Middagje op het terras – Art café Sam Sam, Apeldoorn – zondag 30 maart 2014
Foto’s gemaakt met de Sony Eriksson Xperia telefoon.
Foto’s gemaakt met de Sony Eriksson Xperia telefoon.
Vrijdag 4 april – dagje Arnhem:
Ik heb een goede nacht en word goed wakker. Het voelt allemaal goed. Er is geen druk op de kop. Ik start de dag met een kwart oxazepam in plaats van een halve. Het is de volgende stap in afbouwen; ik zit nu op drie keer een kwart tablet.
Om half elf lopen De Vrouw en ik de deur uit en om half twaalf staan we in het centrum van Arnhem. We slenteren wat rond, bezoeken wat winkels en bij de opticien halen we de twee nieuwe brillen van De Vrouw. Er is gelegenheid voor koffie en bij een malle Deense winkel kopen we allerlei keukenspul en voor mij een lees- en zonnebril. We lunchen bij een grand café aan de Rijnkade en aansluitend gaan we naar de muziekwinkel. Ik koop Gravitas, de nieuwe Asia, Shelter van Alcest en twee ‘klassiekertjes’: QE2 van Mike Oldfield en Eno’s Another Green World.
Om vier uur zijn we weer thuis. De muziek gaat aan en ik douw een hele kip in de oven. De Vrouw maakt sla erbij.
Tijdens het natafelen gebeurt er iets. Ik probeer De Zoon iets te vertellen hoe het eraan toe zal gaan als we vanavond samen naar het concert van The Steel Breeze en Sil-Marillion in Gigant gaan. Hij reageert nogal fel en ik zeg hem dat ik dat niet netjes vind; zijn reactie daarop is even fel. Ik merk dat het mij aangrijpt; ik sta op en zeg: ‘Ik heb geen zin meer.’ Dan gaat het helemaal mis.
Ik heb een grote huilbui, paniek- en angstaanval. Het stopt niet. Ik moet extra medicijnen nemen. De Vrouw zit tegenover me aan de keukentafel; ze doet haar best maar kan me niet troosten. Ik ben het zo zat, ik voel me zo moedeloos en overbodig.
De muziek blijft uit en ik kan niet verder lezen. De Zoon gaat in z’n eentje naar Gigant en ik ga om half tien uitgeput naar bed.
–
Donderdag 3 april:
Ik ben veel wakker vannacht. Tussen twee en vier zeker een keer of wat. Om half acht sta ik toch ‘goed’ op. Op de fiets is het zonnig, maar nog wel fris. Wat een dagboek. Ik deel de intiemste zaken: ‘Op de fiets is het zonnig, maar nog wel fris.’ Op de thermometer buiten bij een winkelcentrum is het zeven graden. Dit moet ik geheim houden. Zal ik het wel openbaar op een webstek zetten?
De werkzaamheden van vanmorgen bestaan uit diverse kleine klussen. Ze geven me niet zo veel energie als afgelopen dinsdag, maar toch is het prettig (door)werken. De adviesaanvraag van de Bestuurder aan de Ondernemingsraad van mijn organisatie over mijn functie is verspreid. Ik druk ‘m af om hem later eens op mijn gemak door te nemen. Wat ik al wel zie: mocht ik in geen van de twee trajecten vallen, dan heb ik per 1 juli geen baan meer. Ik verwacht dat ik wel in een van de twee trajecten ga vallen. Laat ons bidden.
Op de terugweg neem ik een route langs onze eerste woning in de wijk Zevenhuizen (negen hoog; een-na-bovenste verdieping, een-na-laatste woning vanaf links).
Doel van deze heikele tocht is de biologische markt (twee kramen) in het centrum van ons majestueuze Apeldoorn. KAAS! Ik koop een gorgonzola en een rouge weetikveel. De terugweg gaat langs de supermarkt. In de supermarkt denk ik plots dat het heel niet goed met mij gaat. Ik hallucineer, geloof ik.
Gelukkig mag ik weer naar huis. Daar koffie en zon in de tuin. Ik eet boterhammen met kaas, lees Ik ook van jou uit en begin in Tien vrolijke verhalen van Gerard Reve. Uit de doos met Cage draai ik cd18 en daarna klinkt Klotebussie. Claude Debussy, voor degenen die nog niet weten wat voor dag het eergisteren was.
Als De Vrouw tegen half vijf ook thuis is, raggen we Blitzmash van AKB maar eens door de tuin en begin ik met het voorbereiden van het eten. Een oventaart van shoarma, prei, peper, eieren en kaas. Die oventaart is een succes!
In de avond lees ik Tien vrolijke verhalen uit en begin ik in Michael Gray’s Mother! The Frank Zappa story. In de keuken hoor ik Genesis Revisited II van Steve Hackett en Hybrid van Eno/Brook.
