Een lekkere lange (1)
Zag het er naar uit dat het lente werd? Ik liet me door de veelbelovende verwachtingen van de weerman leiden en koos die morgen voor een rokje en een luchtig truitje. Zonder beha, welteverstaan. Ik heb kleine, maar stevige borsten die niet altijd steun nodig hebben. Het voelde heerlijk om weer eens in dergelijke zonnige kledij naar buiten te gaan. Mijn ogen had ik traditiegetrouw mooi opgemaakt met mascara. Ik was er klaar voor!
Ik moest voor mijn werk naar een vergadering ergens aan de andere kant van het land. Normaal zou ik met de trein reizen, maar gezien de laatste berichten in de krant kon ik niet goed vertrouwen op de dienstregeling van de NS. Vandaar dat ik een auto had geleend van een huisgenoot. Nou ja: ‘auto’ is misschien een te eervolle naam voor de afgetrapte bak roestig plaatijzer die ik mocht gebruiken. Daan zei nog: “Niet te ruw schakelen, hoor! En het is te hopen dat je niet in een file terechtkomt, want als je lang stationair draait raakt de motor geheid oververhit, en dan sta je met panne.”
Nu kon ik me bij ‘oververhit’ wel iets leuks bedenken, maar naar panne keek ik minder uit.
Daans opmerking over files maakte mijn humeur gelijk een stuk minder zonnig. Sinds ik mijn rijbewijs heb, heb ik meteen een nieuwe hobby ontdekt: filerijden. Ik vind het heerlijk om ’s ochtends in de auto te zitten en om me heen te kijken. Al die net niet uitgeslapen koppen in de auto. Al die mensen die nog een beetje bezig zijn met wakker worden, en de bijbehorende rituelen die noodgedwongen in de auto plaats vinden omdat men toch op tijd op het werk wil zijn. En ik zit daar tussen, tussen al die rauwe ochtenderecties en die glazige, slaperige geilheid.
Ik had het vooruitzicht op een lekkere file al van me afgezet. Wat er ook gebeurde: ik moest en zou die ochtend op tijd bij die vergadering zijn. De voortgang van een groot project van ons bedrijf hing ervan af.
Je zult het altijd zien. Als het absoluut niet uitkomt, gebeurt dat waar je voor vreest. Natuurlijk had ik met vertraging rekening gehouden en was ik meer dan een half uur te vroeg weggereden die morgen. Ik had de autoradio aanstaan en er werd geen melding gemaakt van oponthoud op deze Anogwat. Maar ja, hoor. Het was weer eens zover. File! En dit was er niet zomaar een. Zover ik kon kijken, zag ik stilstaande auto’s. Shit, dit ging lang duren. Als ik niet echt op tijd zou moeten zijn, zou ik gezegd hebben: “Dit is een lekkere lange.” Maar dat was nu niet het geval. Ik baalde. Af en toe konden we stapvoets iets verder rijden, maar de meeste tijd stonden we stil. De boodschap van Daan hield ik in mijn achterhoofd, dus als we stilstonden, zette ik de motor uit. Geen oververhitte toestanden voor mij vandaag. Ik begon me te vervelen en keek eens om me heen.
In zo’n file zie je dan wat voor een vreemd wezen de mens is. Mannen die in hun neus peuteren, vrouwen die meezingen met de radio, getrommel op het stuur, lui die onderuit liggen met een fles drinken, armen buiten het raam.
Links naast mij kwam een sportwagen stil staan. Het was zo’n Honda, volgens mij. Ik heb er geen kijk op. Waar ik wel kijk op heb, zijn de bestuurders. Vaak zijn dat van die jongens met een wit t-shirtje en iets teveel spieren in borst en bovenarmen. Nu ook weer. Die gast zat me aan te kijken met een blik die volgens mij een enorme erectie moest verraden.
Het leek me leuk om het spelletje een beetje mee te spelen. Ik keek verleidelijk terug en likte met mijn tong mijn bovenlip af. De knul knipoogde.
Hij kon weer een stukje rijden. Niet veel later ik ook. Toen stonden we weer naast elkaar.
De jongen wenkte naar mij. Zijn raam ging automatisch open en hij boog naar zijn portier toe. Ik was nieuwsgierig geworden en draaide handmatig mijn raampje naar beneden.
