bazbo – de wereld van Bas Langereis, het middelpunt der aarde

Bas Langereis leest u voor!

01-07-2008

Muziekcolumn – David Sylvian / Gone To Earth

Filed under: Publicaties voor FOK! - 2008 — bazbo @ 07:51

Het tentdoek flapperde. Ik keek op van het gasstel en richtte mijn blik op de persoon die de tent binnenkwam. Zij was het.
Het was bloedheet in de kooktent. Buiten was het dik dertig graden en hier binnen misschien nog wel tien graden warmer. Ik was in niet meer gekleed dan mijn zwembroek en een wit T-shirt. Mijn hele lijf was klam van het zweet. Zestig kippenpoten stond ik hier te braden. Vanavond zouden de kinderen nasi eten.
Uit de kleine cassetterecorder klonk de zo vertrouwde muziek en stem van David Sylvian. Het album ‘Gone To Earth’, welteverstaan.
De jonge vrouw in de deuropening droeg haar eeuwige zwarte legging en een ruimvallend jurkje van dezelfde kleur. Ik wilde haar aankijken, maar ze had haar hoofd gebogen.
“Mag ik even bij je komen?” vroeg ze met onvaste stem.
Ik begreep dat er iets aan de hand was.
“Natuurlijk,” antwoordde ik en draaide het vuur onder de grote braadslee zacht. Snel zette ik een stoel naast de mijne en ging ik zitten. Al gauw zat ze links naast me.
Ze had haar ogen neergeslagen en haar hoofd hing op haar borst. Haar handen lagen hulpeloos in haar schoot. Ineens begonnen haar lippen te trillen en vanuit haar ooghoeken liepen tranen langs haar wangen naar beneden.
Ik sloeg een arm om haar heen en ze viel op mijn schouder. Met twee armen hield ze mijn smalle lijf stevig vast. Ze schokte en snikte.
“Hee meisje,” fluisterde ik haar toe. “Huil maar even lekker uit.”
Haar blonde haar kriebelde tegen mijn kin en mond. Met mijn rechterhand streek ik een lange lok uit haar gezicht en veegde ik wat tranen weg.
“Wat is er aan de hand?” vroeg ik. “Wil je er iets over zeggen?” Ik drukte stilletjes een zoen in haar haren, vlakbij de speld, die haar golvende lokken bij elkaar hield.
“Ach, het is alles. Alles van het afgelopen jaar,” zei ze snikkend. “Weet je, ik heb zo’n zwaar jaar achter de rug. Twee keer verhuisd en afgestudeerd. Dat kostte me echt heel erg veel energie. En nu dan deze vakantieweek op de camping en al die kinderen voor wie ik moet zorgen.”
De zachte muziek op de achtergrond was ineens een passende soundtrack bij haar stortvloed van woorden. Ze praatte en praatte en vertelde en vertelde. Ze huilde en huilde en ik kon alleen maar luisteren en luisteren.
“Ik heb zoveel contacten laten verwateren. Er zijn een heleboel mensen die ik uit het oog heb verloren. En het allerergste is, dat ik zelfs een paar goede vrienden ben kwijtgeraakt.”
Opnieuw begroef ze haar hoofd in mijn armen.

Ik kan moeilijk uitleggen waarom de muziek van David Sylvian zo’n bijzondere uitwerking op mij heeft. Het was de band waarin hij zijn carrière startte, die al diepe indruk op mij maakte. Die band heette Japan en hun nummer ‘Art of Parties’ is en blijft mijn lijflied.
Zijn soloplaten zijn stuk voor stuk bijna atmosferisch te noemen, zonder dat het vervalt in fout New Age marketinggezweef. Niks geen stromende bergbeken in je kop moeten fantaseren; dit is muziek die mij introspectief maakt zonder dat het iets opdringt. En dan die stem. Als hij een lage noot zingt, dan valt de hele wereld om mij weg. Of zoiets. Ik zei toch dat ik het zo moeilijk uit kan leggen?
Halverwege de jaren tachtig maakte ik een donkere periode in mijn leven mee. Het had iets te maken met een zeker meisje. En hoe ik haar verloor. Samen draaiden we stapels Japanplaten. Toen ze er niet meer was, stortte mijn wereld in elkaar. Een jaar later bracht Sylvian ‘Gone To Earth’ uit, de dubbelelpee die ik bijna onophoudelijk beluisterde. Het wonder geschiedde. Langzamerhand kwam ik weer terug op aarde.

“Begrijp je wel?” vroeg ze brokkelig.
Het snikken was inmiddels opgehouden. Nog altijd met haar ogen neergeslagen liet ze haar hoofd tegen mijn schouder hangen.
Haar woordenstroom had me gegrepen en meegenomen. De cassette van David Sylvian speelde nog steeds. Er viel een stilte tussen haar en mij. Seconden, minuten lang. De klanken en die stem vulden de kooktent en onszelf. De leegte was er tegelijkertijd ook, maar die was niet pijnlijk. Langzaam werd de jonge vrouw steeds rustiger. Ik had haar begrepen, en wist dat ik iets moest gaan zeggen.
“Ik vind het echt heel verschrikkelijk voor je wat er allemaal is gebeurd. Je hebt je zo ingezet voor je studie en voor alle andere dingen. Het is afschuwelijk als je goede vrienden moet verliezen.”
Het blonde hoofd dat tegen mijn schouder hing, knikte langzaam van ja.
“Maar ik wil dat je iets weet,” vervolgde ik.
Het werd tijd dat ik iets wezenlijks tegen haar ging zeggen. Iets waarmee ik me kwetsbaar zou maken. Het werd tijd. Het werd tijd dat ze ging inzien waar ik was.
Ik haalde diep adem. Mijn stem beefde langs alle kanten, maar toch rolden de woorden zonder hakkelen uit mijn mond.
“Mij raak je voorlopig niet kwijt.”
Even was het stil. Toen kwam haar hoofd langzaam omhoog.
En ineens. Eindelijk dan. Eindelijk gingen haar ogen open.
Voor het eerst deze week keek ze me aan. Indringend, seconden lang. Door haar tranen heen verscheen iets dat op een glimlach leek. Haar hand raakte mijn wang aan en even streek ze door mijn baard.
“Ik weet het,” zei ze zacht.

Apeldoorn, juli 1994 en april 2007

=========================================

David Sylvian – uit ‘Wave’ (van het album ‘Gone To Earth’ – 1986)

I’ll run to you
Nothing stands between us now
Nothing I can lose
This light inside can never die
Another world just made for two
I’ll swim the seas inside with you
And like the waves without a sound
I’ll never let you down

I’d tear my very soul to make you mine

Hier lees je ‘m op FOK!.

• • •
 

Geen reacties »

No comments yet.

RSS feed for comments on this post. | TrackBack URI

Leave a comment