bazbo – de wereld van Bas Langereis, het middelpunt der aarde

Bas Langereis leest u voor!

16-03-2014

B-log: 15-21 maart 2014

Filed under: B-log 2014 — bazbo @ 09:46

Vrijdag 21 maart – Antwerpen en festival Arf! Arf! Arf!:
De wekker staat op zes uur. Het lukt. Om half acht zitten we op de fiets naar het station. De reis verloopt voorspoedig. We hebben geen haast en zien wel wat er gebeurt. We hebben geen plan. Meestal als we een stad bezoeken, wil ik van alles zien en heb ik in mijn hoofd de wandelroutes al uitgestippeld; nu niet. We reizen via Zutphen en Roosendaal en de treinen zitten nogal vol. Ergens tussen Nijmegen en ‘s-Hertogenbosch zitten er twee dames luid en schel te kletsen naast en tegenover ons. Het doet zeer. Als dat maar niet … Dat doet het niet. Om half twaalf lopen we het station in Antwerpen uit.
Ik maak foto’s. Ik maak foto’s! De Vrouw heeft mij haar oude telefoon gegeven. De afgelopen avonden heb ik er wat mee zitten stoeien en nu heb ik ‘m in gebruik. In België heb ik geen bereik, blijkt. (De Vrouw kon ook nooit in het buitenland verbindingen maken met deze telefoon.) Dat is niet erg. De ingebouwde camera maakt bij redelijk tot goed licht goede tot uitstekende foto’s. Ik wilde de grote camera niet meenemen en nu heb ik een handzaam dingetje dat in een jas- of broekzak glijdt. Perfect.
We wandelen over de Keyserlei, drinken koffie in een brasserie en gaan via de Meir naar de Groenplaats. Via verschillende etablissementen (café De Kroeg, Gollem en De Reus), de Grote Markt en de Kaai maken we een onderhoudende zwerftocht door het centrum. Uiteindelijk vissen we uit hoe het openbaar vervoer werkt, we kopen een tienrittenkaart voor een tientje en pakken de metro/tram naar het Ramada hotel, dat is gelegen tegenover De Singel, alwaar het Arf!Arf!Arf!-festival gaat plaatsvinden.
Het hotel blijkt zeer luxe en onze kamer is geweldig. We betalen ook nog eens de halve prijs. Het eten in het hotelrestaurant is daarentegen afschuwelijk, maar het geeft niet. (‘Heeft het gesmaakt?’ ‘Jazeker! Heerlijk!’ Hoe houd ik het toch vol?)
Als we op weg gaan naar De Singel, ontmoeten we diverse bekenden. In de foyer van de zaal zelf nog veel meer. Mooi om iedereen weer te zien! We nemen plaats in de rode zaal en hebben mooie plaatsen met goed zicht op het podium. Het voorprogramma is Captain Cheesebeard & The Seven Sisters Of Prevention. Robert Martin zingt en speelt mee. Drie kwartier gedegen Zappa in de stijl van de 1988-tour. Advance Romance vind ik het hoogtepunt.
Na de pauze word ik totaal overdonderd door Flat Earth Society. Wat zal ik ervan zeggen? Ik zal zeggen wat er in me opkomt: krachtpatserij, big band, Crimson, klezmer, tetterdetet, gepiel van twee gitaren, tien blazers, geweldige drummer, zeer energiek, hoop lol op het podium en dus ook op mijn gezicht. Naast veel eigen werk ook drie Zappa-stukken en iets dat wordt aangekondigd met: ‘Dit is om Gail te stangen.’ Wat volgt is drie minuten waarin tientallen verschillende Zappalicks en deuntjes gepropt zitten. Bij de ene melodielijn denk je dat het dit is, maar halverwege wordt het wat anders. Briljant!
Na afloop gaan we met een heel stel naar de hotelbar. Ik merk dat ik moe ben en naar bed wil. Bovendien vind ik de mensen die erg onder invloed van drank zijn, niet zo leuk. Maar aan de andere kant: Tim is er ook en met hem is het goed, fijn, grappig, mooi. Dat zou ik niet willen missen. Toch houd ik het niet lang vol. Half twee zijn we in de hotelkamer. Het ging goed vandaag! Mooie dag, veel gezien en gehoord. Morgen verder.

