Opening Galerie ‘TAM’, Radio Kootwijk – 10 september 2010
Goede vriendin Marja opende de Galerie ‘TAM’ (Tonkinson Art Masters) in Radio Kootwijk. Zij is de trotse galeriehoudster.
Verschillende leden van het kunstenaarscollectief presenteerden wat eigen werk. bazbo las een speciaal voor de gelegenheid bewerkt stuk voor, alsmede enkele andere eigen stukken. Zie onderin dit bericht.
Galerie TAM
Tonkinson Art Masters
Radioweg 1P
7348 BG Radio Kootwijk
Contact:
06-12394824
marjapetrus@gmail.com
bazbo’s voordrachten:
01 ‘Waar haal ik het toch vandaan?’
02 ‘De stoomtrein mag niet fluiten’
03 ‘Geen naam’
Voor de tekst van ‘Waar haal ik het toch vandaan?’, zie hieronder of klik op (‘meer lezen’)
Dames en heren,
Waar haal ik het toch vandaan?
Ik zou het ook niet weten. Veel lezers en luisteraars vragen het aan mij. Ze zijn vast nieuwsgierig naar de achtergronden van hun favoriete Schrijver. Ik kan het ze niet vertellen. Het is vaak sterker dan ikzelf. Ik kan eenvoudigweg niet tegen een wit beeldscherm. Het móét gewoon vol met woorden en zinnen staan, of ze nou zinvol zijn of niet. Wat dat betreft ben ik zó blij dat ik hier mag spreken. Mijn voordracht hoeft nergens aan te voldoen, behalve aan het formaat dat ik voor mijzelf hanteer: twee A4’tjes opgemaakt met het font Arial in lettergrootte 10 pts. Als ik dat voorlees, doe ik er tien minuutjes over. Misschien wordt het iets langer dan twee A4’tjes; misschien wordt het iets korter. Ik ben benieuwd of ik eronder blijf of er overheen schiet.
Bij het schrijven vraag ik me vaak af hoe lang ik over deze twee A4’tjes ga doen. Gemiddeld schrijf ik zo’n twee A4’tjes per dag, heb ik wel eens ergens beweerd. Ik kan goed liegen. Het is namelijk veel meer. Maar daar staat tegenover dat ik nog veel meer herschrijf. Er zijn Schrijvers die beweren: “Schrijven is schrappen.” Ik vind dat onzin. Bij beeldende kunst zeg je ook niet: “Tekenen is gummen.” Schrijven is schrijven. Tekenen is tekenen. Schilderen is schilderen. Beeldhouwen is beeldhouwen. En dichten is lulkoek. Zeg dat ik het gezegd heb. Als schrijven schrappen zou zijn, dan zat je nu tegen een doodstille man achter een microfoon aan te kijken. Kom niet aan met geleuter over ‘Kill your darlings’. Ik zal toch zeker zelf wel weten hoe of ik mijn stukje ga maken! Daar heb ik geen darlings zoals jullie voor nodig. Neem van mij aan: als Schrijver bepaal ík of mijn stuk goed is en of het gelukt is om weer te geven wat ik wilde weergeven. De Schrijver en niemand anders. Zeker de criticus of de editor niet en de Lezer of Luisteraar al helemaal niet. De Lezer moet zich helemaal nergens mee bemoeien. Die moet lezen en verder zijn bek dicht houden. En hij moet het boek kopen vóórdat hij het gaat lezen. Anders heb ik het voor niets uitgebracht. Wat ik bedoel te zeggen is dat ik al deze vorte rotzooi niet schrijf om te schrappen, maar om te publiceren. Niet dat ik zoveel zinnigs te zeggen heb, maar wel dat ik zo graag gelezen en gehoord wil worden.
Het belangrijkste aan een schilderij is de lijst. Dat weet iedereen. Wist u het nog niet, dan weet u het nu. De lijst is absoluut nodig, zodat je als kijker weet waar het schilderij begint en waar het ophoudt. Als een schilderij geen lijst heeft, bestaat het risico dat je denkt: “Wat is dat voor viezigheid op de muur?” De schilder zegt met de lijst: “Dit hier binnen deze kaders, dit is mijn kunst.”
Een boek heeft ook een omlijsting. Deze noemen we ‘de kaft’. De kaft vertelt de Lezer: “Hier begint het verhaal van de Schrijver en hier houdt het op.” Daartussenin vind je het kunstje dat de Schrijver heeft gemaakt.
Deze voordracht heeft ook een lijst. Hij begint met ‘Dames en heren’ en eindigt met ‘Ik dank u voor uw aandacht’. Daartussen hoor je het kunstje.
Het is dus de maker die bepaalt wat de kunst is. Niemand anders. Niet de kunstcriticus, niet de galeriehouder, niet de uitgever en zeker niet de Lezer, de Luisteraar of de bezoeker van deze galerie.
