bazbo – de wereld van Bas Langereis, het middelpunt der aarde

Bas Langereis leest u voor!

06-11-2025

Acht Andalusische anekdotes (6)

Filed under: Publicaties voor FOK! - 2025 — bazbo @ 01:00

‘Knap.’
Er knapt iets. Ik hoor het niet, maar voel het. In mijn linkeroor. Ik weet gelijk: dit is niet goed.

Trouwe lezers weten het: ik hoor heel slecht. Dat niet alleen: het wordt almaar slechter. Iets met een familiekwaal, vooral aan mijn vaders zijde van die familie. Gelukkig zijn er goede hulpmiddelen waarmee ik toch een beetje gesprek kan voeren en sinds dik zes jaar maak ik dankbaar gebruik van hoortoestellen. Zesenhalf jaar geleden kocht ik de toen meest geavanceerde technologie, met software die zich aanpast aan de omgeving, zodat storende achtergrondgeluiden weggefilterd raken en dat waar ik mijn aandacht op richt goed uitversterkt wordt. Helaas, na zes jaar werken ze minder goed. Bovendien zijn de accu’s versleten; in plaats van twintig uur houden ze het nog maar vijftien uur vol. Als ik ’s morgens om half zeven de deur uit ga naar de werkplek doe ik ze in en dan ben ik blij als ik tien uur ’s avonds haal.

‘Knap.’
Dit is niet goed. Wat is er aan de hand? Ik had het toestel aan de linkerzijde al aangebracht en wil nu het exemplaar aan de rechterkant installeren. Ik haal het apparaatje achter mijn oor vandaan. Aan het eind van het kabeltje zit nu: niets. Dat is niet goed. Er moet een speakertje aan zitten. Dat bevindt zich dus nu in mijn rechteroor. Ik voel met mijn vingers, probeer het te pakken. Ja, het zit er, maar mijn dikke duim en wijsvinger hebben er geen grip op.
Ik loop naar de tas en zoek in het voorvak. Een goede vakantieganger heeft altijd een schaar bij zich, een nagelvijl, wat elastiekjes, een stukje touw. En een pincet. Voorzichtig peuter ik in mijn oor. Nee, ik krijg ‘m niet te pakken. Ik druk ‘m er eerder dieper in. Dat moet ook niet.
De Vrouw is in de badkamer. ‘Wil jij even kijken?’ vraag ik. Ze peutert, maar ook zij krijgt ‘m niet te pakken en drukt ‘m er eerder dieper in. Oei.

‘En?’ vraagt De Vrouw een kwartiertje later. ‘Wat nu?’
‘Ik heb online gekeken of er audiciens in de buurt zijn. Die zijn er. Zelfs een paar die het merk toestel dat ik draag in het assortiment hebben. Daar kan ik dus naartoe.’
‘Nou, dat is mooi.’
‘Wat zeg je?’
‘Dat is mooi.’
‘Maar niet nu. Het is zondag. Dan zijn ook in Sevilla de audiciens gesloten. Morgenochtend negen uur zijn ze open, dus probeer ik het dan.’
Die dag gaan we met de bus naar de Puerta Jerez. We wandelen langs de Guadalquivir en de Torre del Oro en bezoeken het Museo de Bellas Artes. In de middag, als het met achtendertig graden op z’n heetst is, houden we siësta in ons appartement. Ondertussen voel ik dat het luidsprekertje in mijn oor er nog zit, het lijkt wel of het wat naar buiten komt. Ik steek mijn pink in mijn rechteroor en voel het inderdaad zitten. Ik pak de pincet maar weer, maar krijg geen grip en au, nu zit-ie er toch weer dieper in.

Iets voor negen uur loop ik de volgende morgen naar een audicien niet ver van ons appartementencomplex vandaan. De zaak is leeg, hij is net open.
‘Good morning,’ zeg ik. ‘Do you speak English?’
‘No.’ De twee dames achter de toonbank kijken elkaar aan. Ik schat ze op mijn eigen leeftijd of nog iets ouder. Ze glimlachen vriendelijk en ik zie een boel rimpels in hun gezicht.
Ik weet het probleem uit te leggen. Ik laat ze het toestel zien met het kabeltje waar geen luidspreker meer aan zit en wijs op mijn rechteroor.
Voor ik het weet zit ik in een kamer apart. Een van beide dames heeft een etui op tafel gelegd en haalt daar een pincet uit. Op mijn telefoon zoek ik Google Translate. ‘Het hoeft niet gerepareerd. Ik ben heel blij als de luidspreker uit mijn oor is.’ Ik laat ze het resultaat lezen en hoop dat wat er staat ergens op slaat.
De dames knikken. De vrouw met de pincet komt naast me staan en duwt mijn hoofd zachtjes opzij, zodat ze er beter in kan kijken. Ze probeert het speakertje te pakken te krijgen, maar het lukt niet. Nog maar een poging. Helaas. Dan is het de beurt aan de andere dame. Ook zij peutert en even lijkt het of ze hem beet heeft, maar ze verliest grip en haar hand schiet weg, pats tegen mijn wang.
‘Sorry,’ zegt ze en ze wrijft met de rug van haar vingers over mijn wang.
Ik glimlach dat het geen pijn doet en zeg: ‘No problema.’ Is dat Spaans?
Na een minuut of wat merk ik dat het ze echt niet lukt. Een van beide dames is dan al een tijdje de kamer uit.
De deur gaat open en de dame komt terug. In haar kielzog twee mannelijke collega’s, beiden in witte doktersjas. Dat belooft wat.
De ene kijkt mee hoe de dame nog altijd in mijn oor staat te peuteren. De ander zegt iets in heel erg gebroken Engels dat ik niet versta. Als ik even opkijk, zie ik dat ze allemaal nee schudden.
‘Come with me,’ zegt de man met het gebroken Engels. Hij gaat me voor, de anderen volgen op de voet. We lopen door de winkel; er zitten inmiddels zo’n acht mensen te wachten tot ze geholpen worden. Iedereen kijkt de colonne na.

