Ik moet kakken (1)
Het meisje kneep haar mascaraogen tot spleetjes en keek me onderzoekend aan. Met een hand streek ze door haar blonde haren, die sprieterig wat omhoog stonden. Waar kende ik haar toch van?
Start bazbo een nieuwe serie?
‘Ik moet kakken.’
‘Betaalt u vooraf?’
Ik graaide in mijn broekzak en liet twee muntjes op het schoteltje kletteren.
‘Dank u wel.’
‘Graag gedaan,’ zei ik. Ik keek het meisje aan en vroeg: ‘Is dit een beetje leuk werk?’
‘Och, het is niet vervelend en het betaalt best aardig.’
Ze kwam me vaag bekend voor, maar ik wist me niet goed te herinneren waarvan dat dan was. ‘Hoe wordt iemand toiletjuffrouw?’ vroeg ik. ‘Ik bedoel: is er een opleiding voor? Zijn er specifieke competenties vereist voor de functie?’
Het meisje kneep haar mascaraogen tot spleetjes en keek me onderzoekend aan. ‘Ik ben erin gerold,’ vertelde ze voorzichtig. ‘Ik heb ooit een of andere ingewikkelde studie gedaan met stages op kantoren en de hele boel. Maar toen ik daarmee klaar was, was ik er ook helemaal klaar mee. Bovendien was het lastig om werk te vinden.’ Met een hand streek ze door haar blonde haren, die sprieterig wat omhoog stonden. ‘Ik had nog een tijdje een baan als caissière in een supermarkt.’
‘Maar dat beviel niet?’
‘Op zich wel, al werkte ik er wel onder mijn niveau.’ Waar kende ik haar toch van? ‘Maar door ziekte kon ik er niet blijven werken. Na een lastige periode van onderzoeken en behandeling heb ik de draad weer opgepakt.’
‘Dat vind ik wel krachtig van je, dat je niet bij de pakken gaat neerzitten.’
‘Waarom vertel ik jou dit eigenlijk allemaal?’ vroeg ze lachend. Ze pakte de vijfentwintig cent van het schoteltje en stak ze in de grote zak van haar witte uniformjas.
‘Omdat ik ernaar vraag,’ zei ik. ‘En ik ben benieuwd naar wat mensen drijft.’
‘Nou, ik drijf nog niet, hoor.’
‘Pardon, wat bedoel je?’
‘Ik vind u heel aardig, maar ik zit nog niet te soppen. Wat niet is, kan nog wel komen, hoor. Soppen doe ik ieder toilet of urinoir na gebruik. Hygiëne gaat hier boven alles.’
Wacht, wat zei ze nu precies? Ik kon het niet helemaal volgen. Ik kon het helemaal niet volgen.
Ze stond op en liep achter haar tafeltje vandaan. Kordaat ging ze voor me staan. Ze was niet al te groot en keek triomfantelijk naar mij op. Ik keek haar aan en kon ook een blik werpen in haar bescheiden decolleteetje.
‘Kom,’ zei ze. ‘Dan leid ik je hier rond en laat ik je zien wat er allemaal bij mijn werk komt kijken.’
‘Dat lijkt me gezellig,’ kon ik uitbrengen.
‘Ik ga je voor, maar verwacht wel dat je je gedraagt en niet de hele tijd naar mijn kont gaat lopen kijken.’
‘Zo ben ik niet.’
‘Je moest eens weten wat een viezige ventjes we hier over de vloer krijgen.’ Ze ging me voor. Ik keek naar haar kont. Die mocht er zijn. Zou ik haar een compliment geven? Nee, ik kon me maar beter gedeisd houden als ik meer te weten wilde komen. Want wat was het toch waar ik haar van kende? De hersencellen van mijn geheugen maakten overuren.
‘Dit is de dames,’ wees ze. Ik durfde niet naar binnen en bleef op de drempel staan.
‘Pardon,’ zei iemand. ‘Mag ik er even langs?’
‘Maar natuurlijk,’ zei ik en ik deed een pas opzij. Er kwam een wat oudere dame langs mij heen. Ze liep naar een deur en opende die.
‘Mevrouw,’ riep het toiletmeisje de dame na, ‘druppelt u niet op de rand? Ik heb de boel net schoon!’
Zonder dat de mevrouw iets antwoordde, ging de deur achter haar dicht en op slot.
‘Met die ouwe wijffies weet je het nooit,’ knipoogde ze naar mij. ‘Ze zeggen wel eens dat de heren vaak naast de pot piesen, maar bij de dames is het vaak een veel viezere bende, hoor.’
Ik knikte maar wat. ‘Zelf ga ik altijd zitten als ik plas,’ vertelde ik. ‘Zo blijft de bril en de vloer schoner.’
‘Dan ben je geen echte vent,’ lachte ze. ‘Kom, we gaan naar de heren.’
‘Hier ken ik het wel,’ zei ik.
‘Ja gekkie, dat weet ik ook wel.’
