Carlo Piemol en de mentie
Carlo Piemol gaat op bezoek.
Bij Opa Poepchinees.
Het gaat niet goed met Opa Poepchinees.
Hij vergeet bijna alles.
Een leerzaam verhaal over dementie.
Carlo Piemol loopt op straat.
Van de Apenlaan door de Stucadoorsteeg.
En dan schuin het Plafondplein over
recht de Anusallee in.
Daar staat een groot gebouw.
Het is een tehuis
voor oude mensen.
Opa Poepchinees woont er.
Carlo Piemol gaat op bezoek.
Eens per half jaar op zondag.
“De oude man is soms alleen,”
denkt Carlo Piemol barmhartig.
Carlo Piemol belt aan de deur.
Opa Poepchinees doet niet open.
Wel hoort hij zijn stem.
“Waar was de deur ook weer?”
“Hier ben ik, Opa Poepchinees!”
roept Carlo Piemol.
“Op dezelfde plaats
waar u mij een half jaar geleden
de deur heeft uitgezet!”
“Had je maar niet over geld moeten beginnen!”
roept Opa Poepchinees ver weg.
“Ik ben hier!” schreewt Carlo Piemol nog eens.
“Bij de voordeur! Niet op het balkon!”
“Wacht,” hoort hij Opa Poepchinees zeggen,
“ik doe het ventilatierooster even open.”
Plots gaat de voordeur open.
Daar staat Opa Poepchinees.
Hij heeft een wit t-shirt aan.
En verder niets.
Er zitten gele vlekken op het t-shirt.
“Opa Poepchinees!” roept Carlo Piemol uit.
“Wel in de pot piesen, hoor!”
“Ik wist even niet waar de pot was,”
zegt Opa Poepchinees verward.
“U maakt er een potje van,”
flapt Carlo Piemol eruit.
“Kom, we gaan kijken naar een schoon shirt.
En een broek.”
“Jij komt mijn huis niet binnen!”
Opa Poepchinees is hysterisch.
“Jij hebt mijn geld gejat.”
“Niet zeuren, Opa Poepchinees.”
Carlo Piemol duwt hem opzij.
“Je gaat een broek aantrekken.
En een schoon shirt.
Je stinkt naar zeik.”
“Ik wist niet waar het toilet was,”
snikt Opa Poepchinees ineens.
Opa Poepchinees laat zijn hoofd hangen.
Carlo Piemol is begaan.
Hij legt zijn hand op Opa Poepchinees’ schouder.
“Kom, we gaan naar de woonkamer,”
zegt hij rustig.
In de woonkamer veegt Carlo Piemol
zijn hand aan het tafelkleed af.
De schouder van Opa Poepchinees was nat.
Hoe kan iemand op zijn schouder piesen?
Opa Poepchinees is bloot.
Carlo Piemol heeft zijn t-shirt uitgetrokken.
“Wat een oude man is het,”
denkt Carlo Piemol.
“Eén en al rimpel.
Overal.
Ook op zijn billen.
Niks geen ‘pitsepetsepatse’
op de blote billen van Opa Poepchinees.”
“Wie ben jij eigenlijk?”
vraagt Opa Poepchinees.
“Ik ben Carlo Piemol,”
zegt Carlo Piemol.
“Carlo Piemol?”
zegt Opa Poepchinees.
“Die ken ik niet.”
“Opa Poepchinees,”
zegt Carlo Piemol,”
“ik ben het.”
“Ja,” zegt Opa Poepchinees.
“Ga je mee knikkeren?”
“Dat lijkt me niet zo’n goed idee,”
zegt Carlo Piemol.
“Ik heb wel zin in koffie, eigenlijk.”
“Ik zal even koffie zetten,”
zegt Opa Poepchinees.
Hij hangt zijn lolly in de thermoskan.
“Wil je hem met een lekker schuimlaagje?
Voor mij geen Senseo, hoor!”
Carlo Piemols maag draait om.
“Hier is een luier, Opa Poepchinees.
En een schone broek en t-shirt.
Dan ziet u er weer goed uit.”
“Zie ik er goed uit?” vraagt Opa Poepchinees.
“Da’s mooi!
Want straks komt de zuster.
Die blonde met de dikke billen.
Wat zou ik die graag eens!”
“Opa Poepchinees!”
roept Carlo Piemol uit.
“Over de knie leggen,”
zegt Opa Poepchinees.
“Pitsepetsepatse, op haar dikke billen.
Dat zou jij toch ook leuk vinden?”
Carlo Piemol lacht.
Die Opa Poepchinees!
Zo dement als een deur,
maar toch een gezonde Hollandse jongen!
“Ik heb alleen een probleem,”
zegt Opa Poepchinees zacht.
“Wat is het, Opa Poepchinees?”
vraagt Carlo Piemol begrijpend.
“Kun je hem niet meer omhoog krijgen?
Daar zijn blauwe pilletjes voor.”
“Nee, dat is het niet,”
zucht Opa Poepchinees.
“Wat dan wel?”
is Carlo Piemols vraag.
“Ik weet niet meer,”
zegt Opa Poepchinees verlegen,
“zitten dikke billen van voren of van achteren?”
Opa Poepchinees ligt in bed.
Met een dikke pamper aan.
Carlo Piemol loopt naar huis.
Van de Anusallee over het Plafondplein.
Door de Stucadoorsteeg naar de Apenlaan.
Dag Carlo Piemol!
Wie weet tot de volgende keer!
Apeldoorn, maart 2009
Dit is deeltje … eh, bij het hoeveelste deeltje zijn we eigenlijk? 18?
Ik weet niet of er nog meer deeltjes in voorbereiding zijn.
Hier lees je ‘m op FOK!.