bazbo – de wereld van Bas Langereis, het middelpunt der aarde

Bas Langereis leest u voor!

14-01-2014

B-log: 11-17 januari 2014

Filed under: B-log 2014 — bazbo @ 13:10

Vrijdag 17 januari
Goed geslapen! Na de koffie loop ik naar een supermarkt in Matenveld voor alufolie en om te kijken naar blikvoer. Bij thuiskomst is E wakker. We drinken samen koffie en stappen dan op de fiets. Doel is de MediaMarkt, maar die gaat pas op 29 januari open. Ernaast ligt de Intratuin en die staat ook op ons lijstje. De winkel is grotendeels leeg en bezig om de kerstrommel op te ruimen. Er is veel lawaai, overal muziek, soms twee verschillende deunen door elkaar, en tamelijk luid vogelgezang. Ik wil eigenlijk zo snel mogelijk weg, maar het lukt me om de hele looproute te doen en zowaar nog mooie planten uit te zoeken ook. We maken mijn kerstpakket 2012 op (en moeten fors bijbetalen). De vensterbanken in onze woonkamer zien er mooi uit.
We lunchen samen en dan loop ik nog even naar buiten. Ik kom bij een andere grote supermarkt langs het kanaal bij het centrum en kijk eens voor linzen in blik. Niet dus. Wel wat andere dingetjes. Als ik weer thuiskom, is Plonia net gearriveerd. Het is leuk, gezellig en niet te lang en niet te belastend. Ondertussen begin ik aan het diner en merk dat het druk is in mijn hoofd. Uiteindelijk eten we grote garnalen uit de oven in een marinade van olie, kurkuma en gemalen sesamzaad en op een bedje van gefruite tomaatjes. Erbij komen aardappeltjes uit de oven en een grote sla.
Laat op de avond kan ik wat lezen en Michael Palin’s Nieuwe Europa komt uit.

Donderdag 16 januari
Slecht geslapen. Wakker geweest tussen 02.00 en 06.00 uur. De beklemmende angst is terug en ik heb een stille huilbui. Daarna een paar keer kort ingedut. Nare dromen, waarin ik in huiselijke kring agressief ben en met dingen gooi.
Wel op tijd weer op. Bij de koffie vraagt E hoe het met mij gaat. Niet goed. Ik huil. Waar komt het van? Geen idee. Ik vertel over de angstige nacht.
E zegt: ‘Toen ik beneden kwam, zag ik gelijk dat het niet goed was. En het erge is: ik raak al niet meer in paniek.’ Misschien maar goed ook.
Ik doe wat ontstopper in de afvoerbuis van de wasmachine en laat de laag water die erin staat eruit centrifugeren. Het lijkt goed te gaan.
E is vanaf half elf aan het werk en zal pas laat thuis zijn. Ik ga in de regen wat boodschapjes halen en daarna lunchen met Luuk. Om twee uur is mijn vader op bezoek. Hij is gezellig, geïnteresseerd, begaan. Verder gaat het over klokken, vakanties, Duits schrijven, zijn gedoe met de riolering. Ik ervaar het niet als belastend, eerder ontspannen. Na een uurtje vertrekt hij weer en laat Luuk hem nog zijn auto zien.
Nog even naar buiten. Het lijkt erop dat het nare gevoel weer is verdwenen.
Vanavond zal E laat thuis zijn: 20.30 uur. Ik neem met Luuk een voorafje en ga dan aan de slag met het hoofdgerecht: het wordt een tajine van chorizo met kikkererwten, laurier, salie en citroen, met daarnaast een bietensla met sinaasappel, gemarineerd in oranjebloesemwater, suiker en kaneel. Zeer Marokkaans. Ik kijk echt uit naar de thuiskomst van mijn vrouw. Als het dan zo ver is, een half uur later dan bedacht, blijkt E in een mindere bui. Om een of andere reden word ik zeer verdrietig. Niet omdat ze het eten niet lekker vindt – dat gebeurt wel eens meer -, maar omdat het niet harmonieus gaat en ik het me heel erg aantrek. Ik voel me teleurgesteld en nutteloos. Mijn verwachtingen zijn niet uitgekomen. Ik ben bang dat ik met dingen ga gooien, maar gelukkig doe ik dit niet.
Het lukt me niet om later op de avond nog iets te lezen. Ik ben te verdrietig, huil en ga vroeg naar bed.

