B-log: 15-21 februari 2014
Vrijdag 21 februari – Amsterdam
DV heeft de wekker op iets na achten gezet. We douchen en gaan naar het ontbijt. Ik kom de ruimte binnen en schrik van de luide muziek. Helemaal achterin is het lawaai wat minder. Het ontbijt is eenvoudig, maar prima.
We wandelen via de Warmoesstraat naar het Rokin en dan over het Rembrandtplein naar de Amstel. De eerste stop is in café Langereis. Dan pakken we Concerto aan de Utrechtsestraat. Ik koop Joe’s Camouflage (FZ), Kaleidoscope (Transatlantic) en de doos met daarin de elf eerste elpees van Ry Cooder. ‘Ik moet niet te lang in deze winkel zijn,’ zeg ik tegen DV als we in de winkel aan de koffie zitten. Ze schrikt. ‘Te veel lawaai?’ ‘Nee, te veel dingen die ik wil hebben en kopen.’
We gaan verder. Op de boekenmarkt van het Spui vind ik een tweede druk van Brusselmans’ Heden ben ik nuchter. In De Brabantse Aap eten we een broodje en in boekhandel Atheneum ontdek ik dat Brusselmans een nieuw boek uit heeft: Poppy en Eddie. Het is half drie. Nog een drankje in een café en dan pakken we een tram naar het station. Om half zes zijn we thuis. Pfff.
Ik warm soep op. Daarnaast zijn er crackers en loempia’s. Moe, dat is wat ik ben. Ik lees de eerste twee hoofdstukken uit Poppy en Eddie. Dan is het elf uur en kan ik niet meer. Het waren twee leuke dagen, dat wel.
–
Donderdag 20 februari – Ensemble musikFabrik in Amsterdam
Na de koffie ben ik even alleen. Kan ik mooi symfonie 6 en 7 van Sibelius als behangetje opzetten. Lekker.
Aan het eind van de morgen fiets ik naar het station. Daar tref ik DV en we nemen de trein naar Amsterdam.
Het Prins Hendrik-hotel is tegenover het station. Mooi. Als we door de gangen naar onze kamer gaan, komen we langs de Chet Baker room. Over roem niet te klagen. We krijgen ‘appartement 1′: een woonkamer met keuken en zithoek op de derde verdieping en een trap hoger een slaapkamer met badkamer.
We wandelen via de rosse buurt naar De Dam; daar eten we een broodje (kaaskroketten). Vervolgens zoeken we de Kolksteeg. In taverne In de Wildeman vinden we notpedro, later ook Hoops en Laura en ten slotte is daar TPS. Danny, Rob, Laura en Clint, dus. Het is vol in het café, maar toch kan ik alles goed volgen. Hoe komt dat? Wacht, ik weet het: er staat hier helemaal geen muziek aan! Zo kan het dus ook. Laura zeurt om donuts, dus na een paar drankjes verhuizen we naar een Spaans restaurant aan de Warmoesstraat. Donuts hebben ze er niet, maar wel afschuwelijke entrecotes, weinig frieten en kale slablaadjes tegen schandalige prijzen. In Amsterdam moet je zijn, dat zie je dan maar weer.
We lopen door de stromende regen en zijn nog op tijd in het Muziekgebouw aan ’t IJ. Daar treffen we Eric en even later ook Jos. We moeten de zaal al in. We zitten op rij 5 in stoelen 3 en 5.
Het Ensemble musikFabrik geeft ons voor de pauze het betere piep- en knorwerk te verstouwen. Ionisation van Edgar Varèse is indrukwekkend, scherp en nauwkeurig. Zeer indrukwekkend vind ik het materiaal van John Cage: het vierdelige Amores, voor prepared piano en percussie, en Credo in Us voor prepared piano, percussie en elpee. Wat zal ik ervan zeggen? Subtiel, dynamisch, gevoelig, verrassend, hilarisch, precies, adembenemend, kippenvel. Het geluid in de zaal is fantastisch, zeer goed uitgebalanceerd. Na veertig minuten is het pauze en ik heb al genoten voor tien.
Na de pauze staat het volledige ensemble op het podium voor datgene waar velen op wachten: Zappa! Als de ploeg vol inzet, schrik ik. De balans is weg, het geluid is voor mij veel te hard, het doet zelfs zeer. Mij komt het niet over. Waarom vijf strijkers en drie houtblazers als je ze toch niet hoort? Een vloedgolf van noten en geluid, dat is het. Na The Black Page (alle versies) en RDNZL wordt de balans gelukkig wat beter; Echidna’s Arf (Of You) en Don’t You Ever Wash That Thing? laten vooral het spelplezier van de muzikanten zien. En dan is het afgelopen. Er is nog een toegift in de vorm van Peaches En Regalia.
We verzamelen weer in de foyer. De Schotten zijn helemaal onder de indruk van het ensemble en roemen de uitvoering van het Zappa-materiaal. Ik begrijp wat ze bedoelen, maar bewaar mijn beste herinneringen aan de bijzondere muziek van de eerste helft.