Achter in de winkel blijkt een gang en daar zijn nog veel meer spreekkamers. Ik mag er eentje van in en kan plaatsnemen bij een bureau waar een computer staat. Al snel begrijp ik wat de bedoeling is. Er gaat een cameraatje mijn oor in en op het beeldscherm zie ik mijn binnenoor, wat oorsmeer en daar diep, heel diep, heel ver weg zit iets blauws. Het is het luidsprekertje.
De man in de doktersjas met het beroerde Engels gaat het nogmaals proberen. Ik voel dat hij op de speaker drukt en dat die steeds dieper en dieper gaat zitten. De druk op mijn trommelvlies wordt nu pijnlijk. Dat laat ik merken.
Hevig overleg in het Spaans. Ik versta er no ballos van. De medewerker met het slechte Engels gaat staan bellen.

De speaker blijkt overdwars te zitten, legt de andere man uit in verbazingwekkend goed Engels. Ik vraag of het kwaad zou kunnen als het nog een dag of wat erin blijft: woensdag ga ik weer naar huis.
‘Well, we don’t recommend that,’ zegt hij. ‘The little thing could cause some wound and infection.’
Op de achtergrond nog meer getelefoneer. Maar goed dat ik het allemaal niet hoor.
Ik krijg een verwijzing naar een gespecialiseerd arts, legt hij uit. ‘She can see you this morning, she knows you’re coming. Her office is near the Plaza de Jerez. Do you know the Torre del Oro?’
Ja, dat weet ik. Laat daar nu net de bushalte zijn waar we gisteren zijn uitgestapt en waar we vandaag opnieuw naar toe willen. Ik open Google Maps op mijn telefoon en draai hem naar de vriendelijke audicien.
Hij typt het precieze adres in en zoekt op de kaart waar de praktijk van de arts is. ‘Be there before one o’clock.’ Hij geeft me ook een enveloppe met daarin de doorverwijzing naar de arts. ‘This is our service,’ zegt hij erbij. ‘It’s free. No costs. Nada.’
Als ik opkijk, zie ik dat alle vier deze medewerkers mij aankijken.
‘Thank you all so much,’ zeg ik. Ik schud de twee jongemannen stevig de hand. ‘Gracia. Muchas gracia,’ zeg ik tegen de twee dames. Ook hen geef ik een hand. Ik leg mijn rechterhand links op mijn borst en buig. Ze kijken me vriendelijk glimlachend aan. ‘Nada.’
Gevijven lopen we door de winkel naar de deur. Een van de jongemannen opent die voor mij. Ik doe een stap naar buiten en draai me om. Vier mensen zwaaien me uit. Ik buig nogmaals.
‘Nada.’

Op de terugweg haal ik brood bij de bakker en kaas bij de supermercado. In ons vakantieappartement drinken we koffie en ontbijten we. Dan gaan we op pad. Was het anderhalf uur ervoor nog aangenaam buiten, nu is het al heet. Vandaag wordt het 40°C. Het is druk in de bus 5 naar de Puerta Jerez.
Bij het Plaza de Perez is het heel even zoeken, maar we vinden de praktijk van de otorrinolaringalogía (jaja) snel. De receptie is beneden in de hal en daar mogen we wachten; een half uurtje later wijst de receptioniste dat we naar de eerste verdieping kunnen. Ook daar een wachtkamer. Na vijf minuten zwaait een deur open.

De KNO-arts spreekt nauwelijks Engels, maar gebaart me gelijk te gaan liggen op de behandeltafel. Eerst bekijkt ze mijn rechteroor, vervolgens het linker. Ze kan de speaker goed bereiken, maar niet vastpakken. Een nieuwe poging. De druk op mijn trommelvlies wordt nóg groter. Het begint zeer te doen. Ik begrijp dat het nog niet lukt en ze grovere instrumenten nodig heeft. Ik sluit mijn ogen en houd mijn adem in. Even is het heel pijnlijk, maar de daaropvolgende opluchting is groot. Gelukt.
Ik krijg de kleine luidspreker op een tissue in mijn handen gedrukt.
Kosten? wil ik vragen.
De arts is me voor. Ze brengt haar twee handen met de rug naar boven naar elkaar toe en beweegt ze dan uit elkaar. ‘Nada.’
‘Nada? You sure?’
‘Nada.’
Wederom muchas gracia.

Wat een avonturen toch weer.


Apeldoorn, juli 2025

Hier lees je ‘m op FOK!.

• • •
 

Geen reacties »

No comments yet.

RSS feed for comments on this post.

Leave a comment