkelen koninklijk, maar hij voelt zich een nar. Marie komt naar beneden, stampvoetend, nog steeds jankend. Hij staat op, wil haar in zijn armen sluiten, het goed maken. De Heer zal hem later wel vergeven. Marie loopt de deur uit, richting het schuurtje. De fanfare komt alweer een straat dichterbij. Henry denkt aan zijn vader. Wat zou hij trots zijn geweest op hem. Maar zijn gedachten slaan weer af richting de schaamte. Zou het ooit nog goed komen met hem? Marie komt terug de keuken in met het geweer, waarmee Henry de vogel afschoot, ferm in haar handen gedrukt. Ze loopt in één ruk naar de huiskamer. De koning wil het geweer in ontvangst nemen, zijn troef, zijn instrument dat hij dadelijk nogmaals zal laten zien aan zijn vrienden. Maar Marie staat in gevechtshouding en schiet drie kogels in zijn buik. Het bloed spuit uit zijn ingewanden, terwijl op de achtergrond de eerste maten te horen zijn van de kapel in de vroege ochtendzon.

• • •
 

Geen reacties »

No comments yet.

RSS feed for comments on this post. | TrackBack URI

Leave a comment