–
Woensdag 2 april:
Ik ben om acht uur wakker. Echt goed geslapen heb ik niet, maar ik voel me fit en vrolijk.
De Vrouw is vroeg weg; ik drink koffie, lees de krant, beluister nog wat Etudes Australes (Cage) en bekijk mail.
In de tuin maak ik de schoffelklus af. De temperatuur is er al heel lekker. Had ik al verteld dat onze druivenstruik (die De Zoon een paar jaar geleden kreeg bij zijn afscheid van een stageadres) blaadjes krijgt? Volgens mij staat hij al een seizoen of twee helemaal kaal in de grond; nu verschijnen er knoppen.
De foto is van gisteren. Ik ben het schoffelen snel zat en ben blij dat de klus ook snel klaar is. Wacht, laat ik dat anders formuleren. Ik ben blij dat ik de klus snel klaar vind. Mooi, dan kan ik verder lezen. Haydn klinkt luid vanuit het huis de tuin in. Daarna is Brahms aan de beurt. En Dvorak.
Na een boterham met kaas wandel ik door het Matenpark naar de Eglantier. In een zaak voor huishoudelijke artikelen koop ik een pillensnijder. Een wát? (1 april is geweest.) In een andere koop ik houten lepels om mee te roeren in de pannen. Eentje heet ‘houten lepel met roergat’. Een risottolepel, noemen we dat! Op de weg terug zie ik dat de heemtuin nog gesloten is.
Weer thuis lees ik The real Frank Zappa book uit en begin ik in Ik ook van jou van Ronald Giphart. Ook start ik met het koken van de bamisoep voor vanavond.
De rest van de Paul Buff-doos gaat eraan. Soep is als vanouds goed.
Na het eten lees ik verder, met Bop till you drop (Ry Cooder), Pat Metheny Group en Ambient 1: Music for Airports van Eno op de achtergrond. Ook maak ik me zorgen om onze versie van Windows: we hebben toch XP? Dan hebben we per 8 april ook een probleem. Morgen wil ik alles uitzoeken, maar De Vrouw heeft vanavond al helder dat we helemaal geen XP hebben en dat onze computer al draait op het voorlopig veilige 7. Mooi! Scheelt spanning en energie.
–
Dinsdag 1 april:
Ik heb goed geslapen (geen grap) en als ik opsta, voel ik me ook goed (ook geen grap).
Optimistisch als ik ben (wel een grap) trek ik mijn winterjas niet aan. Het blijkt toch wel koud op de fiets. Op het werk draag ik een grote klus over aan een collega. Het gaat zeer vlot en voorspoedig. Om elf uur vertrek ik weer en op de fiets weet ik dat ik er energie van heb gekregen. Ik moet denken aan iets wat Jolande zondagmiddag zei (alweer geen grap). Het hele gesprek heb ik toen niet kunnen volgen, maar het ging over dingen die je doet die energie opleveren en die energie kosten. Vanmorgen heb ik iets gedaan wat me energie heeft gegeven. Natuurlijk kan ik niet alle dingen-die-energie-kosten nooit meer doen; het gaat erom balans te vinden. En de dingen-die-energie-kosten die ik wél kan laten, die moet ik laten.
Op de terugweg doe ik enkele boodschapjes bij een supermarkt. Bij de kassa staat een mevrouw vóór mij. Herken ik haar? Zij herkent mij wel. Ik haar nu ook. Ik heb over haar geschreven (geen grap). Leuke en mooie vrouw, maar waar ken ik haar van? Ik vraag het haar. Nu weet ik het weer. Ik weet haar naam niet (meer). Ik vraag het haar. Nu weet ik het wel. Met nóg meer energie fiets ik naar huis. (Nog steeds geen grap.)
De zon schijnt en ik drink koffie in de tuin. Op de achtergrond klinken de eerste Etudes Australes van Cage. Ik begin met lezen in The Real Frank Zappa book door FZ en Peter Occhiogrosso, de Engelse versie die ik in december 2012 in Manchester mocht ontvangen uit de erfenis van Professor Steve. Qua geluid kies ik voor Mendelssohn en Rossini.
Na een paar boterhammen met Waartlander kaas (uit Zuid-Holland (geen grap)) wandel ik langs het kanaal naar de Turkse winkel voor wat fruit en groente, en terug langs een andere supermarkt voor wat melk en spullen voor het eten van morgen.
In de tuin schoffel ik wat. De groene container zit al bijna vol en wordt pas volgende week donderdag geleegd. Een tijdelijke afvalopslag organiseren, dus. Lang ben ik niet bezig; het is erg warm buiten (geen grap).
Ik lees verder.
