B-log: 25 – 31 januari 2014
Vrijdag 31 januari
Ik sta op met een ‘vol’ hoofd. Gisteren veel gedaan, veel indrukken en veel te verwerken. Gelukkig hoef ik vandaag niet zo veel en kan ik kalm aan doen.
Vanmorgen verwerk ik wat mail en lees ik. India is al uit. De reacties op De schrijver (7) op FOK! zijn mooi en goed. Het maakt kennelijk nogal indruk. Ik maak een lunch voor E: falafel van een mix die we ooit eens in Oostende kochten (is nu ver over de datum) en voor mijzelf panini.
Dan fietsen we samen naar de grote nieuwe elektronicawinkel. Nee, ik ben toch niet gek. Maar ik word het er wel. Na tien minuten moet ik snel weer naar buiten. We rijden langs de Turkse winkel voor wat eerste weekendboodschappen. Het is zonnig, koud en eigenlijk heel mooi buiten.
Weer thuis bestelt E een nieuw beeldscherm online. En dan: ze heeft ook nog een andere computervraag en of ik het antwoord weet. Plots is daar weer iets van de beklemmende angst terug, het prikt achter mijn ogen en ik zit te trillen aan de keukentafel. Het is de druk, de druk dat ik iets moet? Nee, ik ben er nog niet. Gelukkig is het computereuvel snel verholpen en voel ik opluchting. Maar toch… Ik wil niets met een pc moeten, maar aan de andere kant zou ik het wel weer willen kunnen. Dillema.
Er zijn hapjes: kaas, worst en walnoten. Later maak ik sla en bak ik braadworsten. Dat zal vullen. Er bij komt perensap en appel-bessensap van IKEA.
De rest van de avond lees ik in De gelukkige eilanden van Paul Theroux. Ik ben wel verslingerd aan zijn manier van vertellen. Ook de (zelf)spot is intrigerend. Hoe hij in een paar zinnen de Australiërs typeert als een zeer onbeschoft volk, dat vind ik wel vermakelijk. ‘Welcome in Smellbourne.’
–
Donderdag 30 januari – naar IKEA en een avondje uit
Op tijd op, maar weer. Er staat ons een volle dag te wachten. Na de koffie stappen we in Luuks auto. Op naar Amersfoort, op naar IKEA. (Echt waar.)
We tanken langs de Europaweg; de eerste keer voor Luuk. Ook op de snelweg rijdt hij keurig, beheerst, precies volgens de regels. In een half uur zijn we op de plaats van bestemming.
Gelukkig is het niet al te druk in de grote winkel. De indeling vind ik rommelig en onoverzichtelijk, maar de muren komen niet op me af en ik voel me er niet ongemakkelijk. E is op zoek naar een kast voor haar sieradenspullen. Tussendoor vinden we wat kleine keukenmaterialen, een strijkplank en nachtkastlampjes. Als we gaan lunchen is het nog altijd niet vol in de zaak. Tegen half drie hebben we alle boodschappen verzameld en afgerekend. Nu nog in de auto zien te krijgen. Ai, die kast is écht te groot. Dat wordt laten bezorgen. Voor de rest komt alles goed mee. Om half vier zijn we weer thuis en kan het grote uitpakken beginnen.
Het avondeten is eenvoudig: restjes van gisteren. De soep komt op en ook de courgettesalade smaakt nog altijd prima.
Om half acht stappen E en ik op de fiets. We halen Plonia op en fietsen naar CODA. Daar opent een tentoonstelling van Claartje Keur. Zij heeft een bijzondere collectie halssieraden samengesteld, vervaardigd door zeer verschillende kunstenaars en edelsmeden. Bij de opening zijn zo’n honderd mensen. Gelukkig houden ze allemaal hun mond dicht en zijn de sprekers nauwelijks te verstaan. Lekker rustig.
Na afloop even naar Sam Sam. In het ‘middendeel’ is het niet al te lawaaierig, tenminste: als de band niet speelt. Normaal vind ik Threesome Jazz met Benjamin, Hans en Lex zeer aangenaam, maar op dit moment kan ik nog niet tegen al te veel achtergrondgeluiden. De groep mensen aan tafel groeit en het is een mooi stel bij elkaar. Ik krijg veel goede wensen en medeleven. Dat is fijn. Na dik een uur moet ik toch echt weg; het is me te druk. Om elf uur ben ik thuis. In slaap komen kost me geen moeite.
–
Woensdag 29 januari
Eens wat computerklussen doen. Het persbericht voor de voorstelling en boekpresentatie van Bas Willem en ik naar de redactie van De Stentor sturen, bijvoorbeeld. En foto’s sturen naar Burkhard. Burkhard had ik ontmoet bij Georg, afgelopen september in Gebhardshain. Hij maakt een boek over Zappanale en wil graag mijn foto’s van de afgelopen jaren hebben. Nu had ik een probleem: ik was ze kwijt. Inmiddels is veel weer terug, maar ik moet het allemaal nog ordenen. In de chaos vind ik de foto’s die hij zoekt en ik stuur ze via wetransfer.com. Na een uurtje krijg ik hoofdpijn. Ik kan nog niet te veel inspannend werk aan. Daar komt nog bij: ons beeldscherm is een ramp en aan vervanging toe. Doodmoe ben ik.
