Het zeepverhaal – de oorsprong
Iemand bij FOK! (tuvokki) kwam in de zomer van 2007 op het idee om een soap-column te beginnen. We verzinnen een verhaal en een zooi karakters, en dan schrijven we iedere week gezamenlijk één deel van het verhaal. Fantastisch idee. Maar er gebeurde aanvankelijk niet veel mee. Dat werd in 2011 iets anders.
Iemand bij FOK! (tuvokki) kwam in de zomer van 2007 op het idee om een soap-column te beginnen. We verzinnen een verhaal en een zooi karakters, en dan schrijven we iedere week gezamenlijk één deel van het verhaal. Fantastisch idee. Maar er gebeurde aanvankelijk niet veel mee.
In een melige bui bedacht ik een zwik karakters. Zie verderop. De reacties van de columnisten hierop waren gematigd enthousiast. Wellicht werd het allemaal iets té WimSchipperiaans voor ze. Om ze nog wat verder over de streep te trekken, schreef ik een complete pilootaflevering. Die werd érg slecht ontvangen. Nou, erg slecht: hij werd helemaal niet ontvangen. Waarschijnlijk was ik iets te enthousiast geweest, en wisten de anderen niet meer wat ze nu nog moesten schrijven of bijdragen. Ik had ze een beetje verlamd met mijn stortvloed aan schrijfsels.
Uiteindelijk heeft het een vervolg gekregen. Zie helemaal onderaan in dit bericht. Eerst vind je de karakters; daar achteraan de uitleg van het vervolg.
Soap-column ideeën
De twee hoofdpersonen:
(De twee hoofdpersonen zijn allebei een afsplitsing/uitvergroting van bazbo.)
Sjaak is 42 jaar oud. Hij is getrouwd en heeft een zoon Bo van 14 jaar.
(Dit kan leuke dialogen opleveren tussen vader en zoon; generatieconflict, puberproblematiek, enzovoorts enzovoorts).
Sjaak is werkzaam in de welzijnssector.
Hij is nogal wereldvreemd en gedraagt zich als een soort hippie. Hij rijdt geen auto, heeft geen modebiele telefoon, eet groenten uit eigen tuin, heeft lang haar en houdt van muziek van eindjaren60/beginjaren70, en van muziek van over de hele wereld.
Hij is zeer goed van vertrouwen in andere mensen, op het naïeve af.
Hij wil altijd “alles open gooien” en is meer een softe prater.
Alles kan altijd beter, (lees:) alternatiever en biologisch-dynamischer.
Sjaaks vrouw Els is zijn rots in de branding. Ze is een nuchtere vrouw die hem met beide benen op de grond houdt.
Sjaak heeft zwak vlees. Hij wordt verliefd op ieder meisje dat hij tegenkomt. Hij droomt en fantaseert er veel over, maar er gebeurt nooit wat.
Zijn tweelingbroer heet Albert.
Albert werkt als editor bij uitgeverij ‘De bezige Baas’. Dagenlang zit hij manuscripten door te lezen en te ontdoen van spelfauten.
Hij is een structopaat; met een obsessie voor zaken ordenen en structureren. Handelingen moeten altijd volgens hetzelfde ritueel gaan; anders is hij de kluts kwijt en wordt hij pissig. Voorbeelden: nooit de afwas stapelen, anders moet je de onderkanten van de borden ook afwassen; de wc-rol altijd op de houder met het velletje naar je toe; de homp kaas op één manier snijden anders mol je hem; de vuilniszak moet in de afvalbak maar nooit zo dat er veel lucht zit tussen de bak en de zak, anders kan er meteen niets in; Albert wordt woest als iemand gebruikte lucifers terug stopt in het doosje, enzovoorts enzovoorts.
Hij wordt ook boos als apparatuur het niet doet. In het verhaal gaan bij hem voortdurend allerlei apparaten kapot.
Albert is meer een binnenvetter die alles zo wil houden zoals het is.
Hij is iemand die moeite heeft om zijn poep lang op te houden. Hij moet dan ook overal naar de wc; hij haalt het vaak nét niet.
Albert is net gescheiden van zijn zesde vrouw. Al zijn ex-vrouwen en vriendinnen knapten af op zijn neurotische structopatisme en zijn driftbuien ten gevolge daarvan, en op het feit dat hij regelmatig het bed onder schijt.
Overige personen:
Romana van der Stang is een Indonesische vrouw van rond de vijftig jaar.