Rond een uur of zes begin ik met het eten. Ik heb drie courgettes en die ga ik vullen met een mengsel van gehakt, ui, peper en tomatenpuree. Hoop kaas eroverheen en in de oven ermee. Daarnaast een salade van komkommer, bladsla, bosui en aardbei. Jippie. (Alweer geen grap.) Dit alles terwijl de hoogst amusante liedjes klinken uit de 5cd-box Paul Buff presents – Highlights from the PAL and Original Sound studio archives. Over energie krijgen gesproken.
Na het eten maak ik voor De Vrouw haar lunch van morgen: de beruchte Marokkaanse linzensalade (echt, geen grap). Dan is er weer gelegenheid om aan de keukentafel verder te lezen. Nog wat Paul Buff erbij, een Nosound album en ambient van Eno/Budd en de avond is kapot.
Een goede dag vandaag! (Geen grap. Serieus.)
–
Maandag 31 maart:
Ik ben een paar keer wakker: om twee uur, om vier uur en om zeven uur. Tussendoor slaap ik diep. Met moeite dwing ik mijzelf om half negen uit bed. Op het moment dat ik op mijn benen sta, merk ik dat het beter gaat. Er is rust in mijn hoofd; de meeste spanning en angst is weg.
Vanmorgen ben ik alleen. Ik drink koffie, lees de krant, hoor wat pianomuziek, doe wat klusjes in huis en werk de site bij. Voor het eerst sinds vier dagen kan ik muziek om me heen hebben. Het verhaal dat ik vorige week maakte, Het volgende slachtoffer, staat sinds gisterenmorgen ook online op Apeldoorn Direct; er zijn nog geen reacties.
Aan het eind van de ochtend fiets ik naar een supermarkt voor wat boodschapjes. Voor wat anders? Gelukkig kom ik geen bekenden tegen. Zo’n opmerking in de voorgaande zin is natuurlijk voer voor psychologen. Het is zonnig aan het worden en het voelt prettig. Ik ben graag buiten. Weer thuis gaat de deur naar de tuin open. De Vrouw is even thuis. Ze vraagt hoe het gaat en hoe het zo komt dat ik terugval. Ik vertel dat het iets te maken heeft met de dingen die ik altijd leuk vond, die ik nu niet meer leuk vind, en waarvan ik weet dat zij ze wél leuk vindt, met dat ik de hele situatie wel zat en moe ben, en met de angst. Gelukkig kunnen we het er goed over hebben; dat maakt me blij.
Ik eet een boterham en ga de tuin in. Ik schoffel wat in de perken. Tussendoor neem ik rust en begin ik te (her)lezen in De avonden van Gerard Reve.
Aan het eind van de middag maak ik het eten. Het wordt een stamppot van zoete aardappel en twee van de bossen raapstelen die De Zoon vrijdagmiddag had meegenomen. Ernaast een curry van kalkoenfilet met rode ui, knoflook, peper en Marokkaanse kruiden, plus een salade van bosui, augurk, aardbei en tomaat. Goed gelukt, mag ik wel zeggen.
De rest van de avond kan ik aan de keukentafel verder lezen in De avonden. Mijn hoofd doet wel zeer, alsof er een vage waas over alles heen ligt en ik van een afstand de wereld bezie. Willem mailt dat de eerste aanmelding voor Cultuur bij je Buur binnen is: in een wijnwinkel op vrijdagmiddag 16 mei. Men mag drie keer, nee één keer raden waar.
Iets voor elf uur is het boek uit en kan ik naar bed.
–
Zondag 30 maart:
Ik ben voor zeven uur al wakker. Wacht, dan is het al acht uur, want de zomertijd is vannacht ingegaan. Het was een slechte nacht; ik heb niet veel geslapen. Om negen uur ga ik toch echt uit bed. In mijn kop is het redelijk rustig, wel wat leeg. Erg leeg.
Na koffie en dergelijke (en dergelijke = klokken gelijk zetten) ga ik naar buiten en maak ik mijn rondje langs de Matenpoort en het kanaal. De zon begint te schijnen en het is echt aangenaam.
Onderweg realiseer ik me dat ik graag veel dingen alleen doe. Ik zou mijn thuis, mijn gezin en enkele mensen om mij heen absoluut nooit willen missen, maar ik moet ook vaak alleen zijn. Zoals nu.
Terug thuis lees ik nog wat (IJsland is uit) en doe ik enkele huishoudelijke klussen. We brunchen en dan gaan De Vrouw en ik op de fiets naar het centrum. In Art café Sam Sam vindt de opening van een expositie plaats. Wij zitten in de tuin en er sluiten enkele goede mensen bij ons aan: Jolande, Reinier, Gea, Peter, Christine, om er enkele te noemen.
