bazbo – de wereld van Bas Langereis, het middelpunt der aarde

Bas Langereis leest u voor!

13-01-2014

Handen

Filed under: Publicaties voor FOK! - 2013 — bazbo @ 10:18

Kijk eens, mijn liefste. Dit zijn mijn handen. Mijn oude, trouwe handen.Kijk eens, mijn liefste. Dit zijn mijn handen. Mijn oude, trouwe handen. Voelen ze nog zacht aan? Er zitten haartjes op de rug ervan. De meeste op mijn linker ringvinger, zie je dat? Best gek. Mijn nagels zijn kort. Vroeger beet ik ze af. Toen ik wat ouder werd en zelfverzekerder, hield dat op. De tijd dat ik ze nichterig lang had, is ook al decennia voorbij. Nu knauw ik ze er nog wel eens af en knip ik ze bij. Daar, op mijn linkerduim, zie je een wondje bij mijn nagel. Komt van een kamikaze-actie met een kaasschaaf, drie weken geleden. Die ragde ik ’s morgens vroeg bij het ontbijt door mijn nagel en het topje van mijn duim. Bloeden dan het deed! Gelukkig was dat gauw gestelpt.

Het zijn geen grote handen; je kunt ze eerder klein noemen. Als ik grote volwassen mensen een hand geef, dan grijpen we elkaar nog wel eens mis. Met een lach doe ik dan een nieuwe poging. ‘Wel even echt,’ grinnik ik er dan bij.
(Twee jaar geleden was ik in de gelukkige gelegenheid de hand te schudden van Chris Squire, bassist van de band Yes. Mijn babyhandje verzoop geheel in zijn enorme gorillaklauw.)
En dan te bedenken dat mijn handjes vroeger nog kleiner waren. Als kind speelde ik ermee in modder en in zand, al moet ik erbij zeggen dat ik het vaak niet fijn vond om vieze handen te krijgen.
Ontelbare legosteentjes heb ik ermee op elkander gedrukt. Ook komen ze goed van pas bij het stoepranden, een leuk spel dat ik met vriendjes op straat speel. Als het regent kan ik niet naar buiten en dus speel ik binnen. Ik teken en kleur veel; ik maak mijn eigen stripboeken. Later vind ik de typemachine van mama en maak ik mijn eerste verhaaltjes en boekjes.

Mijn handen, wat hebben ze veel meegemaakt. Had ik je ooit verteld van vroeger, dat ik als jochie in bed lag te lezen en met mijn vingers willekeurig met de stekker van de lamp aan het knooien was? De slag van de 220 Volt die door mijn poten en lijf denderde, vergeet ik niet licht.
Ze hebben heel wat moeten doorstaan. Het zijn weke handjes. Ik heb al blaren als je ernaar kijkt. Echt, ik hoef maar drie schroeven in te draaien of de tuin te harken en je kunt de pleisters al pakken. Mijn tere pianohandjes, zo noem ik ze vaak.

Dat pianospelen, dat doe ik al meer dan tien jaar niet meer. Zo goed kon ik het ook niet. Ik heb het wel geprobeerd. Toen ik vijftien was, ontdekte ik de muziek van Emerson Lake & Palmer. Een Hammond over het podium smijten, dat wilde ik ook! Ik kocht een elektronisch orgel en leende van iemand twee lesboeken. Toen ik die had doorgeworsteld, dacht ik dat ik het wel kon. Ik haalde bladmuziek uit de bieb en raakte zeer gefrustreerd. Een linkerhand van niets, nauwelijks automatiseren en een slechte theoretische kennis. Vergeet ook niet mijn doorzettingsvermogen van nul komma nul. Echt goed heb ik nooit kunnen spelen, maar ik beleefde wel veel plezier aan het muziek maken met anderen. Tot op de dag van vandaag speel ik luchtpiano.

Die vingervlugheid komt momenteel goed van pas bij het schrijven. Tegenwoordig ben ik wel zo ver dat ik geen pen meer kan vasthouden en een afgrijselijk handschrift heb. Tja, de wereld gaat naar de knopjes, dat heb ik wel vaker gezegd. Toch kan ik op mijn smartphone met mijn duimen nog geen drie letters achter elkaar goed intoetsen.
Typen gaat me wél goed af. Eerder tikte ik altijd met een eigen twee-drie-vier-vingersysteem mijn stukjes in. Toen De Zoon klein was en via school een typecursus moest doen, waren plots alle toetsen van mijn toetsenbord afgeplakt. In een vlaag van razernij besloot ik die cursus zelf ook te doen en na twee avondjes kon ik blind typen. Nou ja, letters dan. Als ik de cijfers en functietoetsen wil gebruiken, moet ik toch echt heel goed op m’n vingers kijken. Maar voor een rechttoe-rechtaan-verhaal is het niet nodig en ram ik alles wild voor me uit.
Wat heb ik veel voor me uit geramd. Wekelijks een nieuw verhaal, recensies bij de vleet, boek na boek. Ik zuig het een na het andere onzinverhaal uit mijn duim.

Ik laat mijn handjes graag wapperen. Niet voor alles, maar in de keuken doen ze met liefde veel werk. Met verse groenten en kruiden en smaakvolle ingrediënten maak ik graag wat lekkers klaar. En naderhand de afwas en de boel weer schoonmaken. Laat mij dat maar doen, want dan weet ik zeker dat het goed komt. Zo is dat. Als je mij m’n gang laat gaan, is er niets aan de hand.

Mijn handen, wat heb ik mooie dingen in handen gehad. Nog altijd koester ik mijn boeken- en platenverzameling. Ik neem een boek of plaat met vreugde ter hand.
Ook foto’s wil ik graag beroeren. Over koesteren gesproken; de goede herinneringen, zeker die ik vastgelegd heb op de gevoelige plaat – ik strijk er graag met mijn vingers overheen.
Uren kon ik zitten met onze kater Mo op schoot. Ik aaide z’n kop en rug. Hij knorde. Wat een rust en vrede bracht dat beest. Met heimwee denk ik nog wel eens aan hem terug. Hij is er niet meer. Gelukkig is De Zoon nog wel in huis, maar die houdt niet meer van knuffelen, laat staan dat ik ‘m over z’n kop en rug mag aaien. Het liefst zou ik ‘m in mijn armen nemen en zeggen dat het allemaal goed komt met hem en dat ik vertrouwen in hem heb, want dat staat voor mij vast. Helaas laat hij het niet toe.

Maar het liefst van iedereen streel ik jou. Mijn handen hebben overal op jouw lichaam gelegen, inclusief je intiemste delen. Ook nu nog glijden ze graag langs je borst, over het litteken en door het kuiltje, daar waar de tumor is weggesneden. Mijn vingers, hoe vaak streken ze over je lijf, brachten ze je in extase, gaven ze je genot? Dat zo’n stukje als dit uiteindelijk over jou moet gaan, dat kon je op je vingers natellen.
Mijn handen, moet je zien hoe oud ze worden. Ze beginnen vol rimpels en plooien te zitten. En komen daar de eerste ouderdomsvlekken? Het zijn er nog niet zo veel als mijn vader heeft en ook nog niet zo donker als die van hem, maar toch. Het is me te confronterend.

Kijk, mijn liefste. Dit zijn mijn handen, mijn oude handen. Leg de jouwe erin en ik vertel je hoe graag ik ze oud zie worden samen met die van jou.


Apeldoorn, november 2013

Hier lees je ‘m op FOK!.

• • •
 

Geen reacties »

No comments yet.

RSS feed for comments on this post.

Leave a comment