Porno? Levensgevaarlijk!
Het is verrekte koud buiten. Wat wil je ook, hartje december om kwart voor één ’s nachts. Normaal gesproken zou ik allang in mijn bed liggen. Wat doe ik dan nu op straat?
Ik kom terug van mijn werk. Het is prettig om een extra zakcent te hebben. Daar kan ik leuke dingen van doen.
De kille tegenwind blaast door mijn dikke winterjas. Ik trek mijn schouders op. Zo komt mijn das omhoog en heb ik het in mijn hals wat warmer.
Ik fiets door de Orderparkweg naar huis. Aan weerszijden van de straat staan vrijstaande woningen. Achter de meeste ramen is het al donker. Achter sommige ramen brandt nog licht. Een enkel huis heeft de gordijnen open, zodat ik naar binnen kan kijken.
Zou er iets te zien zijn? Wat zou ik moeten zien? De televisie, natuurlijk!
Ik hoop iets op te vangen van dat wat de Apeldoornse gemoederen al een tijdje bezig houdt: TVA, oftewel TV Apeldoorn. Haha, Apeldoorn heeft een illegale televisiezender! Thuis kijken we er niet naar. Er gaan geruchten. Het schijnt dat de zender iedere vrijdagavond een seksfilm uitzendt!
Wacht, hier zijn de gordijnen open en er brandt licht. Ik ben benieuwd of ik wat te zien krijg. Balen, deze mensen hebben de televisie in de verkeerde hoek staan. Ik zie ze zitten op de bank en ze kijken naar de tv die naast het raam staat.
Het is 1980. Ik ben vijftien jaar oud en ik denk de hele dag aan meisjes. Veel verder dan dat kom ik niet. Ik ben een erg verlegen en stil jochie. Nogal klein voor mijn leeftijd. Op school zit ik altijd halverwege de klas dicht bij het raam te denken en te dromen. Over de meisjes met wie ik graag iets moois zou willen hebben, maar met wie ik niet durf te praten. En er zijn zat leuke meisjes in de klas. Angelique, Astrid, Petra en Antoinette. Ik zie hun wel zitten, maar zij zien mij niet staan. Ondertussen gieren de hormonen voordurend door mijn lichaam. ’s Nachts verlang ik naar de lijfelijke aanwezigheid van een lief meisje, maar altijd blijf ik alleen. Ik fantaseer een hoop. Al die opgekropte opwinding moet er een keer uit, dus soms help ik even een handje. Nee, ik en meisjes, dat is gewoon geen handige combinatie. Hoe graag ik het ook wil.
Ik vlucht mijn vrije tijd in muziek. Hele dagen kan ik op mijn zolderkamer zitten luisteren naar mijn platen. De hoezen speur ik af op zoek naar alle kleine beetjes informatie die ik kan vinden. Zo kom ik op nieuwe namen van groepen en artiesten. Mijn verzameling groeit langzaam maar zeker.
Een paar maanden geleden ontdekte ik de muziek van Emerson Lake & Palmer en jongens, wat is dát gaaf!
Mijn broer is drie jaar ouder. Hij heeft altijd een bijbaantje gehad. Van zijn eerste salaris kocht hij een stereo-installatie. Een plat geval met een radio, cassettedeck en een platenspeler erin. Die wil ik ook!
Ik moet nog eventjes flink sparen.
Mijn broer is inmiddels gaan studeren in Amsterdam. Hij heeft ervoor gezorgd dat ik voor een deel zijn baantje bij de firma Hijskes kon overnemen. Het is een patattent aan de Asselsestraat, gevestigd in het pand naast ijswinkel Van Buren. De eigenaar en zijn vrouw wonen in een herenhuis ernaast.
Ik moet werken op vrijdagavond van half zes tot half één. Aan het eind van de avond druipt het vet uit mijn haren. Ik zal wel stinken ook.
Hee, daar! Weer een huis met de gordijnen open! Ik minder vaart, zodat ik ruim de gelegenheid heb om een blik naar binnen te werpen. Wat zal ik te zien krijgen?
Stiekem hoop ik op blote mensen die ‘het’ aan het doen zijn. Ik heb nog nooit blote mensen gezien die ‘het’ aan het doen zijn. Ik heb wel eens blote mensen gezien.