Ik merk dat veel langs me heen gaat. De vermoeidheid slaat toe. Ik kan niet alles volgen. Buiten is ook muziek en er gebeurt veel door elkaar. Bij vlagen ben ik angstig. De beklemming is terug. Ik wil, ik moet weg. Nadat we er een paar uurtjes zijn geweest, gaan we ook daadwerkelijk terug naar huis. Ik ben doodop. Er prikt voortdurend iets achter mijn ogen.
We maken de restanten van het eten van vrijdagavond warm en eten het gezamenlijk op. Ik krijg niet veel naar binnen. Na het eten zit ik aan tafel. Ik ben bang. Bang om mijn thuis, mijn gezin te verliezen. Ik heb geen grip op dit moment. Het grijpt me aan. Ik huil. Zeer moedeloos word ik ervan. Ben ik wéér terug bij af? Wat is er fout gegaan?
Om kwart voor negen al moet ik naar bed. Het gaat niet zo goed.
–
Zaterdag 29 maart:
Ik slaap zeer diep met bizarre dromen, al kan ik me er bij het opstaan weinig tot niets van herinneren. In mijn hoofd lijkt het weer wat rustig. Wel ‘dof’. Ik ben om half negen beneden.
Gebruikelijke klusjes. Ik kan ook even achter de pc en dit schrijven. Dan de krant lezen.
Om half elf fiets ik naar het centrum. Op de markt koop ik cranberry’s en kruiden. Dan rijd ik door naar wijnwinkel Chateau Het Loo.
Bas, Willem en ik gaan volgend weekend op zondagmiddag optreden tijdens de grote jaarlijkse wijnproeverij. We maken wat afspraken met Mirka en drinken koffie in de zon. Het gaat helemaal goedkomen.
Om twaalf uur vertrek ik. Op de terugweg ga ik een supermarkt in. De drukte doet me geen goed, maar het meest raak ik ondersteboven van het volgende. Ik sta bij de kassa te wachten op mijn beurt. Voor mij is een meneer met een handicap en die heeft wat tijd nodig. Niet erg. Achter mij staat een mevrouw met slechts een pak melk in haar handen; daarachter weer een meneer die helemaal over de band heenbuigt (daarmee over mijn boodschapjes), zo’n beurtbalkje grijpt, die strak tegen mijn boodschapjes aan drukt en mijn hele boel wat verder naar voren schuift. Ik voel me onmiddellijk opgedrongen en opgejaagd. Het gaat niet goed; ik moet weg en snel. Gelukkig ben ik gauw aan de beurt en kan ik afrekenen en naar huis.
Thuis is De Vrouw samen met De Zoon bezig met financieel gedoe. Ik overzie het niet en hun beetje driftige gesprek grijpt me aan. Buiten drink ik koffie. Wat later is er meer rust.
We lunchen en daarna rijd ik met De Zoon in zijn auto naar de supermarkt. We halen wat zakken potgrond. Daarna is er echt even rust; ik zit in de tuin en begin te lezen in IJsland van Ronald Giphart. Drie tuinen verder spelen, schreeuwen en huilen kinderen. Ik schrik ervan.
Rond half vijf wandel ik naar buiten. Voor het gerecht van vanavond heb ik zachte geitenkaas nodig en die heb ik niet in huis. Onderweg naar de winkel kom ik langs een boom; plots begint een vogel, die daarin op een tak zit, te zingen. Ik schrik me een hoedje. Moet er zelf ook wel om lachen.
Iets na vijven zakt de zon achter de huizen van de achterburen en wordt het kil. Ik vlucht naar binnen en start met koken. Blokjes chorizo bakken, gesnipperde ui en geperste knoflook toevoegen, in blokjes gehakte rode paprika erbij, dan een groot afgegoten blik kikkererwten en goed doorwarmen. Ten slotte gehakte postelein en peper en zout erbij, doorroeren en het is alweer klaar. Met groene bladsalade is het erg lekker. Eenvoudig gerecht, maar het werkt goed.
Ik kan nog iets lezen en dan is het acht uur. We stappen op de fiets en rijden naar Zuidbroek om op bezoek te gaan bij kennissen. Het is allemaal wat onwerkelijk, alsof ik er niet ben. Ik voel me vreemd, opgelaten, onrustig, bangig. Tegen half elf merk ik dat ik zeer moe ben. We zijn om half een thuis en ik ga direct slapen. Negentien weken.
Zijn vrouw verjaarde. Ze had haar cadeaus zelf geregeld.
Hij voelde zich echter tekortschieten als echtgenoot. Ze verdient een mooi en persoonlijk cadeau, was zijn gedachte, zodat ik haar ervan verzeker dat ik heus wel attent kan zijn.
Vrijdag 28 maart:
Onrustige nacht, weinig geslapen, veel wakker. Vraag niet hoe het komt.
