bazbo – de wereld van Bas Langereis, het middelpunt der aarde

Bas Langereis leest u voor!

21-01-2021

Veertien jaar schrijven voor FOK! – bazbo’s jubileum

Filed under: Publicaties voor FOK! - 2021 — bazbo @ 01:00

‘Allemensen, dames en heren. Hoe houdt hij het vol? Al veertien jaar lang – sinds 18 januari 2007 om precies te zijn – plaatst hij zijn pennenvruchten op de Voorpagina van FOK!. De eerste zeven jaar deed hij dat wekelijks of vaker; de afgelopen zeven jaren verschijnen zijn verhalen tweewekelijks en sinds enige tijd ook weer op de zo vertrouwde donderdagmorgen. Dames en heren, FOK! is dan misschien niet meer wat het ook nooit geweest is (ik zeg maar wat), maar hier is hij, springlevend en wel: bazbo!’

(Oorverdovend applaus. Of nee, dit interview is zonder publiek opgenomen, dus bedenk zelf het applaus erbij.)

‘Bas, van harte welkom, ga zitten.’
‘Ik zit al. Dat zie je toch? Doe niet net alsof dit geen online overleg is.’
‘Hallo, we moeten toch een beetje doen alsof dit allemaal een echt interview is. Dat komt geloofwaardiger over. Wat wil je drinken? Ik heb wijn en water. Wat mag het zijn, Bas?’
‘Doe maar water, Adriaan. Liefst uit de kraan.’

‘Leg nog eens uit: waarom schrijf jij geen columns over de actualiteit, over politiek of zo?’
‘Wat is actueel? En wat voor jou actueel is, is dat voor mij dan ook? Grote nadeel van schrijven over dingen in het nieuws is dat het morgen gedateerd is. Ik maak liever iets wat tijdlozer is. Natuurlijk, alles wat ik meemaak en dus opschrijf is ook gebonden aan de tijd waarin het plaatsvindt, maar toch minder dan de partijvoorzitter Pierre Sausclown die een onaangenaam ruikende wind laat. Daar komt bij: kijk eens onder het gemiddelde nieuwsbericht op FOK!: daar stapelen de meningen zich op. Ik ben niet zo geïnteresseerd in meningen. Hier op FOK! zitten we met 12.354 politieke columnisten. Verhalen vind ik boeiender.’
‘Wat was dat ook weer met die reacties onder jouw stukken?’
‘Daar is niets mee, Adriaan.’
‘JAWEL! Je had daar wat over! Iets dat je die ook niet meer leest.’
‘(zucht) Dat ging niet over mijn eigen stukjes, maar over de nieuwsberichten. Ik lees de reacties onder nieuwsberichten niet meer, want a. die boeien me niet en b. de meeste ervan zijn geschreven vanuit woede, maar het is niet mijn schuld want de ander heeft het gedaan en het zijn de joden, Turken, Marokkanen, negers, Chinezen, vrouwen, linkse wappies, rechtse wappies, covidioten, Donald Trump, complotsceptici, Bill Gates, zwarte piet moet blijven, Hugo de Jonge heeft de hele coronacrisis bedacht omdat we nu allemaal online schoenen gaan bestellen bij Scapino en omdat jij Baudet niet leuk vindt moet je ook maar zo snel mogelijk door de plee gespoeld.’
‘Ach zo.’
‘Nee, daarom vind ik verhalen boeiender.’