Donderdag 20 maart:
Niet heel goed geslapen. Om een uur ben ik wakker, later om vijf uur nog een keer. Het is acht uur als ik beneden ben. Ik lees de krant en het boekje Soerabaja uit. De psychologiepraktijk belt; de eerste afspraak staat op 14 april om 13.00 uur.
Om tien uur fiets ik door de zon naar het werk. Daar handel ik wat mail af en spreek ik mijn leidinggevende. We zitten op de goede weg, ik ga stapjes vooruit, de informatie uit de bijeenkomst van gisterenmiddag maakt me blij en geeft me perspectief, ik ga ook gewoon mee in het traject rondom de functie, het kan mooi parallel lopen met mijn behandeling bij de psycholoog, enzovoorts. Over vier weken een nieuw overleg.
Thuis luister ik naar Other World van Peter Hamill en Gary Lucas. Verder zit ik in de zon. Ik lees in Het reizen vereist sterke zenuwen van Bob den Uyl en maak eten: curry van bloemkool, pepers en kip, met daarnaast knolselderijpuree en salade.
Zijn we klaar voor morgen? Een lang weekendje weg naar Antwerpen. Op tijd naar bed, dus.
Volgens mijn ‘systeem’ zou ik vanaf morgen een stap verder moeten met het afbouwen van oxazepam: ’s avonds een kwart tablet in plaats van een half. Voor de zekerheid zal ik het weekend op de huidige dosering (drie keer een half) blijven. Daarnaast neem ik een fikse voorraad extra mee, zodat ik zonodig vier keer per dag kan slikken.

Woensdag 19 maart:
Wederom sta ik op met een ‘vol’ hoofd. Het is al bijna negen uur. Ik zet een was aan, doe de ochtendklusjes en lees de krant. Dan telefoon. Herma, mijn leidinggevende. Ze wil overleggen hoe we verder gaan na de probleemanalyse van de bedrijfsarts. We spreken af dat we elkaar morgen wél zien, maar zonder loopbaancoach. Eerst behandeling starten, uren uitbreiden en zien hoe de ontwikkelingen in de organisatie met betrekking tot mijn functie zijn, dan pas een loopbaancoach/trainer inschakelen. Klinkt logisch. Morgen dus van half elf tot half een werken.
Aan het begin van de middag ga ik op de fiets naar een bushalte bij de Eglantier. (De buslijn naar Arnhem is tijdelijk verlegd, vandaar.)
In Arnhem heb ik even tijd voordat ik moet overstappen. Gauw de muziekwinkel in en Blitzmash van Amsterdam Klezmer Band kopen. Dan naar het Centraal Bureau. De grote bestuurder vertelt een verhaal over de toekomst van secreatariële ondersteuning. Het beeld dat hij van het profiel schetst maakt me blij: het is precies wat ik vier jaar lang voor mijn manager heb mogen doen, met meer mogelijkheden tot ontwikkelen en groei. Daarnaast komt er een ‘pool’ van ondersteuners. Voor beide geldt: voltijds en HBO-niveau. Zie ik perspectief? Ik zie perspectief.
Terug naar huis. Het is heerlijk weer, zonnetje erbij. In de bus lees ik het boekje over het Amsterdam van Reve uit en begin ik aan de verhalenbundel Soerabaja van Paul Theroux.
Om half zes ben ik thuis; eerst maar eens gaan stemmen. De Zoon wandelt mee. Ik maak het eten: de runderstoofpot hoeft alleen maar opgewarmd; daarnaast kook ik knolselderij die ik vervolgens pureer. Erbij komt salade van radijs, komkommer, peer en avocado. Het is op voor we het weten. Tijdens het gesprek aan tafel blijkt dat we alle drie hetzelfde hebben gestemd met ook nog eens dezelfde reden: langetermijnvisie.
Ik hoor werk van Keneally; vooral zijn piano-interpretaties van stukken door Steve Vai blijven machtig. Om elf uur ben ik zeer moe.

