bazbo – de wereld van Bas Langereis, het middelpunt der aarde

Bas Langereis leest u voor!

21-11-2007

In de Turkse winkel

Filed under: Publicaties voor FOK! - overig — bazbo @ 01:00

De Turkse winkel bij mij om de hoek is een echte Turkse winkel. Precies zoals ik me een Turkse winkel zou voorstellen, als je me het gevraagd zou hebben toen ik nog in mijn Brabantse dorpje woonde. Net als een kind een huis tekent, had ik me een heel typische voorstelling van een Turkse buurtsuper. Compleet met een mooi meisje met hoofddoek. Nu woon ik in de grote stad en heb ik er eentje om de hoek. De schappen staan dicht op elkaar en zijn overvol gevuld met kleurige producten. Ik vind het heerlijk om er rond te lopen en de exotisch aandoende potjes te kopen. En omdat ik vaak geen idee heb wat er in zit, eet ik na een bezoekje aan de Özturk Market ook nog eens heel avontuurlijk. En vaak lekker.
Wat ik ook altijd zo mooi vind, is het meisje dat achter de kassa staat. Zeker weten of het nog een meisje is weet ik eigenlijk niet. Ze zal iets ouder zijn dan ik. Aan haar hoofddoek te zien is ze waarschijnlijk al getrouwd. Ze gaat traditioneel gekleed in een wijde lange broek en een wijd vallende tuniek eroverheen. Haar hoofddoekje past altijd perfect bij de kleur van haar kleding, en laat haar prachtige gezicht beter uit komen. Altijd als ik naar haar kijk ben ik gefixeerd op haar schitterende amandelkleurige ogen. Ik vond dat altijd een stomme uitdrukking, maar zij heeft ze.

Op een rustige ochtend was ik op zoek naar een bepaald soort honing, zo’n potje met nootjes erdoor. Erg lekker, maar nergens te vinden.
“Is er nog van die lekkere notenhoning? Ik kan het nergens vinden.” Toen ik het Turkse kassameisje aansprak, leek het alsof ik haar wakker maakte uit een overpeinzing. Ze keek me aan en leek meteen te begrijpen wat ik bedoelde.
“Ik denk het wel, hoor. Ik moet even achter kijken. Loop je mee?” Ze wenkte. Blijkbaar was het zo rustig, dat ze blij was met wat afleiding. Ik ging er gretig op in.
“Altijd leuk om eens bij een andere winkel in de keuken te kijken.”
“Werk jij ook in een winkel?” We liepen in het magazijn, daar waar bij ons de spannendste dingen gebeurden.
Ik keek haar aan. Licht viel door een hoog venster op haar rug, terwijl ze hoog reikte naar een pallet met potten honing. Voorzichtig pakte ik haar bij de heupen om haar te ondersteunen.
“Ik werk ook in een winkel, ja. Bij mij in het dorp. Het is soms lekker om elkaar te helpen, als je even iets hoger moet reiken dan je alleen kan. Vooral in een magazijn.”
Met een pot honing in haar hand draaide ze zich om. Mijn ene hand viel van haar af en met de andere streelde ik in de beweging haar billen.
“Ik vind het prettig om met een collega zoals jij ervaringen uit te wisselen,” zei ze. “Jij lijkt te zien dat het werk hier niet altijd makkelijk is.”
“Ik kijk graag naar je.”
“Ja, dat weet ik. Ik merk het elke keer als je de winkel binnen komt.” Ze glimlachte en legde haar hand losjes in mijn zij.
“Je hebt van die mooie donkere ogen,” zei ik. Ik bracht mijn handen naar haar hoofd en sloeg de hoofddoek wat naar achteren. Er kwam lang zwart haar onder vandaan. “Ik ben jaloers op je haar. En wat een schitterend sieraad heb je om je hals hangen. Mag ik het eens bekijken?” Ik legde mijn handen op haar hals en haar borst en betastte de ketting. Langzaam gleden mijn handen naar beneden langs de rondingen van haar borsten. “Meid,” zei ik zachtjes, “je hebt prachtige vormen. Zonde om die zo verborgen te houden.”
Haar hoofd boog iets achterover toen ik door haar haren streek. Ze zette de pot honing weg en legde haar hand in mijn nek. Langzaam bracht ze haar lippen naar de mijne. We zoenden langzaam en lekker. Een moment was ik echt betoverd. Toen was het voorbij.
“Neem de honing maar mee; het is een cadeautje van mij.” Met een twinkeling in haar ogen deed ze haar hoofddoek weer om en liep verder naar achter. Ik keerde terug in de winkel, en in de werkelijkheid. Het was hier gewoon dag, en ik moest weer verder met mijn beslommeringen.

