Slechte column
Ik kan niet omgaan met complimenten. Het zal met mijn minderwaardigheidscomplex te maken hebben.
Hier staat tegenover dat ik heel goed kan omgaan met felle negatieve kritiek. Zo hoor ik nogal eens: “Jij schrijft alleen maar ellenlange zeurverhalen die nergens over gaan. Je springt van de hak op de tak, dwaalt voortdurend af en vertelt nooit eens iets wezenlijks wat de lezer aan het nadenken zet.” Dit soort kritiek leg ik onmiddellijk naast mij neer, want het is toch altijd onterecht.
Ik kan niet omgaan met complimenten. Het zal met mijn minderwaardigheidscomplex te maken hebben.
“Mooi overhemd heb je aan,” hoor ik mensen wel eens tegen mij zeggen.
“Och, het is een heel oudje,” haal ik dan mijn schouders op. “En hij was heel goedkoop.” Helemaal niet waar. Gisteren gekocht in een heul dure winkel.
“Wat een prachtig verhaal schreef je vorige week op FOK!” hoor ik nog veel vaker.
In plaats dat ik dan zeg: “Dank je wel!”, begin ik over iets anders. Matigheid siert de mens. Daarbij is het voor mij moeilijk bescheiden te blijven, dus leid ik de aandacht graag af. “Wat doe jij bij jeuk aan je perineum?”
Hier staat dan weer tegenover dat ik heel goed kan omgaan met felle negatieve kritiek. Zo hoor ik nogal eens: “Jij schrijft alleen maar ellenlange zeurverhalen die nergens over gaan. Je springt van de hak op de tak, dwaalt voortdurend af en vertelt nooit eens iets wezenlijks wat de lezer aan het nadenken zet.” Dit soort kritiek leg ik onmiddellijk naast mij neer, want het is toch altijd onterecht.
(Even terzijde:
Weet u wat voor heerlijks ik onlangs had gekookt? Gevulde courgettes. Dat was nog een hele klus. Een courgette overlangs doormidden snijden kan iedereen; hem dan uithollen tot nog geen halve centimeter van de schil is geheel andere koek. Ik verhitte olie in een bloedhete pan en deed er kruiden als gemalen geelwortel, gember en koriander in. Even roeren tot het een smeuïge pasta werd. Het vruchtvlees van de courgette sneed ik in kleine blokjes en bakte ik met het kruidenmengsel mee, samen met stukjes kip en ui en paprika en knoflook. Voorts bracht ik de hele smurrie fiks op smaak met peper en zout. Scheut water erin en smoren maar. Later alles iets binden. De uitgeholde courgettes had ik inmiddels in een ingevette schaal gelegd en de oven was al goed voorverwarmd. Handig schepte ik de vulling in de courgettes. De schaal ging voor een minuut of twintig in de oven. Zo werd alles lekker heet.
Nu kan ik hier wel een DriekOploperig bruggetje maken naar de lekker hete toestanden die ik met Vrouwlief beleef, maar dat ga ik hier niet doen. Het is namelijk helemaal niet interessant voor u om te weten dat we bijvoorbeeld die avond bij het eten van die gevulde courgettes twee flessen rosé leegzopen en Vrouwlief daarna nog eentje en ik ging terug naar het bier en het was warm en broeierig buiten en het onweer kraakte en we gingen naar bed en we lagen bloot zonder deken en het was nog steeds heel warm en wijzelf waren heet en we zweetten en toen deden we lekkere en geile dingen en dankzij de drank duurde het fijn lang en ik herinner me het einde niet eens en dat is ook niet eens belangrijk. Tuurlijk, je hebt ze erbij, die lezertjes die dit allemaal wél interessant vinden, maar die verwijs ik met graagte naar de werkjes van meneer Wolkers. Ga daar je rode oortjes maar halen! Dan heb ik het hier wel over wat relevantere zaken.
Hoe het staat met dat verbouwinkje van mijn badkamer, bijvoorbeeld. Of met mijn nieuwe werkplek. Heel goed, dank u wel. Lief dat u het vraagt. Weet u toevallig ook of ik deze week de groene of de grijze container aan de straat moet zetten? Ik houd het namelijk zelf niet zo bij. De ene week is de grijze aan de beurt en de andere week de groene. Het legen van de groene is gratis en voor de grijze moet ik fors dokken. Dus zet ik de grijze alleen aan de straat als hij propvol zit. Dat gebeurt niet vaak, want ik ben fanatiek in het scheiden van mijn afval. Sinds we plastic, papier, drinkpakken en blik afzonderlijk aanbieden, is de grijze container maar drie of vier keer per jaar vol. Wat of het me aan geld scheelt, weet ik eigenlijk niet. Ik weet niet zo veel van de financiële situatie hier in huis. Dat soort dingen regelt Vrouwlief allemaal. Zelf merk ik niets van de crisis. Ik ben druk met heel andere dingen in het leven. Of het deze week de beurt is aan de groene of de grijze container, bijvoorbeeld. Want de groene zit al bijna vol. Er kan nog maar een klein beetje bij. Op het aanrecht staat nog het papieren zakje met daarin de zaadlijsten van de paprika en de uienschillen van die keer dat we gevulde courgettes aten.