Ik maak de lunch voor E: courgette-‘noedels’ met marinara van rode ui, zoete puntpaprika, tomaten, dadels, zongedroogde tomaten, dadels, kaneel en oregano. Zeer lekker, al zeg ik het zelf. En zelf, zelf eet ik een tosti.
Dan maak ik een begin met het uitzoeken van de foto’s die ik naar de webstek heb ge-uploaded en die ik begin november met de grote hardeschijframp ben kwijtgeraakt. Aar heeft ze me gestuurd, een week of wat geleden. Eerst maar eens de laatst gemaakte foto’s ordenen en zo terugwerken tot en met juni 2011. Wat het lastig maakt, is dat foto’s per maand in één map terecht zijn gekomen. Op alfabet. Dus niet chronologisch. In augustus 2013 had ik niet alleen de foto’s van Zappanale 2013 ge-uploaded, maar ok Zappanales 2004, 2005 en 2006. Alles staat lekke door elkaar, dus. Een hele uitzoekerij.
Toch ben ik vanmiddag ook even buiten. Het is koud. Bij de apotheek haal ik medicatie voor E en bij het Turkse winkeltje op de Eglantier een wortel, een prei en wat brood. Thuis weer verder met de foto’s. Ik zit nu in juli 2013. Regelmatig moet ik stoppen omdat ik hoofdpijn krijg. Ik wil graag door, maar mijn kop wil niet. Dan maar avondeten maken: zeer goedgevulde groentesoep. Er moeten twee rookworsten op, vandaar. Met Turkse broodjes en courgettenoedels en marinara.
Theroux’ China per trein is uit. Nu begin ik in India in een rugzak door onze eigen Dolf de Vries. Onze eigen wie? Precies. Het leest wel snel weg. Na anderhalf uur ben ik op de helft!
–
Dinsdag 28 januari
Piet is vanmorgen op bezoek. Het is fijn hem te spreken. Wat me opvalt: ik kan twee uur lang geanimeerd zitten luisteren, spreken en doorvragen, zonder opmerkelijk moe te worden of af te haken. Na twee uur hebben we nog niet het topje van de ijsberg gehad, maar dat komt later nog wel eens. Ik ben hem dankbaar dat hij op bezoek is geweest.
Ik maak lunch voor E en mijzelf en dan ga ik een rondje lopen. Tochtje door Zuid, door straten waar ik nog nooit gelopen heb (in de Vogelbuurt) en via wat supermarkten op het Adelaarsplein en de Turkse winkel terug.
Het is half vier en ik ben opvallend moe. Toch kan ik nog wat lezen.
Luuk en ik maken samen het diner: een goede chili, die je zo kunt eten, maar ook als vulling voor wraps kunt gebruiken. Het gaat prima samen; we zijn zó klaar. Nog een simpele salade erbij en aan tafel maar!
Na het eten zie ik post. Er zijn mooie kaarten en goede woorden van iemand met wie ik mag samenwerken: ik ben in beeld en dat maakt me blij.
Dan verder lezen. Achterin het boek zit een sticker geplakt. Die heeft ooit op een bestelling bij Plato gezeten: ‘Muffin Men – Frankincense’. Muziek!
De Vrouw is aan het breien en kijkt tv op de bank in de woonkamer. Ik zit in de keuken te lezen en te schrijven. De kraan drupt.
–
Maandag 27 januari
Vanmorgen fietsen we naar ons financiële mannetje. ’s Kijken of we wat extra kunnen aflossen aan onze hypotheek. Dat kan. We krijgen vier opties voorgeschoteld. Deze week maar eens kijken wat we kiezen. Ik merk dat ik het gesprek na een half uur niet goed meer kon volgen. Er gebeurde te veel door elkaar en dat was voor mij verwarrend.
Via de markt en de Turkse winkel fiets ik terug. Koud, maar zonnig. Vanmiddag nog maar eens lekker buiten lopen.
Tijdens de lunch is het leuk met Luuk aan tafel. Hij vertelt over de comedians die hij op YouTube ontdekt, maar ook over verveling. Morgen gaat hij een extra dag vrijwilligerswerk doen. En wie weet: toch ook mee naar Zappanale.
Na de lunch heb ik contact met de secretaresse van de nieuwe leidinggevende. Maandag 3 februari spreek ik de baas om 15.00 uur in Apeldoorn. Dan gaan we eerst kennismaken en ik hoop dat we het ook kunnen hebben over mogelijke klussen. Ik weet er wel een paar.
Ik loop naar buiten en doe een boodschapje op de Eglantier. In mijn hoofd allerlei deunen van The Doors. Waarom? Thuis: even geen internetverbinding. Nou ja, dan eerst maar eens de bloemkool ontbeesten en blancheren. Ondertussen lezen.