Ze is ooit getrouwd geweest en is in dat huwelijk emotioneel verwaarloosd en gekleineerd. Nu wil ze het liefst veel betekenen voor iedereen. Ze is iedereen super behulpzaam. Ze wil het liefst voor iedereen zorgen en alles voor iedereen regelen, maar daarmee veroorzaakt ze het ene conflict na het andere.
Ze is alleenstaand, maar wil graag een relatie. Alle mannen die ze ontmoet, begeert ze als potentiële kandidaat. Daarin is ze erg claimend. Ze probeert bijvoorbeeld Sjaak te verleiden, waardoor er spanning ontstaat in het huwelijk van Sjaak. Sjaak kiest bewust voor zijn vrouw, maar Romana wil nog steeds voor iedereen zorgen. Sjaak blijft wel afhankelijk van haar, bijvoorbeeld omdat Romana met haar auto Sjaak regelmatig naar concerten brengt.
Willy van der Berg is een jonge freelance radiomaker met lichte ADHD-verschijnselen. Hij is voortdurend stomdronken en heeft immer geldgebrek. Muziek is zijn grote passie; hij koopt veel cd’s en zingt in een rockbandje.
Schrijven doet hij ook, maar het lukt maar niet om in brede kring door te breken.
In het verleden heeft hij een paar relaties gehad, die nog altijd belangrijk voor hem zijn. Hij vindt het moeilijk om los te laten. Regelmatig wordt hij wakker op de bank van een zoveelste vorige ex.
Willy huilt regelmatig uit bij Sjaak. Sjaak ziet hem soms als zijn verloren zoon.
Daarnaast heeft Willy een fascinatie voor Duitschers. Hij schaamt zich zeer dat zijn overgrootvader ooit fout is geweest in de oorlog, en om dat te compenseren heeft hij zich erg verdiept in de geschiedenis van de Oosterburen, en als gevolg daar weer van heeft hij het niet zo op die vuile Moffen.
Joop ter Ziele is de kroegbaas van café ‘De Kast’.
Hij wil het voornamelijk gezellig hebben in zijn kroeg. Conflicten in zijn café sust hij altijd met ” jongens, hou het toch gezellig!” Ook als de stoelen door zijn uitbaterij vliegen.
In het café krijgt Joop hulp van zijn vrouw Pruttie en zijn minderjarige dochter Nicolien.
Joop is altijd in voor een praatje, waarin men hem vooral zelf hoort praten. Zijn verhalen berusten niet altijd op de waarheid; hij overdrijft veel, op het overdrevene af. Vaker is het complete onzin.
Daarnaast is Joop stilletjes erg zuinig, gierig zelfs. Hij doet er alles aan om de gasten meer te laten drinken. Er gaan geruchten dat hij zijn bier aanlengt met water …
Oma ter Ziele heeft een paar jaar geleden een hersenbloeding gehad. Hierdoor is ze in een rolstoel terechtgekomen. Verder heeft ze veel problemen met haar geheugen. Ook haar spraak is aangetast. Ze heeft afasie. Soms zegt ze de verkeerde woorden voor wat ze bedoelt; vaker komt er helemaal geen verstaanbare taal uit haar mond.
Oma houdt ervan om buiten een ommetje te maken. Door het Bloempottenplantsoen, bijvoorbeeld. En ze is verzot op verse haring.
Amanda Gleufgeur is een dertigjarige nymfomane die niet kieskeurig is.
Aan alles wat ze zegt, en aan alles wat er gezegd wordt, geeft ze een dubbelzinnige lading.
Zelf kleedt ze zich zeer uitdagend.
Van beroep is ze journaliste voor het plaatselijke sufferdje. Ze heeft een neus voor smeuïge dorpsverhalen en doet onderzoek naar discriminatie onder plaatselijke etnische minderheden.
Anton Aersschaef is een zenuwachtige man, die geweld niet schuwt. Hij slaat erop los zonder dat het hem zelf iets doet.
Zijn taalgebruik is ruw en doet zeer plat Haags aan.
In het dagelijks leven is Anton eigen baas van zijn klussenbedrijf. Vroeger werkte hij in de wegenbouw als loonwerker, maar vorig jaar zegde hij zijn baan op en begon voor zichzelf.
Hij is nog steeds op zoek naar de ideale vrouw, maar alle vriendinnen die hij ooit heeft gehad renden of gillend weg, of werden gestrekt zijn huis uitgedragen.
Carlo Piemol is een figurant die te pas en te onpas even langskomt (vooral in het café ‘De Kast’ en op het Marktplein) en genoemd wordt.
