bazbo – de wereld van Bas Langereis, het middelpunt der aarde

Bas Langereis leest u voor!

24-10-2013

Sjaak (3): Plakkerig

Filed under: Publicaties voor FOK! - 2013 — bazbo @ 07:40

‘Sorry van laatst, Sjaak.’
‘Geeft niets, Felicia,’ zei ik. ‘Iedereen heeft wel eens last van maandstonden.’
Ze lachte. ‘Jij ook, dan?’
‘Jazeker. Niet dat ik ze zelf heb, maar als een vrouw bij mij in de buurt ze heeft, dan heb ik daar last van. Die geur en dat sag-ge-rij-ni-ge gedoe.’
Haar lachje werd wat minder hartelijk.

‘Sorry van laatst.’
‘Geeft niets, Felicia,’ zei ik. ‘Iedereen heeft wel eens last van maandstonden.’
Ze lachte. ‘Jij ook, dan?’
‘Jazeker. Niet dat ik ze zelf heb, maar als een vrouw bij mij in de buurt ze heeft, dan heb ik daar last van. Die geur en dat sag-ge-rij-ni-ge gedoe.’
Haar lachje werd wat minder hartelijk.
‘Toch houd ik van je,’ zei ik. ‘De petsen die je me hebt gegeven, beschouw ik als liefdesklappen.’
‘Verwacht niet te veel,’ zei ze. ‘Echt, ik meen het. Je bent heus wel lief, maar laten we niet te hard van stapel en op zaken vooruitlopen.’
Nu was het aan mij om wat minder hartelijk te lachen.
‘Biertje?’ vroeg ze.
Ik knikte. Ze ging aan het werk en begon er eentje te tappen.

Mijn gezicht hier een tijdje niet laten zien, was mijn gedachte geweest. Het was me wel drie dagen gelukt. Er waren heus wel andere kroegen, maar in geen enkele was het zo rustig en kon ik zo ongestoord onopgemerkt blijven als hier in dit café De Kalknagel. Ik keek eens rond. Qua indeling was het geen slechte kroeg. Buiten voor had je een terras; daar zat met dit mooie weer het meeste volk in het zonnetje. Achter het café had je een kleine tuin, ommuurd en met hoge planten, zodat je geen inkijk had. Je waande je er in Zuid-Frankrijk. Hier binnen waren wat kleine hoekjes met tafels en voor het raam stond een grote stamtafel. Het was warm hier. Het was immers prachtig weer en omdat er geen airco was, was alles plakkerig. Er was niemand. Nog niemand. Misschien veranderde dat wel. Tot het zo ver was, dacht ik even terug.
Die mailwisseling met Fien hield me bezig. Fien, mijn pupil uit het volleybalteam waarvan ik meer dan twintig jaar geleden de trainer was, had me gemaild. Ze wilde me ontmoeten. Tenminste, dat schreef ze als reactie op mijn vraag of haar dat leuk zou lijken. In hetzelfde mailtje schreef ze dat ze niet alleen dominee was, maar ook getrouwd en gezegend met drie prachtige kinderen. En ik had nog gereageerd ook. Niet gelijk. Nee, daar wachtte ik een paar dagen mee. Stel je voor dat die wijven zouden denken dat je echt geïnteresseerd in ze was. Ze moesten wel moeite doen om mij te pakken te krijgen. Pas na een dag of wat schreef ik terug. Wat was het ook weer?

‘Fien,
Dan stel ik voor: aanstaande zaterdag om 20.30 uur in café De Kalknagel hier in mijn woonplaats. Je weet nog wel, de stad waar we ooit samen mochten volleyballen.
Ik denk dat ik jou nog wel herken: ik heb recente foto’s van je gezien. Zelf zie ik er nog bijna hetzelfde uit. Tot dan!
Groet,
Jacques’

‘Alsjeblieft.’ Plots stond er een vaasje pils voor mijn neus.
‘Dank je, Felicia.’
‘Graag gedaan. Geheel tot je dienst.’
‘Weet je dat je heel aantrekkelijk bent als je je dienstbaar opstelt? En dat bedoel ik niet rot.’
Ze keek me aan en zowaar, ze glimlachte. ‘Ik denk dat ik weet wat je bedoelt.’
‘Heb je vanavond nog gelegenheid om wat te praten?’ vroeg ik.
Haar blik verried een groots verlangen. ‘Misschien, Sjaak. Misschien.’
‘Doe maar Jacques.’
‘Sorry.’
‘Geeft niet. Laten we aan het eind van je dienst nog wat drinken.’
‘Doen we. Dan maak ik het goed.’ Ze knipoogde en ging weer verder aan het werk.
Oei. Dat beloofde wat!

