bazbo – de wereld van Bas Langereis, het middelpunt der aarde

Bas Langereis leest u voor!

17-11-2010

Gamma is dood

Filed under: Publicaties voor FOK! - 2010 — bazbo @ 23:07

“R.I.P. Gamma”, verschijnt er in het chatkanaal.
“WHAT?” reageer ik als een razende. Sneller dan dit kan ik niet typen. Ik trek de draadloze hoofdtelefoon van mijn oren en leg hem op het bureau naast de pc. Even niets anders aan mijn kop. Ik kan niet wachten tot ik antwoord krijg. Lang duurt het niet voordat mijn woordje een stukje naar boven springt en een zinnetje eronder zichtbaar wordt.
Het is echt zo.

“R.I.P. Gamma”, verschijnt er in het chatkanaal.
“WHAT?” reageer ik als een razende. Sneller dan dit kan ik niet typen. Ik trek de draadloze hoofdtelefoon van mijn oren en leg hem op het bureau naast de pc. Even niets anders aan mijn kop. Ik kan niet wachten tot ik antwoord krijg. Lang duurt het niet voordat mijn woordje een stukje naar boven springt en een zinnetje eronder zichtbaar wordt.
Het is echt zo.

Dat ik gek ben met muziek, dat weten jullie nou wel een keertje. Toch is het hier wel weer van belang. Ik heb een brede interesse, maar een van mijn grootste helden is Frank Zappa. Al bijna twintig jaar bestudeer ik het werk en leven van deze Amerikaanse componist, gitarist, bandleider, filmmaker, sociaal commentator en satiricus, die leefde van 21 december 1940 tot en met 4 december 1993. Hij mocht tijdens zijn leven bijna zeventig eigenwijze albums vol intrigerende muziek uitbrengen. Zijn muzikale erfenis is enorm. Hij nam al zijn concerten en repetities op. In de kelder onder zijn huis moet nog voor uren, weken en maanden aan materiaal liggen. Tot op de dag van vandaag brengen zijn nabestaanden met enige regelmaat nieuw spul uit.
De passie gaat ver. Natuurlijk heb ik alle albums op cd en op vinyl. Sommige zelfs in meerdere versies. Ik las en lees alles wat er over de man te lezen is. Zijn band is altijd de leerschool geweest voor heel veel muzikanten en veel van die muzikanten zijn later een eigen carrière begonnen en die moet ik ook volgen. Daarnaast zijn er talloze bands die het werk van Zappa naspelen en opnemen; ook dat is leuk om te horen en te verzamelen. Ik ontdekte dat er zelfs in mijn eigen mooie Apeldoorn een band is die alleen maar werk van de grote meester speelt. Die band heet The FoolZ en ik blufte me er naar binnen. Als ze spelen, ben ik hun halve roadie. Verder ben ik hun groupie. Bekenden sleepten mij in 2001 mee naar een heus Frank Zappa-festival in Noord-Oost Duitsland. Allerlei bands en ensembles van over de hele wereld spelen daar het werk of muziek die erop is geïnspireerd. Sindsdien neem ik ieder jaar mijn gezin mee daarheen. Het festival is een hoogtepunt van ieder jaar. Ik ontmoet er heel veel mensen en doe er bijzondere contacten op. Sinds 2003 ben ik aangesloten bij een informele Zappa-gemeenschap, waarvan de leden verspreid over de gehele wereld wonen, maar via internet contact met elkaar houden. We delen publieksopnames van concerten via internet en enkelen zoeken elkaar op in dit chatkanaal.

Mijn handen liggen stil op het toetsenbord. Ik weet niet wat ik nu moet typen. Mijn hoofd lijkt leeg. Langzaam loopt het weer vol. Niet met wat ik moet typen. Wat er naar boven komt, zijn geen woorden. Het zijn beelden. Beelden van een van de meest bijzondere mensen die ik ooit heb ontmoet. De eerste keer was in de zomer van 2008 in Duitsland. Augustus de vijftiende, om precies te zijn.

“Rhaaa! Gimme dat!” hoorde ik een lage, schurende stem achter mij. Ik draaide me om. Alle mensen in het publiek deinsden geschrokken opzij. Iedereen vlak om mij heen keek. Wat kwam dáár aan? Toen ik goed keek, bleek dat ik mij had moeten afvragen: wíé kwam daar aan?
“Whadda fok iz diz?” riep hij uit met een accent dat ik alleen maar thuis kon brengen kon als zijnde ‘plat Engels’. Hij wees op de rubberen kip die ik in mijn handen had.

Die rubberen kip is een verhaal apart. Als ik naar iets toe ga, dat ook maar een héél kleine connectie heeft met Frank Zappa, dan neem ik een rubberen kip mee. Tijdens een concert in de Royal Albert Hall in 1968 sleepte Zappa zijn roadmanager Dick Barber het podium op. Die had een rubberen kip bij zich, die gevuld was met een mengsel van bier en slagroom. “Gawd, I hate chickens!” schreeuwde Barber in de microfoon en vervolgens kneep hij in de rubberen kip. Je snapt dat het publiek dan snel onder de viezigheid zat. Sindsdien verschenen er op de hoezen van de albums van Zappa te pas en te onpas rubberen kippen. “I need a chicken to measure it” is een befaamde kreet uit de Zappa-historie. De rubberen kip is dus zwaar gelinkt aan het oeuvre van Zappa.
En dus neem ik er altijd eentje mee. Ik heb een hele verzameling. Mensen komen op mij af en vragen waarom ik een rubber kip bij me heb. “Waarom niet?” is dan mijn antwoord en vervolgens voeren we een gesprek. Het is een middeltje om met mensen in contact te komen. En ondertussen kent iedereen mij in het Zappawereldje. Zo, nu snapt u ook het plaatje dat altijd bovenaan in mijn column staat.