Op de Prins Hendrikkade vinden we een redelijk rustig café en daar drinken we nog wat. Ondanks de achtergrondmuziek is het er aangenaam. Dat komt vooral door het gezelschap. Rob en Laura kibbelen over donuts en een washer-dryer die binnenkort aangeschaft moet. Het is een uur na middernacht als we naar het hotel gaan.
–
Woensdag 19 februari
Eerste dag helemaal zonder oxazepam kalmeringstabletten. Eerst maar eens het huis in de fik en de buurman overhoop steken. Dan op zoek naar een trechter voor op mijn kop. Wacht, ik was gestopt met schrijven, zeker met het schrijven van fictie.
Op het werk kan ik in alle rust de rest van de honderden ongelezen mails opruimen. Ook bericht ik allerlei mensen dat ik hun aangeboden klussen voorlopig niet kan doen. Gas terugnemen, anders komt het niet goed. Zo. Dat lucht op. En dan? Dan naar huis.
Koffie, mail, dit hier. DV komt thuis lunchen; ik eet boterhammen met kaas en sla. Plots is De Zoon (DZ) er ook. Ik volg gesprekken maar half, heb moeite met schakelen, het gaat voor mij van de hak op de tak. En dan is er weer rust. Tijd voor muziek? Tijd voor muziek. De symfonieën 2, 5, 1, 3 en 4 van Jean Sibelius, waarom ook niet? Het is warm behang. Ondertussen pruttelt de runderstoofpot. Aan het eind garen de wortelpeterselie en groene kool een halfuurtje mee. Erbij komen gebakken champignons, want die moeten op.
Na het eten lees ik in één ruk Bonita Avenue verder uit. Wat een waanzinnig boek! Ik word volkomen meegesleept in de draaikolk van het verhaal, de personen, de vertelstijl en de broeierige humor. Echt een van de beste en meest meeslepende werken van de laatste jaren die ik de afgelopen tijd heb mogen lezen. Aanrader!
–
Dinsdag 18 februari
‘Doffe nacht.’ Mooie uitdrukking. Wat betekent het? Ik sta op, heb zeker acht uren geslapen (niet aaneengesloten), maar ben niet wakker. Het voelt vol. Alles drukt. Ik doe te veel, ik wil te veel. Volop planning in de kop. Vandaag: ’s morgens kleren kopen, op de terugweg boodschappen doen, op tijd aan de maaltijden beginnen zodat E om 15.30 uur kan eten, dan koken voor Luuk en mij (ander gerecht). Woensdagmorgen werken (ik wil er wat klussen doen en er ligt nog zo veel), donderdag naar Amsterdam en Muziekgebouw aan ’t IJ (en ik wil naar café Langereis en naar Concerto), daarna overnachten in hotel. Vrijdag: als we nog niet naar café Langereis en Concerto zijn geweest, wil ik naar café Langereis en Concerto, dan weer terug naar huis, eten koken. Zaterdag: Luuk nog vragen of hij ons naar oma wil rijden. En dan wil ik nog altijd heel graag muziek gaan luisteren; ik wil dat plannen.
Aan de keukentafel kijk ik voor mij uit. Zo was het in de eerste weken ook. Dit is niet goed. Het is te veel. Het is te veel. Ik wil te snel. Ik moet gas terugnemen.
Na de koffie stap ik op de fiets. Ik ben al wat rustiger en ga naar het centrum. In een groot warenhuis zijn (nog) niet veel mensen; ik kan er op mijn gemak rondkijken. Ik pas een broek (tegenwoordig heb ik maatje 30, blijkt), neem er twee van mee en vind een schandalig jasje voor een geweldige prijs.
Terug naar huis. Koffie. Even zitten. Boterham eten. En dan: muziekje aan. Het wordt Alina door Arvo Pärt. Het is niet storend, aanvullend juist. Precies goed. Ik braad een rollade. De Vrouw (DV) komt thuis en vraagt wat er aan de hand is. Ha, ze liet me vanmorgen achter toen ik de tranen in de ogen had. Nu is het anders. Mijn jasje valt in de smaak. Ik kook het eten af voor DV. Rollade, bieten in room en de overblijfselen van gisterenavond. Als het op is, loop ik naar de muziekkast en kies ik Lovely Difficult van Mayra Andrade; we kochten het op 20 december in Amsterdam en pas nu hoor ik het. Mooie plaat.
DV gaat naar het werk. Ik geef me over aan mijn jeugdzonde (niet dat mijn jeugd zonde was) en beluister The Beegees 1st en iets van Oldfield. Dan moet het ook weer even stil zijn.
Voor Luuk en mijzelf warm ik de rollade, de overgebleven pot van gisteren en de stamppot van zaterdag op. Daarna is het tijd voor een bietenrisotto. Waarom ook niet?
Na de muziek is de pieptoon genadelozer dan ooit. Kan ik lezen? Ik kan lezen en beleef wederom een paar genoeglijke uurtjes met het meeslepende boek.