Die papieren zakjes zijn handig. We krijgen ze van de biologische boerderij die iedere week ons groentepakket bezorgt. Klein spul zoals worteltjes, cherrytomaatjes, peultjes en stronkjes witlof stoppen ze in papieren zakken. Helaas zijn die zakken te klein om twee gaatjes in te knippen en over mijn hoofd te trekken, zodat u die lelijke pafkop niet hoeft te zien. Het is niet anders (sorry). In plaats daarvan doe ik er dan maar het kleine groente- en fruitafval in. Dan hoef ik maar eens per twee à drie dagen naar de groene container te lopen. Dat is toch wel zo’n meter of zes de tuin in.
Stik. Nu weet ik nog steeds niet of deze week de groene of de grijze container aan de beurt is om te legen. Aan u heb ik ook niks. Een optie is om op de ochtend dat de vuilniswagen komt even op de hoek van de straat bij het verzamelpunt te gaan kijken welke kleur containers mijn buren en omwonenden hebben neergezet, maar sommige mensen hebben alle drie hun containers (de grijze, groene én blauwe) permanent aan de weg staan en anderen zijn weer zo dom om de verkeerde neer te zetten, dus heel veel wijzer zal ik daarvan niet worden. Bovendien is het herfst en regent het de hele tijd (net als afgelopen zomer, trouwens). Ik heb geen zin in een nat pak. Mijn paraplu is kapot.
Zo’n grote paraplu is voor mij niet zo handig. Twee keer per week moet ik met de stinkende streekbus naar mijn nieuwe werkplek (Had ik al verteld dat ik een nieuwe laat maar) en dan is zo’n joekelaar niet handig. De andere drie dagen ga ik op de fiets naar de andere nieuwe werkplek (Had ik al verteld dat laat maar) en tijdens het trappen is een grote paraplu óók niet handig. Nee, ik gebruik altijd zo’n inklapgeval. Het grote nadeel dáárvan is dat-ie bij een beetje wind vervaarlijk uit z’n voegen waait. Zoals ik al eerder zei: het is herfst. In de herfst waait het altijd wat meer. Tenminste, dat wil Erwin Kroll ons doen geloven. Ik geloof het wel. Kijk naar mijn inklapparapluutje. Iedere paar maanden kan ik een nieuwe kopen, want dan is-ie gruwelijk naar z’n vaantjes gestormd. Eerder kocht ik mijn paraplu’s bij de HEMA, maar de laatste jaren is de kwaliteit niet meer goed. Ik doe er geen paar maanden, maar nog slechts een week of wat mee. En dan is een tientje per stuk toch best wel veel geld op jaarbasis. Vrouwlief vraagt wel eens waar ik zo veel geld aan uitgeef. “Aan paraplu’s,” zeg ik dan, volledig naar waarheid. Dat u niet denkt dat ik mijn kapitaal slechts in drank en cd’s stop. Laatst had ik een inklapparaplu bij Van Haren gekocht en zowaar, daar deed ik redelijk lang mee. Ik ben erg zuinig op mijn spullen.
Vooral op mijn boeken en platen ben ik zeer zuinig. Ik leen ze dan ook liever niet uit. Mensen kopen hun eigen rommel maar! Dat is ook nog eens goed voor de portemonnee van de schrijver en de muzikant. Voor een kunstenaar is het toch al geen vetpot. Ik kan het weten. Van de royalty’s die ik ontvang over mijn eigen boekjes kan ik niet eens een vierde keer op vakantie dit jaar! Nee, rijk word ik er niet van. Maar zeker weten doe ik het niet, want zoals ik al eerder vertelde: ik weet niets van de financiële situatie in mijn huishouden. Dat is het werkje van Vrouwlief. Zo lang ik mijn biertje, boekje en cd’tje kan kopen vind ik alles best.
Even terugkomend op die paraplu: zelfs die van Van Haren ging kapot en dus kocht ik anderhalve maand geleden een nieuwe. Bij Van Haren hadden ze niets meer, dus moest ik terug naar die ene winkel waarvan ik zeker wist dat ze er paraplu’s verkopen. Ouderwets vertrouwd: écht HEMA. Nou, de kwaliteit is niet meer ouderwets vertrouwd. Wat een prutplu! Drie keer gebruikt. Vorige week werd ik onderweg naar de nieuwe werkplek (had ik al laat maar) overvallen door een kort maar hevig buitje. Ik graaide achter mij in mijn fietstas en trok de inklapparaplu tevoorschijn. Een druk op de knop en, jawel hij ging open. Tot zo ver was er nog niets aan de hand. Maar toen was die ene windvlaag ook nog niet geweest. Hop, daar was hij. Geloof het of niet, de steel kwam los van ‘de nok’. Gelukkig zaten de baleinen nog wél vast aan de steel. Dat zou een rare vlieger zijn geweest. Nu zat ik met een steel, waar een regenscherm aan vast bungelde. Of beter gezegd: los aan vast bungelde. Het hield geen regen meer tegen. Ik fietste goed voor aap, want het ding kon niet meer ingeklapt. Veel bedenktijd had ik niet nodig. Ik stapte af, trapte het hele scherm tot een kleine prop en stopte het terug in de fietstas. Niet veel later bereikte ik een winkelcentrum en daar deponeerde ik het kreng in een vuilnisbak. Echt HEMA.
Maar dit gaat u allemaal geen ene runderreet aan.
Einde van dit terzijde.)
Goed, waar had ik het over? Soms weet ik het zelf niet meer. Het hoofd van een Waarachtig Schrijver loopt vaak om. Wat ik wel weet, is dat er één ding is waarop men mij niet kan betrappen: een slechte column.
–
Apeldoorn, oktober 2011