B-log: 1 t/m 7 november 2014
Vrijdag 7 november:
Nóg kouder buiten vanmorgen. Als ik vanaf de bus naar de werkplek loop, bedenk ik wat ik zou zeggen als iemand aan mij vroeg hoe het de afgelopen jaren met mij is gegaan. Ik ben veranderd. Het ene moment ben ik opgewekt, het andere niet. Plots ben ik weer even zeer emotioneel. Vanmiddag aankaarten.
Op tijd op het werk. Het is er redelijk kalm en ik kan veel geplande werkzaamheden doen. Iets voor twaalf uur ren ik weg.
Half drie ben ik bij de psycholoog. Alles draait om verlies. Pas nu word ik bevangen door de schrik van wat me is overkomen en wat het eigenlijk betekend heeft. De klap komt nu. Een half jaar geleden wilde ik nog uit het leven stappen; nu is het stappen zetten naar een nieuwe toekomst. Dat ik voortdurend denk aan wat ik niet meer doe, is onderdeel van het verdriet, van het rouwproces. Het verlangen naar wat ik deed roept spanning en verwachtingen op. Dat ik alleen wil zijn als ik druk ervaar en die eenzaamheid ook zoek is oké, maar ik moet zien te voorkomen dat ik in mijn herstel stil blijf staan door niet verder te komen dan alleen zijn, want dat levert somberheid op. Kortom: ik moet de leegtes gaan invullen. Vanaf nu zal ik bekijken wat ik leuk vind en weer op ga pakken. Gedoseerd, dus. Oké, dat gaan we doen. Ik behoud de regie over wat ik wel en niet ga doen. Mooie opdracht voor de komende tijd. Over drie weken weer verder.
Op de terugweg rijd ik langs twee supermarkten. Thuis knetter ik eerst eens Made In Japan (Deep Purple) door het huis. Moet ik iets afreageren? Ik begin met het voorbereiden van het eten; het wordt een stoofpot en die moet wel twee uur, dus als ik om half vijf begin, is het tegen zevenen klaar.
De Vrouw komt thuis. We hebben het over de sessie bij de psycholoog. Ik kijk er goed op terug. Het geeft veel rust. Ik doe The Long Riders (Ry Cooder) in de speler en later Music inspired by The Snow Goose (Camel). De stoofpot van rundvlees, ui, wortel, knolselderij, zoete aardappel en courgette is zeer smaakvol, net als de salade van tomaat en winterpostelein.
Iets na half negen gaat de deurbel. Daggie en Petter zijn er. Ze hebben een B&B in Voorthuizen (!) en komen even aanwaaien. Een half uur later zijn Heidi en Auke er ook. De avond is goed, gemoedelijk. Tegen elven gaan de B&B-gasten naar hun B&B. Ik zak wat in; kan het gesprek in de woonkamer niet meer goed volgen. Twaalf uur is het bezoek weg. Ik ruim de vaatwasser in en ga naar bed.
–
Donderdag 6 november:
Het is allemachtig koud vanmorgen buiten. Gelukkig lukt het me om te lezen bij de bushalte en in de bus zelf is het aangenaam.
Een redelijk voorspoedige dag op het werk. Nog steeds zijn er allerlei ad hoc-zaken en moet ik van alles door elkaar doen, maar het voelt veel minder hectisch dan afgelopen dinsdag en uiteindelijk krijg ik veel voor elkaar. Een aantal geplande dingen lukt me niet om te doen, maar die zijn voor morgen. Tussen de middag loop ik een rondje buiten.
Om zes uur thuis. De Vrouw heeft al veel voorwerk aan het eten verricht; ik hoef het alleen nog maar af te maken. De bietenschotel gaat in de oven, ik bak de aardappels en braad de varkenshazen, de dressing voor de salade is zo klaar en ik stop Zaraza (Amsterdam Klezmer Band) in de speler. Om zeven uur zitten we aan tafel.
