Freek Torso stond op van tafel. “Tijd voor serieuze zaken. Eens kijken of ik het beleid rondom het Scheurbuikplantsoen kan beïnvloeden.”
“Waar heb je het over, Freek?” vroeg zijn vrouw Trees.
“Niet mee bemoeien, mens,” was zijn antwoord. “Politiek is niets voor het zwakke geslacht.”
“Is jouw geslacht nu ook zwak?” vroeg Trees met een geile blik in haar ogen. “Zal ik hem even sterk maken?”
“Niet nu, hete teef. Niet nu ik de gemeentepolitiek inga,” zei Freek Torso. Hij liet zijn vrouw achter met de restanten van de lunch en ging naar buiten. Op de stoep bleef hij staan. De kat Kots was naast hem komen zitten.
“Braaf beest,” aaide hij het dier over zijn kop. “Maar nu weer Japanse koikarpers bij buurvrouw Van der Staaf uit de vijver jatten!” Met een schop hielp hij het dier de goede richting in. Toen keek hij naar de lege parkeerplaats voor zijn deur. “Ik moet aan een andere auto zien te komen.”
“Goedemiddag! Wie we daar hebben!” sprak Eddie de Rimmer toen Freek Torso zijn autobedrijf binnenkwam. “Als dat Freek Torso niet is!”
“Meneer Torso voor jou,” zei Freek Torso. “Niet te amicaal, Eddie. Dat is nergens voor nodig.” Freek keek de zaak eens rond. Er stonden mooi gepoetste auto’s te glimmen.
“Sorry, meneer Torso,” verontschuldigde Eddie zich. “Wat kan ik voor je doen?”
“Je kunt je oude schuld bij me inlossen.”
“Nu?” hakkelde Eddie. “Maar de zaken lopen nog niet goed. Ik zit niet al te ruim bij kas.”
Freek Torso gaf Eddie de beruchte Freek Torsoblik. Eddie trok wit weg.
“Geen flauwe uitvluchten, Eddie. Dat siert je niet. En geld heb je zat. Je hebt hier een flinke autowinkel, als ik het zo zie. Daar moet een hoop vermogen in zitten.”
“Dat valt wel mee,” zei Eddie.
Freek Torso pakte Eddie bij zijn kraag en drukte hem tegen de muur. “Dat valt helemaal niet mee, Eddie de Rimmer,” siste hij. “Spreek nooit een Torso tegen. Dat kan je duur komen te staan.”
“Wat kan ik voor u doen?” kroop Eddie.
“Wat een loser,” zei Freek Torso, toen hij de splinternieuwe BMW in z’n één zette. “Toch mogen we Eddie de Rimmer niet onderschatten. Hij is een jeugdvriend. En niet iedereen wordt zomaar een jeugdvriend van Freek Torso. Eddie heeft zijn momenten gehad. Niet veel, maar hij heeft ze gehad. En nu denkt hij dat hij van zijn schuld verlost is, maar hij zal nog raar staan te kijken. Ik zal Eddie nog goed kunnen gebruiken.”
Freek Torso was inmiddels de straat uitgescheurd. Hij sneed een oud vrouwtje van het zebrapad. “Uitkijken, fossiel!” zei hij. “Ik ben onderweg naar het gemeentehuis en ik regel zo dat de gemeentelijke bejaardenbijstand stopgezet wordt.”
Op het Scheurbuikplantsoen stonden landmeters hun werk te doen. “Wat zullen we nou krijgen?” vroeg Freek Torso zich af toen hij over het plein racete. “Herinrichting? En wat gebeurt er met de vijver?” Veel tijd om daarover te piekeren kreeg hij niet.
Een enorme auto kwam van rechts. Freek Torso trapte uit alle macht op de rem en moest de SUV voor laten gaan. “Klootzak!” riep hij. “Opzij! Je ziet toch dat ik eraan kom!” Het gevaarte reed voor hem uit, in de richting van het gemeentehuis. Freek Torso bleef flink aan zijn bumper kleven. “Ik zal je een maag-darmkanaalverzakking bezorgen,” sprak hij rustig.
De SUV stopte bij het gemeentehuis. Een klein iel mannetje stapte eruit.