Ik zal na afloop wel compleet afgefikt worden om deze uitspraken. Er zullen geheid mensen zijn die mij arrogant vinden, en die vinden dat wat ik maak ‘geen kunst is’. Nu komen we op het begrip ‘perceptie’. (www.google.nl)
Onlangs liep ik door het bos. (Niet waar, hoor, mensen! Ik kom nooit in het bos. Na bijna vijfenveertig jaar wonen in Apeldoorn, komen die bomen mij danig de keel uit!) Het was rustig op de paden. Ik spitste mijn oren en genoot van de wind door de bladeren en van het gefluit door de vogels. Het klonk me als muziek in de oren. Hoor! Het wás natuurlijk geen muziek, maar in mijn oren klónk het als muziek. Ziehier de perceptie!
“Wat een rotherrie draai je!” hoor ik mijn moeder nog tegen mij schreeuwen toen ik als vijftienjarige jongen knetterhard Emerson Lake & Palmer door het huis heen jakkerde. “Zónde dat je daar je zakgeld aan uitgeeft! Dit is toch geen muziek!” Dit is toch geen muziek. Perceptie.
De Spreker bepaalt dat dit zijn toespraak is. De Schrijver bepaalt dat dit zijn verhaal is. De Schilder bepaalt dat dit zijn schilderij is. De beeldhouwer bepaalt dat dit zijn beeld is. De dichter bepaalt dat dit zijn lulkoek is. Daarna is het een kwestie van smaak. En iedereen heeft het recht om geen smaak te hebben. Als de bezoeker van de tentoonstelling het schilderij niet mooi vindt, als de Lezer het boek of het verhaal of de toespraak niet mooi vindt, dan zegt dit dus alles over de Lezer. Niet over de Schrijver. Dat is het grote voordeel van de Schrijver: hij kan schrijven wat hij wil. Iedereen zal er een mening over hebben, maar uiteindelijk is hij (de Schrijver) oppermachtig en onaantastbaar.
Denkt u niet dat ik al deze onzin zelf heb bedacht. Zó debiel ben ik nu ook weer niet. Veel van mijn ideeën heb ik ontleend aan het werk van Frank Zappa, de Amerikaanse componist, gitarist, bandleider, filmmaker, sociaal commentator en satiricus die leefde van 25 december 1940 tot en met 4 december 1993. Hij mocht in zijn leven meer dan zeventig eigenwijze albums vol intrigerende muziek uitbrengen, maar zijn drieënvijftigste verjaardag niet vieren. Prostaatkanker. Uitkijken, mannen! Goed uitplassen en als je straal traag op gang komt of als je lang nadruppelt, is een bezoekje aan de huisarts zeker aan te bevelen.
In mijn beleving is dit een van mijn beste verhalen tot nu toe.
Terzijde: Heeft u ondertussen al een beetje een beeld van de achtergronden van uw favoriete Schrijver? Veel antwoorden op uw vragen vindt u in het boek ‘Alles kan kapot’, dat sinds oktober 2008 in enorme oplages zijn weg vindt naar de dolenthousiaste Lezers. Onlangs verscheen mijn nieuwe boek ‘Zelfmoord is een optie’ waarin ik voor de zoveelste keer bewijs wie uw favoriete Schrijver is of zou moeten zijn. Einde van dit terzijde.
Dan iets over deze galerie en de tentoonstelling. Denk niet bij het rondkijken ‘dat kan mijn kleine neefje ook’, want uw kleine neefje doet het niet. Bovendien vonden we het werk van Van Gogh toen hij nog leefde ook complete bagger. Vergeet alle gezeur over kunst. De essentie van kunst en cultuur is enerzijds ‘vastleggen’ door middel van letters op papier, verf op een doek, een deuk in een homp klei of wat dan ook, maar bovenal ‘amuseren’. Als consument moet ik het gebodene wel leuk vinden! U kunt nog zo’n ingewikkeld en interessant verhaal bij uw schilderijtje hebben hangen; als het publiek het afschuwelijk vindt, kijkt er geen hond naar. Nogmaals: het is de maker die heeft bepaald dat dit zijn of haar kunstwerk is. Wat u ervan vindt is een kwestie van smaak en iedereen heeft het recht om geen smaak te hebben. Ikzelf vind het meeste wat hier hangt óók geklodder. Maar dat doet allemaal niet terzake. Voor mij doet terzake of ik die twee A4’tjes al vol heb.
Na al die jaren schrijven en voorlezen ben ik helemaal verliefd geworden op die omlijsting van twee A4’tjes. Ik kan er zóveel binnen vertellen! Waarvan akte. Overigens: onlangs ben ik begonnen aan een hele roman over de opvoeding van mijn zoon met de prachttitel ‘Later zul je me dankbaar zijn’, maar na twee bladzijden wist ik niets meer toe te voegen.
En zo zijn we ondertussen beland bij de laatste zinnen van deze voordracht. Ik ben nog geen half uur met deze tekst bezig geweest. Nu nog herschrijven en terugbrengen naar twee A4’tjes; dan wordt het ongeveer tien minuutjes voorlezen. Voor de zoveelste maal houd ik dan twee A4’tjes over vol letters van het font Arial in grootte 10pt. Een zoveelste lezer of luisteraar zal na afloop de vraag voor de zoveelste keer stellen. Waar haal ik het toch vandaan?
Apeldoorn en Radio Kootwijk, mei en september 2010
(Dit is een bewerkte tekst van wat oorspronkelijk een FOK!column was, getiteld: ‘Waar haal ik het vandaan?’ Zie aldaar.)