DSCN3805 DSCN3808

Woensdag 15 januari
Op tijd op. De reparateur kan tussen tien en twee komen. Ik begin vast met het maken van E’s lunch. Het wordt een fikse preisoep met spek en allerlei andere vulling: bosui, paprika, ei.
Ik knip de kerstboom aan stukken en douw die in de groene container.
Marja is vanmorgen even op bezoek met haar nieuwe vriend. Hoe de hond heet, ben ik even vergeten. Als ze weer vertrokken is en we net aan de soep zitten, komt de reparateur. Dat zul je altijd zien. Er blijkt geen lekkage in de slang, maar de afvoerpijp is wat verstopt, waardoor het spoelwater omhoog uit de afvoerbuis komt. Tip: afvoerbuis wat verlengen. Knul is nog geen kwartier binnen geweest. Voorrijkosten zeventien euro, totaal: vijfenvijftig ballen. Hoppa.
In de middag loop ik door lichte regen naar een supermarkt. Daarna naar de bouwmarkt. Een ontstopmiddel is te betalen, een stukje pvc-buis van twee meter kost een tientje (ik heb twintig centimeter nodig) en een potje pvc-lijm is ook al gauw vijf pleuro. Eerst thuis maar eens kijken wat ik zelf nog heb.
Koken: Turkse gehaktschotel met postelein en ei, daarnaast spruiten met zoete appels in kaneel en komijn. De spruiten had ik vanmorgen al voorgekookt. Ik voegde ze vanavond toe aan de appeltjes, maar het resultaat is niet goed. De spruiten smaken naar niets (Luuk: ‘Zo zijn ze wel te doen.’) en de appeltjes zijn niet zo goed als een vorige keer. Volgende keer: apart bereiden en serveren. De gehaktschotel met postelein pakt wel goed uit. Het biologische sap van rood fruit ook, al ziet het er bij het inschenken uit als stookolie.
In mijn hoofd: een deuntje van Yellow Magic Orchestra (titel kwijt, maar het repeterende ‘Tokyo’ timmert door mijn hoofd) en een deel van het pianoconcert van Alberto Ginastera (goh).
Na het eten wil ik gaan lezen. Ik zit in de keuken. Plots is de beklemming er weer. Geluid doet me zeer. Ik kan me niet concentreren op het lezen. In de woonkamer kijkt E televisie, die niet eens hard staat. Als er gebeld wordt en E een telefoongesprek voert, wordt het me te veel. Ik huil. Na een half uurtje is het rustiger en kan ik lezen.
Als ik verder lees, moet ik toch weer glimlachen. Ik schrik van de gedachte dat ik zo plotseling rap van de ene stemming in de andere val, stommel, struikel en tuimel. Hoe kan het dat mijn kop zo raar doet? Ik begrijp het niet, maar dat komt vast doordat mijn kop zo raar doet.
Muziek luisteren, het leek zo dichtbij, maar het is nu weer een eind weg.

Dinsdag 14 januari
Ik sta op en ben alleen. E is vandaag opnieuw de hele dag weg naar een cursus.
Verder gewerkt aan deze B-log, site update, achterstallige mails gemaakt. De eerste stukken van B-log staan nu gepubliceerd op de site. Dan even kort naar buiten.
Bij terugkomst is er goed nieuws van Aar: de foto’s die ik heb geplaatst op de website, kan hij allemaal in mapjes naar mij sturen. Ze komen eraan! Mooi. Mooi.
Luuk helpt me herinneren: je zou cranberrycompote maken. Gedaan!
’s Middags ga ik even kort naar buiten. Rondje langs het kanaal.
Ik voel: ik ben bijna toe aan muziek luisteren. Nog nét niet helemaal. Ik wil het graag, het kan, ik ben de hele dag alleen, zou me kunnen concentreren. E is de hele dag weg. Toch lukt het nog niet.
Rond 17.00 uur: Ik ben onrustig, kan niet stilzitten. Gespannen, tegen het angstige aan. Wat is er? Luuk zou vanavond koken, maar ik heb het meeste voorwerk alweer gedaan. Sla maken, tafel dekken, alles klaarzetten. Dan ontdek ik dat ik vandaag de hele dag al geen pillen heb geslikt. Oeps.
Eten: Luuk warmt de restjes van de afgelopen dagen op: eerst de bamisoep, dan de groente-rijstschotel, tagliatelle en stoofschotel.
Mijn vader heeft gebeld. Hij wil graag weer een keer langskomen. Donderdagmiddag komt goed uit.
Lezen: Tom Wright is uit, Michael Palin’s Nieuwe Europa begonnen.