Daarna hoor ik I Can See Your House From Here (John Scofield & Pat Metheny) en lees en lees tot het bedtijd is. Of wacht, ik stuur via mail ook nog een vooraankondiging rond voor mijn verjaardag. Beetje vroeg, maar ik wil graag dat de naaste familie en beste lui samen met mij en Giles het feestje vieren op 9 en 10 mei in Manchester … is wel handig als ze het dan op tijd weten …
–
Woensdag 5 november:
Ik slaap tot een uur of half acht en ben een uurtje later beneden. Eerst maar eens de gebruikelijke klusjes doen en The Family Album (Rick Wakeman) om me heen. De Vrouw is er nog even, maar gaat naar het werk. Dat geeft mij de gelegenheid tot nogal luid Welcome Back My Friends To The Show That Never Ends (Emerson Lake & Palmer). Halverwege de morgen stap ik op de fiets en rijd naar het centrum. Bij de biowinkel koop ik biobrood en biokaas, op de markt fruit, bij de supermarkt overige boodschappen en in de Turkse winkel nog meer overige boodschappen. De zon schijnt, het is koud en het is goed. Ik draag mijn vrij nieuwe zwarte dikke vest dat De Vrouw een maand of wat geleden uit Duitschland heeft laten overkomen en het is zó goed, dat ik voorlopig nog zonder winterjas kan.
Als ik terug ben, is De Vrouw ook thuis. Er is nog wat meer koffie, nog wat meer ELP. Ik dompel planten. Tijdens een lunch (biobrood met biokaas) draai ik Mirage (Camel) en daarna Show Of Hands (Robert Fripp & The League Of Crafty Guitarists). Later in de middag wandel ik nog even een rondje buiten.
De tocht gaat door het Zuiderpark en langs de Turkse winkel (kastanjes) en het kanaal weer terug. De Vrouw is ook weer thuis. Ik ga eten maken: een Mexicaanse schotel van kip, ui, peper, paprika, courgette, mais en rode bonen. Daarnaast sla van ijsbergsla, komkommer, bosui, avocado en pijnboompitten. Ondertussen heb ik ook rode bieten gekookt (voor morgen), verse ravioli gegaard en The Whirld Tour (Transatlantic) aangezet. We eten op tijd en de enorme schotel gaat helemaal op, net als de pasta en de salade. Ik ruim alles op, lees Vader uit en begin in het vervolg Liefde – Mijn strijd 2. Ik herken veel in de manier waarop Knausgård schrijft, alleen zijn proza is nóg intenser. Bij mij is de humor nooit ver weg, bij hem druipt er van alles tussen de regels door. Ik ervaar zijn werk als allemachtig mooi geschreven, door de rijke details leest het alsof ik over de schouder van de schrijver meekijk met zijn leven. Zijn werk zuigt me meer en meer erin en ik word overmand door allerlei emoties. Zoals hij schrijft over wat er in hem omgaat als hij in contact is met andere mensen, over de afstandelijkheid, de leegte, hoe hij op het moment zelf wenselijk gedrag vertoont maar intussen van binnen zich radeloos afvraagt wat de zin ervan is: het lijkt wel of het over mij gaat.
Ik kijk op van het boek en zie mijn handen, mijn arme oude handen. Ze glimmen. Niet dat ze vet zijn of nat; het is het licht van de lamp die boven de keukentafel hangt dat erop valt. Ik zie de ouderdom en het verval. Even raak ik emotioneel: wat is er toch met me gebeurd?
Om half elf is het eerste plaatje uit de Bass Communion box afgelopen en ga ik naar bed.
–
Dinsdag 4 november:
Ik ben om tien voor vijf wakker, maar slaap weer in. Als de wekker iets voor half zes gaat, is wakker worden nogal moeilijk; ik kom van ver en diep. Nou ja, drie minuten later sta ik in de badkamer en is het weer oké. De genadeloze pieptoon is niet oké, zeker niet als ik een half uur later in de huiselijke stilte bezig ben.
