B-log: 10 t/m 16 mei 2014
Vrijdag 16 mei – Cultuur bij je Buur:
Redelijk geslapen; toch sta ik vroeg op. Het belooft een mooie en zonnige dag te worden. Ik voel me bijzonder goed; zo goed heb ik me het afgelopen half jaar nog niet gevoeld. Half jaar. Een half jaar. Vandaag ben ik een half jaar ziek. Zelfs de spierpijn rond mijn hoofd en in mijn schouders en nek is minder. Het is er nog wel, maar nog minder dan gisteren. Een half jaar.
Om elf uur ben ik present in een supermarkt bij het Sprengenpark. Het evenement ‘Cultuur bij je buur’ wordt hier officieel geopend. Er staan vijftien mensen. Iemand doet een woordje en dan speelt en zingt Maud Wilms een paar liedjes.
Terug thuis is er koffie. En het eerste verjaardagscadeau: bazbo nieuwe schoenen!
De Vrouw gaat even weg. Ik bereid me voor op vanmiddag. Als ze weer terug is, lunchen we samen en dan gaan we op de fiets.
In het tuintje van Chateau Het Loo lezen Willem, Reinier en ik voor uit ons boek Bas, Willem en ik. Tussendoor laat Mirka allerlei wijnen en hapjes proeven. Zo’n vijftien mensen komen luisteren en ondanks omgevingsgeluiden hebben we alle aandacht. We verkopen nog een paar boeken ook. Mooi! En ook heel mooi: de opbrengst van de wijnproeverij (alle bezoekers betalen een bedrag om de wijn te mogen proeven) krijgen we als cadeau mee. Dank je, Mirka! Het startkapitaal voor ons tweede boek is binnen.
Om half zes zijn we aan de Brinklaan 376. Nee, niet in de hoogbouw, maar juist daarachter. Daar staat nog het enige oorspronkelijke huis van dit deel van de ‘oude’ Brinklaan. Charles ontvangt ons in zijn riante tuin. Bandje Mundanos is er aan het spelen. Als ze klaar zijn, mogen we een fikse set voorlezen. Akoestisch, op het gras, met zo’n twintig tot dertig mensen om ons heen. Ook hier: alle aandacht. We kunnen de grappige, maar ook verstilde en beetje onbehoorlijke verhalen en gedichten voorlezen. Dan gaat Wil Dolman met zijn groepje spelen en daarna is er weer een set van ons. Klinkt het erg arrogant als ik schrijf dat de mensen aan onze lippen hangen? Toch is het zo.
Rond negen uur stappen we op. Het is een schitterende en geslaagde middag en avond geweest. Groot succes, mag ik wel zeggen. Dat zeg ik dan ook.
Op de terugweg eten we bij een grillrestaurant en om half elf zijn we thuis. Even uitblazen. Geweldige dag. Ik voelde me helemaal goed, maar ben nu toch wel zeer moe. Niet erg. Dit was een prima manier om dat halve jaar te vieren. Of af te sluiten.
En mijn bijdrage van vandaag aan het spelletje Your Favorite Pic of Teri Gender Bender:
–
Donderdag 15 mei:
Uitgerust sta ik op. Er is mail van het assessmentbureau. Goed, vandaag of morgen ga ik de online test doen. Ik kan het.
Op het werk krijg ik veel goede reacties op het artikel in de krant van gisteren. Hoe of ik het toch steeds voor elkaar krijg … (Ik heb maar niet verteld dat het deze keer allemaal de schuld van Willem is.)
