De steiger (3): Een eerste vergrijp
‘Ha hoer,’ zei Jurgen tegen Anoek.
‘Pardon?’ brieste Ricardo.
‘Teef, snol, sloerie.’
Anoek keek Jurgen geschrokken aan. Ze hield zich wat verborgen achter Ricardo. Jurgen knipoogde naar haar. Het gezicht van Anoek klaarde op. Jurgen dacht aan haar belofte en wist bijna zeker dat Anoek daar nu ook aan dacht. ‘Altijd in voor een grapje, die Jurgen,’ zei ze terwijl ze tevoorschijn kwam.
Jurgen Lambal nam een hijs van de joint. Hij kneep zijn ogen dicht en genoot van het warme zonnetje op zijn gezicht.
‘Bedankt dat ik mocht blijven slapen,’ zei Maikel. Hij hing met zijn rug tegen het stuk hoge reling van de vissteiger.
‘Geen probleem,’ zei Jurgen. Hij opende zijn ogen en keek vanaf het bankje over het kabbelende water van het kanaal. Toen boog hij voorover en gaf de joint aan Maikel. ‘Jij bedankt voor de goede hasj. En het gezelschap. Als je nog eens wilt blijven overnachten, dan kan dat.’
‘Als je het niet erg vindt, zou ik vannacht ook willen blijven. Ik denk dat ik niet naar huis kan.’
‘Waarom niet?’
Maikel haalde zijn schouders op en keek weg. ‘Niet belangrijk.’
‘Heb je een vriendin?’ durfde Jurgen.
‘Misschien. Soms is het aan, soms is het uit.’
‘Wat is het nu?’
‘Aan, denk ik. Of uit.’
‘Is het een lekker wijf?’
Maikel draaide zich weer naar Jurgen en grijnsde. ‘Ze heeft goede tieten. Maar in haar kont mag ik nooit.’
‘Hoe heet ze?’
‘Sonja.’
‘Wat is dat nou voor stomme naam?’ flapte Jurgen eruit.
‘Maar zo noem ik haar nooit. Meestal is het hoer, teef, snol of sloerie.’
‘Da’s niet echt complimenteus.’
‘Ach,’ zei Maikel. ‘Vinden de wijven leuk, als je dat soort dingen zegt.’
‘Ik vraag het me af.’
‘Wacht.’
Boven op de straat hoorden ze stemmen. Het hoge riet langs het kanaal zorgde ervoor dat je vanaf de straat niet op de steiger kon kijken. Even later zagen ze Ricardo en Anoek aan komen lopen.
‘Ha hoer,’ zei Jurgen tegen Anoek.
‘Pardon?’ brieste Ricardo.
‘Teef, snol, sloerie.’
Anoek keek Jurgen geschrokken aan. Ze hield zich wat verborgen achter Ricardo. Jurgen knipoogde naar haar. Het gezicht van Anoek klaarde op. Jurgen dacht aan haar belofte en wist bijna zeker dat Anoek daar nu ook aan dacht. ‘Altijd in voor een grapje, die Jurgen,’ zei ze terwijl ze tevoorschijn kwam.
‘Dit is Maikel,’ stelde Jurgen zijn vriend voor. ‘Hij heeft een goed idee hoe we vandaag nog snel aan redelijk wat geld kunnen komen.’
‘Ik heb niet heel veel tijd,’ zei Ricardo. ‘Over een uur begint mijn dienst in de supermarkt.’
‘Daarom hebben we juist nu afgesproken,’ deed Maikel wat geheimzinnig.
‘Doe mij eerst eens een hijs,’ zei Ricardo.
Maikel gaf hem de joint en begon te vertellen.
‘Volgens mij was Anoek het er niet zo mee eens,’ zei Jurgen voor zich uit.
‘Waarom was die griet er eigenlijk bij?’ vroeg Maikel. ‘Had je haar ook gevraagd?’
‘Nee. Ik ben mijn telefoon kwijt, weet je nog? En Anoek zagen we eerder vanmiddag bij het winkelcentrum. Zij heeft Ricardo gevraagd om hier nog te zijn voor zijn dienst begint.’
‘We moeten zo min mogelijk wijven erbij betrekken,’ zei Maikel. ‘Daar krijg je alleen maar gelazer van.’
‘Anoek is wel oké,’ wierp Jurgen ertegenin. Hij draaide een nieuwe joint.
‘Geen wijven meer!’ Maikel keek hem plotseling dreigend aan. ‘Alleen als ze echt nodig zijn in het plan. Maar dan moet ik er wel van weten.’
‘Goed, goed.’ Jurgen probeerde zich te gedragen alsof hij niet onder de indruk was.
‘Maar als je die Anoek voor vannacht bij jou thuis kunt regelen, vind ik het best.’
Jurgen keek hem aan en moest glimlachen. ‘Anoek is met Ricardo,’ zei hij. ‘Maar ik heb nog iets van haar tegoed.’
‘Als het lukt, is het gaaf. Maar we hebben geen haast, toch? Eerst de klus van zometeen klaren.’
