Carlo Piemol en het jeugdalcoholisme
Carlo Piemol is in de supermarkt.
Daar ziet hij de nichtjes Tok en Tak.
Die doen ook boodschappen.
Breezers, natuurlijk.
Een leerzaam verhaal over alcoholgebruik onder tieners.
Carlo Piemol loopt op straat.
Door de Apenlaan
en dan naar het Pulkplein.
Daar is de supermarkt.
Carlo Piemol gaat boodschappen doen.
Wat zal hij vandaag eens eten?
“Ik heb zin in spaghetti,”
denkt Carlo Piemol.
“Met tomatensaus en veel verse groente.
Dat is gezond.
En een lekker flesje wijn erbij.
Italiaanse wijn. Witte.”
Kijk, daar is de supermarkt al.
Carlo Piemol graait in zijn zak.
“Dat moet broekzak zijn,” zegt Carlo Piemol.
“Anders krijgen we problemen met lastige lezertjes.”
Wat kan ons het bommen, Carlo Piemol!
Wat ben je toch een nichterige moraalridder!
Ga boodschappen doen en spaghetti maken!
Carlo Piemol graait in zijn zak.
Hij vindt een muntje.
Daarmee pakt hij een winkelwagentje.
Als Carlo Piemol de supermarkt binnenkomt,
valt zijn blik op de kassa’s.
Erachter zitten leuke meiden.
“Wat een leuke meiden,” denkt Carlo Piemol.
“Vooral die ene.
Jammer dat ze soms wat geweldadig kan zijn.
En dat ze zo jong is.”
Carlo Piemol telt zijn verjaardagen.
En wordt somber.
Carlo Piemol duwt het winkelwagentje.
Eerst komt hij langs de groente.
Hij pakt prei, uien, wortelen en paprika.
Dan zoekt hij rundergehakt.
En blikken gepelde tomaten.
Spaghetti heeft hij thuis nog.
“Nu op zoek naar een wijntje,”
mompelt Carlo Piemol tegen zichzelf.
Verderop is het pad met wijn en bier.
Hé, wat ziet Carlo Piemol nu?
Daar staan zijn nichtjes Tok en Tak!
Ze pakken allerlei flesjes uit het schap.
“Wat zijn dat voor flessen?”
vraag Carlo Piemol zich af.
“Het zijn vast van die breezers!
Daar zijn ze veel te jong voor!
De nichtjes Tok en Tak zijn dertien jaar
en alcohol mag je pas kopen
als je zestien bent!”
Aan de andere kant is Carlo Piemol blij
dat ze hun drank kopen
en er niet vieze dingen voor hoeven te doen.
Zoals bukken met de string naar beneden.
Of aan een lolly likken.
Carlo Piemol vindt zijn Italiaanse wijn.
Dan gaat hij snel achter zijn nichtjes aan.
Op naar de kassa.
“Eens kijken,” denkt Carlo Piemol hardop,
“of het kassameisje naar hun identiteitsbewijs vraagt.”
Carlo Piemol gaat in de rij staan.
Er is één meneer voor hem.
Dáárvoor staan de nichtjes Tok en Tak.
Waar Carlo Piemol bang voor is,
dat gebeurt.
Het kassameisje rekent de flesjes af.
De nichtjes Tok en Tak betalen
en lopen naar de uitgang.
Ze openen een van de flesjes
en beginnen te lurken.
Carlo Piemol is aan de beurt.
“Dag meneer,” zegt het kassameisje.
“Dag kassameisje,” zegt Carlo Piemol.
“Wat een leuk kassameisje is het toch,”
denkt Carlo Piemol.
“Wat zou ik graag eens met mijn handen
aan haar billetjes zitten.”
“Dat is dan twaalfduizend vierhonderdzevenendertig euro
en zestig cent,” zegt het kassameisje.
Carlo Piemol betaalt.
We zitten tenslotte in een recessie.
Even later is Carlo Piemol buiten.
Daar staan de nichtjes Tok en Tak.
“Wat is dit?” vraagt Carlo Piemol.
“Dat?” zegt nichtje Tak.
“Dat is een breezer.”
“En dit is er nog een,” zegt nichtje Tok.
“En hier heb ik er nog meer.
Lekker zijn ze, hoor.”
“Jullie zitten fout,” zegt Carlo Piemol.
“In de supermarkt mag je geen alcohol kopen
als je nog geen zestien bent.”
“Flikker toch op, oom Carlo Piemol!”
roepen de nichtjes Tok en Tak in koor.
“Wat een nichterige moraalridder bent u toch!”
“Pitsepetsepatse!” doet de hand van Carlo Piemol
op de blote billetjes van nichtje Tok.
“Pitsepetsepatse!” doet de hand van Carlo Piemol
op de blote billetjes van nichtje Tak.
“Zo, dat zal jullie leren!”
zegt Carlo Piemol streng.
“Geen alcohol onder de zestien!
En neem je identiteitsbewijs mee!”
Carlo Piemol is nog niet klaar.
Het kassameisje is naar buiten gekomen.
Ze steekt een sigaret op.
Carlo Piemol doet wat hij moet doen.
“Pitsepetsepatse!” doet de hand van Carlo Piemol
op de blote billetjes van het kassameisje.
“Wat had jij nou?” roept ze.
“Jij verkoopt alcohol aan minderjarigen,”
zegt Carlo Piemol.
“Dat mag niet.”
Het kassameisje klimt van Carlo Piemols knie.
Ze doet niet eens haar broek omhoog
maar begint meteen te meppen en te slaan.
“Ik houd niet van nichterige moraalridders,”
gilt het kassameisje.
Ze slaat Carlo Piemol links en rechts.
Hij wordt er warm van.
Wat vindt hij haar mooi!
Even later is Carlo Piemol weer alleen.
Hij zit op de stoeptegels voor de supermarkt.
Zijn billen doen pijn.
Carlo Piemol graait in zijn zak.
“Dat moet deze keer geen broekzak zijn!”
zegt Carlo Piemol.
“Zit alles nog op zijn plaats?”
Carlo Piemol pakt zijn boodschappen.
Dan loopt hij van het Pulkplein
door de Apenlaan.
Even later is hij thuis.
Daar maakt hij spaghetti.
Met tomatensaus en veel verse groente.
Dat is gezond.
Dag Carlo Piemol!
Evengoed toch lekker met je handen
aan de billetjes van het kassameisje gezeten!
Wie weet tot een volgende keer.
Apeldoorn, maart 2009
Dit is deeltje 17 in de Carlo Piemolserie.
Meer deeltjes zijn in voorbereiding.