Ze komt! – De koningin in Apeldoorn
Ter onderbreking van zijn succesvolle serie ‘De kutkat Mo’ presenteert bazbo een superactuele bijdrage in het kader van: “Het is vandaag koninginnedag!” Over drank, stadsrechten, koningsgezindheid, geld, bestek tussen je ribben, meisjes, braaksel en een nieuwe werkplek.
(Ik heb op koninginnedag overwogen om dit stuk van FOK! te verwijderen. Ik heb het niet gedaan. Zoals ik het beschrijf, zo moet koninginnedag zijn. En niet zoals het uiteindelijk op 30 april 2009 in Apeldoorn werd.)
Heerlijk! Vandaag hoef ik niet naar mijn nieuwe werkplek! Had ik al verteld dat ik een nieuwe werkplek heb? Ik geloof het niet, hè? Ik heb het niet over de nieuwe werkplek waarover ik jullie al anderhalf jaar vertel; nee, vanaf 1 april heb ik een splinternieuwe werkplek. Ik zou er graag meer over vertellen, maar het doet voor dit verhaal niet terzake. En ik hoef er vandaag toch niet heen.
Vandaag is het tijd voor feest. Eigenlijk zou het iedere dag feest moeten zijn. Het liefst vier ik iedere dag dat ik leef. Of nee, laat ik eerlijk zijn: het liefst zet ik het iedere dag op een zuipen van jewelste. Waar zal ik eens mee beginnen? Een oranjebittertje, dat is een prima aftrap. Ziet er niet uit, is ontzettend vies en doet me verlangen naar het echte werk.
Vandaag is het koninginnedag. Heel Nederland staat op zijn kop en een groot deel ervan is straalbezopen. Niet dat ik daar bezwaar tegen heb, hoor. Maar wat ik wel vreemd vind is dat het merendeel van onze bevolking tegen het koningshuis is, en dat ook die mensen vandaag in oranje kleren lopen. Ik niet. Ik loop niet in oranje kleren. Ik ben ook niet voor of tegen het koningshuis. Ik heb geen mening. Ik heb over niets een mening. Voor je het weet krijg je een stuk bestek tussen je ribben. Ik kijk wel uit.
Wél ga ik feesten. Want een feest wordt het, vandaag. Zeker hier in het mooie Apeldoorn.
Wat houd ik toch van mijn geboorteplaats! Zelf noem ik Apeldoorn vaak ‘de mooiste wereldstad van Nederland’. Ik krijg daar vaak ruzie om.
“Apeldoorn is geen stad!”
“Nee?” vraag ik dan. “Hoezo niet?”
“Het heeft geen stadsrechten.”
“O. Weet jij waarom een dorp of plaats stadsrechten kreeg?”
“Huh, wat lul je?”
“Een dorp kreeg stadsrechten,” begin ik mijn les, “omdat het langzamerhand een stad werd. Omdat het een centrale handelsfunctie had in de regio, omdat er veel mensen kwamen wonen, omdat er industrie kwam, omdat belangrijke figuren zich er vestigden.”
“Precies. En Apeldoorn heeft die rechten nooit gekregen.”
“Terwijl Apeldoorn nu een centrale handelsfunctie in de regio heeft. Kijk eens naar de bedrijven en instellingen die zich er gevestigd hebben: Philips, TNO, Belastingdienst, Centraal Beheer, De Julianatoren. Ondertussen zitten we op zo’n honderdzestigduizend inwoners. Er is steeds meer hoogbouw. Op cultureel gebied timmeren we steeds meer aan de weg. Mensen uit de omtrek komen naar Apeldoorn om er boodschappen te doen.”
“Dus?”
“Dus is Apeldoorn zo langzamerhand een stad geworden.”
“En toch is dat het nog niet.”
“De grap is dat stadsrechten sinds 1600 niet meer worden uitgedeeld. Het hele systeem bestaat niet meer. Vanuit historisch oogpunt heb je gelijk, maar het betekent dat geen enkele plaats ooit meer stad kan worden. Vanuit alle andere kanten bekeken is Apeldoorn gewoon een stad.”
“Jij kunt lekker lullen.”
