Meer iets voor mijn weblog (excuus)
Zo warm als het vandaag is, dat is gewoon smerig. Mijn lijf plakt aan alle kanten. Eigenlijk zou je met dit weer geen kleren aan moeten trekken. Het is echt geen-klerenweer. Toch draag ik mijn wijde zomerbroek en een zwart T-shirt met de kop van Frank Zappa erop. Zowaar, het is hier nog rustig. Ik zit een kop thee te slurpen. Het moet niet gelijk van dat bier zijn.
Zo warm als het vandaag is, dat is gewoon smerig. Mijn lijf plakt aan alle kanten. Eigenlijk zou je met dit weer geen kleren aan moeten trekken. Het is echt geen-klerenweer. Toch draag ik mijn wijde zomerbroek en een zwart T-shirt met de kop van Frank Zappa erop. Zowaar, het is hier nog rustig. Ik zit een kop thee te slurpen. Het moet niet gelijk van dat bier zijn. Om mij heen staan de terrastafeltjes en rieten stoelen. Iets verderop gaan bekenden zitten. Ze knikken naar mij. Ik steek een hand op. De tuin is ommuurd. Er groeit een druivenstruik tegen de gevel aan. De takken zijn over het terras geleid. Als je niet beter weet, waan je je in een landelijke streek in Zuid-Frankrijk in plaats van in een achterafstraatje van het centrum van de metropool Apeldoorn.
In een hoekje staat de gitaar van Lex en de contrabas van Martin. Kijk, ze gaan beginnen.
“Hé Bas,” zegt Lex. Ook Martin zwaait.
“Hoi,” groet ik terug.
Ze gaan spelen. Zonnige klanken. Ze passen perfect bij de entourage. Het is zondagmiddag en ik bevind mij in de tuin van Art Café ‘Sam Sam’.
De muntthee is goed. Ik heb het al bijna op. Het verfrist en verkoelt. Dat is hard nodig.
Ik zit met mijn ring te spelen. Twee ringen draag ik. Aan mijn duim zit al zeven jaar een brede ring. Vrouwlief draagt er ook zo een. We hebben ze gekocht ter gelegenheid van ons koperen huwelijk. Ik speel met de trouwring, die aan mijn pink zit. Hij is weer terug. Wat een verhaal.
De druivenstruik zorgt precies voor voldoende schaduw. Zo is het hier goed uit te houden. Lex en Martin krijgen versterking van Edith. Zij is voor de gelegenheid erbij gesleept. Een mooie stem heeft ze. Toen ik daarnet was gearriveerd, zat zij al aan tafel. Ze begroette me. Ik ging bij haar zitten, zij het met een lege stoel tussen ons in. Haar dochtertje is ondertussen een jaar of vijf. Het is een mooi kindje met lange donkere haren, diepbruine ogen en een ondeugend lachje. Langzaam komen er meer mensen het terras op. Bijna alle tafeltjes zijn bezet. Aan de andere kant van de tuin zie ik de vriendelijke grijze krullenbol gaan zitten.
We krijgen mooie soulvolle en jazzy liedjes te horen. Ik pak mijn fotocamera. Die heb ik bij dit soort gelegenheden altijd bij me. Dan maak ik foto’s en filmpjes. De foto’s zet ik op mijn webstek en de filmpjes op Youtube. Wacht, nu begint een nieuw lied. Ik zet de filmcamera aan en zoom in op de gitaar van Lex, het gezicht van Edith die de microfoon aan de mond houdt, de vingers van Martin op de snaren van zijn contrabas, de druiventakken boven ons hoofd, de blote voeten van Edith, het terras met het publiek. Zo, dat staat er mooi op.
Anja staat voor mijn neus. Anja is de bedrijfsleider van het café. Of ik nog iets te drinken wil. Ik wil een Korenwolf.
“Citroentje erin?” vraagt ze.
Ik kijk haar alleen maar aan.
“O nee, dat wil jij nooit,” lacht ze en ze gaat mijn bestelling halen.
Ik maak wat foto’s. Nee, geen citroen in mijn Korenwolf. Die is al zurig genoeg van zichzelf. Ah, daar is het. Ik geef Anja een briefje van vijf en ik krijg een munt van twee euro terug. De recessie is niet te stoppen. Mijn dorst ook niet. De muziek wel. Het is pauze.
Lex komt even bij me zitten.
“Hoe gaat het?” vraag ik. Het gaat goed met hem. Zijn carrière van professioneel muzikant verloopt voorspoedig. Hij krijgt best veel aanbiedingen. Over een week gaat hij met een van zijn vele bandjes op tournee langs Franse campings.