Op het werk is het een drukte van belang. Aan de ene kant zijn er veel mensen om mij heen die van alles met elkaar luid willen overleggen en hulp bij nodig hebben, zodat ik nergens toe kom; aan de andere kant zijn er veel mensen om mij heen die van alles van mij nodig hebben. Dat laatste is niet erg, dat is de hectiek van sommige werkdagen; dat eerste maakt dat ik mij niet kan concentreren op het laatste. Met moeite kan ik me afsluiten, maar het lukt. Pas aan het eind van de ochtend lijkt het wat rustiger te worden. Als ik rond het middaguur de kantine in wil om met wat collega’s te gaan lunchen, grijpt de verschrikkelijk slechte akoestiek en de massale kakafonie me onmiddellijk aan. Daar ga ik dus niet zitten. Een half uur later is het er beter en dan kan ik het wel. De rest van de middag verloopt ook niet echt georganiseerd, maar ik krijg af wat ik per se af wilde krijgen en heb ook nog eens allerlei overleggen waaruit allerlei nieuwe klussen komen. Fijn. Malle werkdag, dus.
Op dinsdag 4 november 2014 om kwart voor zes stap ik uit de bus en kijk ik een woonkamer binnen waarin een verlichte kerstboom te zien is. Een kwartier later ben ik thuis en zet ik het tweede plaatje van Desolation Rose (The Flower Kings) maar eens op. Niet veel later begin ik met het maken van het eten: de schotel van spek, gehakt, rode ui, peper, knolselderij, bouillon en boerenkool. Daarnaast monteer ik een salade van ijsberg, komkommer, tomaat en bosui. Ondertussen klinkt Yes Remixes (The Verge).
De Vrouw is thuis en tegen half acht eten we. De enorme pan en de schaal met salade komt leeg. Toe maar. We zien het journaal en daarna ga ik de krant lezen en verder in het boek. Bovendien draai ik Secret Story (Pat Metheny) nog een keer. Ik merk dat ik moe ben. Het was een intensieve, maar toch ook goede dag.
–
Maandag 3 november:
Een voorspoedig verlopende werkdag. Het lukt me om me aan mijn planning te houden, ik neem mijn rust- en pauzemomenten en kan tussen de middag ook nog een rondje lopen.
Ook heb ik een gesprek met mijn leidinggevende. Ik uit mijn bezorgdheid over mijzelf; op zich wil ik de laatste stap van uitbreiden van uren wel zetten, maar de situatie is momenteel zeer kwetsbaar. We spreken af dat ik deze week woensdag nog afwezig ben en vrijdag afwacht wat er uit de behandelsessie komt. Dit geeft me wat lucht. Op zich gaat het me vandaag goed af; ik voel me rustig.
Dat is wel anders als ik op het busstation van Arnhem sta te wachten. Het is er niet alleen een bouwput vol drilboorkakafonie; ook blijken er allerlei treinen uitgevallen en is het propvol in de bus. Ik moet zelfs staan en dat is nog niet eerder voorgekomen. Erg is het niet; sinds kort lees ik de elektronische versie van het boek dat Michael Lang, de organisator van Woodstock, schreef over hoe hij het legendarische festival tot stand heeft gebracht.
Om zes uur ben ik thuis en stop ik Abandoned Dancehall Dreams (Tim Bowness) weer eens in de speler. Op het menu staat een kip uit de grill, een groenteschotel van groenlof (!), paprika en ui, plus eenzelfde salade als gisteren. Het is klaar om ongeveer half acht en dan is De Vrouw ook thuis. We eten het op! Als het op is, is ook Desolation Rose (Flower Kings) afgelopen.
Aan de keukentafel lees ik verder in het steeds meeslepender wordende boek van Knausgard en ondertussen hoor ik Rapid Eye Movement (Riverside) en Rapid Eye Movement II (Riverside). Dan is het stil. Dat blijft het ook, want het is half elf.
