Knäckeboot
Er stond weinig wind vandaag. Kapitein Söfring Hansson keek tevreden uit over het kalme water van de haven. Het indrukwekkende schip voer vanaf het Driekronenpaleis in de richting van de havenmond. ‘Een historische dag,’ dacht de kapitein. ’10 augustus 1628. Drie jaar lang is er aan dit schip gebouwd en nu is het dan zover.’ Hij voelde een zachte windvlaag. De Vasa schommelde licht en maakte iets slagzij. ‘Geen nood,’ sprak de kapitein zachtjes voor zich uit. ‘Dit schip is de trots van de vloot. Het is ontworpen door de meest ervaren scheepsbouwers uit heel West-Europa en vervaardigd door de beste handwerkslieden.’ Kapitein Hansson was er zeer fier op dat hij het schip als eerste de haven uit mocht varen.
Er stond weinig wind vandaag. Kapitein Söfring Hansson keek tevreden uit over het kalme water van de haven. Het indrukwekkende schip voer vanaf het Driekronenpaleis in de richting van de havenmond. ‘Een historische dag,’ dacht de kapitein. ’10 augustus 1628. Drie jaar lang is er aan dit schip gebouwd en nu is het dan zover.’ Hij voelde een zachte windvlaag. De Vasa schommelde licht en maakte iets slagzij. ‘Geen nood,’ sprak de kapitein zachtjes voor zich uit. ‘Dit schip is de trots van de vloot. Het is ontworpen door de meest ervaren scheepsbouwers uit heel West-Europa en vervaardigd door de beste handwerkslieden.’ Kapitein Hansson was er zeer fier op dat hij het schip als eerste de haven uit mocht varen. Maar liefst honderdvijftig scheepslieden waren er aan boord. Even buiten de stad zouden nog eens tweehonderd soldaten zich inschepen. ‘De Vasa zal geschiedenis schrijven.’ De kapitein kreeg gelijk, maar niet op de manier die hij zelf had gehoopt. Een tweede windvlaag volgde.
Het is niet te geloven. Zelfs De Zoon wordt gegrepen door het verhaal. Het is hier best donker; veel daglicht komt er niet. In het midden van de grote hal ligt hij, majestueus en mysterieus. Een rondgang over de verschillende verdiepingen, gangen en afdelingen leert ons meer en meer. We lopen langs zeilen, huisraad, beelden, wapens en meer. De Zoon blijft staan bij computeranimaties en films over de reconstructie van de lichamen van opvarenden. Het Vasa Museet is het drukst bezochte museum van heel Scandinavië.
In Zweden is alles vernoemd naar knäckebröd. Dat had ik al eens verteld. Het is eind november 2011 en we bevinden ons in Stockholm. Dat is niet voor het eerst. Op iedere hoek van de straat vind je een café of restaurant dat Vasa heet. Winkeltjes met die naam bij de vleet. Het leukst is een worstenkraam op het eiland Djurgården die zichzelf Vasa heeft genoemd.
Op datzelfde eiland bevindt zich ook dit heuse Vasa Museet. Maar daar is geen knäckebröd te vinden, zelfs niet in het uitgebreide museumrestaurant. Gek word ik ervan. Gelukkig wordt onze aandacht gegrepen door de tentoongestelde waar. Het is al de tweede keer dat ik hier rondloop en wederom verdwijn ik in de golven van een tragisch, maar o zo intrigerend verhaal.
De eerste tocht van de Vasa was gelijk ook haar laatste. Na slechts 1300 meter uit de haven zonk het schip dertig meter naar de bodem, ter hoogte van het eiland Beckholmen. Gelukkig konden de meeste opvarenden zich in veiligheid brengen. Zij zwommen naar de kant of klommen in de masten die nog boven water uitkwamen. Ongeveer veertig personen verdronken.
Het bleek niet mogelijk het schip te bergen en daarom besloot men het te laten liggen. De masten bleven boven het water uit steken, dus die werden vrij snel afgezaagd. Alleen de kanonnen die aan boord waren (althans: 61 van de 64) werden gered; met behulp van een duikerklok werden ze al in de zeventiende eeuw geborgen. De rest van het schip bleef op de bodem van de haven van Stockholm liggen en men vergat de precieze locatie ervan.
Twee dagen ervoor hebben we de nachttrein van Arnhem naar Kopenhagen gepakt. Met z’n drietjes in een couchette waarin je nog geen huisdier of student zou opsluiten. Maar goed dat De Zoon zijn laptop en wat films bij zich heeft. We vermaken ons opperbest.
Het ontbijt wordt bezorgd; de vriendelijke conducteur helpt mee met het ombouwen van de krappe slaapkamer tot een net zo krappe zitgelegenheid. ’s Morgens iets voor elf uur komen we aan in Kopenhagen, ruim een uur later dan gepland. In de stationshal kopen we koffie en broodjes. Dan stappen we in de hogesnelheidstrein. Er hangt dichte mist op het traject tussen Kopenhagen en Malmö. Hierdoor hebben we geen zicht vanaf de brug over de Sont. Dat is jammer, want het leek ons juist zo mooi. Gelukkig is het na Malmö weer helder. Bijna zes uren lang razen we door bossen en langs meren. Zweden is leeg. Heel leeg. Precies volgens de dienstregeling komen we om half zes aan in Stockholm. Onze vriendin au3 ontvangt ons op het station. Met de metro is het een klein stukje naar het eiland Södermalm. In een klein restaurant eten we de beste burgers van de stad en daarna rusten we uit in au3’s appartement.