En dan? Dan ga ik gewoon de online test doen van mijn assessment. Waarom ook niet? Ik voel me fit en ik heb tijd en gelegenheid. De luxaflex gaat naar beneden, ik plak een bordje ‘niet storen’ op de deur en ga er eens goed voor zitten. Ha, het zijn de leuke opdrachten. Steeds drie stellingen op het scherm en dan moet ik zes punten verdelen, kijkend naar hoeverre ik het eens ben met de stelling. Of informatieverwerkingsopdrachten: naar aanleiding van een (redelijk grote hoeveelheid) informatie aangeven of een gegeven stelling juist of niet juist is. En dan de bekende situatie: ik moet plots een klus overnemen van iemand, er is allerlei mail en die moet ik volgens bepaalde richtlijnen sorteren op prioriteit, bovendien moet ik er acties aan koppelen (doorsturen aan een of meerdere bepaalde personen, beantwoorden, enz.). Het lukt me allemaal. Ik ervaar geen overdreven druk of spanning; eerder zie ik het als mooie puzzels. Natuurlijk maak ik fouten (bijvoorbeeld: na een heleboel vragen kom ik erachter dat ik finaal over één tabblad met info heb gekeken en dus een paar keer een stelling onterecht beoordeeld als ‘onbepaald’), maar het zijn fouten van het soort slordigheid dat ik in het dagelijks leven ook zou maken. En écht moeilijk of zwaar is het ook niet. In anderhalf uur tijd heb ik de vijf onderdelen doorgewerkt.
Thuis prepareer ik lunch voor De Vrouw en mezelf. De Vrouw gaat na haar lunch even liggen; haar werkzaamheden van vandaag vragen veel energie en ze moet aan het eind van de middag nog even aan de bak. Ik fiets naar een supermarkt en haal het een en ander. (Veel van het een, wat minder van het ander.)
Thuis is het even stil. Ik hoor werk van Bruckner en Henryk Górecki en begin aan het eten: een stoofpot van rundvlees met pruimen en abrikozen. De Vrouw is weer op en gaat aan het werk. Ik troost mij met Uriah Heep en maak alvast de grote salade voor bij het diner: avocado, rode ui, tomaat, paprika, citroen/limoensap en koriander.
’s Avonds lees ik een stuk verder en ik hoor Oldfield en Lyle Mays.
(Ha, op het Zappateers-forum heb ik me mee laten slepen in een spelletje van Sterno, voor mij bekend als Steve Chillemni, drummer van onder andere DOOT!, bij wie ik een gastoptreden mocht doen tijdens Zappanale 2009. Het spelletje heet: Your Favorite Pic of Teri Gender Bender. Ik ken die hele Teri Gender Bender niet en vraag me vooral af hoe haar muziek eigenlijk klinkt, maar ik vind haar wel zeer mooi en intrigerend. Mijn bijdragen tot nu toe zijn:
Ik houd u op de hoogte.)
–
Woensdag 14 mei – de krant gehaald:
Slapen ging beter dan de vorige nacht. Ik ben wel een paar keer wakker geworden en heb veel spierpijn, maar toch lukt het wel en bij het opstaan voel ik me rustig. Ondanks dat ik vandaag best een spannende dag heb. Half acht ben ik beneden.
Iets voor elf uur ben ik in het centraal bureau van mijn werk in Schaarsbergen voor het belangstellingsregistratiegesprek. Maakte ik me zorgen vooraf? Helemaal niet nodig, achteraf. Want het gaat puur om registratie van belangstelling (goh) en ik kan prima mijn verhaal, mijn wensen, kunsten en voorwaarden vertellen. Ook vertel ik dat ik tot voor een week of wat dacht: ‘Ik ga deze boot missen, want ik ben ziek’, en dat mijn overtuiging nu is: ‘Ik wil deze boot niet missen, maar ik ben ziek.’ Ik ga gewoon meedoen met de sollicitatieprocedure, inclusief het assessment: een opdracht en gesprek volgende week (woensdagmiddag om 15.00 uur), plus een online test een dezer dagen. Ben benieuwd!
Twee uur ben ik weer thuis. De Vrouw heeft De Stentor van vandaag gekocht. Twee hele pagina’s gewijd aan het evenement ‘Cultuur bij je buur’. Een derde daarvan gaat over:
Ik doe nog wat boodschappen, alvast voor het weekend. Eind van de middag, als De Vrouw even is werken, maak ik het avondeten. Chili!
De handafwas is voorbij; vanmorgen is de monteur geweest. Daar gaat ons gezinsmoment! Ik lees verder en hoor Zappa en het schitterende album What’s It All About? van (jaja) Pat Metheny. De spierpijn is de hele dag al enorm. Voor de rest gaat het lekker.
–
Dinsdag 13 mei:
Allemensen, wat heb ik slecht geslapen. Veel pijn in mijn nek en schouders, m’n draai niet kunnen vinden, drie keer wezen plassen, onrust in de kop. Gisterenavond had ik het verschrikkelijk koud toen ik probeerde in te slapen; nu lig ik te zweten in bed. Vanaf vandaag neem ik geen oxazepam meer in.