–
Maandag 17 februari
Naar het werk vanochtend. Onderweg op de fiets is het als vanouds: er schieten mij schitterende ideeën te binnen voor toekomstige verhalen of zelfs een boek. Als ik in het kantoor kom, moet ik die snel even vastleggen. Dan buig ik me over mijn taken. Nog altijd bezig met mail lezen en opschonen. Ik krijg van verschillende mensen verschillende vragen of ik verschillende klussen voor ze wil doen. Uitkijken. Doseren. Het tolt. Aan het eind van de morgen een overleg met een teamleider om praktische afspraken te maken. Nog meer klussen? Nee. Uitkijken. Doseren.
Op de fiets naar huis tolt het nog wel. Ook bedenk ik me met hoeveel plezier ik de boeken van Paul Theroux heb gelezen. Meer van dat. Hoognodig.
’s Middags naar buiten. Ook dat is hoognodig. Wederom druk op mijn kop. Het is mooi weer, zonnetje erbij: eerder vond ik het altijd dom gezwets als dergelijke woorden voorbijkwamen, nu lijkt het van belang. Tijdens het lopen verzin ik nieuwe personages en omgevingen: het is ontspannend, het is leuk, het vrolijkt me op.
Thuis weer wat lezen. Ik maak een gerecht dat ik vond in een tijdschrift dat we gisteren aan Ingrid gaven. Snel had ik in steekwoorden het recept genoteerd: chorizo bakken, ui en knoflook, rode paprika, 2x kikkererwten, 300g spinazie, p+z, zachte geitenkaas. Resultaat: zeer gemakkelijk gerecht, bovendien zeer smaakvol. Ook al vervang ik de spinazie door postelein.
In de avond, onder het lezen, zit ik allerlei aantekeningen te maken en werk ik ideeën van de wandeltocht ’s middags uit. Is dit goed? Om te doen? Ik doe het graag, dat is het niet. Maar levert me het niet te veel druk op? In mijn hoofd is het een chaos. Er gebeurt zo veel. Ik moet zo veel. Druk. Pressure. Het doet zeer. Alsof mijn brein weer te groot is voor mijn hoofd. Dat.
Het boek dat ik lees, is zeer vermakelijk. Ik zal het woord meesterwerk niet gebruiken, maar het begint erop te lijken. En ik ben nog niet eens halverwege. Het leesplezier maakt de rotzooi in mijn hoofd draaglijk. Toch vroeger naar bed dan anders; ik trek het niet.
–
Zondag 16 februari
De zon schijnt. Ik wil naar buiten en doe het gewoon.
Het lijkt goed, maar eigenlijk is het dat niet. Ik voel niet druk in mijn hoofd, maar erop. Alsof een plank schuin van rechts mijn hersens perst. Mijn zicht is alsof er een waas voor mijn ogen is, alsof ik in een verkleedpak zit, alsof ik niet mijzelf ben, maar van binnenuit een robot aanstuur. Drie maanden.
We lunchen uitgebreid en maken ons klaar voor vertrek. Ik neem mijn medicatie, zit op één kwart tablet oxazepam per dag. Luuk rijdt ons naar Radio Kootwijk. Ingrid is jarig. Er komt nog meer volk, er zijn honden in huis en de tv staat aan ter gelegenheid van schaatswedstrijden op de Olympische Spelen. Zowaar, ik red het. Er zijn momenten dat het gespreksvolume naar ‘geschreeuw’ gaat, maar ertussendoor is het zelfs kalm. Om acht uur brengt Luuk eerst een oma naar huis in Zuidbroek en dan onszelf naar de rust. Wat rijdt die jongen toch goed en beheerst, óók in het donker.
Ik ben wel bekaf. Lees met enige moeite, maar toch ook met veel plezier, twee hoofdstukken in Bonita Avenue.
–
Zaterdag 15 februari
Buiten giert de wind rond het huis. Onzin, want we vertoeven in een geschakelde rijtjeswoning. De zon schijnt, dat wel.
Ik ben redelijk op tijd op. Koffie, mail, dit blog, krant. Dan op de fiets wat boodschapjes doen.
Na de lunch een huis-tuin-en-keukenklus die al een tijdje lag. We pakken een van de carrouselkasten in de keuken uit, want die loopt al een tijdje niet meer zo vloeiend. Hij staat dan ook vol met kruiden, specerijen, oliën, meel, broodbeleg en dergelijke. Alles eruit, schoonmaken, sorteren, veel wegdoen, dan kijken hoe het mechaniek werkt en zowaar, hij draait weer lekker. Ten slotte alles weer inruimen en zie: trots op het resultaat. Nu die tweede carrousel nog…
Ik loop even naar buiten, de zon in. Langs kanaal en stukje door Kanaalpark.
Vanavond kookt De Vrouw. Het wordt een stamppot van rode biet en shoarma, dat is altijd een succes. Een succes om van je bieten af te komen. We hadden gele en rode liggen. Nu is zeker de helft weg. Erbij: ananassap.
Na het eten lees ik de PROG uit en begin ik Bonita Avenue. Eerste hoofdstuk is veelbelovend: ik herken Lanoye en Irving in verhaalverrassingen, verteltrant en onderliggende humor.