De volgende dag zijn we met z’n drietjes. Au3 is naar haar werk. Ik haal broodjes en ost (kaas) bij de Hemköp-supermarkt en na het ontbijt vertrekken we naar Djurgården. De oude tram brengt ons tot bij de brug Djurgårdsbron. Vanaf daar is het maar een paar honderd meter lopen naar het Vasa Museet. Na het uitgebreide bezoek reizen we naar de oude stad Gamla Stan en wandelen we langs het Kungliga Slott en over het plein Slottbacken. We drinken glögg op de kerstmarkt van Stortorget. Dan gaan we terug naar Södermalm en in pub Oliver Twist ontmoeten we au3 weer. Niet lang daarna komen onze vrienden Annemarieke, Sven, Lennart en Lena er ook bij. Het is goed om iedereen weer te zien. Gezamenlijk pakken we de metro naar de wijk Hökarängen. In restaurant Mikel Räv eten we onze buiken rond en treffen we oude bekende Petter en zijn zoon. Daarna gaat het feest verder bij Annemarieke en Sven thuis.
Het is niet helemaal duidelijk wat de precieze oorzaak van de schipbreuk is geweest. Onderzoek heeft uitgewezen dat het schip topzwaar was. De koning gaf op het laatste moment de opdracht om het schip te verlengen, zodat er meer kanonnen in konden. Vasa was niet echt geschikt als oorlogsschip; het lijkt erop dat het meer dienst deed als prestigeobject: om indruk te maken als vlaggenschip van de vloot van Gustav II Adolf. Op het bovenste geschutsdek werden te zware kanonnen geplaatst en mogelijk is dit de reden geweest dat het schip slagzij maakte. De Nederlandse scheepsbouwer Henrik Hybertsson, die de leiding had over de bouw, zou gewaarschuwd kunnen hebben. Maar hij was inmiddels overleden en zijn minder ervaren opvolger voerde de wijzigingen door. En zo werd het schip in de vaart genomen.
De volgende dag gaan we met au3 en Annemarieke het eiland Södermalm verkennen. We wandelen door de Göttgatan, klimmen naar de Katarina Kyrka en bezoeken het graf van Cornelis Vreeswijk. Het uitzicht vanaf het eiland op Gamla Stan en de eilanden Schepsholmen, Kastelholmen en Djurgården is fenomenaal, zeker nu de zon al zakt. Om vier uur is het pikkedonker en besluiten we wat te gaan drinken in de Gamla Stan. Uiteindelijk brengt de metro ons weer terug naar Södermalm en in het kleine Italiaans restaurant Angelos eten we de beste pizza’s ooit.
Die zondagmorgen moeten we vroeg op. Een pendelbus brengt ons om elf uur van het station naar vliegveld Skavsta. We landen om drie uur in Eindhoven en daarna is het een kwestie van wat bussen en treinen om thuis te komen.
Het was de Zweedse particuliere wrakkenonderzoeker Anders Franzén die bedacht dat de houtetende scheepsworm teredo navalis in het brakke water van de Oostzee niet voorkwam. De kans was dus groot dat de Vasa bewaard was gebleven, op de bodem van de Stockholmse wateren lag en nog kon worden geborgen. Met behulp van een zelfgemaakt peillood wist hij het schip te lokaliseren. Met een techniek die al eeuwenlang werd gebruikt om schepen te bergen, lukte het om kabels onder het schip door te trekken en het wrak op te takelen. Op 24 april 1961, 333 jaar na de ramp, kwam de Vasa boven water.
Er volgde een lange periode van behandelen, onderzoeken, reconstrueren en restaureren. Uiteindelijk vond men 14.000 voorwerpen in en naast het schip. Sinds 1990 wordt de Vasa tentoongesteld op het eiland Djurgården. Van buitenaf ziet het museumgebouw eruit als een schip, compleet met drie masten die mede de skyline van Stockholm bepalen.
We kijken onze ogen uit. Ultramoderne computertechnologie heeft het mogelijk gemaakt dat het uiterlijk van enkele omgekomen opvarenden kon worden gereconstrueerd. Aan de hand van skeletten, bot- en weefselonderzoek en DNA is men veel over de fysieke gesteldheid van de mensen te weten gekomen. Gretig en verbaasd nemen we alle informatie in ons op.
Hoe meer ik hier rondloop, hoe meer ik word geraakt door wat er is gebeurd. De mensen gaan leven. Urenlang kunnen we hier zijn. Dit is een van de best opgezette musea die ik ooit heb bezocht. De wandeling rond het grote schip leidt ons langs de geschiedenis van de opvarenden, langs de geschiedenis van de Vasa, langs de geschiedenis van de scheepvaart en het toenmalige leven in Zweden. In het restaurant drinken we koffie en eten we koek (Swedish cook). Dan gaan we weer terug naar de grote hal en verdrinken we wederom in het verhaal.
Het schip maakte nogmaals slagzij, maar dit keer zeer zwaar. Kapitein Söfring Hansson moest zich vasthouden, anders zou hij omvallen. Hij wist overeind te blijven. Toen zag hij wat hij nooit voor mogelijk had gehouden. Water was door de geschutspoorten naar binnen gestroomd. Plots was overal paniek. Hij hoorde de bemanning schreeuwen; iedereen rende voor zijn leven. Het schip bleeft hellen; het lag bijna horizontaal. Uit alle macht ploegde de kapitein naar de deuropening. Het water steeg en steeg. Een grote golf sloeg over hem heen.
–
Apeldoorn, februari 2012
–
Bronnen:
Fred Hocker: Vasa – A Swedish Warship (Medstroms Bokforlag; 15 November 2011; ISBN-13 978-9173291019)
The Vasa Catalogue – Officiële gids van het museum
Officiële website van het museum: http://www.vasamuseet.se/