Afgelopen zomer nog. We waren op vakantie in Vlissingen en ik maakte met mijn vader een lange strandwandeling van Vlissingen naar Zoutelande. Het is de tijd dat sommige vrouwen zonder bovenstukje zonnen, dus blote borsten had ik al wel gezien. Zelfs mijn eigen moeder ging topless. Ik schaamde me kapot!
“Verrek,” zei mijn vader halverwege, om zich heen kijkend. “Hier lopen ze helemáál in hun nakie!”
“Pa, dat is al een kwartier zo,” zei ik. Ik was al een kwartier bezig om zo onopvallend mogelijk te staren naar alle borsten, billen, piemels en voorbipsen die voor mijn ogen dansten.
Jeroen heeft mij ingewerkt. Hij is een stille jongeman die veel in de cafetaria werkt. Aan het begin van de avond geeft hij mij opdrachten wat ik moet doen. Dat kan heel divers zijn. Soms mag ik meehelpen met bestellingen opnemen en met bakken. Maar meestal moet ik in de koude schuur nasiballen draaien of slaatjes opmaken.
“De nasiballen moeten wel perfect rond, hoor,” legt Jeroen uit. “Kijk, zo doe je dat.” Hij pakt een hand nasi uit de grote bak en kneedt het tot een ronde bal. Dan doopt hij hem in eigeel en vervolgens rolt hij de bal door paneermeel.
“Toch raar,” zeg ik. “Vorige week moest ik gehaktballen maken en die mochten juist níét rond.”
“Klopt. Een nasibal ziet er lekkerder uit als hij perfect rond is en een gehaktbal ziet er lekkerder uit als hij juist niet rond is.”
Ik snap er geen bal van.
Het huis heeft de televisie op de goede plek staan! Zal ik dan eindelijk blote mensen zien die ‘het’ aan het doen zijn? In mijn hoofd borrelen beelden op van vrouwelijke billen en borsten, schaamhaar en een grote stijve mannenpiemel.
Op de televisie zie ik een groen voetbalveld. Stik. Die mensen kijken geen TV Apeldoorn. Ik maak weer vaart en rijd verder de Orderparkweg af.
Aan het eind van iedere vrijdagavond drentel ik achter Jeroen aan het huis van meneer en mevrouw Hijskes binnen. Ik krijg een briefje van vijfentwintig gulden in mijn handen gedrukt. Jeroen krijgt er vier.
Iedere week stop ik vijfentwintig gulden in mijn spaarpot. Eens in de maand koop ik een elpee en de rest is voor mijn stereo.
Hier! Kijk, hier is weer een huis dat de gordijnen niet dichtheeft en de televisie aan. Ik minder weer vaart, zodat ik wat beter door het raam kan kijken. Wie weet is er iets te zien. Ondanks de kou heb ik het ondertussen een beetje warm gekregen. Ik rijd stapvoets. Op de televisie zie ik vaag twee mensen in bed liggen, de deken kuis over zich heen. Wat niet is, kan nog komen. Toch?
Ik draai om en fiets een stukje terug tot de hoek van de straat. Dan keer ik weer om en rijd naar het huis met de gordijnen open. Als ik naar binnen kijk, liggen de mensen in bed er nog net zo bij. Niets geen vrouwelijke billen en borsten, schaamhaar en een grote stijve mannenpiemel.
WHAAAMMMMM!!!! Plotseling lig ik op de achterklep van een geparkeerde auto. Alles doet pijn. Bliksemsnel ga ik weer staan en graai ik mijn fiets overeind. Mijn knieën knikken. Ik moet hier weg en snel. Ik ren. Op de hoek van de straat durf ik weer te fietsen. Het stuur staat helemaal scheef en een trapper is verbogen. Het licht doet het niet meer. Ik heb pijn aan mijn been en volgens mij heb ik een dikke bult op mijn kop. Mijn hart bonkt in mijn keel en ik kom adem tekort. Steken in mijn zij.
Als ik thuiskom, pel ik mijn vette kleren van mijn lijf en ga ik snel nog even douchen. Meestal luister ik nog een elpee. Van Emerson Lake & Palmer. Maar nu niet. Rozig en met natte haartjes lig ik in bed. Ik ben nog altijd geschrokken. Trillend blijf ik wakker liggen. Vannacht even niet verlangen naar lieve meisjes uit de klas en niet even ‘een handje helpen’.
Porno? Levensgevaarlijk!
–
Apeldoorn, december 2008