De deur van het café De Kalknagel ging open. Verhip, daar had je die hoe heette ze ook weer? Snel keek ik een andere kant op. Stel je voor dat ik haar zou moeten begroeten.
‘Dag Sjaak,’ hoorde ik. Stik.
‘Hé, hallo,’ zei ik. ‘Goed je weer te zien.’
Naast haar stond een meisje. Een jong, maar leuk meisje. Een heel mooi meisje. Ze droeg een strakke spijkerbroek, een wit topje en een kort zwart jasje. Verder had ze lange en blonde haren, grote blauwe ogen, een verlegen lachje en dezelfde rode wangen als Renate. Renate Baardmans! Dat was het! Maar wie was dit meisje?
Renate boog naar mij toe en gaf mij een kus. Ik zoende haar terug op haar wang. ‘Dit is Lobke,’ zei ze en ze wees op het meisje naast haar.
‘Dag Lobke,’ zei ik. Ze stak haar hand uit. Ik pakte die aan en schudde hem. Het was een klein, bijna fragiel handje. Door de hitte voelde hij wat zweterig aan. Ze had haar nagels blank gelakt, zag ik. ‘Wie ben jij?’
‘Renate is mijn moeder,’ zei ze met zachte stem. Aha, de vijftienjarige dochter met wie Renate zo veel te stellen had.
‘Dit is Sjaak,’ zei Renate.
‘Doe maar Jacques,’ zei ik.
‘Dag Jacques,’ zei Lobke.
‘Ik vind jou nu al leuk, Lobke,’ zei ik.
Ze bloosde. Haar wangen werden nog roder dan ze al waren. Ik vond dat ze mooi bloosde. Maar ik wilde me niet opdringen. Niet nu, in ieder geval.
‘Zullen we aan een tafel gaan zitten?’ stelde Renate voor.
‘Waarom niet?’ zei ik. ‘Ginds is iets leeg.’ Alles was nog leeg in dit café De Kalknagel.
‘Ik ga even naar hiernaast,’ zei Lobke. ‘In de Bar Goens zitten wat vrienden van mij.’
‘Is goed,’ zei Renate. ‘Kom je zo weer hier? Anders haal ik je daar zo wel op.’
‘Ech nie! Ze moeten niet merken dat me moeder me controleert! Sms maar, dan kom ik wel weer hier naartoe.’ Lobke liep weg. Ik keek naar haar wiebelende kont. Ik vond het een lekker wiebelende kont.

‘Hoe gaat het met je?’ vroeg Renate, toen we aan een grote tafel waren gaan zitten.
‘Eh, o, best goed,’ zei ik. ‘En met jou?’
‘Druk met het nieuwe werk.’
‘Bevalt het in de verpleging?’
‘Ik vind het geweldig, maar het is erg druk.’
‘Ach zo.’
‘En met jou?’
‘Met mij?’
‘Ja? Je vertelde dat je geen werk hebt. Ben je zoekende? Waar solliciteer je naar?’
‘Och, van alles en nog wat. Maar ik heb voldoende om handen. Weet je, toen ik ontslagen werd, ging me dat niet in de kouwe kleren zitten.’
‘Dat kan ik me voorstellen, Sjaak.’
‘Jacques. Maar echt waar? Kun jij je het voorstellen? Jij bent net begonnen in de verpleging.’
‘Hoe kwam het zo tot ontslag? Of vind je het vervelend dat ik ernaar vraag?’
‘Het verhaal is kort, Renate. De directeur had het in zijn nieuwjaarsspeech over een transformerende organisatie. Wat een kul. Ik was weer eens boventallig. Hopla, daar ging mijn baan! Maar proost.’ Ik hief mijn glas.
‘Jij ook proost.’ Renate Baardmans tikte haar wijnglas tegen mijn vaasje.