Het voelt wat warrig, vanochtend. Ik kan niet al te veel hebben. Als de kranten uit zijn, ga ik in de achtertuin wat groen tussen tegels wegpeuteren. De Vrouw is beneden; ergens in het gesprek reageert ze iets kribbig op iets kleins, iets nietszeggends, iets niks. Ik schrik en krijg tranen in mijn ogen. Ik zal toch niet? Halverwege de ochtend ga ik boodschappen doen. Het is inmiddels schitterend zonnig weer en de temperatuur loopt op. De Vrouw en ik gaan verder met de achtertuin. Ik moet uitkijken; straks ga ik het nog leuk vinden ook.
Het afbouwen van oxazepam gaat voort. Vanaf vandaag neem ik ’s morgens een half, en ’s middags en ’s avonds een kwart tablet.
We lunchen en daarna stappen we op de fiets om te rijden naar een klein tuincentrum tussen Apeldoorn en Beekbergen. We kopen er weinig, een of twee kruiden en wat zaad.
Dan weer terug. Ik lees wat in de tuin. De Zoon komt thuis met twee grote zakken raapstelen die we snel zullen moeten gebruiken. (Ik zal een andere planning moeten maken.) Tegen een uur of vijf gaat de zon zakken en koelt het af. Naar binnen weer, dus.
Ik probeer kaarten te bestellen voor optredens in Gigant de komende tijd. Het lukt niet en ik geef het op. Er gebeurt iets met me. Het grijpt me aan. Ik weet niet wat het is. Het lijkt of het allemaal even te veel door elkaar is.
De Vrouw heeft eten gemaakt. Het is heel lekker, maar ik kan niet veel naar binnen krijgen. Als alles is opgeruimd, kijk ik op de klok. Het is kwart voor zeven. Ik denk: ‘Ik moet nog vier uren zitten.’ De muziek blijft uit, lezen lukt niet en ik zit aan de keukentafel. Ik schrik weer enorm van plotse geluiden, ben báng, heb het gevoel dat ik waardeloos, nutteloos, overbodig en onnodig ben. Er valt één traan op het tafelblad. Ik ben uitgeput, merk ik. Om kwart voor tien ga ik naar bed.
–
Donderdag 27 maart:
Paar keer wakker geweest, vannacht. De wekker wekt me uit diepe slaap. Ik sta op en het gaat goed. Op de fiets naar het werk is het koud, maar zonnig.
Eerst een overlegje met teamleider over voortgang. Komende week werk ik nog twee dagen van twee uur, daarna ga ik over op twee dagen van ieder drie uur. Dan kan ik wat verdiepender klussen aan. Er ligt nog steeds geen druk op en het voelt prima. Ik kan nog vooruit.
Thuis: koffie, kalm aan, lunch, klusjes in de tuin, digitale televisie bij onze internetprovider bestellen (!), vragenlijst van de psycholoog invullen, eten maken: ovenschotel van knolselderijpuree, zuurkool, appel en gebakken shoarma met daarnaast salade.
Mijn stuk voor FOK! leek vanmorgen verwijderd, maar na wat contact met de redactie is hij alsnog geplaatst. Reacties zijn goed, zie hier. In de avond verder lezen. Ondertussen hoor ik Transatlantic, Pat Metheny Group en Nosound.
–
Woensdag 26 maart:
Diep geslapen, maar om half negen ben ik echt wakker. De Vrouw is vroeg (en voor het grootste gedeelte van de dag) de deur uit. Voor mij is er koffie en Cage (cd 12 uit de doos van 18).
Tot mijn eigen stomme verbazing schrijf ik een verhaal. In de afgelopen weken had ik wat aantekeningen gemaakt en die contouren werk ik nu uit tot iets met de titel Het volgende slachtoffer. Ik plan het in voor FOK! en Apeldoorn Direct. Op FOK! blijkt de columnsituatie helemaal anders. Voor, met en na het afscheid van DriekOplopers zijn verschillende columnisten vertrokken, maar er zijn ook weer wat oude bekenden teruggekeerd, zie ik. Mijn vaste plek op donderdagmorgen is geloof ik bezet door een ander. Ben benieuwd wanneer mijn bijdrage een plaatsje krijgt. Op Apeldoorn Direct heb ik het ‘gewoon’ op zondagmorgen (aanstaande) neergezet.
Het allerbelangrijkste is dat ik merk dat ik heel veel plezier heb in het schrijven! Nee, ik ga niet gelijk nog veel meer maken. Ik doe het rustig aan. Hoewel, de plaat The Never Ending Way Of ORwarriOR van Orphaned Land knalt door het huis.
Na een lunch fiets ik naar de supermarkt dichtbij ons vorige huis. De winkel is geheel vernieuwd en ik ben benieuwd naar het biologische assortiment. Het valt niet tegen. Ik doe er wat boodschapjes en fiets weer terug.