DSCN3797 DSCN3801

Maandag 13 januari
Ik sta op en ben alleen. E is vandaag de hele dag weg naar een cursus.
Na mijn kop koffie en de krant stap ik op de fiets en rijd naar het centrum. Bij Blokker koop ik een klein koekenpannetje. Handig voor de kleine gerechten voor E en allerlei andere dingen. Op de markt haal ik mandarijnen en kaas.
‘Werk je op donderdag niet meer daar?’ vraagt de kaasboer. Hij bedoelt dat ik normaal op donderdagmorgen altijd op de Anklaar kom shoppen bij hem.
‘Nee, soms werk ik in Arnhem,’ zeg ik. Waarom lieg ik?
De terugweg gaat via de supermarkt en de Turkse winkel. Ik mag het hele kilo maizena ruilen. Als ik bijna thuis ben, kom ik een bekende tegen langs het kanaal. Het is iemand die ik de afgelopen weken wel vaker heb gezien, maar dan kon ik hem ontwijken door snel een andere weg te kiezen. Ook nu weer denk ik: Fuck. Ik kan hem deze keer niet ontlopen.
‘Dag meneer Bas,’ zegt hij vriendelijk.
‘Hoi,’ zeg ik. Was dit moeilijk? Nee, het was niet moeilijk. Waarom ben ik hem al die tijd uit de weg gegaan? Waarom ga ik voortdurend mensen uit de weg?
Luuk en ik gaan samen lunchen. Ik bak spiegeleieren in het nieuwe pannetje.
Na de lunch ga ik eens achter de computer zitten. Ik werk de webstek bij: ik voeg de laatste columns vanaf 16 november in en maak een begin met de opzet van dit B-log. Nog iets bijzonders: voor het eerst sinds 9 november maak ik een foto: van de auto van Luuk.
Halverwege de middag loop ik via het Matenpark naar de Eglantier. Bij een grote supermarkt kijk ik naar blikgroente en ik koop verschillende blikjes. Misschien hebben die niet de coating/kunststof binnenlaag.
In mijn hoofd de hele dag: de melodie van Miles Behind door Chris Opperman.
Koken: bamisoep. E gebruikt liever geen noedels. Voor haar bak ik omeletjes en die snijd ik in reepjes.
Lezen: Tom Wright verder.

Zondag 12 januari
Ik ben als eerste op. Ben dan ook vroeg. Ik plan mijn stukjes voor de komende week op FOK! en Apeldoorn Direct in en vind een bericht van een medewerker op FOK!. Ik schrijf hem terug:

Bericht aan een kennis, die al zeven maanden met een burn-out thuis zit:

Ik spreek nogal wat mensen om mij heen die ook een burn-out hebben gehad. Bij iedereen kom ik erachter: het is bij iedereen uniek.
Aanpak van de huisarts is wel bij iedereen hetzelfde: 1 goed slapen, 2 regelmaat/dagritme, 3 lopen/wandelen. De eerste twee zijn een voorwaarde dat je de derde goed kan doen.
Ik merkte dat tijdens het lopen mijn hoofd leger en rustiger werd. Dat gaf ruimte om na te denken over van alles en nog wat. Toen kwam de oorzaak snel naar boven.
Omdat bij iedereen de hersenen, geschiedenis, ervaring, karakter, emoties en oorzaak anders zijn, zal de ‘oplossing’ of aanpak ook anders zijn. Ik kreeg van allerlei mensen allerlei adviezen en die heb ik allemaal serieus overwogen, maar toen ook serieus allemaal aan de kant gesodemieterd. Het is mijn probleem; ik heb de oplossing. Ik moet iets zoeken dat bij mij past.

Al na anderhalve week wist ik wel waar het voor mij zat. Het heeft te maken met druk. Niet dat ik druk ben of me druk maak, maar de druk die ik voel dat er op mij ligt. En de meeste van die druk heb ik mijzelf opgelegd. Ik moet van mijzelf van alles. In het werk, maar zeker ook thuis en vooral bij de dingen die ik in mijn vrije tijd doe. Ik wil dit schrijven en dat, dan moet dit klaar zijn en dan dat. Ik krijg vragen of ik met dit project wil meedoen of daarvoor een stuk wil schrijven. Ik wil dat allemaal, want ik vind heel veel leuk om te doen, maar het blijkt nu te veel. Ik schrijf weliswaar onbetaald, het is een uit de klauwen gelopen liefhebberij, maar ik benader het wel professioneel.
Ik ga de komende tijd nadenken over wat ik wel en wat ik niet (meer) ga doen. Het blijkt voor een groot deel te zitten in dat ik geen ‘nee’ kan zeggen.
In het werk: na vier zeer prettige jaren als persoonlijk assistent op inhoud, ging mijn baas weg. Er kwam iemand tijdelijk voor terug. Iemand die erg op afstand is en niet weet wat ik kan, wat mijn talenten en kwaliteiten zijn en die mij dus daarop niet inzet. Ik ben wel de assistent, maar er is niets persoonlijks aan en het is al helemaal niet op inhoud. Ik ben een secretaresse geworden en dat was nou juist wat ik niet wilde. Mijn huisarts noemt het ‘onderstress’: ik word te weinig geprikkeld en uitgedaagd om op mijn niveau te functioneren. Onderbelasting schijnt nog erger te zijn dan overbelasting. Daarnaast: heb ik over drie maanden nog een baan? Ik moet in beeld zijn, laten zien wat ik kan en nu zit ik thuis en kan ik niet laten zien wat ik kan. Ik ben helemaal niet in beeld; heb niet eens van mijn organisatie een kerstgroet ontvangen, laat staan een attentie.

