Dag 6: Zaterdag 21 juli 2007
Een drukte van belang en een foute verwachting. Een mislukte poging tot afdingen en een teruggevonden winkeltje in de Grote Bazaar. Een fles water en een kurkentrekker. Een schitterende moskee met een gebedsdienst en een giftige bewaker. Een theetuin en een drukke wandeling door de winkelstraatjes. Een zoveelste kralenwinkel en een heerlijke portie börek. Een diner van döner en iskender en een plein dat sprookjesachtig verlicht is. Een bootje waarop men ’s avonds laat versgebakken vis verkoopt en een complete markt in het donker.
Wat staat er vandaag op het programma? Vanmorgen de Grote Bazaar. De boekjes waarschuwen je dat je al snel verdwaalt in deze wirwar van overdekte straatjes vol winkeltjes. Daar ga ik met mijn fenomenale ruimtelijk inzicht.
Eerst lopen we naar het Beazitplein. Het is er al een drukte van belang. Ik vrees het ergste. Maar het valt mee.
In de Bazaar is het nog niet zo druk en de verkopers zijn veel minder opdringerig dan ik verwacht. Dat was bij die Kruidenbazaar wel anders. Misschien went het ook wel.
De Bazaar is vol met stalletjes en men verkoopt juwelen, tapijten, kleding, snoepgoed, en souvenirs. We kopen wat blauwe ogen – die je beschermen tegen het kwaad – bij een winkeltje. E vraagt nog of ik ga afdingen, maar het is al zo belachelijk goedkoop. Daarna volgt een shawl. En waar was dat ene winkeltje met die natuurstenen kralen nou ook weer? Ik, en de rest met mij, ben mijn oriëntatie volledig kwijt. Toch vindt E het winkeltje snel terug. Ze koopt wat losse kralen en dan verlaten we de Grote Bazaar.
Maar ja, waar zijn we nu? Tussen wat steegjes door zie ik de Aziatische heuvel met de antennes erop en weet ik waar het oosten is.
We willen naar de Süleymaniyemoskee en die ligt ten noordwesten van de Bazaar, dus dan is het makkelijk. We zijn er dan ook zo. Onderweg kopen we water en kurketrekker. Dan kan die fles wijn, die vanaf dag 1 in de koelkast ligt, ook open.
De Süleymaniyemoskee is overweldigend groot. Eerst lopen we over de begraafplaats en bezoeken we de tombes van de sultan die de moskee liet bouwen (Süleyman de Prachtlievende) en zijn favoriete vrouw. Schoenen uit en schouders bedekken. Vervolgens lopen we om de hele moskee door de tuin. Het uitzicht over de stad en de Gouden Hoorn en Bosporus is weer ’s fantastisch. Oh, wat mooi.
Via een zijingang komen we op de binnenplaats. E en ik willen naar binnen; Luuk blijft even buiten. Een bewaker roept en gebaart van alles. Iets met geld. Zijn we door de verkeerde ingang gekomen? De schoenen zijn al uit en de schouders bedekt. Hij laat ons naar binnen. Opnieuw een overweldigend grote gebedsruimte. Het is duidelijk waarom deze moskee het aangezicht van de stad bepaalt. Zo’n hoge koepel en ook nog ’s zo hoog op de heuvel gelegen.
Er komen van allerlei kanten mensen binnengelopen. Zo te zien is het plaatselijke bevolking. Ineens begint het gezang dat gelovigen oproept tot gebed. Mannen lopen naar voren in de richting van de mihrab, de gebedsnis, en vrouwen blijven achter, achter een scherm. Er zijn ook kinderen meegekomen. De jongetjes doen mee met het gebed, maar zitten ook gewoon te klieren. Ze staan op een balkon, halverwege aan weerszijden van de gebedsruimte. De bewaker staat plotseling voor onze neus. Hij gebaart dat we naar de zijkant moeten gaan. We mogen blijven, maar moeten wel betalen. Oké. Even later komt hij onze schoenen brengen; die stonden buiten. De imam is de dienst begonnen. De gelovigen bidden. De bewaker verschijnt weer en zegt: “Lira lira, expendi!” Ik geef hem tien lira en hij is blij. Dan verdwijnt hij. Vanaf de zijkant kijken we stilletjes toe.
Net zo plotseling als de dienst is begonnen, is hij ook weer afgelopen. Mensen verdwijnen weer aan alle kanten.
Ook wij verlaten de moskee. We lopen verder om de moskee heen en vinden de bijbehorende theetuin. Hier zitten jongeren vooral, al dan niet aan een waterpijp. We drinken water, fanta en ayran.
Dan gaan we langs het drukke winkelstraatje Smetiye Cadessi en verlengden daarvan (hier heet een straat na iedere zijstraat weer anders) naar beneden in de richting van de kruidenbazaar. E heeft op de eerste middag hier een paar kralenwinkeltjes gezien, en die wil ze terugvinden. Weer die winkeltjes precies zijn, weet ze niet, dus zit er niets anders op dan diezelfde weg te lopen, anders vind je het nooit meer. We vinden diezelfde weg zowaar, maar het is verschrikkelijk druk met mensen. Het is tenslotte zaterdag en het krioelt van de klanten en verkopers in de wirwar van straatjes. Uiteindelijk vinden we die kralenwinkelrjes ook nog. Helemaal aan het eind, als we alweer bijna op de Yeniçeriter Cadessi zijn. Daar koopt E nog wat kralen.
Via de supermarkt gaan we terug naar het hotel. Het is pas vier uur ’s middags en we rusten wat. Ik haal börek bij de böreçi op de hoek. De jongeman van de bediening herkent mij. Hij is ook de enige die wat Engels spreekt.
Tegen achten pakken we de tram naar Sultanahmet en daar vinden we grillrestaurant Kevlan. Eenvoudig, maar goed eten. Siç kebab, döner en iskender.
We lopen in het donker en zien de sprookjesachtig verlichte Hagia Sophia en de Sultanahmet Camii. Ook de Galatabrug en omstreken zien er in het donker mooi uit. Opvallend is de drukte op straat. Bij de rederijen is een complete markt aan de gang. Vanaf een bootje wordt versgebakken vis verkocht. We nemen de tram terug naar het hotel.