Wat klusjes, lezen en koken. Ondertussen Verdi en Yes. Vanavond maak ik een chili ofwel bonenschotel, zonder vlees erin. Ik had nog wat tartaartjes liggen; die bak ik, vandaar. Fikse salade ernaast en klaar.
Post van de psychologiepraktijk: de bevestiging van de afspraak op 14 april. Daarnaast nodigt de bedrijfsarts me uit voor een gesprek op maandag 21 april; dan is het Tweede Paasdag. Grappig.
Na het eten lees ik verder. Het reizen vereist sterke zenuwen van Bob den Uyl komt uit. Over grappig gesproken; aangenaam lezen en zeer vermakelijk is het boek ook. Jammer dat zijn boeken momenteel alleen nog antiquarisch verkrijgbaar zijn, anders had ik er een nieuwe verslaving van gemaakt. Om de teleurstelling te vergeten begin ik in Een dode hand – Een moord in Calcutta door Paul Theroux; voorlopig het laatste werk van zijn hand dat op mijn stapel ‘Nog lezen’ ligt. De titel Een dode hand blijkt dubbelzinnig; niet alleen krijgt de ik-figuur letterlijk met een dode hand van een lijk te maken, ook heeft hij als schrijver te kampen met een writer’s block, een dode hand. Leuke dialoog: ‘Ben jij zo’n schrijver die vroeg opstaat en al zijn werk voor het ontbijt doet?’ ‘Nee, ik ben meer zo’n schrijver die niet meer schrijft.’ Treffend.
–
Dinsdag 25 maart:
Oef, opstaan is zwaar vanochtend. Hoofd vol en leeg tegelijk, alsof er een verstikkende deken overheen ligt. Gaat het goed? Mwoa, het gaat wel goed.
Om tien uur zitten we bij onze financieel adviseur. Ik had De Vrouw meegenomen, omdat er nog altijd momenten zijn dat ik niet goed kan volgen waar het over gaat. Maar dit jaar is de belastingopgave in nog geen vijf minuten gedaan. Geen bijzonderheden.
Dan door naar het werk. Daar handel ik mail af en draag ik een klus over aan een collega. Dan is het alweer gedaan.
Thuis lunchen en lezen. En aan het avondeten beginnen. Een tajine vol stoofvlees met tomaat, paprika, ui, knoflook en bouillon. Daarnaast een puree van pompoen en groene salade. Ondertussen Hergest Ridge en Ommadawn van Mike Oldfield beluisteren, plus Secrets van Allan Holdsworth. Altijd goed.
Minder goed is de nek- en hoofdpijn. Het zou de terugslag van het weekend kunnen zijn. Sinds gisterenavond weer een stapje oxazepam minder, en volgens de huisarts was het dat. Ibuprofen schijnt te helpen, maar helpt ook je maag om zeep. Moet ik niet doen met mijn zwakke maag. Dan maar ontspanningsoefeningen en/of ermee leren leven. Het wordt even dat laatste. Plus afleiding door middel van dingen doen: lezen, dit b-log bijhouden, in de tajine roeren.
De pot smaakt goed. Aansluitend lees ik PROG uit en wat verder in Bob den Uyl en het MPFC-boek. Dan is het bedtijd.
–
Maandag 24 maart:
Ik sta om half acht op met De Helm. Au. Na een kop koffie fiets ik naar de huisarts.
Op zich gaat het goed, na de terugval van drie weken geleden. Goed om toch naar de medicatie terug te grijpen. Als de behandeling bij de psycholoog start, zal vast aan de orde komen hoe ik eventuele angst/onzekerheid/etc in de toekomst beter te lijf zal kunnen gaan. Dat het afgelopen week en weekend zo goed is gegaan, is een teken dat ik zeker vooruit ga; waar ik me eerder zeer angstig en ongerust over maakte, daar is nu meer rust. Als ik vertel over afgelopen weekend, vraagt de huisarts hoe het gaat met muziek luisteren en is ze benieuwd naar welke muziek ik dan geweest ben. Ha! Ik ga verder met medicatie afbouwen (vanaf vandaag twee keer een half en ’s avonds een kwart tablet) en zie haar weer als de behandeling is gestart.
De apotheek heeft een probleem; ze kunnen geen etiketten printen. Ik wil geen etiket; ik wil mijn medicijnen. Of ik later op de dag terug kan komen. Dat kan ik.
Thuis zet ik ambient muziek van Brian Eno op, begin ik aan de was, lees ik de kranten van afgelopen weekend en bekijk ik mail. Dan op de fiets voor wat boodschappen. De Helm op mijn hoofd is bij vlagen zeer aanwezig. Weer thuis kan Wagner daar niet veel aan verhelpen. E komt thuis en we lunchen.