Hij is iemand die de dingen sterk vereenvoudigd ziet. Zo praat hij ook. In korte, heldere, simpele bewoordingen vertelt hij de dingen die hij meemaakt.
Clara Raap-Steel heeft haar man een paar jaar geleden verloren toen die werd overreden door een asfalteermachine. Sindsdien is ze alleen, al zorgt ze intensief voor haar zesjarige zoon Joost. Als Joost naar de opvang is, zoekt ze manieren om geld bij te verdienen. Soms ziet ze het leven niet zitten. Op dat soort momenten gaat ze naar café ‘de Kast’ om wat gezelligheid op te zoeken. Dan verdrinkt ze haar zorgen, of zoekt ze haar heil in gevaarlijker genotsmiddelen.
Joost is niet helemaal goed. Het is een dikke mongool die nog niet goed kan praten en voortdurend kwijlt. Hij zit ook de hele tijd in zijn kruis te krabben.
Johnny op de Tong is een man van middelbare leeftijd. Samen met zijn vrouw Yvon drijft hij een kleine viskraam op de plaatselijke markt. Hij (en zij) steekt zijn mening niet onder stoelen of banken.
Hij scheldt op iedereen en alles dat hem niet aanstaat. Echt onderbouwd is zijn mening echter nooit.
Veel opleiding heeft Johnny nooit gehad.
Johnny heeft soms angstaanvallen. Met name in grote menigtes krijgt hij het erg benauwd. Op de dagen dat hij niet werkt, blijft hij het liefste binnen. Het is een lastige vorm van fobie, zeker gezien zijn beroep.
Doordat hij op de markt staat, en veel mensen spreekt, is hij snel op de hoogte van alle nieuwtjes in het dorp. Dat hij daarnaast moeilijk een geheim kan bewaren, zeker als hij een borreltje te veel drinkt in café ‘De Kast’, is voor het verhaal mooi meegenomen.
Tineke Fischer is een jonge studente in de zorg. Ze is zeventien jaar oud.
Ze is niet al te groot, heeft blond sprieterig kort haar en blauwe ogen, die ze accentueert met veel mascara. Ze draagt veel zwarte kleren.
Tineke is de dochter van een geïmmigreerde gevluchte Duitse oorlogsmisdadiger, die al jarenlang vermist wordt. (Later kan hij mooi opduiken.)
Ze woont momenteel met haar moeder en haar vier jaar jongere halfbroertje op een etage aan het Marktplein.
Tineke vindt het belangrijk dat de zwakkeren in de samenleving evengoed kansen krijgen. Daar zet ze zich voor in. Ook een schoon milieu en een multiculturele samenleving behoren tot haar idealen.
In haar vrije tijd heeft ze een bijbaantje in de fabriek waar ze plastic gieters maken, even buiten het dorp. Ze doet er klusjes in de kantine.
Haar hartsvriendin is Nicolien, en daarom bezoekt ze wel eens café ‘De Kast’ als Nicolien er achter de bar werkt. In het café ontmoet Tineke soms Sjaak.
Stiekem is ze verliefd op Sjaak, maar ze durft die verliefdheid niet bespreekbaar te maken met hem.
Rahmi Krutata is de knuffelallochtoon van iedereen. Behalve een goddelijk lichaam heeft hij contacten met een fundamentalistische groepering die van ons land een Turkse provincie wil maken.
Vergaderingen van de radicale groepering vinden plaats in de kroeg ‘De Kast’.
Mehmet en Adnan zijn de vrienden van Rahmi. Ze ontmoeten Rahmi regelmatig in ‘De Kast’ en zijn zeer beïnvloed door diens visie en monologen.
Een vaste baan hebben ze beiden niet. Maar ze verdienen een aardig zakcentje door meisjes aan te spreken, die emotioneel en financieel afhankelijk van hun te maken, en vervolgens te ‘verhuren’ aan zakenkennissen.
Die Nicolien vinden ze er leuk uitzien met haar sportkleren en haar blonde haren in een staartje. Als ze haar eens een breezertje aanboden?
Oscar B. Sitas is een Surinaamse bedrijfsmagnaat in plastic plantengieters. Deze groene irrigatiehulpmiddelen worden wereldwijd verkocht. De fabriek staat even buiten het dorp.
In de bedrijfsvoering is hij berucht om zijn harde zakelijkheid. Zolang de targets gehaald worden, is hij de vriendelijke werkgever; gaat het financieel wat minder met de fabriek, dan reageert hij dit af op zijn personeel.
Hij heeft opdracht gegeven om heimelijk chemisch afval te lozen in de beek die langs de fabriek stroomt.