‘Hoe laat is het?’
‘Laten we vast naar het winkelcentrum gaan.’
‘Goed idee; ik heb trek in iets.’
Ze verlieten de steiger en liepen langs het kanaal. Bij de brug sloegen ze rechtsaf. Even later staken ze de grote weg over en toen waren ze bij het winkelcentrum.
‘Frietje doen?’ vroeg Jurgen.
‘Mij best.’
‘Wat mag het voor jullie zijn?’ vroeg Marcel van achter de toonbank van de snackbar.
Jurgen graaide in zijn broekzak en haalde daar wat kleingeld uit. ‘Eh, even tellen.’
‘Voor mij een grote patat mayo, een frikandel speciaal en een berenklauw,’ zei Maikel. ‘Hier opeten.’ Hij legde een briefje van vijftig op de toonbank. Het wisselgeld stak hij in de zak van zijn jas.
‘Doe maar een kroketje,’ zei Jurgen. Hij legde wat muntjes neer. Meer had hij niet.
Ze gingen buiten op de plastic terrasstoeltjes zitten. Jurgen wilde een joint draaien, maar had geen tabak meer. ‘Heb jij nog wat shag voor mij?’ vroeg hij aan Maikel.
‘Nee,’ antwoordde deze. ‘Maar binnen staat een sigarettenautomaat. En de supermarkt is ook open.’
‘Laat maar,’ zei Jurgen.
Daar was Marcel met de bestellingen. Maikel viel gelijk als een bezetene aan.
‘Zo, die heeft honger,’ lachte Marcel.
‘Ik heb niets in huis,’ legde Jurgen uit. ‘Dus we zijn met een lege maag de straat op gegaan.’
‘Nog niets gegeten, vandaag?’ vroeg Marcel. ‘Man, het is al bijna avond. Hoe houd je het vol?’
Jurgen haalde zijn schouders op. ‘Ik verbruik niet zo veel energie gedurende de dag,’ glimlachte hij flauwtjes.
‘Doe je nog steeds niets?’
‘Niet veel, nee.’ Jurgen Lambal nam een hapje van zijn kroket. ‘Maar ik heb zo een klus en als die vanavond klaar is, heb ik weer geld om de komende dagen door te komen.’
Maikel keek op van zijn schranspartij en zei: ‘Dat moet jij nog afwachten.’ Uit zijn blik maakte Jurgen op dat hij beter zijn mond dicht kon houden over hun plan. Toen ging Maikel weer verder met eten.
‘Waarom kies je toch niet voor een betaalde baan zoals ik?’ vroeg Marcel.
‘Omdat er geen werk is,’ antwoordde Jurgen zuchtend. ‘Dat heb ik je wel vaker verteld. Heb jij nog werk in de snackbar voor mij, dan?’
‘Nee, dat niet.’
‘Verdient het goed?’
‘Redelijk. Over omzet hebben we niet te klagen. Aan het eind van de dag ligt er een fiks bedrag in de lade van de kassa.’
Maikel keek weer op. Hij had zijn plastic bakjes bijna leeg.
‘Ik moet weer verder,’ zei Marcel. ‘Succes met je klus.’
‘Dank je,’ zei Jurgen. Met twee happen had hij zijn inmiddels lauwe kroket naar binnen gewerkt.
‘Het is tijd,’ zei Maikel.
In de steeg achter de supermarkt was niemand.
‘Iedereen zit aan de spruitjes,’ wilde Jurgen gevat doen.
Maikel klopte zachtjes op de deur van het magazijn. Toen draaide hij zich om en keek Jurgen veelbetekenend aan.
Jurgen knikte. Hij moest nu stil en op zijn hoede zijn.
Ze wachtten enkele minuten. Maikel klopte nogmaals op de deur van het magazijn. Het duurde. Toen hoorden ze een sleutel in het slot. Daar verscheen Ricardo. Hij had zijn rode uniformjas van de supermarktketen aan. Snel deed hij de twee deuren open. Behoedzaam keek hij de steeg in. ‘Gauw,’ zei hij. Hij liep het gebouw weer in. Jurgen en Maikel slopen achter hem aan. Gelijk bij de deuren stonden twee palletwagens vol bierkratten met lege flessen en die reden ze naar buiten. Vervolgens pakten ze ieder twee kratten van een palletwagen af en renden ermee naar een portiek iets verderop. Toen gingen ze snel weer terug. Weer ieder twee bierkratten. Na nog geen kwartier stond de totale inhoud van de palletwagen verborgen in het portiek. Ricardo reed de lege palletwagen weer terug naar binnen en sloot de twee deuren.
Ze hadden er heel wat weer ingeleverd bij de emballageautomaat. Niet allemaal tegelijk, maar per twee of drie. De resterende kratten brachten ze naar de andere supermarkt, aan de andere kant van het winkelcentrum. Het was een heel gesleep, maar met behulp van twee winkelwagens waren ze na anderhalf uur klaar. De supermarkten gingen sluiten. Ze hadden nog niet alle emballagebonnen verzilverd; slechts enkele. De rest was voor morgen of overmorgen.