Dinsdag 18 maart:
Paar keer wakker geweest, vannacht. Als ik opsta, voel ik de knellende helm om mijn hoofd. Komt het van de oxazepam die ik aan het afbouwen ben? Of is het omdat deze week zo volgepland is? Uitkijken, voorzichtig.
Op het werk handel ik de stapel dossiers af en daarmee vul ik mijn werktijd. Dan weer terug naar huis. Na de lunch werk ik deze site bij: ik had nog een wagonlading aan foto’s van het concert van Orphaned Land op 9 november die hoognodig bewerkt en geplaatst moesten. Met mijn camera maak ik geen mooie foto’s bij slecht licht, maar met een paar bewerkingsgeintjes zien ze er toch nog aardig uit. Nu de filmpjes nog. Komt wel. Ooit. Wie weet. Ik loop even naar buiten voor een laatste boodschapje en begin met eten koken voor vanavond en morgenavond. Tussendoor speelt muziek van Mozart, Jon Anderson, Transatlantic, Mayra Andrade en John Cage. Ook lees ik Spelende meisjes uit.
De Zoon en ik eten samen. Daarna gaat die knul zich verdiepen in de lokale politiek! Hij kijkt het hele lokale-lijsttrekkersdebat op de lokale televisie terug. Ik hoor sinds tijden Grace for drowning en krijg weer kippenvel. Daarna Amplifier en de akoestische sologitaar van Pat Metheny. Ten slotte begin ik met lezen in Ik haat Amsterdam – Amsterdam is een gedoemde stad van Hans Hafkamp en loop in gedachten met hem mee door de stad. Wel merk ik dat ik erg moe ben, ook al weet ik niet goed waarvan.

Maandag 17 maart:
Diep en lang geslapen. Om negen uur ben ik beneden. Krant, pianomuziek van Cage en wat mail. Op de fiets naar de markt voor kaas en op de terugweg boodschappen in een supermarkt. Thuis wat uitzoekwerk, wat muziek van CSN, wat mail en wat lunch. Ook broer Geert heeft foto’s van zaterdagavond die hij met iedereen deelt. Ik schrijf een bedankmail aan mijn vader; daarin gebruik ik woorden en zinnen die ik eigenlijk veel vaker zou moeten gebruiken in gesprekken en mails aan hem.
Halverwege de middag naar het werk voor een consult bij de bedrijfsarts. Ik ben halverwege de rit en bedenk plots: ‘Ik heb mijn pilletje niet ingenomen.’ Stik. Vanaf vandaag zit ik op drie keer een halfje oxazepam en het gaat al mis. Gelukkig red ik het goed in het gesprek. De bedrijfsarts is iemand die hardop denkt en overweegt; even ben ik van mijn stuk als hij me afremt in enthousiasme en ideeën, maar al snel krijgen we een aantal zaken helder. We spreken drie dingen af: ik ga woensdagmiddag naar een informatiebijeenkomst over de nieuwe profielen van de functie van ondersteuner, ik heb donderdagmiddag een intakegesprek met mijn leidinggevende en een loopbaancoach, plus ik ga vanaf april in behandeling bij een psycholoog. Als de behandeling is gestart, gaan we bekijken en plannen maken hoe het verder gaat en wat de mogelijke inzet van de loopbaancoach gaat zijn. Mooi zo: er is weer perspectief.
Thuis begin ik aan het maken van het avondeten: stamppot van bataat en postelein met daarnaast rosbieffiletlapjes en een salade. Dat je het even weet. Ondertussen beluister ik werk van Steven Wilson en Tony Levin. We eten alles snel weg en dan ben ik weer even alleen; De Vrouw is naar het werk. Iets van The Flower Kings dan maar? Ja, laat ik iets van The Flower Kings draaien. En Keith Emerson.
Ik lees verder.

Zondag 16 maart:
Half negen sta ik naast mijn bed. Slapen lukt al meer dan een uur niet meer. Ik drink koffie en ga naar buiten: op zondag een gebruikelijk rondje langs het kanaal. Terugkijkend was het een goede dag, gisteren. Vooral op het feest van mijn vader kijk ik met plezier terug en ik realiseer me weer eens hoe trots ik op mijn vader ben en hoe blij ik ben dat ik hem af en toe om me heen mag hebben.
Na de lunch ga ik ‘klussen’. De wasdroger is defect; vorig weekend wellicht te zwaar beladen geweest. Hij staat in de keuken bovenop de wasmachine. Hij moet eraf; we zetten hem op tafel. Achterkant open en een schakelaar omzetten. Meer werk is het schoonmaken van de omgeving: de binnenkant van de kast en het apparaat zelf moet stofvrij. De stofzuiger komt eraan te pas. Een half uur later staat alles weer op z’n plaats. Door de kamer klinkt muziek van Bach, Handel, Schubert, Sakamoto en Manassas.
Er is kort aanloop aan het eind van de middag. Ik maak het avondeten: een quiche van prei, spek, chorizo, eieren en room. Daarbij komt salade van radijs, komkommer, peer en tomaat.
Ik lees Fong en de Indiërs uit, dan neem ik het boekenweekgeschenk Arctisch Dagboek van Jelle Brandt Corstius tot mij, amuseer ik mij met het lezen van twee afleveringen van MPFC en begin ik in Spelende meisjes van Paul Theroux.
Vandaag vier maanden, godbetert.