Eten: curry van bloemkool met postelein en rode peper en (Beierse) worst. De curry lukt goed. Erbij komt een salade van bladsla, komkommer, tomaat, rode ui en milde geitenkaas.
We zijn redelijk vroeg klaar met eten. Ik krijg zin om muziek te draaien (echt!), maar ik wacht. Ik kan wachten. Wachten tot ik alleen ben. Bovendien: E zit aan de pc een serie te kijken. Het geluid staat aan. Ik hoor het goed. Dat is niet erg (!), maar dan moet ik niet iets anders erdoorheen doen. Lezen lukt wel.
Ik lees Theroux over een bezoek aan Kanton en hoppa: in mijn hoofd Canton (door de groep Japan).
We eten de laatste tijd nogal eens druiven die ik voor een prikkie bij de Turkse winkel haal. Bij de gewone supermarkt haal ik dadels. Op de verpakking staat: ‘Ready to eat & zonder pit’. Leg uit.
–
Zondag 26 januari
Ik slaap uit. Pas om half elf ben ik beneden en typ ik dit in. Hoe is het toch allemaal mogelijk?
We gaan vandaag koffie maken op een ‘ouderwetse’ manier. Laten we de cafetière weer gaan gebruiken! Gisteren vond ik in de supermarkt een pond espressobonen voor iets meer dan vier euro. Mooie prijs. Het malen van de bonen maakt een hels kabaal, dus deze methode is niet zo geschikt voor ’s morgens vroeg als er nog onschuldige medebewoners liggen te slapen. Hoe de cafetière ook weer werkt, is even een puzzel, maar de derde poging levert verdomd goede koffie op, al zeg ik het zelf.
Na de lunch voel ik me toch weer onrustig. Ik maak een wandeling langs de Matenpoort, het kanaal en een stukje door het Kanaalpark. Het is koud buiten, maar mooi om te lopen.
Weer thuis begin ik aan het eten. Ik braad een rollade, maak salade van Chinese kool, mandarijnen en yoghurt, en waag me aan een rösti van pompoenrasp en ui. De groentehakker die ooit bij de staafmixer geleverd zat, doet z’n werk. De rösti wordt geen mooie pannenkoek, maar een rulle smurrie. Toch smaakvol. Na het eten maak ik E’s lunch voor morgen: linzensalade met tomaat, rode ui en gefruite knoflook.
Later op de avond lees ik Brazil uit. Mooi boek, mooi land, beetje ver weg. Paul Theroux’ China per trein is de volgende uitdaging. Ik heb het boek gekocht in 2000 en geloof dat ik ‘m voor de derde keer lees. Dan moet-ie goed zijn.
–
Zaterdag 25 januari
Tien weken geleden. Dan ga ik nu de elfde week in. Ik zucht en sta op.
Koffie. Ik beantwoord en stuur wat mail. Dan ga ik op de fiets wat boodschappen doen. Aansluitend loop ik met E naar het winkelcentrum vlakbij. Bij de fietsenmaker is de keus snel gemaakt (E had het voorwerk op internet gedaan): een Batavus Mambo Deluxe.
Thuis een lunch; dan moet ik even naar buiten. Ik loop naar de Turkse winkel voor wat vergeten spulletjes. Om 16.00 uur halen we de nieuwe fiets op. Mooi ding. We rijden naar De Eglantier en kijken daar in wat winkels naar geschikte fietstassen. Nog niets.
Tegen half zes zijn we thuis. Ik begin met het voorbereiden van avondeten. Dat merk ik: ik moet iets doen. De tijd dat ik uren kon zitten en alleen maar voor mij uit keek is voorbij. Ik bak uien en snijd een rest knolselderij. Litertje bouillon erop, twintig minuten koken en pureren. Dan valt Heidi binnen. Altijd gezellig. Het vraagt wel veel energie van mij. Als ze is vertrokken, maak ik de soep af: ik bak kastanjechampignons en snijd bosui. Ook bak ik hamburgers. Het is zaterdag.
Om half negen voel ik dat ik moe ben. Terwijl de droger in mijn nek loeit, lees ik. Dat is vreemd: eerder stond de droger alleen maar aan ’s nachts en ’s avonds als ik achter de pc zat; nu is het een middel dat me rustig maakt. Vergelijk het met de baby die in slaap valt als de stofzuiger aan staat.
Verhip, ik ben vanmiddag mijn medicatie vergeten. Gebeurt me (te) vaak, de laatste tijd.
Later op de avond een bijzonder moment. Ik lees in mijn boek en tegenover mij zit De Vrouw (DV) aan dezelfde tafel verstelwerk te doen. Zo zet ze de knoop weer aan mijn jas. Ik krijg tranen in mijn ogen van zo veel huiselijk geluk, zet mijn leesbril af en laat dit tafereel goed tot me doordringen. Sentimentele lul.