Het was al bijna donker toen ze terugliepen naar de steiger. Er stond een afgetrapte fiets.
‘En? Al gelukt?’ vroeg Ricardo. Hij stond op van het bankje. Anoek bleef stilletjes zitten.
‘We hebben alle kratten ingeleverd,’ vertelde Jurgen enthousiast, ‘maar nog niet alle bonnetjes bij de kassa gebracht. Daar hadden we geen tijd voor.’
‘Bovendien zou het opvallen,’ zei Maikel rustig. ‘We zullen er een paar dagen over moeten doen.’
‘Hoe veel kratten waren het eigenlijk?’ vroeg Ricardo. ‘Ze staan twee bij twee op een palletwagen en dan in een stapel van acht.’
‘Vierenzestig dus, had ik geteld,’ zei Jurgen.
‘Vierenzestig maal drie euro negentig,’ rekende Ricardo. ‘Dat is … eh?’
‘Weet ik het,’ lachte Jurgen. ‘Ik had m’n vmbo niet afgemaakt, weet je nog?’
‘Tweehonderd negenenveertig euro en zestig cent,’ zei Maikel.
‘Hoe verdelen we dat eerlijk?’ vroeg Ricardo.
‘Ieder tachtig?’ gokte Jurgen.
‘Lijkt me goed,’ zei Ricardo.
‘Zo zal het niet gaan,’ legde Maikel uit. ‘Jullie krijgen ieder vijftig voor de moeite.’
‘Maar we zaten hier toch met z’n drietjes in?’ vroeg Ricardo.
‘Klopt, maar ik moet de dure hasj kopen. Daar profiteren jullie dan ook weer van. Toch?’
‘Maar die dure hasj moeten wij weer bij jou kopen. Lijkt me niet zo eerlijk.’
‘Het is zoals het is, Ricardo. Je kunt het ermee doen.’ De blik in de ogen van Maikel was onverbiddelijk.
‘Oké. Het is goed. Ik zie het geld wel een keer. Ik moet nu weg. Morgen heb ik vroege dienst in de winkel. Ik moet om zes uur op.’
‘Doei,’ zei Maikel.
Ricardo liep de steiger af, het pad op naar boven. Anoek volgde hem. Toen ze Jurgen passeerde, hield hij haar staande met een hand op haar arm.
‘Nog zin om even met ons mee naar mijn huis te gaan?’ fluisterde Jurgen in haar oor.
‘Wat was je van plan, Jurgen?’ Anoek trok haar arm terug. ‘Dit is niets voor jou, die interesse in mij zo plots. Mijn aanbod geldt voor jou alleen; niet voor die vreemde vriend van jou.’ Ze keek hem beledigd aan.
‘Sorry,’ zei hij. ‘Laten we het nog maar even uitstellen.’
‘En als het ooit zover komt,’ ging Anoek verder, ‘zul je toch echt iets aan je persoonlijke verzorging moeten doen.’
‘Mijn wat?”
‘Heb je op het vmbo gehad, Jurgen.’
‘Die heb ik nooit afgemaakt, dat zei ik toch?’
‘Af en toe ’s onder de douche, je haren wassen, schone kleren aantrekken.’
Beschaamd keek Jurgen naar de vloer van de houten steiger.
‘Als je wilt, kan ik je daar wel bij helpen,’ zei Anoek zachtjes.
Jurgen keek haar aan en glimlachte. ‘Dat lijkt me geil. Hoer. Teef. Snol. Sloerie.’
Anoek gaf hem een zachte klap in zijn gezicht en riep: ‘Je snapt er niets van, hè?’ Driftig liep ze de steiger af. Jurgen keek haar na.
‘Dat wordt dus geen dubbele penetratie, vanavond,’ hoorde hij Maikel achter zich.
‘Bek dicht,’ zei Jurgen.
‘Op je woorden letten, jochie,’ zei Maikel. ‘Weet tegen wie je het hebt.’
‘Ik ben moe. Laten we gaan slapen.’
Een kwartier later waren ze in het flatje. Jurgen ging niet eens meer de woonkamer in. ‘Welterusten,’ zei hij in het halletje. ‘Tot morgen.’
‘Morgen heb ik dingen te doen,’ zei Maikel. ‘Ik zal je niet wakker maken.’
‘Is goed.’
‘Ik kom er zelf wel uit. En ik vind je wel weer voor een nieuwe actie. Als je hier niet bent, tref ik je wel in de snackbar of op de steiger.’
‘Welterusten.’
Jurgen Lambal ging zijn slaapkamertje binnen. Er hing een muffige slaaplucht. Hij gooide zijn kleren van zich af en liet zich op het onopgemaakte bed vallen. ‘Of op de steiger,’ brabbelde Jurgen op de grens van de slaap. ‘Op de steiger’.
–
Wordt vervolgd.
Een volgende keer: De steiger (4): Nog een ontmoeting
–
Apeldoorn, juni 2013