Zaterdag 15 maart – signeersessie en Vaders tachtigste verjaardag:
Ik moet om half negen opstaan. Klaarwakker, dat is het. De was, de koffie, de krant. Dan wandel ik naar de Turkse supermarkt en haal brood. Ik maak de tas voor vanmiddag klaar. Na de lunch stap ik op de fiets.
Precies om twee uur ben ik bij de boekhandel Nawijn & Polak aan het Marktplein. Willem en Reinier zijn er ook. We krijgen een tafel ergens midden in de winkel; onze boeken liggen al klaar. Mensen kunnen een exemplaar door ons laten tekenen en dan afrekenen bij de kassa. Er is redelijk belangstelling, we zien en spreken veel vrienden en bekenden, maar bovenal hebben we veel plezier.
Half vier is De Vrouw er ook. Eigenlijk moeten we weg, maar dat lukt pas iets voor vier uur. We rijden samen naar het grote hotel/zalencentrum bij Apeldoorn-Oost.
Vader viert vanmiddag en vanavond zijn tachtigste verjaardag. Het is leuk om al die tantes, ooms, neven, nichten, buren en vrienden weer eens te zien en sommigen daarvan nog te spreken ook. Ga ik iets zeggen? Ik ga iets zeggen. Ik zeg iets in de trant van: ‘Toch een klein persoonlijk woordje. Dames en heren, het is boekenweek. Vanmiddag was ik in een boekhandel. Samen met twee bevriende Apeldoornse schrijvers zat ik te signeren: exemplaren van dit boek. Dit exemplaar ís gesigneerd en geef ik straks aan mijn vader als cadeau voor zijn tachtigste verjaardag. Ik ben heel blij dat ik van die tachtig levensjaren er bijna negenenveertig heb mogen meemaken. U moet weten: ik ben heel trots op mijn vader. Dat is niet altijd zo geweest. Zeker in de eerste helft van mijn leven vond ik mijn vader maar een grote eikel. Dat schijnt vaker voor te komen. Het verstand komt met de jaren en in de tweede helft van mijn leven ben ik mijn vader steeds meer gaan waarderen en bewonderen. Tot op de dag van vandaag geniet ik van zijn aanwezigheid, gezelschap en zijn prachtige verhalen. Ik ben dankbaar voor de herinneringen die ik iedere dag mag koesteren. Eén van die herinneringen staat in dit boek en wil ik graag met u delen. Het is een klein verhaal en het staat op bladzijde achtendertig.’ Ik lees Vol met vaders uit het boek Bas, Willem en ik. Als ik het boek aan mijn vader overhandig, omhelst hij me spontaan. Dan is het buffet open. Mijn vader geniet zichtbaar van de hem dierbare mensen om hem heen. Ik word er emotioneel van. Geeft niet.
Kan ik het aan? Red ik het? Ik kan het aan en red het. Er zijn een man of veertig die door elkaar heen praat, maar ik voel me rustig. Ook al spreek ik lang niet iedereen en zou ik dat wel willen – ik ervaar dit als een prettige bijeenkomst.
Om half tien is het afgelopen en gaan de meeste gasten naar huis. Wij ook. Vader, dank u wel voor dit mooie feest! Ik heb het echt naar mijn zin gehad.
We hebben windje mee en zijn in een zucht thuis. Ik kijk terug op een leuke en mooie dag. De vermoeidheid slaat toe. Ik lees nog iets en dan is het elf uur geweest en ga ik slapen.
Zeventien weken. Alsof het niets is.

1904186_10151933043086389_1641890536_nDSC_6922

• • •
 

Geen reacties »

No comments yet.

RSS feed for comments on this post.

Leave a comment