‘Over die verhalen gesproken, Bas…’
‘Zeg het eens, Adriaan.’
‘Je schrijft er nogal wat.’
‘Goh. Vertel verder, want je maakt me razend nieuwsgierig.’
‘En je werkt graag met series. Zo is er die serie Schrijver. Daarin vertel je over jezelf en …’
‘Ho, ho!’
‘Wat?’
‘Die serie gaat niet over mij.’
‘Huh? Als jij schrijft over een schrijver met lang haar die psychische klachten heeft en hardloopt door de straten en allerlei gedachten heeft, dan mag ik toch aannemen dat het over jou gaat en dus op z’n minst een beetje waar is.’
‘Van mij mag het. Maar het is niet de werkelijkheid. Bedenk: Gedachten zijn geen feiten.’
‘Maar dit alles ben jij toch?’
‘Nee, Adriaan. Ik ben een schrijver, ik heb lang haar, ik heb psychische klachten, ik loop hard en ik heb allerlei gedachten. Sommige van mijn ervaringen gebruik ik in de serie, maar het meeste is gewoon verzonnen, hoor. Net zoals de gebeurtenissen in de andere series.’
‘Maar jij bent toch schrijver?’
‘Maar ik ben ook man en je kunt toch echt niet zeggen dat ik doe wat andere mannen doen.’
‘Ik volg het even niet meer.’
‘Precies.’
‘Waar zaten we, Bas?’
Schrijver.’
‘O ja.’
‘Die serie gaat over een schrijver. Hij lijkt op mij, dat is waar. Maar ik ben het niet. Deze schrijver in het verhaal lukt het niet meer om te schrijven. Dat kun je over mij niet beweren. Ik schrijf namelijk wél. De schrijver worstelt met zijn psychische klachten en ondanks dat hij veel hardloopt, blijft hij stil staan. Het is een beetje een plat karakter, een stripfiguur.’
‘En jij?’
‘Ik worstel niet meer met psychische klachten, al heb ik er nog regelmatig mee te maken. Ik heb echter geleerd hoe ik kan omgaan met mijn wisselende stemmingen en dan vooral de neerslachtige buien. Stilstaan zoals de schrijver in de serie verhalen doe ik niet. Hij lijkt op mij, ik gebruik dingen die ik meemaak in het verhaal, maar ik ben het niet.’
‘O. Jammer.’
‘Hoezo jammer, Adriaan?’
‘Ik wilde je vragen hoe of dat met dat meisje zit dat de schrijver in het verhaal gaat ontmoeten.’
‘Wat wil je weten?’
‘Nou, de schrijver heeft met haar afgesproken om samen iets leuks te gaan doen. Wat gaat er tussen jullie gebeuren?’
‘Tussen ons?’
‘Tussen de schrijver en het meisje. Excuus.’
‘Nog helemaal niets.’
‘Niets?’
‘Nee. Ik moet het nog verzinnen.’
‘Pardon? Verzinnen?’
‘Ja. Dat heb je zo met schrijvers. Ze schrijven verhalen en daarbij maken ze gebruik van hun fantasie. Ze verzinnen dingen.’
‘Je hebt het verzonnen?’
‘Uit mijn duim gezogen, ja.’
‘Er is helemaal geen ontmoeting?’
‘Er is ook helemaal geen meisje van negentien.’
‘Wááát?’
‘Er is helemaal geen meisje van negentien. Verzonnen. Uit mijn duim gezogen.’
‘Maar daarmee maak je misbruik van de emotie en het vertrouwen van de FOK!kers.’
‘Hahahaha!’

(Waardeloze stilte.)

‘Wat lach je, Bas?’
‘Dat doet me denken aan kassameisje.’
‘Ook zo iemand die je hebt verzonnen!’
‘Klopt. Maar samen met toenmalig collega-columnist tuvokki.’
‘Maar leg uit: waarom doet dit jou aan haar denken?’
‘We plaatsten verhalen onder haar naam.’
‘Een kloon, dus.’
‘Een pseudoniem heet dat in de schrijverswereld. De grap was dat niemand wist dat wij erachter zaten, zelfs de eindredacteur van de columns niet.’
‘Ga door, Bas.’
‘Haar verhalen werden veel gelezen hier op FOK!. Dat kwam natuurlijk omdat ze vol stonden met ranzige seks en buitensporig geweld. De ene helft van de lezers vond het geweldig, de andere helft ergerde zich blauw. Na driekwart jaar wilden we ermee stoppen en toen bedachten we een einde. In de verhalen ging ze steeds ‘gekker’ doen en bleek er iets niet goed te zijn in haar hoofd.’
‘Schiet ’s op.’
‘Helemaal aan het eind, vlak voor de laatste aflevering, ontdekte de eindredacteur dat wij erachter zaten. We vertelden van onze opzet: in de allerlaatste aflevering zou kassameisje dood gaan. Hersentumor.’
‘En toen?’
‘Toen zei de eindredacteur dat het niet mocht. We zouden daarmee de emotie van de lezer misbruiken. De lezer dacht dat het allemaal echt was, het zou het vertrouwen in de columnhoek schaden, dus dit konden we niet maken.’
‘O? Wat vonden jullie daarvan?’
‘Compleet belachelijk, Adriaan. In iedere vorm van kunst speel je met de emotie van het publiek, dat is juist de bedoeling van kunst: dat het iets teweeg brengt. En moet alles non-fictie zijn? Je denkt toch niet dat de verhalen van Stephen King of Agatha Christie helemaal waar zijn? Ik maak gebruik van elementen uit de werkelijkheid, maar als geheel is het niet waar. Nogmaals: het meeste is gewoon verzonnen. In de verhalen over de schrijver en in de andere series.’