“Een compensatiewagen, zoveel is duidelijk,” sprak Freek Torso. Ook hij stapte uit zijn auto en liep het gemeentehuis binnen. Bij de ingang was de balie van de receptie.
“Goedemorgen, meneer Torso,” zei het meisje achter de balie. Freek Torso vond het een prettig idee dat mensen hem bij naam kenden.
“Zo, tut met paardenstaart,” zei Freek Torso tegen de tut met de paardenstaart. “Waar is het overleg van de gemeenteraad over de toekomst van het Scheurbuikplantsoen?”
“Dat is al afgelopen,” zei het meisje.
Freek Torso keek naar de naambadge op haar borst, maar werd al snel afgeleid door de joekels van borsten zelf. “Dat is jammer, Jennifer,” zei hij tegen haar.
“Kan ik verder iets voor u doen?”
“Nou, als ik jou zo zie, dan krijg ik ontzettend zin in een partij tietfukken.”
“O, meneer Torso,” giechelde Jennifer. “Wat een ondeugend voorstel.”
“Wacht maar af,” mompelde Freek Torso. Ondertussen zag hij vanuit zijn ooghoek dat burgemeester Van Zwans aan kwam lopen. “Momentje, Jennifer,” zei hij.
De burgemeester wilde via de draaideur het gemeentehuis verlaten, maar Freek Torso hield hem staande. “Van Zwans,” zei hij. “Dat is alweer enige tijd geleden. Hoe maak je het?”
“Prima, meneer Torso. Bedankt dat u het vraagt. Het is een gekkenhuis vandaag. Een spoedberaad en dan heb ik thuis nog een zooi huwelijksperikelen op te lossen.”
“Kut de krab,” zei Freek Torso. “Ik wil het met je hebben over de toekomst van het Scheurbuikplantsoen. Dat plein is me zeer nauw aan het hart gelegen.”
“Niet nu, meneer Torso. Mag het morgen?”
“Morgen is het zondag. Ik wist niet dat politici van jouw slappe kaliber dan werkten.”
“Kom morgenmiddag naar mijn riante villa. Dan bespreken we de zaak en spelen we een partijtje tennis.”
“Afgesproken, Van Zwans,” zei Freek Torso.
“Fijne prammen om hem lekker tussen te rammen,” zuchtte Freek Torso tegen Jennifer. Het meisje veegde haar borsten schoon, deed haar haren terug in een paardenstaart en maakte haar bloesje weer dicht.
“U kunt er wat van, meneer Torso,” zei ze.
“Ja ja,” zei Freek. Hij had zojuist ontdekt dat de eigenaar van de SUV naderde. De man liep het herentoilet binnen. Snel knoopte Freek zijn broek dicht. “Tot later, mens.” Jennifer keek hem met zwoele blik na.
Freek Torso liep de herenwc in. De man van de SUV stond bij een urinoir.
“Zo, zeikerd,” begon Freek Torso.
“Pardon?” vroeg de man, terwijl hij zijn gulp dichtdeed. “Heb ik je wat misdaan?”
“Een maag-darmkanaalverzakking zit er vandaag helaas niet in. Maar mijn dokter zegt dat je veel moet drinken.”
“Wat bedoel je?” vroeg de man. Hij stond inmiddels zijn handen te wassen.
Freek Torso greep de kerel beet, duwde zijn kop in de wasbak en draaide hem om. Er knakte iets in de nek van het kereltje. Handig liet Freek de tuit van de kraan in de mond van de man passen. Toen kneep hij de neus dicht en draaide de kraan flink open. Het duurde niet lang of de ogen van het mannetje puilden uit. Zijn gezicht liep rood aan.
“Wie had jou een teken gegeven om te tutoyeren?” vroeg Freek.
De kreten die de man uitstootte werden steeds zwakker. Het lichaam bood steeds minder weerstand.
“Luister eens hier, SUVlul,” zei Freek Torso. “Tijd voor een wijze levensles. Alles met ’te’ ervoor is niet goed. Vooral ’terreinwagen’.”
Apeldoorn, februari 2008
Hier lees je ‘m op FOK!.