De avonturen van Freek Torso 1
Freek Torso kroop van zijn vrouw af en sloeg zijn benen buiten het bed.
“Dat was weer eens als vanouds, Freek,” hijgde zijn vrouw. “Vier keer maar liefst. En jij?”
Freek Torso vond zichzelf te bescheiden om er eerlijk antwoord op te geven. Hij stond op. Zijn bezwete lichaam koelde nu snel af. Zijn erectie was veranderd in een slappe zooi. “Zo heet als ik net was, zo koud heb ik het nu.”
In de badkamer nam hij een uitgebreide douche. Toen liep hij terug naar de slaapkamer, pakte zijn kleren van zijn stoel en kleedde zich aan.
“Maak je het niet te laat vandaag?” vroeg zijn vrouw.
“Dat merk je wel,” snauwde Freek. Als hij eenmaal aan zijn gerief was gekomen, moesten ze een tijdje niet aan zijn kop zeiken. “Daar heb jij geen zaken mee. Ik doe het zware werk, en jij doet het huishouden. Zo klaar is dat!”
“Nou zeg!” riep zijn vrouw uit. “Ik vraag alleen maar of je op tijd thuis wil komen, zodat ik weet hoe laat ik de piepers op moet zetten!”
“Altijd maar piepers!” schreeuwde Freek. “Kennen jullie wijven nou nooit eens iets anders verzinnen?”
“Het is ook nooit goed,” snikte ze.
“Weet je wat het is?” brieste Freek hoofdschuddend. “Het enige moment dat je je als man bij een vrouw echt prettig voelt, ligt zij er doorheen te kreunen!”
Met een klap gooide hij de slaapkamerdeur achter zich dicht. Beneden zette hij koffie en wilde hij een boterham maken. Toen hij de kaas uit de koelkast pakte, stond de kat Kots al naast zijn voeten. Ze zette haar nageltjes in Freeks been. Kaas was haar lievelingskostje.
“Flikker op, stomme kutkat,” siste Freek en hij gaf het beest een schop. De kat Kots zeilde over de gladde vloer de keuken uit en gooide in de woonkamer een pot met kamerplant om. “Morgen bedenk ik een goed recept voor gestoofde kat.”
Shit, het was al laat. Dat vluggertje bleek zo vlug niet te zijn geweest. “En ik moet de vuilnisbak nog buiten zetten.” Hij ledigde zijn mok koffie voor de helft in een grote teug en liep naar buiten. Daar stond de grijze container bij het schuurtje. Freek pakte hem bij het handvat en bracht hem naar de hoek van de straat. “Gloeiende, de buurtmongolen hebben hun auto’s en vuilbakken weer zo neer gezet, dat die van mij er niet tussen kan. Tijd voor wat ochtendgymnastiek.”
Met handige bewegingen gooide Freek wat containers in de struiken van de gemeentetuin en zette die van hemzelf op de juiste plaats. Toen liep hij naar een van de auto’s die er vlak naast geparkeerd stond. Met de hak van zijn laars trapte hij een deuk in het portier. Er ging niet eens een alarm af. “Wat een losers wonen er toch in deze buurt.”
Freek Torso stapte in zijn Audi en scheurde de straat uit. “Opzij, lummels!” riep hij naar de schoolgaande jeugd. Eén jongen keek niet goed uit en zwalkte halverwege de straat. De Audi raakte hem zachtjes, maar de jongen vloog over de motorkap. Veel zorgen maakte Freek zich niet.
“Eindelijk eens iemand die actief iets doet aan de overbevolking,” was zijn stille conclusie en hij zette zijn Audi in z’n vier. Hoe heerlijk voelde zijn voet aan op het pedaal! Zeker als je hem helemaal intrapte. Op straat sprongen mensen opzij. Hij voelde zich de koning te rijk.
Tevreden dacht hij terug aan de wilde sekspartij van nog geen uur geleden. Dat was een ruige bende. Hij had zijn vrouw eraan laten wennen om de meest bizarre houdingen aan te nemen. Zo kon hij gewoon lekker tekeer gaan. Dat ze er zelf ook van genoot, was voor Freek niet echt van belang, maar toch mooi meegenomen. “Vier keer,” dacht hij, terwijl hij met zijn tong zijn lippen aflikte. “Dat is geen vijf.”
Agent Van der Pot stond met zijn motor langs de kant van de weg. Het was net te licht geworden om nog meer jongeren zonder verlichting op de fiets te bekeuren. Hij startte net zijn motor, toen er een Audi met monsterlijke snelheid langs hem heen reed. Agent Van der Pot twijfelde geen moment en ging de auto achterna.
“De klabakken!” bromde Freek Torso, toen hij in zijn achteruitkijkspiegel keek. Snel gaf hij gas bij. “Nee, dat kan niet, want ik zit al op de bodem.” Ineens was de motoragent naast hem en even later zelfs voor hem. “Hmm, eens kijken hoe ik dit oplos.”
Freek trapte wild op de rem. De wagen slipte en draaide honderdtachtig graden. “Een ware Torso-beweging.” In de spiegel zag hij dat de motor ook was omgedraaid. Freek maakte vaart. De motor was nu vlak achter hem. Opnieuw drukte Freek plotseling het rempedaal in. De motor klapte met een doffe dreun tegen zijn kofferbak. “Een kar is om mee te rijden, niet om zuinig mee te zijn.”
De agent rolde over de carrosserie heen en belandde op de voorklep. De Audi stond inmiddels helemaal stil. Freek stapte uit en liep naar de agent. “Wat moet dat? Kijk uit waar ik rijd!” Hij pakte de diender bij zijn jasje en schudde hem flink door elkaar. “Waarom ga jij geen boeven vangen?”
Agent Van der Pot voelde zich niet sterk genoeg om hier iets op te zeggen.
“Nog onbeleefd ook? Niet eens antwoord geven als ik iets vraag? Moet jij eens heel goed luisteren. Als ik eenmaal aan mijn gerief ben gekomen, moet je een tijdje niet aan mijn kop zeiken.”
Freek opende zijn colbertje en haalde uit zijn binnenzak zijn mes te voorschijn. Hij hoefde niet eens veel kracht te zetten om het bestek tot aan het heft in het zachte vlees van de hals van agent Van der Pot te drukken.
In de verte klonken sirenes.
“Tijd voor een levensles,” zei Freek Torso tegen de rochelende diender. “Het grote nadeel van seks vroeg in de morgen is dat de rest van de dag zo zinloos wordt.”
Apeldoorn, januari 2008