Op de fiets is het schitterend weer. Ik merk dat ik weer opgewekt word. Ha, bij het betreden van het kantoor waarin ik altijd werk, tref ik een geweldige bende aan. Een of ander installatiebedrijf is in het hele gebouw bekabeling aan het aanleggen en men gebruikt het kantoor als opslag- en voorbereidingsruimte. Ik zit tussen de dozen, stapels papieren, koffers en bergen kabels te werken. Het gaat ook nog. Na drie kwartier is alle zooi plots weg. Hoeft niet, hoor! Ergens in het gebouw kom ik iemand tegen: ‘Ben jij Bas Langereis? Die van het boek?’ Kijk.
Op de terugweg rijd ik langs een supermarkt. Thuis kan ik gelijk De Vrouw uitzwaaien. Het gaat nog niet heel lekker met haar; ze is voortdurend moe. Vanmiddag gaat ze naar een behandelaar; mogelijk dat dit haar wat ontspant.
Voor mezelf maak ik een tosti. Ook kijk ik op internet. H.R. Giger is overleden. Deze zwitserse kunstenaar maakte ooit het legendarische ontwerp voor de hoes van het eveneens legendarische album Brain Salad Surgery door Emerson Lake & Palmer (mijn jeugdhelden).
Ik moet thuis zijn. De man van de verwarmingsketel komt schoonmaken. De deurbel gaat. Het is Peter! Hij komt een bak thee drinken. We hebben veel om te delen en doen dat dan ook. Fijn dat hij over de vloer komt; we kletsen fiks bij.
De een gaat en de ander komt. De man van de verwarmingsketelonderhoud is er, bedoel ik. Er is iets met de rookgasbak en het driewegklepknikdingofzo.
De Vrouw is thuis en er is post! De cd die ik weken geleden had besteld. Ik krijg tranen in mijn ogen als ik ‘m in handen heb. Een persoonlijke overwinning, zo zie ik het even. (Weet je het nog? Ik wilde iets online bestellen, dat lukte niet en daar was ik heel verdrietig, boos en gefrustreerd over. Een tijdje later probeerde ik het nog eens; toen lukte het wel, maar was ik vergeten wat ik ook weer wilde bestellen; toen heb ik maar het album ingetikt dat ik al sinds het bestaan van cd op cd wilde hebben. Nu is-ie er!)
Ik begin aan het eten. Er is weer veel prei in huis, dus moeten we opnieuw aan de bamisoep. Daar hebben we hier in huis geen bezwaar tegen. (Wie wel?)
Helemaal goed gaat het niet; ik voel me wat trillerig en afwezig. Het lijkt of ik er weer tegenaan zit. Ook komt de spierpijn in nek weer opzetten en niet zo’n klein beetje ook. Ik schrik van plotse geluiden.
In de avond kan ik rustig in de keuken zitten. Ik begin te lezen in De advocaat van de hanen – De tandeloze tijd 4 en ja hoor, na al die jaren klinkt Travels van Pat Metheny Group weer eens. Mijn persoonlijke overwinning. Ik zou er emotioneel van worden.
–
Maandag 12 mei:
Half zeven gaat de wekker. Ik ben vroeg bij de mondhygiënistepraktijk. Flinke klus, geloof ik. Daarna kaas kopen op de markt.
De Vrouw is nog thuis; ze heeft wat meer tijd nodig om bij te tanken en zal vandaag en morgen nog niet aan het werk gaan. Voor een uurtje gaat ze terug naar bed. In de loop van de ochtend regent het stort. Ik doe wat huishoudelijke klussen en lees. Metheny, Wakeman, Truffaz, PCO. Ook maak ik voor De Vrouw de tonijn-paprika-wittebonensalade in een dressing van sinaasappelsap, mosterd, basilicum en olijfolie.
Om half twee lunchen we en daarna fiets ik naar twee supermarkten en de Turkse winkel.