De deur van café De Kalknagel ging open. Het waren Paul Galvis en Chris Veestapel die binnenkwamen.
‘Goedenavond, allemaal,’ zei Chris en hij liep naar de bar. Daar werd hij gelijk geholpen door Felicia. Mijn ogen gleden naar het strakke bloesje van het barmeisje. Haar grote borsten kwamen er lekker in uit.
‘Sjaak, ik hoop dat ik je laatst niet al te zeer gekwetst heb,’ klonk het naast mij.
‘Wat?’ Ik keek. Renate zat me een beetje verlegen aan te kijken. Waar had dat mens het over? ‘Doe maar Jacques.’
‘Vorige keer dat we hier waren,’ legde ze uit. ‘We waren in gesprek en jij vertelde dat je wel interesse had om met mij iets moois te beginnen.’
‘Ach, dat is vergeven en vergeten, Renate.’ Ik moest denken aan Fien. Aanstaande zaterdag had ik een afspraakje met haar, hier in dit café. En straks ging ik lekker een afzakker pakken met Felicia. Kijk, daar had je d’r.
‘Jullie ook nog iets drinken?’ vroeg het mooie barmeisje.
‘Ik heb nog, dank je,’ zei Renate.
Ik zei: ‘Lekker.’ Met een grote teug leegde ik mijn vaasje en gaf dat aan Felicia. ‘Een vaas, graag.’ Ik knipoogde. Ze knipoogde terug.

‘Hoef ik me echt geen zorgen te maken?’ vroeg Renate zachtjes. ‘Ik bedoel: je bent toch niet eenzaam of zo?’
Waar bemoeide dat mens zich mee? ‘Nee, Renate. Het is goed. Ik heb me erbij neergelegd. Je boodschap was duidelijk.’
‘Ik begrijp zo goed hoe je je voelt, Sjaak.’
‘Jacques.’
‘Ben je al lange tijd alleen?’
‘Een jaar of acht geleden ben ik van Ellie gescheiden.’
‘Sindsdien nog een relatie gehad?’
‘Enkele. Meestal waren die van korte duur.’
‘Ik herken dat, Sjaak. En ik wil dat niet meer. Ik wil graag een langdurige en serieuze relatie. Begrijp je dat?’
‘Het is Jacques. Heel goed, Renate. Ik begrijp dat heel goed.’ Misschien was ik nu dan een tijdje van haar af.
‘Dus wat dat betreft staat bij mij de deur wel open.’
Wat bedoelde ze daar nou weer mee? Lang kon ik hier niet over peinzen. Daar had je Felicia.

‘Een vaasje. Alsjeblieft.’
‘Dank je, Felicia,’ zei ik. ‘Had ik al gezegd dat je er vanavond heel mooi uitziet?’
‘Hou op, charmeur. Straks val ik echt nog voor je.’
‘Als dat zou kunnen.’
Ze lachte. ‘Tot straks,’ zei ze. Ze wierp me een kushandje toe en liep weer naar achter de bar.
Ik pakte mijn glas, hief het en zei: ‘Proost maar weer.’
Renate keek me aan met een naar trekje rond haar mond. Wat kregen we nou? Zou ze jaloers zijn?
‘Hoe werkt dat eigenlijk in de verpleging?’ vroeg ik om de aandacht af te leiden. ‘Moet je dan ook veel avonden en weekenden werken?’ En zo ja, wat doe je hier dan nu?
‘Eh, ja,’ hakkelde ze. ‘Dat is wat het ook wel zwaar maakt. Heel af en toe ben ik een avondje vrij.’
‘En dan kom je gelijk naar dit café?’
‘Ik wil graag leuke mensen ontmoeten, Sjaak.’
‘Jacques,’ zuchtte ik. ‘Ben ik leuk of niet?’
‘Je bent heus aantrekkelijk, Jacques.’
‘En jij bent echt een mooie vrouw, Renate Baardmans.’ Ze legde haar hand op mijn arm. Dat moest ze niet doen, want vanwege de hitte hierbinnen voelde het vies en plakkerig.
‘Maar ik wil niet te hard van stapel lopen,’ zei ik nu.
‘Huh? Waarom niet?’ Renate had haar stem verheven. ‘Vorige week wilde jij juist nader contact maken.’
‘Dat was toen.’
Renate liet haar hand in haar schoot glijden en keek sip voor zich uit.