We lachten. Het was leuk lachen met dit meisje. Zo ongedwongen, zo spontaan, zo vertrouwd. Ja, vertrouwd. Dat was het woord. Het was alsof ik haar al lang kende en ergens had ik het idee dat dat niet ver naast de waarheid zat.
Er ging een toiletdeur open. Een jongeman kwam tevoorschijn en liep naar buiten.
‘Die wast zijn klauwen geeneens,’ zei het meisje. ‘Ik zal je ’s wat laten zien.’ Uit een schoonmaakkarretje pakte ze twee plastic wegwerphandschoentjes. Behendig trok ze die aan. Toen liep ze naar het toilet waar de jongeman zojuist uit was gekomen. Hij had de deur open laten staan. ‘Kijk, sommige mensen maken er echt een vieze boel van.’ Met haar wijsvinger schraapte ze langs de rand van de toiletpot. Toen liet ze me haar handschoen zien. Er zaten donkerbruine klonters aan. ‘Mocht je het je afvragen: dit is stront. Hoe die knul het onder de rand krijgt is mij ook een raadsel.’ Ze spoot wat schoonmaakmiddel in de pot en maakte met de borstel de boel grondig schoon. Vervolgens wreef ze alles na met een doekje.
‘Je bent er maar druk mee.’ Ik wist niet zo goed wat ik moest zeggen.
‘Maar het is alweer gedaan,’ zei ze terwijl ze de plastic handschoenen uittrok en in een afvalbakje deed. ‘Nu is het tijd voor wat anders.’
‘O ja?’
‘Ja.’ Plots was ze op haar tenen gaan staan en sloeg ze haar armen om mijn nek. Onmiddellijk daarna voelde ik haar lippen op die van mij. Ik wilde iets zeggen, maar kreeg niet de kans, want haar tong drong mijn mond binnen. Nu heb ik geleerd dat je niet met volle mond mag praten, dus deed ik dat ook niet. Behendig draaide haar tongetje rond. Ze kreunde een beetje.
Wat moest ik doen? Mijn armen om haar middel heen slaan? Durfde ik dat? Zij durfde mij zo onverwachts te zoenen; mocht ik haar dan iets meer tegen mij aan drukken?
Nog voor ik ook maar tot enige actie over kon gaan, was het afgelopen. Er was namelijk iemand in de deuropening van de toiletruimte komen staan.
‘Maar wat gebeurt hier nou?’ vroeg de man. Hij droeg een lange regenjas die open hing en zijn vettige grijze haren plakten langs zijn gezicht.
‘Wat komt u doen?’ vroeg het mooie meisje dat zich van mij losmaakte.
‘Pissen. Wat zou ik anders moeten?’
‘Poepen. Of kotsen.’
‘Dat zou ook nog kunnen. En als ik jullie zo bezig zie, dan kun je nog wel meer doen op een toilet. Geile boel, hier wel.’ De man keek verlekkerd naar het toiletmeisje. ‘Is die vent al een beetje aan z’n gerief gekomen?’ vroeg hij. ‘Zal ik het dan vanaf hier verder overnemen?’ Hij begon zijn broek al open te maken. ‘Niets mis met een leuke sessie plasseks.’
‘Flikker op!’ gilde het meisje uit. Ze haalde uit en sloeg de man met vlakke hand recht in het gezicht. ‘Viezerik! Vuilak!’ Haar ogen schoten vuur. Waar was het mooie, lieve en zachte meisje van zo-even gebleven? Voor mij stond een kleine duivelin. Even meende ik te weten waarvan ik haar herkende. Als verlamd bleef ik aan de grond genageld staan.
De man deinsde wat geschrokken naar achteren, maar het meisje met de mascaraogen had hem bij zijn lurven gepakt en trok hem weer naar zich toe. ‘Dat gaat zo maar niet!’ riep ze. ‘Ik zal je leren om je zo op te dringen aan een ander. Dacht je nou werkelijk dat ik geïnteresseerd zou zijn in jouw gore bedoelingen?’
‘Maar ik wilde alleen …’
‘Precies! Kerels als jij willen alleen en denken verder aan niemand. Perverseling!’ Haar knie hief ze hoog en ze raakte de vent vol in zijn kruis. De man klapte zo ongeveer dubbel en stiet een hoge kreet uit. Veel tijd om van de schrik en pijn te bekomen, kreeg hij niet. Het meisje had de toiletborstel gepakt en mepte hem daarmee in zijn gezicht. De man hield zijn handen voor zijn gezicht, draaide zich om en maakte dat hij weg kwam.
Op dat moment wist ik nog altijd niet precies of er een opleiding voor toiletjuffrouw was en of er specifieke competenties voor de functie nodig zijn. Wél schoot mij eindelijk te binnen waar ik haar van kende.
‘Wat een zeikerd,’ zei ze en ze deed de toiletborstel terug in de houder. Toen draaide ze zich weer naar mij. ‘En jij?’ vroeg ze bits, terwijl de vlammen nog uit haar ogen schoten. ‘Wat moet jij verder?’
‘Ik moet kakken.’
(Wordt vervolgd.)
–
Apeldoorn, november 2012