Als ik weer terug ben, beleef ik een spannend moment. Ik wil de banden van mijn op spanning brengen (flauwe grap), maar krijg de slang van de pomp niet goed verbonden met het voorwiel. Wat krijgen we nu? Ik kan niet eens een band oppompen. Nog een keer proberen. Ik krijg er geen lucht in. Nóg een keer. Weer niet. Ik merk dat ik in paniek raak. Oké, ik merk dat ik in paniek raak. Wacht, doen we eerst de achterband. Kijk aan, die gaat in één keer! Mooi hard. Dan moet het met de voorband ook lukken. En inderdaad. Weg paniek.
In de rest van de middag lees ik Onder het plaveisel het moeras uit. Er klinkt Road Tapes venue 2 (FZ) en de eerste twee soloplaten van Gabriel.
’s Avonds komt er een nare spierpijn in mijn nek opzetten, die ik herken als ontwenningsverschijnsel van het afbouwen van oxazepam. Ik heb hem vaker en dan doe ik wat ontspanningsoefeningen, maar nu lijkt het veel heftiger en venijniger. Het zal ’t laatste staartje zijn. Nog even een week of wat doorbijten; hier kom ik wel doorheen. Ik hoor Desolation Rose (The Flower Kings) en La Tsadika (Mor Karbasi) en lees Ten liefde! (Ronald Giphart).
–
Zondag 11 mei:
Ik moet om kwart voor negen uit bed. Slapen ging goed, wel enkele keren wakker geweest.
Koffie, was vouwen, webstek bijwerken, mail aan bedrijfsarts verder geschreven. Buiten regent het nog altijd.
Halverwege de ochtend loop ik mijn gebruikelijke zondagmorgenrondje langs de plasticcontainer, Matenpoort en het kanaal.
Weer thuis is er koffie, muziek van Howe, Wakeman en The Pussywarmers. Samen prepareren we de moederdagbrunch. Daarna lopen we een rondje om de boekjes van het evenement ‘Cultuur bij je buur’ te verspreiden. De rest van de middag is het kalm. Ik lees verder en hoor Ry Cooder en Dweezil Zappa (plays Zappa). Een preitaart, gebakken aardappelen, (fruit)salade en spareribs zijn het avondmaal. Contact met Willem: vrijdagmiddag aanstaande hebben we inderdaad nog optredens, vanaf 17.30 tot 20.00 uur doen we korte setjes ergens aan de Brinklaan.
Later is er nog meer rust. Ik lees het boek bijna stuk en hoor Tuomas Holopainen en Brian Eno.
–
Zaterdag 10 mei:
Ik slaap redelijk. Even ben ik wakker (ergens tussen half drie en drie) en om zeven uur kom ik van diep en ver. Slapen lukt dan niet meer; ik moet veel denken aan de situatie op het werk. Niet dat ik in paniek ben, maar mijn gedachten gaan er wel voortdurend heen. Om acht uur stap ik uit bed.
Koffie, kranten, was. U kent dat ondertussen wel. Daarna tussen de buien door boodschappen doen bij een supermarkt en de Turkse winkel.
Om half een een uitgebreide lunch; vooraf neem ik een kwart tablet oxazepam. Dan een kalme middag. Buiten regent het onafgebroken. Ik lees in het reisboek over de wijken en mogelijkheden in Stockholm die we over een maand kunnen gaan bekijken en hebben. Andrew Gold horen we, Roxy by proxy ook en DeWolff. Hendrie is even binnen; hij leent onze fietsen vanavond.
De Zoon bakt hamburgers; ik maak salade van komkommer, bosui, tomaten, basilicum en mozarella. Alles smaakt.
In de avond hoor ik The Allman Brothers in Fillmore East, Richard Barbieri’s Stranger inside en de eerste ambientplaat van Brian Eno. Ondertussen vordert Onder het plaveisel het moeras al tot halverwege (=400 pagina’s).
Vijfentwintig weken. Ik voel me verrekte opgeruimd en opgewekt. Schijnbaar bruis ik van energie, maar ik weet het te doseren. De enige last van ‘ontwenningsverschijnselen’ die ik nog heb, is af en toe fikse spierpijn in nek en rond mijn hoofd. Verder is het rustig. Wel maak ik me zorgen om De Vrouw; zij is veel moe en heeft moeite met slapen. Het lijkt erop dat ze nu de klap krijgt van vijfentwintig weken lang mijn absolute en onmisbare steun en toeverlaat zijn.