“Hoi,” zei hij met een glimlach. “Heb jij misschien een vuurtje voor mij?”
“Nee,” schudde ik. “Ik rook niet.”
“Balen hè, die file?”
“Ach, ik vind het normaal niet zo erg, hoor. Je spreekt nog eens iemand.”
“Ben je zo eenzaam dan?” vroeg hij.
“Nee hoor. Wilde je me gezelschap komen houden, dan?”
“Lijkt je dat leuk?”
“Ligt eraan wat voor type je bent.”
“Op wat voor mannen val jij dan?”
“Nou, best een beetje stoer, maar ook wel met een zachte kant.”
“Zou ik een beetje jouw type kunnen zijn?”
“Je bent wel gretig, hoor,” grinnikte ik. “Wat zijn je verwachtingen?”
Hij kon geen antwoord geven. Mijn rij ging weer rijden.
Lang duurde het niet. Even later stond ik weer stil. En ja hoor, voor ik het wist stond die ene sportieve auto ook weer naast me.
“Jij ziet er wel lekker uit,” zei hij ineens. Hij knipoogde.
“Oja, joh?” Ik wist dat ik op mijn hoede moest zijn.
“Je hebt mooie ogen.” Hij keek helemaal niet naar mijn ogen, maar naar mijn borsten. Ik kon zijn linkerhand op het stuur zien liggen, maar zijn rechterhand had hij in zijn schoot. Of zo. Of bewoog hij ermee?
“Dank je.”
“Zullen we zo ergens iets gaan drinken?” vroeg hij ineens.
“Ik moet naar een vergadering,” antwoordde ik.
“Dan zeg je toch dat je in de file staat? Het is nog waar ook.”
“Het lijkt wel of jij eenzaam bent, en niet ik,” zei ik.
“Ach, ik ben een man en ik heb behoeftes.”
“Goh,” spotte ik. “Ga weg, zeg. Waar heb je me voor nodig?”
“Het is een zonnige dag,” zei hij ineens ietwat voorzichtig. “Het lijkt me leuk om met jou plezier te maken.”
“Je hebt je plan al klaar, hoor ik.”
“Iets verderop is een parkeerplaats. Daar is een leuk bosje met een veldje.”
“Je wilt picknicken!” riep ik uit. “Ik heb een boterham met kaas bij me. Die kunnen we delen.”
“Nou,” zei hij, terwijl er kwijl vanuit een mondhoek droop, “ik zat meer te denken aan dat jij je pruim sopt terwijl je van mijn salamiworst proeft.”
Kijk, dan haak ik af.
“Gedver!” schreeuwde ik naar hem. “Hoe haal je het in je perverse hoofd? Ik ga nog liever naar honderd vergaderingen dan dat ik naar jouw stomme praatjes moet luisteren.”
De knul keek me verbijsterd aan.
“Trouwens, ik moet weer rijden,” gebaarde ik naar hem. Ik draaide het raampje weer naar boven, startte en reed een eind weg.
Veel schoot het niet op. Weer stoppen. Straks zou ik echt te laat komen op de vergadering.
De rij links naast mij bleef doorrijden. In mijn achteruitkijkspiegel zag ik de auto van de jongen ook weer dichterbij komen. Het zag ernaar uit dat hij door kon rijden.
Op het moment dat hij langs mij kwam, draaide ik me naar het raampje toe. De knul keek me verlekkerd aan. Ik bedacht me niet en trok mijn truitje tot aan mijn kin omhoog.
De mond van de jongen viel open van verbazing toen hij mij met mijn tietjes zag schudden. Hij bleef kijken. Zo zag hij niet dat de auto voor hem plotseling moest remmen. Met een daverende klap botste de Honda er tegenaan. Er klonk gerinkel van glas. Even gebeurde er niets. Toen stapte de knul uit en begon hij tegen de auto voor hem te schreeuwen. De bestuurder was inmiddels ook uitgestapt en er ontstond iets dat op een handgemeen leek.
Ik moest lachen om de jongen. Mijn rij mocht rijden.
Echt boos was ik niet meer. Terwijl ik hem rechts passeerde, zwaaide ik nog even vriendelijk naar hem.
April 2008