Ik ben nu acht weken thuis. Na anderhalve week dacht ik dat het wel klaar was, maar dat bleek niet zo te zijn. Terugval gehad, opgekrabbeld, verdergegaan. Leek na vier/vijf weken weer heel aardig te gaan; ik was klaar voor de bedrijfsarts. ‘Je moet zo snel mogelijk weer deels terug naar de werkvloer. We gaan een plan maken.’ Weer druk. Terugval. Niet zo’n kleintje ook. Kerst was hier niet leuk. Plots had ik een nogal agressieve bui, smeet dingen door de woonkamer, heb in mijn shirtje een uur lang buiten voor het huis jankend in de regen gestaan, terroriseerde mijn gezin. En sprak uit: ‘Ik ben het zo zat. Ik wil mijn gezin niet meer in de weg staan. Ik wil niet meer.’ Hoppa, aan de oxazepam. Dat bracht rust. Gesprekken met de bedrijfsarts stopgezet.
De afgelopen week leek het toppie te gaan. Veel rust in mijn hoofd. Zowaar, er zat weer muziek in. Donderdag bezocht ik een locatie van mijn werk, dronk er koffie en kreeg weer zin. Kom maar op met die bedrijfsarts.
Gisteren met het gezin even de stad in, markt op, paar winkels in. Te lang, te veel. Thuis bleek er een klein lek bij de wasmachine te zijn, of ik daar even naar wilde kijken … druk. Huilbui, angstaanval. Stik, ik wil te veel, ik moet te veel. Kan nog helemaal niet zo veel aan.
Het blijft leren. Ik ben steeds zo verbaasd van mijzelf. Ik schrik ook steeds zo.

Ik kan van alles niet. Sinds een week of drie kan ik weer wat lezen en ik train mijzelf (boeken!). Sinds drie dagen kan ik een mail (of PM) maken zonder hoofdpijn. Televisie is een ramp (te snel, lawaai, ik kan het niet volgen, alle zenders zijn schreeuwzenders, reclame!, Duits). Maar het allerergste vind ik dat ik nog altijd geen muziek kan luisteren.
Als ik moe ben (lees: voortdurend), dan verwerken mijn hersenen geluid anders. Afzonderlijke geluiden of stemmen komen dan binnen als één soep van herrie die zeer doet in mijn hoofd. In de eerste week kreeg ik van De Vrouw een cadeau: een cd waarvan ze wist dat ik hem graag wilde hebben. Hij ligt nog steeds onbeluisterd naast de speler. We zijn een dagje naar Amsterdam geweest en in Concerto (mooiste muziekwinkel van Nederland) samen mooie dingen gekocht. Ik heb het nog niet gehoord. Mijn kerstcadeaus hebben tot ver na Nieuwjaar ongeopend onder de kerstboom gelegen. Het is stil in huis. Het is iets dat mij heel erg frustreert, pijn doet, boos maakt, verdrietig, wanhopig.
(Toch zijn we de afgelopen twee maanden twee keer naar een concert geweest. Het lukte me om geconcentreerd te luisteren. Ik moet me helemaal afsluiten en dan kan ik luisteren. Dus ik kan het wel; het komt wel. Ik moet alleen zijn. Nog zoiets. Ik moet en wil alleen zijn.)

Heel verhaal.
[…]
Ik kan er soms over schrijven; soms helpt dat ook. Het lost alleen niets op. Zet me wel aan het denken en helpt analyseren. Ik denk erover om op mijn webstek een aparte blog te maken over hoe de dagen momenteel gaan en wat er allemaal door mijn hoofd gaat. (Weer een plan, weer druk. Het is maar een plan, het is maar een plan!)