‘Wat is hier gaande?’ klonk een stem bij onze tafel. Ik keek. Het was Paul Galvis.
‘Niets wat jou aangaat, vruchtenpunt,’ zei ik. ‘Bemoeizucht is een heel nare karaktertrek.’
‘Is deze dame in nood?’ vroeg Galvis. ‘Mevrouw, valt Sjaak u lastig?’
‘Doe maar Jacques. En pleur op, randkameel.’ Ik werd pissig. ‘Als je het zo nodig wilt weten: het is andersom en het gaat je geen zebrazak aan.’
‘Wat vindt de dame daar zelf van?’ hield Paul vol.
‘Dat gaat ze jou niet aan je netenneus hangen. Jij nog wijn, Renate?’
‘Eh, nee, dank je,’ zei ze onvast. ‘Ik denk dat ik …’
‘Mam, gaan we?’ Krijg nou wat, dat leuke ding van een Lobke was er ook weer. ‘In de Bar Goens was niets te doen.’ Er zat een zuigplek in haar hals, dat zag ik zo. Kijk aan, dat meiske was al actief op het gebied van het uitwisselen van lichamelijke intimiteiten.
‘Zullen we niet liever met z’n drietjes nog een afzakkertje nemen?’ stelde ik voor.
Plots was daar weer de hand van Renate op mijn arm. ‘Gezellig. En dan bij jou of bij mij thuis verder?’
‘Mam, gaan we?’ Die Lobke begon een beetje te zeuren, vond ik.
‘Nee, Renate,’ zei ik. Dit ging helemaal fout. ‘Nu niet. Andere keer, misschien. Ik heb zo nog een afspraak.’
‘Met dat mokkel van achter de bar? Je wilde mij toch?’ Ze vloog me om de nek.
Ik duwde haar van me af. Ze begon te huilen. ‘Je moet je dochter naar huis brengen,’ zei ik. ‘Of ben je daar al te bezopen voor?’ Toen draaide ik me naar Lobke. ‘Dag meisje, ik vind het heel leuk dat ik kennis met je heb gemaakt. Ik hoop dat jullie veilig thuiskomen. Je moeder is nogal hysterisch.’
‘Kan ik alsnog de helpende hand bieden?’ Had je die Galvis weer. Die was er de hele tijd bij blijven staan. De sopbel.
‘Kom, mam.’ Lobke pakte Renate bij de arm en tilde haar de stoel uit. ‘Deze meneer brengt ons even naar huis.’ Haar moeder liet zich meeslepen. ‘Dag Sjaak,’ zei het meisje tegen mij.
‘Jacques. Dag, leuke Lobke.’
Ze glimlachte en bloosde.
‘Hier, krijg je een dikke kus.’ Ik boog naar haar toe en zoende haar op haar wang. ‘Naar litteken in je hals, meiske,’ fluisterde ik in haar oor.
Lobke trok een pruillip en keek me gevaarlijk aan. Ik gaf een knipoog. Haar blik werd verleidelijk. Ik wist me te beheersen. ‘Wel thuis,’ zei ik.
Ik keek ze na. Galvis en Lobke sleepten de ingestorte Renate tussen hen in mee naar buiten.  

‘Wat was dat allemaal, Sjaak?’ Felicia was bij de tafel komen staan.
‘Doe maar Jacques.’
‘Oja, Jacques. Wie was die dame?’
‘Ach, ze drong zich aan mij op en wilde dat ik met haar mee naar huis ging. Maar ik heb haar afgewezen.’
‘O? Waarom? Ik vind haar een aantrekkelijke vrouw. Jij niet?’
‘Ik ook, Felicia, maar ik had beloofd om vanavond na afloop met jou nog iets te drinken. Ik houd me aan mijn afspraken.’
‘Dat siert je, Sjaak.’
‘Ik blijf trouw.’
‘Echt? Ben jij nooit vreemdgegaan?’
‘Dat zeg ik niet. Mijn ex-vrouw Ellie was seksueel niet meer in mij geïnteresseerd. Het kon haar ook geen bal schelen of ik met een ander naar bed ging.’
‘En deed je dat?’
‘Ik heb jou wel eens vluchtig gevingerd. Maar dat was al nadat we gescheiden waren.’
‘Ja, dat weet ik nog. Echt gepassioneerd ging het er toen niet aan toe.’
‘Kan ik het goedmaken?’
‘Hoe wilde je dat doen?’
Ik drukte een kus in haar hals.
‘Oeh, dat is lekker. Ga door.’
‘Eerst iets te drinken in doen?’
‘Doe ik. Mijn dienst zit erop. Jij nog een vaasje?’
Ik knikte.
Felicia stond op en liep naar de bar. De atmosfeer was heet te noemen.