“Zhe’s a cutie!” lispelde de figuur laag. Voorzichtig nam hij de rubber kip uit mijn handen. Langzaam streelde hij haar. Hij bracht haar naar zijn mond en kuste haar. Wat een malle vent. Ik bekeek hem eens.
Gamma is misschien wel de meest waanzinnige figuur die ik ooit heb ontmoet. Hij liep op blote voeten in afgetrapte sandalen. Zijn spijkerbroek zat vol met gaten. Hij droeg een vaal T-shirt met een opschrift dat ik niet meer kon lezen. Zijn vingers waren bruin van de nicotine. Lange grijze ongekamde haren hingen voor zijn gezicht. Je zag zijn dikke hoornen bril bijna niet meer. Zijn volle baard was grijs. Vlezige lippen konden zijn onvolkomen gebit toch niet verbergen; er ontbraken enkele tanden en overal zaten zwarte vullingen.
“Where d’ya ged her?”
In mijn beroerde Engels legde ik uit van de dierenwinkel en de hondenspeeltjes.
“Zhe’s fantastic,” hijgde hij. Hij keek me aan met een maniakale blik. “You’ve got the Zappa-feel in yer heart, man.” Plots vloog hij me om mijn nek en knuffelde me stevig. Hij stonk naar zweet, bier en sigaretten. “I lov’er!” zei hij. Hij liet me los en boog zich over de kip heen. Zachtjes drukte hij zijn dikke lippen op de rubberen snavel. Toen hield hij haar hoog in de lucht.
Tijd voor een legendarische foto.

“Wie is die engerd?” vroeg een wildvreemd iemand naast mij, toen hij weer in het publiek was verdwenen.
“Dat is Gamma,” wist ik. Ik kende hem van foto’s. “Een Brit. Zo zot als een zak zout, maar een enorme Zappa-kenner. Hij weet alles van onze grote held. Daarnast schrijft en dicht hij. Verder weet ik ook niet zoveel van hem.”
“Wat moest hij van je kip?”
Ik grinnikte. Het was me weer gelukt. Die kip had me in contact gebracht met een bijzonder mens.

Een uur later speelde Stanley Jason Zappa, een achterneefje van. Had had nog een stuk of twintig andere muzikanten op het podium uitgenodigd en zij trakteerden ons op anderhalf uur wel héél vrije muziek. Om mij heen haakten mensen af. Het was dan ook totale chaos, volkomen geïmproviseerd. Golven van geluid, zo abstract als het maar kon zijn. Steeds meer luisteraars verlieten het festivalterrein. We waren uiteindelijk nog met enkele tientallen mensen over.
Toen zag ik tussen de weinige liefhebbers op een bankje iemand zitten. Het was Gamma. Ik liep naar hem toe om te zien wat hij aan het doen was. Hij zat voorovergebogen. Zijn haren hingen voor zijn gezicht. Ertussendoor bewoog zijn hand, die een potlood vasthield. Er lag een pietepeuterig notitieboekje op zijn knieën. Razendsnel maakte hij aantekeningen. Hij ademde zwaar. Ik was naast hem komen staan en keek naar wat hij opschreef. Het waren minuscule, onleesbare lettertjes. Als een bezetene ging hij tekeer tussen de lijntjes. Het ene na het andere velletje krabbelde hij vol. God mag weten waarmee. Gamma was in volledige trance. Hij schreef en schreef maar door, ondertussen zwaar hijgend en grommend.
Plots was het lawaai vanaf het podium afgelopen. Het concert was voorbij. Bijna niemand klapte. Er was ook bijna niemand. De grote man met de kromme rug en de lange grijze haren stond op. Hij propte het notitieboekje in zijn broekzak en zag mij. “Thankz, man!” riep hij naar mij. Toen liep hij zwalkend weg.

Nog altijd zit ik naar het beeldscherm te kijken. Ik leun achterover in de bureaustoel. Er zijn ondertussen nog veel meer zinnetjes onderin beeld verschenen. Ik heb de lettergrootte in het chatkanaal standaard ingesteld op enorm, dus een leesbril heb ik niet nodig. Toch kan ik de zinnetjes niet lezen. Alles is wazig. Ik laat mijn armen slap langs mijn lichaam hangen. Het prikt achter mijn ogen.
Ik zit hier. Totaal verslagen. Ik ken de man niet eens goed. Ik weet niets van hem. Behalve dat hij een verbluffende indruk op mij achterliet. Een ontmoeting met hem sloeg in als een megameteoriet. Ik heb hem maar een paar keer mogen ontmoeten en spreken. Toch merk ik dat zijn verscheiden me aangrijpt. Dit kan niet. Dit mag niet. Een geniale gek die in zijn eigen wereld leefde. Een waanzinnige freak, maar wel een van de leukste en aardigste die je maar kunt bedenken. Een ‘gentle giant’. Hij is er niet meer. Een bijzonder mens, een vrije geest is zelfs uit zijn eigen wereld weg.

Dan loopt er iets over mijn wang naar beneden. Het is echt zo.

Apeldoorn, 16 november 2010

– For Paul Gamble (aka Gamma). I’ll miss you.

(Gamma en de rubberen kip – ‘Zappanale’, Bad Doberan, Duitsland – 15 augustus 2008)

Hier lees je ‘m op FOK!.

• • •
 

Geen reacties »

No comments yet.

RSS feed for comments on this post. | TrackBack URI

Leave a comment