Behalve fabrieksdirecteur is Oscar lid van de gemeenteraad.
O.B. Sitas staat bekend om zijn prestaties in bed, zij het niet zijn echtelijke bed.
Dat hij nogal corpulent is, staat geen enkele seksuele escapade in de weg.
Tim Reykdom is gemeenteraadslid voor de plaatselijke ultrarechtse politieke partij ‘Reykdom Voor Iedereen Behalve Islamieten’ (RVIBI). Tim draagt graag dure pakken en opvallend gekleurde stropdassen. Zijn hoofd is kaalgeschoren. Ook is hij (onbe)tamelijk homoseksueel en valt hij op zeer jonge Turkjes. Sterker nog, soms heeft hij er een in zijn bed.
Niettemin, Tim vindt dat er teveel islam in dit land is. Graag zou hij minister-president worden, maar voor het zover is, moet hij eerst klein beginnen. Die stamtafel met vergaderende allochtonen in ‘De Kast’ is hem een doorn in het oog. Kortom: hij heeft er zin an.
Belangrijke locaties:
De kroeg die ‘De kast’ heet.
Vaste bezoekers: eigenlijk iedereen, maar vooral Willy.
(Dat wordt lekker verwarrend als Anton Aersschaef weer eens gearresteerd is wegens geweldpleging. “Anton zit weer eens in de kast.”)
De biologisch-dynamische groentetuin van Sjaak.
De slaapkamer van Albert.
(Hoe de personages daar terechtkomen, moeten we nog even verzinnen.)
Het Marktplein.
(Vooral Johnny op de Tongs viskraam wordt druk bezocht. En bij de groentekraam van boerderij ‘Pluk Die Peul!’ is Sjaak vaak te vinden.)
Het kantoor van Oscar B. Sitas
Het Bloempottenplantsoen, een ontmoetingsplaats voor seksueel anders geaarden.
(De laatste tijd zie je er trouwens verdacht veel anders gekleurde medemensen.)
Gebeurtenissen/plot:
Is Clara Raap-Steel een potentiële heroïnehoer?
Wie nemen er uiteindelijk allemaal deel aan de gangbang met Nicolien?
Welke vrouwen worden door Anton Aersschaef in elkander geramd?
Bij wie schijt Albert de toiletvloer onder?
Welke verhalen kan Johnny op de Tong niet voor zich houden? Wat stinkt er meer dan zijn vis?
O.B. Sitas wordt gechanteerd met foto’s van zijn bedavonturen. Maar door wie?
Wat ziet Oma ter Ziele allemaal in het Bloempottenplantsoen?
Welke politieke spelletjes worden er gespeeld in de gemeenteraad door Oscar en Tim?
Hoe homoseksueel is die Willy van der Berg eigenlijk?
Door wie wordt de mongool Joost misbruikt?
Komen de allochtonen hier met de schrik vrij?
Als Sjaak en Tineke ontdekken dat de plastic gieterfabriek milieuvervuilend is, wat doen ze dan?
Met wie duikt Romana van der Stang de koffer in?
Wat ontdekt Amanda Gleufgeur?
Kan Carlo Piemol het allemaal volgen?
Wie weet Rahmi allemaal te intimideren om lid te worden van zijn fundamentalistische groepering?
Bij wie gaan Albert en Johnny in therapie?
Blijft Joops kroeg ‘De Kast’ rendabel?
–
Voorstel zeepkolom-pilootaflevering:
(Dit verhaal is verwijderd.
Uitleg: toen ik in 2007 het verhaal voorlegde, werd het door iedereen van tafel geveegd. tuvokki haalde er wat dingen uit en maakte de basis van ‘Regensburg’, de legendarische serie op FOK! die slechts vijf afleveringen stand hield. Toen moesten we stoppen met de serie.
Later (vanaf de nazomer 2007 tot halverwege 2008) werkten tuvokki en ik aan een serie verhalen die we plaatsten onder de schuilnaam ‘kassameisje’. Sinds die tijd werken we aan een nieuw (thriller)serie, maar door omstandigheden kwam die niet snel van de grond.
Toen werd het april 2011. De eindredacteur van de FOK!columns vroeg of iedereen extra materiaal wilde inzenden voor noodcolumns. In een grappige bui stuurde ik de pilootaflevering van de zeepkolom in. De eindredacteur nodigde me uit om de soap alsnog te schrijven. Ik nam contact op met tuvokki en vanaf 1 mei 2011 staat de ‘SOA:p’ online. Vier nog legendarischer afleveringen.)
(Apeldoorn, april 2011)