Schiet mij maar lek
Schiet mij maar lek. Of nee, doe maar niet. Ik wil nog een tijdje rond blijven lopen op deze aarde. Niet dat ik het hier altijd even prettig heb. Ik ga soms gebukt onder neerslachtige buien, heb immer te weinig contanten om mijn mooie muziekverzameling uit te breiden en heb mijzelf te veel aan anderen moeten verplichten zodat ik te weinig toe kom aan wat ik liever zou willen doen: seks hebben met De Vrouw. Toch wil ik nog niet dood. Je weet maar nooit, wie weet gaan de buien over, overkomt me een onverwachte erfenis en weet De Vrouw uiteindelijk toch niets anders leukers te bedenken dan met mij in bed liggen. Daar komt nog eens bij: ik ben een angsthaas en een ontzettende schijtebroek en ben verschrikkelijk bang voor een eventueel naderend einde. Nee, laat mij nog maar even leven.
Toch slaat de twijfel soms toe. Wat is het vooruitzicht als ik op de wereld blijf? Geloof me, ik ben van nature een optimist en zeer positief ingesteld. Maar als ik zie hoe de diersoort waartoe ik behoor bezig is om diezelfde aarde geheel naar de tering te helpen, dan zinkt datzelfde optimisme en die positiviteit me in de schoenen. En met het mooie weer van het afgelopen weekend draag ik liefst helemaal geen schoenen.
Als ik zeg dat de mens doende is de wereld naar de tering te helpen, dan doel ik niet op rechts-populistische thema’s als migratie of de dreiging dat onze cultuur verdwijnt. (Migratie is van alle tijden. Door de eeuwen heen zijn mensen altijd op zoek geweest naar oorden waar het beter of veiliger vertoeven is. Hoe denk je dat wij zelf hier ooit terecht gekomen zijn? En cultuur is niet statisch, maar verandert voortdurend; iets kan alleen maar cultuur worden, juist omdát het verandert.) Ik doel op de roofbouw die de mens op de aarde pleegt, met z’n intensieve landbouw en veeteelt, met z’n vernietiging van bossen en alle andere natuur, met z’n niet-aflatende delving van fossiele grondstoffen, z’n CO2-uitstoot, z’n overconsumptie, hebzucht en economische groei. Ja, laat ik het eens hebben over natuur en milieu.
Dat de aarde naar de tering gaat, dat ze vervuilt en opwarmt, dat komt door de mens. Dat is geen mening; het is een feit. Het feit is wetenschappelijk onderbouwd door deskundige mensen die hun bevindingen hebben gedeeld in wetenschappelijke publicaties. Maar iemand die gewoon goed uit z’n doppen kijkt en z’n gezonde verstand gebruikt, kan op z’n klompen aanvoelen wat er gaande is. Het gaat slecht met onze bossen door verzuring en verdroging, de landbouwgronden zijn uitgeput en vergiftigd door kunstmest en pesticiden, de aantallen met uitsterven bedreigde plant- en diersoorten zijn steeds groter en groter, de overstromingen, stormen, bosbranden, extreme hittegolven en andere weerrampen zijn talrijker en door onze fratsen in onze vetgevreten geïndustrialiseerde landen zijn ze in Madagaskar de lul.
Het lijkt erop dat de klimaatcatastrofe ‘hip’ is. Overal waar je komt, wat je ook leest, wat er in de schappen ligt: woorden als ‘klimaat’, ‘klimaatneutraal’, ‘klimaatcrisis’ en ‘duurzaam’ leveren hogere kijkcijfers op.
Natuurlijk spelen bedrijven in op het thema; zij gebruiken de belangstelling ervoor om eraan te verdienen. Zo misbruiken supermarkten het begrip duurzaamheid: ‘Een plofkip is beter voor het milieu, want ze groeit in kortere tijd uit tot een vadsige hen dan een biologische.’ We kunnen dus beter kiezen voor een gruwelijk mishandelde kip dan voor een ‘beterlevenkip’. De standaard van een beschaving kun je mede afmeten aan hoe ze met dieren omgaat. Beter eet je dus helemaal geen kip of slechts de biologische kip die inderdaad echt buiten heeft rondgelopen.