Het was donker in de achtertuin van het café. Er zat helemaal niemand, dus we hadden het rijk alleen. In een hoekje achteraf was een zitje.
Felicia zat wat voorovergebogen op een tuinstoel. Haar bloesje lag op de grond. Ik stond voor haar. Ze had mijn broek opengemaakt en naar beneden getrokken. Nu schoof mijn stijve lid tussen haar blote tieten op en neer. ‘Even ter info,’ zei ze. ‘Ik heb een vochtige gleuf.’ Met spuug maakte ze mijn orgaan nat. Haar hand gleed erlangs omhoog en omlaag. Af en toe kwijlde ze wat bij. Dit was geil. Lang geleden dat ik zo’n harde en glibberige stang had gehad. Het kwam sneller dan ik had gewild, maar ik had het niet in de hand. Dat had zij. Ik zuchtte en spoot mijn zaad in drie geinige, steeds korter wordende boogjes over haar borsten. Een vierde boogje kwam er niet meer van; ze moest het laatste beetje eruit knijpen en het liep in een trage sliert naar beneden.
‘Zit er voor mij ook nog wat in?’ vroeg ze.
‘Nog meer? Nee, meer zit er niet in mij,’ antwoordde ik. ‘Je hebt alles eruit getrokken.’
‘Dat bedoel ik niet. Ik bedoel: wil je voor mij ook lief zijn?’
‘Weet je dat ik door alle consternatie heel erg moe ben en hoognodig naar huis wil?’
‘Jij weet een vrouw te plezieren, Sjaak.’
‘Doe maar Jaques. En proef ik hier enig sarcasme?’ Ik had mijn broek weer omhooggetrokken en dichtgeknoopt.
‘Ik weet niet wat jij proeft, maar ik heb iets heel ranzigs in mijn mond dat smaakt naar misbruik maken van de situatie en geen rekening houden met de partner.’
‘Het schijnt dat hiernaast in de Bar Goens leuke jongelui komen. Ga daar eens kijken. Wie weet kom je daar iemand tegen die jouw partner wil zijn.’
‘Dat zal ik zeker doen.’ Ze ging op de grond op zoek naar haar bloesje.
Ik draaide me om, ging café De Kalknagel binnen, liep langs de toog en verliet de kroeg weer aan de voorzijde.

Thuis trof ik een goedgevulde koelkast aan. Dat was geen verrassing, want ik had hem vanmorgen zelf goed gevuld. Ik nam een biertje en nog een biertje en ging in de woonkamer op mijn bank zitten.
Tjonge, dacht ik bijna hardop, dit was een enerverende dag. Eerst Renate Baardmans die met mij wilde aanpappen, dan Felicia met wie het zelfs tot een prettig samenzijn kwam en dan is daar ook nog het mooie vooruitzicht op de ontmoeting aanstaande zaterdag met dominee Fien.
’s Kijken of er mail was. Ik zette de pc aan en opende het mailprogramma.

‘Lieve Sjaak,
Aanstaande zaterdag gaat me echt niet lukken. Ik moet nog een preek schrijven voor zondag. Op zo’n korte termijn kan ik lastig afspraken maken. Als ik het zo bekijk, is de eerste zaterdag dat ik kan pas over vier weken. Zullen we dan afspreken? Ik hoop niet dat je het erg vindt. We kunnen in de tussentijd wel gezellig met elkaar mailen.
Liefs,
Fien’

Ik stond op, dronk staand bij de koelkast een laatste fles bier leeg en ging naar de badkamer. Bij de wastafel spoelde ik mijn lul, want die was nog plakkerig.


Wordt vervolgd.
Een volgende keer: Sjaak (4): Weerzien


Apeldoorn, september 2013

Hier lees je ‘m op FOK!.

• • •
 

Geen reacties »

No comments yet.

RSS feed for comments on this post.

Leave a comment