–
Zondag 2 november:
Pas om tien uur ben ik beneden. Eerst nog maar eens Discretion (Travis & Fripp) in de speler (schitterend) en dan de vaatwasser uitpakken, de plee boenen en koffie maken. Buiten schijnt de zon. Iets na elf uur loop ik erdoorheen en maak ik mijn gebruikelijke zondagmorgenrondje langs de plasticcontainer, Matenpoort en het kanaal.
Het gaat me goed. Er is wat druk van binnenuit op het hoofd, maar in voel me ontspannen. Weet thuis tref ik De Vrouw beneden. We doen nog een keer koffie, ik zet Quantum Guitar (Steve Howe) aan, braad alvast een fricandeaurollade aan en ga even op het terras in de zon zitten. Dan maak ik een lunch. Met tosti’s van overgebleven pide. Ik draai Camel (Camel) en nog een was, stofzuig. Tijdens Difficultly Beautiful (Mayra Andrade) zit ik in de tuin wat te lezen tot het een uur of drie is. Dan wandel ik naar het centrum van de stad.
In het Art café treden Lex en Bert op, samen met Hal, een Hawaiaanse gitarist/zanger. De Vrouw en De Ploon zijn op de fiets gekomen en zitten er al. In het begin is het er niet zo heel druk. Anja komt naar me toe met de vraag of ik met Reinier en Willem binnenkort weer een keer kom voorlezen. Dat wil ik graag; eind september had ik het er met Reinier over het weer op te pakken. Met Anja maak ik een lijstje met opties voor de eerste helft van 2015. Inmiddels loopt het aardig vol in het café. De muziek is aanstekelijk. Maar ik vind het na anderhalf uur genoeg geweest. Bovendien hoor ik bijna niets meer. In alle rust wandel ik door het donker weer terug.
Thuis zet ik Absulutely Free (FZ) en Greasey Love Songs (FZ) op en maak ik het eten. De rollade opwarmen, minipizza’s en een fruitsalade van avocado, pitahaya en cactusvijgen.
Als De Vrouw thuis is, iets na half acht, gaan we aan tafel. Als het op is en alles opgeruimd, kan ik aan de keukentafel lezen in Knausgards intrigerende levenswerk en tegelijkertijd Second Live Syndrome (Riverside) horen. Nog even iets met mail en dan is het bijna half elf en wel mooi geweest voor vandaag.
–
Zaterdag 1 november:
Acht uur ben ik toch echt heel wakker en ga ik uit bed. Ik zet een was aan, pak de vaatwasser uit, drink koffie, lees de krant en hoor Discretion (Travis & Fripp) en het eerste plaatje van Storytone (Neil Young).
Dan boodschappenrondje. Ik heb pitahaya en cactusvijg meegenomen. (Grapje. Een pitahaya is een sóórt cactusvijg.)
We nemen koffie en gaan lunchen. De stereo speelt Remixed (Amsterdam Klezmer Band) en het derde plaatje uit Flashback (Electric Light Orchestra). Vervolgens zetten we de meeste spulletjes klaar voor het bezoek van vanmiddag. Om twee uur is dat zo goed als gedaan en een half uur later loop ik nog een rondje naar buiten. Het is heel mooi weer en de herfst is prachtig.
Als ik terugkom, is oma er. We zitten in de tuin! Dat is wel vaker voorgekomen op de verjaardag van De Zoon. Als De Zus ook arriveert, wordt het wat fris en verhuizen we naar binnen. Niet veel later zijn ook De Vader, Mike, Heidi, Emile, Cynthia, Robert, Marja, Richard, Ingrid en Freek binnen.
Het is goed. Bij vlagen vind ik het druk of voel ik me opgejaagd, maar dan is er in de keuken altijd iets te doen. Het belangrijkste is dat De Zoon een leuke verjaardag heeft en dat is ook zo. Zo rond kwart voor negen is een ieder weer vertrokken. We hebben alles snel opgeruimd.
Ik ga nog wat zitten lezen en hoor het tweede plaatje van Storytone (Neil Young). En dan mag ik van mezelf naar bed.
Vijftig weken!