Ik wandel door het Matenpark naar de Eglantier en haal mijn medicatie. Weer thuis ga ik aan de slag met de foto’s die ik afgelopen weekend heb gemaakt met E’s oude telefoon. Er zit zowaar wat bruikbaar materiaal tussen. Het fotoverslag zie je hier, hier en hier. Tussendoor draai ik Ry Cooder en Caroline Lavelle en kook ik het avondeten: shoarma, witlof met ham en kaas uit de oven, een grote salade en voor De Zoon aardappelen uit de oven.
Dan gaat E weer even werken en kan ik de laatste hand leggen aan het fotoverslag. De plaat van Crimson ProjeKCt speel ik hard door de woonkamer. Lekker.
Ik maak voor E de lunch van morgenmiddag: pittig gekruide wortelsoep, een recept uit de krant. Gekker moet het toch niet worden. Later op de avond lees ik in PROG die ik gisterenavond bij thuiskomt vond; er staat een lel van een artikel in over Brain Salad Surgery van ELP! Tegelijkertijd: Follow van Fripp & Travis. Dan om elf uur naar bed met De Helm. Au.
–
Zondag 23 maart – van Antwerpen naar huis:
Ik ben een paar keer wakker. Krijg je van veel water drinken. Om half negen sta ik toch echt op. Het is zeer vol in de ontbijtzaal, maar we krijgen vlot een plekje. Roerei met spek, paar broodjes, kaas, sla, tomaat, veel koffie. Zo kunnen we er weer een tijdje tegenaan. We pakken de tas in, melden ons af en vertrekken. Het is kwart over elf. Per tram naar het station. Daar hebben we nog even voordat de intercity naar Roosendaal aankomt. We drinken koffie, bezoeken wat winkeltjes op het station en wandelen wat rond. Iets over half een is de trein er en we stappen in.
In nog geen uur tijd lees ik het boekje Kwantum. Geen meesterwerk helaas, maar toch onderhoudend. De reis verloopt uitermate voorspoedig. Goede aansluiting in zowel Roosendaal als Zutphen. Vóór vier uur staan we op het station in Apeldoorn. We halen de fietsen uit de stalling en rijden naar het huis van Auke. Daar is Sven en even later ook Annemarieke. Het is fijn om ze weer te zien en te spreken. De laatste keer was rond hun huwelijk in Stockholm, juni 2013. Annemarieke kookt een prima Mexicaanse hap en Lex en Hans van The Bottles komen in de woonkamer spelen en zingen. Het is gezellig en we zingen allen mee. Om tien uur blijk ik echt heel moe en moet ik naar huis. Dank jullie wel, allemaal!
Het is een geweldig weekend geweest. We hadden weinig plan, maar hebben toch veel gedaan. Antwerpen is een mooie stad, de concerten waren fantastisch en het was goed om al die mensen weer te zien en sommigen nog te spreken ook. Veel indrukken vragen veel energie en die heb ik nu niet meer.
Thuis stort ik zo goed als in. Ik merk dat ik de overgang moeilijk vind; De Zoon heeft de spullen die hij heeft gebruikt nog niet opgeruimd en ik ervaar het als een bende. Hier kan ik lastig mee overweg en de hoofdpijn zet in. Het lijkt me beter dat ik naar bed ga. Dat doe ik dan ook, nog geen kwartier na aanvang van de documentaire over de elpees Over-Nite Sensation en Apostrophe (‘) van Frank Zappa (!) die op de Belgische tv-zender te zien is. (De dvd van de documentaire staat in de kast, dus het geeft niet.) Maar eerst nog even op de weegschaal staan. Krap 66 kilo. Achttien weken. Het houdt niet op.
–
Zaterdag 22 maart – Antwerpen en festival Arf! Arf! Arf!:
Om negen uur al zijn we wakker. Douchen, aankleden en dan om tien uur naar de ontbijtzaal. Het is er redelijk druk, maar we krijgen een mooie tafel bij het grote raam; daar is het rustig. De koffie is goed en de rest van het buffet ook. We eten fiks.