“En hoe is het met jou?” vraagt hij.
“Met mij is het goed,” moet ik zeggen.
“En thuis? Hoe gaat het met Vrouwlief?”
Medisch gezien gaat het goed; de artsen zijn tevreden. De bloedwaarden zijn goed en er doen zich geen complicaties voor. Maar als ik naar Vrouwlief kijk, dan is met haar conditie vergeleken de hel de hemel op aarde. Of hoe zeg ik dat? Ik leg het kort uit aan Lex.
“Dat moet erg zwaar zijn,” zegt hij.
“Dat is het ook. Maar het einde komt in zicht. We tellen de zes laatste weken af.”
We praten nog even verder. Dan moet hij weer spelen.
Opnieuw beginnen ze met wat instrumentaaltjes. Leuk, leuk. Dan komt Edith er weer bij. Zomerse liedjes. Ik herken wat deuntjes, maar weet geen titels en zeker geen origineel uitvoerenden. Of wacht, dit liedje was van Caro Emerald. Maar dit dan? Kan het van Amy Winehouse zijn?
Anja is weer in de buurt. Ze pakt mijn lege glas. Ik hoef alleen maar te knikken. Even later staat er een vol voor in de plaats. Ik drink. Lekker. Dat ik moet plassen, stel ik zo lang mogelijk uit. Als ik eenmaal ga lopen, blijf ik ook lopen. Toch ga ik.
Op de terugweg kom ik langs het tafeltje met de vriendelijke grijze krullenbol. Er zitten meer mensen omheen.
“Kijk, daar is onze dichter,” zegt hij tegen die mensen.
“Kijk, daar heb je mijn trouwe fan, die mij steeds uitscheldt voor dichter.” Ik schud hem lachend de hand.
“Nou ja, voorlezer dan. Zoals je dat doet. Fantástisch!”
“Dank je wel,” zeg ik voor de zoveelste keer.
“Jij speelt met de stiltes. En dan ga je weer tekeer.”
Ik glimlach verlegen. “Op 22 augustus sta ik hier weer,” vertel ik hem. “Op zondagmiddag 22 augustus vanaf half vier lees ik voor.”
“Wanneer? 22 augustus? Ik zal het onthouden!”
Met mijn stomme kop vertel ik niet dat mijn nieuwe boek uit is en dat ik het op die middag in augustus ga presenteren. In plaats daarvan groet ik hem en loop ik terug naar mijn tafel. De Korenwolf is bijna op. Ik luister naar de liedjes en speel met de trouwring om mijn pink. Wat een verhaal.
Een weekend terug was het zaterdag 26 juni. Dat was een rare dag. Die avond las ik twee nieuwe stukken voor tijdens de columnistenvoorleesvoorstelling in ‘Ratatouille’ in Amsterdam. Ik liet er de eerste exemplaren zien van mijn nieuwe boek ‘Zelfmoord is een optie’, die diezelfde ochtend waren bezorgd. Toen de deurbel ging en de postbesteller mij de doos in mijn handen drukte, schrok ik. Mijn boek is verschenen! Trots nam ik er eentje in mijn handen en bladerde ik hem door. Een bijzonder moment. Toen ging ik mijn tas inpakken voor de reis naar Amsterdam. Eerst moesten de spullen van mijn werk eruit. Ik groef diep onderin en mestte het ding eens goed uit. Wat was dat daar op de bodem? Krijg nou wat. Het was mijn trouwring. Anderhalf jaar geleden meende ik hem voorgoed kwijt te zijn geraakt, maar nu was hij hier weer terug! Ik schoof hem op zijn plek aan de pink van mijn linkerhand.
De Korenwolf is op en ik draai de trouwring rond mijn pink. De muziek is afgelopen. Anja heeft de pan met soep geserveerd en iedereen uit het café heeft ervan mogen eten. Ik sta op en groet de muzikanten. Tijd om naar huis te gaan. Ik zou voor eten zorgen.
Thuis neem ik Vrouwlief uitgebreid in mijn armen. Ze baalt dat ze vanmiddag niet mee kon, maar ik laat haar de foto’s en de filmpjes zien. Een beetje verdrietig drukt ze zich tegen me aan. Ik troost haar. En mijzelf.
Zo warm als het bij haar is, dat is gewoon heerlijk.
Apeldoorn, juli 2010
(Lexolo & Friends – ‘Nothing Sweet About Me’ – Art Café ‘Sam Sam’, Apeldoorn – 4 juli 2010 – camera: bazbo – http://www.youtube.com/watch?v=CQUsTHjf_ds)