Obese Piet
‘Kijk,’ ging Sinterklaas verder. Hij graaide Joke bij haar middel en trok haar bij hem op schoot. ‘Dit is de mooie en lekkere piet.’
Het publiek gilde. Corien zag hoe de Sint zijn handen op de billen en borsten van Joke legde.
‘Handjes thuis, Sint,’ beet Joke van zich af en ze ging weer op beide benen naast de stoel staan. ‘Dit soort dingen doet u maar bij de gaypiet.’
Iedereen lachte. Sint Nicolaas schudde teleurgesteld zijn hoofd, maar knipoogde naar zijn publiek.
‘En dit,’ zei de goedheiligman, terwijl hij naar Corien draaide, ‘dit is de obese piet. Die ziet er niet uit.’
Weer lachte iedereen.Corien Vaaglust had er zo naar uitgekeken. Het heerlijk avondje was gekomen. Ze kweet zich heel behoorlijk van haar taak, vond ze zelf. Volledig ging ze op in haar rol. De mensen hadden het gezelschap met gejoel en gejuich ontvangen.
Zelden was het op een woensdagavond zo druk in het café An Sich. Maar vanavond zat het bomvol. Vond je het gek? Dit sinterklaasfeest was al weken geleden groots aangekondigd. Corien was een vaste bezoeker van het café. Ze had zich samen met haar beste vriendin Joke opgegeven om aan het feest deel te nemen. Sterker nog, het leek hen een leuke zet om mee te helpen met organiseren en uitvoeren.
‘Zo kinderen,’ zei Sinterklaas toen hij uiteindelijk in zijn stoel zat. ‘Wat leuk dat jullie er allemaal zijn.’
Iedereen moest lachen, want er was in het hele café An Sich geen kind te bekennen. De meeste stamgasten hadden al aardig wat drank op. Het baldadige geschreeuw hield bijna niet op.
‘Gelukkig voor jullie heb ik een moment vrij kunnen maken,’ ging de goedheiligman verder. ‘Ik heb het verschrikkelijk druk, dat begrijp je. Dus ik houd het kort. Jullie hebben ook wel iets anders aan je hoofd, zo te zien. Proost, overigens.’ Met een enkele beweging klokte hij het glaasje jenever naar binnen, dat hij daarnet van de barman had gekregen.
Weer een luide golf van gejuich.
‘En ik ben niet alleen, hè. Ik heb twee pieten meegenomen.’ Hij wees op Joke en Corien.
‘Wie is die sint eigenlijk?’ vroeg Corien zich af. Ze had helemaal niet gezien wie er in het pak zat. Zelf was ze samen met Joke geschminkt in de keuken van het café. Later kwam de figuur die voor Sint speelde door de achteringang naar binnen. Wie was hij?
‘Kijk,’ ging Sinterklaas verder. Hij graaide Joke bij haar middel en trok haar bij hem op schoot. ‘Dit is de mooie en lekkere piet.’
Het publiek gilde. Corien zag hoe de Sint zijn handen op de billen en borsten van Joke legde. Die stem, dacht ze. Die stem, die kende ze. Maar van wie was hij? Diep groef Corien in haar geheugen, maar ze kwam er zo snel niet uit.
‘Handjes thuis, Sint,’ beet Joke van zich af en ze ging weer op beide benen naast de stoel staan. ‘Dit soort dingen doet u maar bij de gaypiet.’
Iedereen lachte. Sint Nicolaas schudde teleurgesteld zijn hoofd, maar knipoogde naar zijn publiek.
‘En dit,’ zei de goedheiligman, terwijl hij naar Corien draaide, ‘dit is de obese piet. Die ziet er niet uit.’
Weer lachte iedereen.
‘Wat?’ vroeg Corien zich bijna hardop af. ‘Wat zegt hij daar nou?’