[…]
Ik heb inmiddels weer koppijn (niet van jou of het vertellen, maar van dat verrotte beeldscherm en mijn zotte kop) en ga een fikse kop koffie nemen.
De zon schijnt; ik wil naar buiten.

Groet,

Dan:
De zon schijnt inderdaad en ik maak een wandeling via de plasticcontainer en de Matenpoort naar het kanaal. Daar is iets gaande. Er staat een kraanwagen en een oplegger. Een man of acht met gele hesjes aan. Ik loop de fietsbrug op en zie hoe een auto uit het kanaal wordt getakeld. Om mij heen barst het van de zondagmorgenmensen.
Thuis ben ik nog altijd de eerste beneden. We brunchen. Daarna ga ik brooddeeg maken en kneden. Het moest met maismeel en tarwemeel, maar ik ontdek dat het maismeel dat ik gisteren bij de Turk heb gekocht helemaal geen maismeel is, maar maizena. Verder heb ik alleen tarwemeel dat eind 2009 over de datum is. Gewoon proberen. Het deeg moet anderhalf uur rusten.
In die tijd heb ik mooi de gelegenheid om via het KanaalZuidpad naar de Oude Beekbergerweg te lopen. In het Zuiderpark zie ik een boomklevertje (als het tenminste een boomklevertje is; dat moet ik nog nakijken). In mijn hoofd zit voortdurend Buoy door Mick Karn en David Sylvian. Het zit er al dagen. Word ik er al gek van? Ik krijg steeds meer zin om muziek te gaan luisteren. Wie weet morgen of overmorgen. Ik hoop het zo.
Weer thuis stop ik de deegbal in een bakblik in de oven. Ben benieuwd.
Ondertussen maak ik een tajine van rundvlees met bieten en sinaasappel. Gewaagde combinatie. Hij smaakt prima. ‘Zo zijn die bieten goed te eten,’ zegt Luuk. Het brood is minder geslaagd. De korst is goed, maar van binnen is het niet goed gaar; volgende keer langer doorkneden, denk ik. Volgende keer?
’s Avonds kan ik weer lezen aan de keukentafel. Het boek van Tom Wright is al halverwege.

Zaterdag 11 januari
Ik ben als eerste op en doe op de fiets wat weekendboodschapjes. We hadden afgesproken dat we om half elf alledrie op de fiets zouden zitten. Het wordt half twaalf. Luuk gaat kijken voor een navigatiesysteem, we halen kerrie op de markt, E wil naar V&D en we gaan ook nog even naar een fiets/autowinkel. In het grote warenhuis wordt het me te druk. Eigenlijk had ik naar huis moeten gaan, maar ik zet nog even door. We gaan via de Turkse winkel terug.
Als we om half drie thuiskomen, blijkt dat er lekkage is bij de wasmachine. Ik moet ernaar kijken. Het is te veel. Ik krijg een huilbui en gelijk kan ik niet eten. Geen lunch, dus. Ik ben vooral boos op mijzelf dat ik te veel wil en moet van mijzelf.
Aan het eind van de middag maak ik nog een korte wandeling door het Kanaalpark. Bij het lopen heb ik de vaart er weer aardig in, maar als ik geklop op een boomstam hoor, moet ik stil blijven staan. Kijk aan, een kleine bonte specht.
De lekkage verhelp ik tijdelijk met wat handdoeken om de afvoerslang en de toevoerkraan. Bij de hete was zit onbekend spul. ‘Ik heb nieuwe kussenslopen gekocht,’ vertelt E. Ze zijn fel groen. ‘Die kunnen afgeven. Misschien moet je ze even apart wassen.’ Dat doe ik niet. Het zal wel meevallen. Niet, dus. Ik heb nu groene sokken en veel handdoeken hebben een goorgroene waas.
Ik maak een spaghettischotel met serranoham, gehakt en tomaten. Tijdens het eten vertelt E dat ze onlangs op een Duitse zender (!) een reportage heeft gezien over groente uit blik. In bepaalde blikken zit aan de binnenkant een soort kunststof laag (Bonduelle!) en uit onderzoek blijkt dat die kunststof laag zeer giftige stoffen afgeeft. In Duitsland en enkele andere EU-landen zijn deze blikken al lange tijd verboden; in Nederland is het nog gewoon te krijgen. Dat wordt op zoek naar alternatieven. Voor kikkererwten en bonen is die er zeker, maar bruine linzen? Die willen we juist meer gaan gebruiken.
’s Avonds lees ik de autobiografie van Neil Young uit en begin ik in het boek Road Work van fotograaf Tom Wright.

• • •
 

Geen reacties »

No comments yet.

RSS feed for comments on this post.

Leave a comment