Zeker als ik wat gedronken heb, kan ik lekker lullen. Ik ben al weer goed bezig. Weg met die oranjebitter. Kom op met dat bier!
Ook in Apeldoorn is het op koninginnedag één grote zatte zooi op straat. Tussen de kleedjes en kermis door zwalken groepjes lallende lui. Koekhappen wordt kotslappen en braakbikken. Zeker zo vanaf een uur of vier is het bacchanaal niet meer te overzien. Voordeel daarvan is dat je vanaf een uur of vier met niemand meer een serieus gesprek hoeft te voeren. Want dat kan dan helemaal niet meer. Er worden op geen enkel moment collectief zoveel hersencellen afgebroken als op koninginnedag.
En dan de prijzen. Twee euro vijftig voor een plastic minibekertje schuim. Wat nou kredietcrisis?
Dat we in een financiële malaise zouden zitten, is aan de uitgaven van het Apeldoornse gemeentebestuur voor vandaag niet te merken. In andere jaren trok de gemeente achtduizend euro uit voor de veiligheid en overige randvoorwaarden op koninginnedag. Voor vandaag heeft de gemeente zeshonderd vijfenveertigduizend euro uitgegeven. Omdat Hare Majesteit persoonlijk bij óns komt koekhappen!
Tegen de tijd dat ik mij naar het centrum van Apeldoorn begeef, zit zij allang in Paleis Het Loo aan de koninklijke thee. Vanmorgen mag ze over de Loolaan naar de uit het gehele land opgedoken hordes Oranjefans wuiven (een zitkaartje op de tribune kostte vijftien euro), en in ons Oranjepark mag ze spelletjes doen en schilderen met de plaatselijke mongolia.
De kans dat ik haar persoonlijk tegen het lijf loop, is dus nihil. Niet dat ik daarop zit te wachten, hoor. Ik heb mijn eigen oma. Of nee, die heb ik niet meer. Die zijn allebei dood. Maar mijn eigen moeder is maar een tikkeltje ouder dan de koningin. Of wat bedoelde ik ook weer?
Apeldoorn brengt het traditionele defilé weer tot leven. Op het bordes van Paleis Het Loo zal de koninklijke familie staan zwaaien naar alle uitgelaten muppets die voorbijkomen.
De ware muppets storten zich in het zuipgewoel in het centrum van Apeldoorn. Zoals ik. Die zes kleedjes heb je zó bekeken, na vijf minuten heb je alle drie de straattheatertjes gezien en dat ene bandje (The FoolZ om 16.00 uur op de kruising van de Hoofdstraat en de Deventerstraat! Aanrader!) is met een half uur klaar. Daarna is het tijd voor de écht belangrijke zaken. Meisjes kijken, bijvoorbeeld. Of nee, wat zeg ik nu? Op koninginnedag zijn ze allemaal dronken. Dat is minder leuk, want dan kijken ze zo stom uit hun smoel. “Een dronken vrouw is een engel in bed,” zeggen ze wel eens. Maar als je erbovenop gaat liggen, komt er een hoop kots uit. Gelukkig heb ik mijn Vrouwlief. Die is altijd een engel in bed. Laat daar geen misverstand over bestaan.
Nee, zuipen moeten we. Zuipen, omdat je blij bent dat we een fijne constitutionele monarchie hebben en je koninginnedag waardig wilt vieren. Zuipen, omdat je juist republikein bent en het ernaar uitziet dat het einde van het koningshuis voorlopig nog niet in zicht is. Of zuipen, omdat je niet in oranje kleren loopt, omdat je ook niet voor of tegen het koningshuis bent, omdat je geen mening hebt, omdat je over niets een mening hebt, omdat je voor je het weet een stuk bestek tussen je ribben krijgt, omdat je wel uitkijkt. Zuipen moeten we sowieso.
Wie weet heeft het leven stiekem toch wel zin.
En morgen weer naar de nieuwe werkplek.
Apeldoorn, april 2009
(Ik heb op koninginnedag overwogen om dit stuk te verwijderen. Ik heb het niet gedaan. Zoals ik het beschrijf, zo moet koninginnedag zijn. En niet zoals het uiteindelijk op 30 april 2009 in Apeldoorn werd.)