Wat er dat ogenblik verder gebeurde, ontging haar een beetje. Coriens gedachten waren even ergens anders. Obese? Zij? Ja, ze wist het heus wel: ze had overgewicht. Trots was ze er niet op, zeker niet. Als ze kleren wilde kopen, moest ze zoeken op de afdeling grotere maten. Bij de lingerie vond ze vaak alleen maar de opoe-onderbroeken en corrigerende body’s, niet het mooie sexy spul dat ze graag wilde. O ja, ze had ontelbare keren geprobeerd af te vallen. Alle diëten die je kon bedenken had ze uitgeprobeerd. Vaak werkten die maar heel kort: ze verloor in korte tijd veel kilo’s, maar het bleek moeilijk om vol te houden en al snel was ze weer op haar oude gewicht. Sporten deed ze ook: twee keer per week was ze in de sportschool te vinden. Leuk vond ze het niet, maar ze hield dapper vol. In de loop van de jaren had ze zich erbij neergelegd dat ze ‘een maatje meer’ had. Niet dat ze zich daardoor zekerder voelde. In vriendschappen en contacten nam ze zelden het initiatief. Ze verlangde naar een relatie met een leuke vriend, maar die was er nog nooit van gekomen. De jongens zagen haar slechts als gezellige vriendin met wie ze konden kletsen en drinken en bij wie ze hun hart kwamen uitstorten. Aan het eind van de avond verliet ze het café An Sich en ging ze alleen naar huis en alleen naar bed. Nee, ze was echt de slankste niet. Maar obese? Dik? Ziet er niet uit? Kamerolifantje? Moddervet? Dat toch ook n…
‘Zullen we dat doen?’
Corien schoot wakker uit haar gedachten. Wat gebeurde er?
Iedereen schreeuwde en juichte. ‘Ja! Ja!’ riepen ze. ‘Over de knie! Over de knie!’
De Sint had Corien bij de arm gepakt en hij trok haar naar zich toe. ‘Zo, Piet. Even meewerken,’ zei hij. ‘Moet je maar niet zo veel van de pepernoten en het suikergoed snoepen.’
Voor Corien wist wat er gebeurde, lag ze met haar buik bij Sinterklaas op schoot. Pats! voelde ze. En nog eens pats! Echt zeer deed het niet, maar prettig vond Corien het ook niet.
‘Of willen jullie liever dat ik het op de blote billen doe?’ klonk de stem van Sint Nicolaas.
Corien wist niet wat ze hoorde en begon zich los te wurmen.
‘Broek uit! Broek uit!’ scandeerden de cafégangers. Ze werden helemaal gek.
Nog heftiger protesteerde Corien. Op het moment dat ze los leek te komen, gebeurde er iets. Heel duidelijk voelde ze dat de Sint zich bewoog. Hij liet zich opzettelijk uit de stoel op de grond vallen. Corien viel erachteraan en plofte bovenop hem. Met moeite bevrijdde ze zich en probeerde ze weer te gaan staan. Snel trok ze haar pietenbroek weer in fatsoen.
‘Godverdomme,’ brieste Sinterklaas. Joke hielp hem opstaan. ‘Kijk nou wat die vette piet heeft geflikt. Ze is zelfs te zwaar voor een stoel.’
Het publiek kwam niet meer bij.
‘Nou kinderen,’ zei de Sint, ‘dit wordt me te veel. Ik moet gaan. Cadeautjes zijn er niet, maar jullie mogen allemaal iets drinken van de zaak. Lief zingen, hoor.’ Zonder verder nog om te kijken verdween de Sint naar achteren.
Corien stond wat bedremmeld te kijken. Ze kreeg klappen op haar schouder, maar ook op haar kont. Er waren armen om haar heen. Vreemde handen knepen in haar rondingen. De tranen stonden in haar ogen. Van schaamte, van angst, van woede. Want boos was ze. Op zichzelf. Boos, dat ze niet bij machte was om zich te verzetten. Boos, dat ze niet zo sterk was als Joke, die de gluiperd gewoon van zich af had geduwd. Waar was Joke trouwens?
Wat verdwaasd keek Corien rond in de mensenmeute. Daar zag ze haar. Een of andere knul stond haar af te lebberen. Nu liet Joke het wel toe dat er iemand in haar borsten kneep.
Corien wilde weg. Ze rukte zich los uit de armen die de kerels om haar heen hadden geslagen en rende naar de toiletten.
Bij de dames wc’s was niemand te bekennen. De deur sloeg achter haar dicht. Het geluid van de feestende mensenmassa verstomde.
Corien ging naar de wastafel en wierp een blik in de spiegel. Er liep een traan uit haar ooghoek. Langzaam liep hij naar beneden. Er verscheen een lichte streep op haar zwarte wang.
‘Dat lijkt me toch iedere keer weer schrikken,’ hoorde ze een mannenstem. Ze keek naar de deuropening.
Daar stond Sinterklaas, nog in vol ornaat. Hij kwam de toiletruimte binnen.
‘Wat bedoel je?’ vroeg Corien. ‘Hoezo: schrikken?’
‘Nou, als jij in de spiegel kijkt, zie je steeds een dikkerdje.’
‘Nou zeg.’ Corien was verbijsterd. ‘Hoe durfde je …’
‘Ontken het maar niet. Je bent een beetje dik. Een beetje erg dik.’
‘Dat gaat jou toch niet aan?’ kon ze uitbrengen.