Aan de kassa stond nu een oudere meneer. Hij werkte hier ook altijd.
“Heeft u börek?” vroeg ik. De man keek mij niet-begrijpend aan. “Börek, u weet wel. Van dat baksel met kaas- of vleesvulling.”
De man brabbelde iets in zijn Arabische taaltje.
“Ik was deze zomer op vakantie in Turkije,” ging ik verder. “Ik was ook een paar dagen in Istanbul. Istanbul. Kent u die stad?”
“Ja, die ken ik,” was het antwoord. Gelukkig. Hij keek me aan op een manier die ik nog niet goed kon inschatten.
“Mooie stad, hoor. Bent u er wel eens geweest?”
“Ja, een paar dagen.” Zijn blik zakte af omlaag, naar mijn vrouwelijke rondingen. Er begon iets te glinsteren in zijn ogen. Ik zuchtte. Het was weer eens zover.
“En wat vond u ervan?”
“Heel druk. Ik hield het maar een paar dagen uit.” Die viezerik stond me gewoon uit te kleden met zijn ogen. Zag ik dat nou goed, of kwam er een dun straaltje vocht uit zijn mondhoek lopen?
“U komt niet uit een stad?”
“Ik ben helemaal geen Turk.” Hij zei het mij iets te triomfantelijk. “Ik kom uit Iran.”
“Maar dat vroeg ik toch helemaal niet?” Deze meneer begon me danig op de zenuwen te werken. “Ik vroeg of u uit de stad komt! En of u börek heeft. Of kennen ze dat niet in Iran?”
“Wij kennen van alles,” zei hij. “Maar niet dat vrouwen zo praten tegen een man.”
“O, maar u bent hier niet in Iran, hoor.”
“U bent hier wel in mijn winkel. Ik ben hier de baas. In mijn cultuur doet de vrouw wat de man zegt.” Hij keek erbij alsof hij mij à la minute wilde nemen, hier op de toonbank.
“Meneer, u gaat hier toch niet de strenge moslim uithangen die neerbuigend doet naar dames, hè? U bent hier in Nederland, en u moet zich wel een beetje aanpassen aan de gewoontes van dit land.”
“Is vrijheid van godsdienst!” riep de man ineens uit. “Als ik mijn geloof niet mag belijden, dan is dat discriminatie!”
“Discriminatie, me reet,” ontsnapte me. “U kunt gewoon uw ongelijk niet toegeven. U wilt mij de les lezen, en omdat ik een vrouw ben, accepteert u niets van mij.”
“Mevrouw, jij geen respect hebben voor mijn cultuur!” fulmineerde hij. “Discriminatie!”

Ik kreeg ontzettend veel zin om te zeggen: “Kijk, dan haak ik af.” Maar ik deed het niet. “Barst,” zei ik. Ik liet het mandje met alle boodschappen op de band staan. “Doe je eens belangstellend naar je medemens, krijg je dit. Ik wil gewoon eens weten hoe het er aan toegaat in een Turkse winkel, wat van jullie artikelen zien en een praatje maken met de medewerkers. Dan verwacht ik niet zo’n brutale bek. Dan is die jongedame achter in de winkel wel wat vriendelijker. Mooie ogen en lekkere tieten. En zoenen als de beste. Heerlijk. Voor haar kom ik nog wel een keer terug. De ballen.”
Terwijl ik de meloen, de paprika’s en het Turkse brood in het mandje achter liet, draaide ik me om en verliet ik de winkel. Ik zag nog net dat de man naar adem hapte en in alle haast naar achteren de winkel in rende. Vuile Küttürk.

November 2008

Hier lees je ‘m op FOK!.

• • •
 

Geen reacties »

No comments yet.

RSS feed for comments on this post. | TrackBack URI

Leave a comment