‘Wat heb jij toch met series?’
‘Vraag dat aan al die mensen die al bijna een jaar aan de Netflix zitten gekluisterd.’
‘Geef ’s normaal antwoord, Bas.’
‘Bijvoorbeeld dat ze leuk zijn?’
‘Nou, niet alle Netflixseries zijn leuk. Neem nou die …’
‘Maar soms is een serie niet eens herkenbaar als eentje. Zo heb ik de reeks verhalen over Ronald Haamschaar.’
‘Daar wilde ik je net naar vragen.’
‘Gelul. Dat zeg je maar.’
‘Hoe zit dat met die serie verhalen over Ronald Haamschaar?’
‘Leuk dat je daar naar vraagt, Adriaan. Ik wilde er net over beginnen. Het is een serie.’
‘O.’
‘Ik geloof dat het eerste verhaal over Haamschaar verscheen in september 2017. Toen had ik nog geen idee dat er een vervolg zou komen. Een ander verhaal kwam eind van dat jaar en nog weer een paar weken later een derde en toen viel bij mij een kwartje: dit werd een hele serie. Het onderliggende verhaal wordt steeds duidelijker, maar De Lezer moet moeite doen. Er zitten allerlei verbanden tussen de verhalen en er zijn verwijzingen over en weer. Over niet al te lange tijd wordt De Lezer beloond.’
‘Je vraagt nogal wat van De Lezer, Bas.’
‘Ik vraag niks. Jij vraagt. Jij bent tenslotte de ondervrager.’
‘O ja.’

‘Nou, dit was het wel zo’n beetje voor deze keer, Adriaan. Ik begin jou wat zat te worden. Op naar volgend jaar. Dan vier ik mijn vijftiende jaar dat ik schrijf voor FOK!.’
‘Ga je het halen?’
‘Ik weet het niet.’
‘Je weet het niet?’
‘Ik hoop dat FOK! dan nog bestaat en dat ik nog lezers heb. De gloriejaren van begin 2007 tot eind 2013 zijn wat voorbij. Van duizenden lezers per verhaal toen naar een paar honderd klikjes nu. Ik weet dat ik een groepje trouwe lezers heb. Hen ben ik zeer dankbaar.’
‘Wat ga je in dit jaar doen?’
‘Schrijven lijkt me wel leuk, Adriaan. Er komt voldoende op mijn pad om over te blijven verzinnen. Hoop wel dat de kroegen weer open gaan, zodat de serie Hoog tijd voor een kroegverhaal weer bestaansrecht heeft, al heb ik al die verhalen uit die serie ook compleet verzonnen. Misschien ga ik eens in de oude doos grijpen en plaats ik wat nooit eerder verschenen verhalen die ik tientallen jaren geleden schreef. De serie over Roland Haamschaar nadert het einde. Ik heb weer zin om iets groots te gaan maken, een wereld te scheppen, me het karakter van iemand anders volledig eigen te maken, te creëren. Kortom: het Ware Schrijven.’
‘Zo is het wel weer genoeg, Bas. Tot volgend jaar.’

(Geen applaus. De beide gesprekspartners staan op en verlaten het lege stadion. De Zoomsessie is ten einde.)


Apeldoorn, december 2021

Hier lees je ‘m op FOK!.

• • •
 

Geen reacties »

No comments yet.

RSS feed for comments on this post.

Leave a comment