‘Niet te veel eten, kind.’ De Sint deed nog of hij in zijn rol zat.
‘Ja, dat weet ik heus wel,’ zuchtte Corien. Ze wist niet wat ze moest zeggen en wilde het liefst zo snel mogelijk bij de gemijterde man vandaan.
‘Hoe veel heb je nu al gehad dan?’ was de vraag.
‘Vanavond een gewone maaltijd met groente en sla,’ antwoordde ze. ‘En net wat pepernoten.’
‘Als je niet wilt dat je aankomt, steek je gewoon je vinger in je keel.’
‘Huh?’ Corien wilde naar de deur, maar Sinterklaas hield de weg versperd. ‘Dat kan ik niet.’
‘Kan ik niet? Wat een onzin. Ik kan je helpen.’
‘Echt waar?’ Even klonk ze hoopvol.
‘Kom maar mee.’ De Sint duwde haar voor zich uit, terug naar de wastafels.
‘Maar,’ begon Corien, ‘ik …’
‘Niet tegenstribbelen. Hier. Bukken.’ Hij duwde haar hoofd in de wasbak.
Ze wist niet wat haar overkwam. Plots voelde ze een gehandschoende hand op haar mond. Een vinger drong naar binnen en stak diep in haar keel. Corien kokhalsde en begon over te geven.
‘Nee!’ wilde ze gillen, maar ze kon geen kant op. Ze besloot om het allemaal maar lijdzaam over zich heen te laten komen. Proestend en kotsend hapte ze naar adem, maar de vinger bleef in haar keel wroeten.
‘Toe maar, kots maar.’ De stem klonk onverbiddelijk. ‘Zou ik ook doen. Ik zou het nu ook willen doen, nu ik jouw vadsige lijf hier zo zie.’
Corien huilde stilletjes en liet haar hoofd slap hangen. Haar wang lag in de bak op het porselein. Maar wat was dat nu? Die Sint hield niet alleen haar hoofd in de wasbak, maar zijn andere hand gleed ook nog eens van achteren haar pietenbroek in. Corien probeerde te protesteren, maar ze kon geen kant op. De Sint had zijn weg gevonden in haar slip en kneedde haar billen. ‘Goed zo, Piet,’ bromde hij. ‘Laat het maar komen.’
Corien voelde een gehandschoende vinger in haar bilspleet. Ze kon er niets aan doen; daar kwam weer een golf.
‘Is het nou ’s klaar?’ vroeg de Sint. Hij liet haar los.
Langzaam kwam Corien overeind. Haar zwarte krullenpruik was afgegeleden. Met de mouw van haar pietenbloes veegde ze haar mond af. ‘Volgens mij is alles er nu uit,’ zuchtte ze.
‘Mooi. En zo doe je dat na iedere maaltijd! Vinger in je keel en braken maar.’
Corien keek de Sint eens aan. Hij rook aan zijn handschoen en trok een vies gezicht. ‘Je gat goed afvegen is ook een kunst.’ Toen krabde hij in zijn baard. Die liet nu los. ‘Shit, dat ding is heet,’ zei hij en hij trok de baard naar onder zijn kin. Een gezicht verscheen.
‘Tobias?’ vroeg Corien verbaasd. ‘Ben jij het?’
‘Ja, wie dacht je anders dat ze voor Sinterklaas zouden vragen?’
‘Moest het allemaal zo hardhandig?’ Corien begon weer te huilen.
‘Ja, dat moet. Doe maar wat ik je gezegd heb. Meid, moet jij eens zien hoe snel je afvalt. En hou op met janken. Wees liever dankbaar.’
Corien was bang en fluisterde: ‘Dankjewel.’
‘Wat zeg je?’ vroeg Tobias op treiterende toon. ‘Ik kan je niet goed verstaan.’
‘Dankjewel.’
‘Graag gedaan. Dit advies geef ik je voor je eigen bestwil. Het is voor mij ook niet leuk om iemand met haar zwakheden te confronteren. Toch doe ik het. En mocht je het je bedenken: je gaat me geen kus geven als bedankje. Geen gezoen met die kotsbek van je. En uitkijken, anders geef ik je nog een paar vette petsen op je dikke reet.’ Tobias draaide zich om en liep de toiletruimte uit.
De obese piet keek in de spiegel. Tranen stroomden over haar wangen. De zwarte schmink was nu helemaal uitgelopen. Ze wist dat het klopte: ze zag er niet uit.
Het heerlijk avondje was gekomen. Corien Vaaglust had er zo naar uitgekeken.
–
Apeldoorn, oktober 2013