De huidige wetgeving en belastingafspraken helpen ook niet mee. De grootste vervuilers, de grote bedrijven als Shell en Tata Steel, de bio-industrie, de vliegtuigmaatschappijen, de kledingindustrie en noem ze allemaal maar op, komen nog steeds weg met het dumpen van afval, het lozen en uitstoten van vuiligheden, het oneerlijke handeldrijven, het uitbuiten van personeel en het elkaar toeschuiven van exorbitante bonussen. Breek me de bek niet open over de subsidies en belastingvoordelen waarvan ze gebruik kunnen maken. De aandeelhouders wrijven nog altijd in hun handen.
Het is daarom aan de politiek om keuzes te maken hoe we de natuurramp van formaat nog enigszins tot bedaren kunnen krijgen. We hebben wereldleiders nodig die het voortouw nemen en daarna ligt er een pens werk op Europees, nationaal en zelfs lokaal niveau. Opdat we allen meedoen, een goed voorbeeld geven en niet alleen maar wijzen naar een ander: ‘Wij doen niks, want hunnie doen ook niks.’
We weten namelijk ook dat er mensen zijn die de natuur- en klimaatcatastrofe ontkennen. ‘Het klimaat verandert altijd, niets nieuws. We zijn met veel te veel mensen op aarde. Laat ze eerst in China maar eens iets doen. Het is een hoax, die ervoor zorgt dat we meer belasting gaan betalen. Ik moet wel gewoon kunnen barbecueën.’ Ik begrijp ze wel, hoor. Het is niet fijn om te horen dat je je onbezorgde leventje zult moeten veranderen. ‘Straks mag er helemaal niets meer.’ Je bent een mens, hebt creativiteit meegekregen; verzin voor jezelf iets anders dat óók leuk is, zeg.
Je kunt wel blijven mekkeren dat het niet leuk is en dat je je leven niet wilt veranderen, maar je zadelt anderen wel op met een probleem dat van ongekende omvang en onomkeerbaar is: een zo goed als onleefbare planeet.
‘Maar het moet allemaal wel betaalbaar blijven.’ Terwijl je drommels goed weet, dat als je nu niets doet om klimaatrampen te voorkomen, dan kost het je straks, als het echt helemaal uit de klauwen loopt, nog veel meer. Als je nu niets doet, nu niet investeert in de toekomst van de generaties achter ons en van onszelf, dan heb je straks geen reet aan al je poen en je mooie spullen. Je kop in het zand.
Die grote ontkenners, de gasten met geld, de grote bedrijven, de politiek, bij hen moeten we in eerste instantie zijn om de ommekeer te financieren. (Economische groei is niet de oplossing, eerder juist het probleem.) Maar iedereen en dus ook jij zal mee moeten doen en mee moeten betalen. Want ik zou niet willen dat jouw kleinkinderen straks gaan zeggen: ‘Nou oma of opa, bedankt. Omdat jij het klimaat te duur vond.’ Bovendien wil ik nog een tijdje rond blijven lopen op deze aarde.
En dan, in dezelfde week dat het uiterst verontrustende rapport IPCC verschijnt – een samenvatting van duizenden recente milieustudies, dat ons voor de zoveelste maal bewijst dat de mens de veroorzaker is van de klimaatcatastrofe door het desastreuze gebruik van fossiele grondstoffen – en ons nog eens ongenadig met onze neus op de feiten drukt, in diezelfde week komt ook het bericht dat een met meer dan 10.000 bezoekers zeer vervuilend prestige-evenement als de Formule 1 op circuit Zandvoort gewoon doorgang mag vinden. Even los nog van dat andere festivals niet door mogen gaan: wat kan ons die zeldzame gele kringspierkever, fikfazant of Innsbrucker lokspijsadder schelen, wie maalt er om de extra uitstoot van al die duizenden bezoekers die eropaf komen, van al die extra transporten, van al dat asfalt dat en die honderdduizenden voetstappen die door een uniek duinlandschap denderen, zo lang we maar voor ons eigen vermaak zo hard mogelijk met onze raceautootjes rond kunnen karren?
Nee. Schiet mij, de linkse klimaatdrammer, schiet mij maar lek.
–
Apeldoorn, augustus 2021