Het is elf uur als we de tram richting het centrum nemen. Vanaf het Centraal Station wandelen we de Keyserlei en Meir weer in, om dan linksaf de Wapper in te gaan. Iets voor het Rubenshuis zien we een boekhandel. Ik vind Kwantum, het boekje dat Brusselmans schreef ter ere van het veertigjarig bestaan van ECI; ik had het nog niet en het kost een knaak, dus koop ik er twee. De Vrouw vindt een T-shirt met daarop de titel van de Brussemanscyclus Iedereen is uniek behalve ik en we kunnen hem niet laten hangen. Iets verderop vinden we café Oud Arsenaal; voor het raam zien we Daggie, Petter, Steffen en Danny al wuiven. We schuiven aan. Buiten hagelt het even. Na een kop koffie en een bier wandelen De Vrouw en ik over de Grasmarkt en even later sluit het viertal bij ons aan. We lopen via de winkelstraten en over de Groenplaats naar de Grote Markt. Het café ’t Elfde Gebod is snel gevonden. Het duurt even voordat we zijn uitgestaard op het interieur. Dan bestellen we drankjes en hapjes. Na een tijd aangenaam verpozen lopen we verder. De Sint Jacobskerk blijkt gesloten, dus missen we een Rubens. De tocht gaat verder langs de Scheldekaai en door de winkelstraten. Uiteindelijk eten we iets in een Brasserie aan de Meir. Het is mis met mijn darmen; ik moet voortdurend naar het toilet. De boerenomelet is desondanks zeer smakelijk. Na het eten is het maar een klein eindje naar het station. We pakken de tram en mooi op tijd zijn we in De Singel voor de tweede avond van het Arf!Arf!Arf!-festival.
Opnieuw mooie plaatsen, deze keer in de grote blauwe zaal, met goed zicht. Het podium is immens en dat maakt dat het geluid van The Wrong Object nogal galmt. Het spel van Michel Delville en de zijnen is echter geweldig; ik blijf de klezmerversie van Eat That Question formidabel vinden, maar eigenlijk is hun hele (zij het korte) set erg lekker. Minder lekker zijn de twee heren achter ons, die gedurende het hele optreden tamelijk hard door de muziek heen praten. Als het pauze is, draait De Vrouw zich om en vraagt of de heren tijdens de tweede helft stil willen zijn. De mannen zijn verbaasd: ‘We praten over de muziek; mag dat niet?’
Na de pauze zijn de heren niet op hun plaats. Op het podium honderdveertig muzikanten! Het Brussels Philharmonic orkest en het Vlaams Radio Koor hebben nogal wat ruimte nodig. Eerst krijgen we Edgar Varese’s Octandre voor acht blazers; zeer indrukwekkend. Vervolgens introduceert Robert Martin het volgende onderdeel: een uur durende suite uit 200 Motels van Zappa. Zelf vertolkt hij de rol van Ranz Mohammed. Er zijn twee Britse zangers die de partijen van Flo & Eddie voor hun rekening nemen; daarnaast korte rollen van jongelui tijdens I’m Stealing The Room en Penis Dimension. Ik amuseer me te pletter. Het orkest is fenomenaal en kolossaal, zeker met het koor erbij. Dat de twee zangers af en toe niet op het juiste moment invallen of inzetten is jammer, en dat de ‘rock’-delen ontbreken maakt het wel wat zware kost, maar echt storend vind ik het niet. Integendeel, ik ben enorm onder de indruk. Tijdens het slotdeel Strictly Genteel krijg ik het bijna te kwaad. Het publiek breekt de tent zowat af als het slotakkoord van de suite heeft geklonken. Als afsluiter is ons G-Spot Tornado beloofd en ik houd mijn hart vast: kan het grote orkest dit aan? Het grote orkest kan het aan! Het klinkt retestrak en ik ben onderstebovengeblazen. De staande ovatie duurt minutenlang en terecht!
Na afloop blijkt dat ik niet de enige ben die zo onder de indruk is. Bekenden die enkele maanden geleden naar de uitvoering van 200 Motels in Londen zijn geweest, zeggen unaniem: ‘Dit was beter dan Londen.’ Volgens mij wil dat wat zeggen. Dat het maar goed is dat we niet naar Londen zijn gegaan, bijvoorbeeld.
We nemen afscheid van velen en gaan terug naar het hotel. In de bar treffen we nog wat lui en we schuiven even aan. Opnieuw: ik kan mij niet goed vermaken met mensen die zeer veel hebben gedronken. Daar ben ik te nuchter voor, ben ik bang. Om half een zeggen we goedenacht.
De deur van onze hotelkamer blijkt op een kier open te staan. We kijken binnen en gelukkig ontbreken er geen spullen. Wel maken we bij de receptie melding. Waarschijnlijk hebben we zelf vanmorgen de deur niet goed achter ons dichtgetrokken, maar toch.
Pictures taken with Sony Eriksson Xperia cell phone.
–
YouTube:
The Bottles – Road Ladies
And here’s the pictures by E:
Pictures taken with Sony Eriksson Xperia cell phone camera.
And here’s the pictures by E:
Pictures taken with Sony Eriksson Xperia cell phone camera.
And here’s the pictures by E:
Sadly, I don’t have any pictures or videos.
Sadly, I don’t have any pictures or videos.
But here’s some of E’s cell phone pictures of that day and the day after:
Sadly, I don’t have any pictures or videos.
But here’s a few of E’s cell phone pictures: