Vrijdag 4 juli:
Ik schrik niet eens meer van de wekker om zes uur. Het lijkt al gewoon. (Volgende week gaat hij om half zes.)
Op het werk een gesprek met de leidinggevende over de achtergrond van mijn ziekte, over re-integratie en voortgang. Maandag heb ik een gesprek met de bedrijfsarts om te bekijken hoe het gaat en of/wannneer ik deels betergemeld kan. Daarnaast kan ik veel doen. Het is erg stil op de afdeling en in alle rust ben ik allerlei zaken aan het ordenen, uitzoeken en regelen. Maandag weer verder.
Half drie ben ik thuis. Even zitten. (De PROG is er.) Dan boodschappen doen, vervolgens alle kleren uit (nou ja, bijna) en in de tuin zitten lezen. Rond vijf uur gaat het regenen en krijg ik het koud. Alle kleren weer aan. Inmiddels draait de was op volle toeren. Hey You! The Best of (Youssou N’Dour) en Somos Viento (Amparanoia) klinken door de keuken en woonkamer. De Vrouw gaat koken: een groentecurry en shoarma. Ik heb de fruitsalade al gemaakt. Het is zeer smakelijk.
Vermoeidheid slaat toe na het eten en ik ga weer buiten zitten om verder te lezen. Iets voor negenen druppelt het weer en vlucht ik naar binnen. De droger gaat aan en ik kan nog twee afleveringen van Beagle (17-18) zien. Ook leuk: zowel in het Nederlandse als in het Engelse boek, als in de serie, ben ik ongeveer op hetzelfde punt in de reis: bij Valparaiso in Chili.
Om elf uur ben ik (bijna volgens gewoonte) erg moe.
–
Donderdag 3 juli:
En weer vroeg een wekker. Op naar de nieuwe werkplek. Eigenlijk zou ik om half negen moeten starten en dus al om half zeven de deur uit, maar ik gun mezelf deze week nog een half uurtje uitslapen. De wekker staat dus op zes uur en ik loop om zeven uur naar de bushalte.
Op de nieuwe werkplek eerst een vrije computer zoeken. Er zijn alleen maar flexplekken, vandaar. ‘Zeggen we niets meer? Ook goedemorgen,’ klinkt plots een bekende stem. Ik kijk. Zie ik het goed? Ik zie het goed. Het is Mirka. Ze is ZZP’er en ingehuurd door mijn organisatie. Ha!
Verder een mooie ochtend; opnieuw overleg en ik ben daarna opgeschoten met het ordenen van mijn mailbox. Morgen een overleg met mijn nieuwe leidinggevende en dan kan ik starten met de eerste klussen voor de poel.
Vóór half drie ben ik weer thuis. De Vrouw werkt tot een uur of drie. Ik kijk eens naar de wasmachine; daar schijnt vanmorgen weer een waterballet te zijn geweest. Portie ontstopper in de afvoer en nu moet ’t weer een paar maanden goed zijn. Daarna ga ik boodschappen doen: eieren, komkommer en pepers bij de Turkse winkel. Het is prachtig weer. De Vrouw komt ook thuis. Ik ga het eten voorbereiden: bamisoep! Ondertussen horen we het volledige concert Back To Front (Peter Gabriel) en ik ben erg onder de indruk. Erna klinkt House Of Yes – Live from House Of Blues (Yes). Inmiddels hebben we dan al gegeten.
Begin van de avond zit ik buiten en kan ik nog wat lezen. Op zich gaat het wel goed met mij; ik ben niet heel erg moe. Ben benieuwd hoe het morgen is; kijken hoe het eind-van-de-week-gevoel uitpakt. Aan het eind van de avond ben ik wél moe. Ik kijk nog twee afleveringen van Beagle (15-16) en dan ga ik om kwart voor elf naar bed.
–
Woensdag 2 juli:
Vroeg wakker. Niet omdat de wekker gaat, overigens. Vandaag hoef ik niets. Om kwart voor acht sta ik op. De eerste acties weet je wel: koffie, krant, wat opruimen. Plees boenen, laatste planten water geven en het boek van Javier Yanes uitlezen.
De Vrouw gaat om tien uur naar haar werk. Ik draai No Quarter (Robert Plant & Jimmy Page Unledded). Ondertussen begin ik te lezen in De reis van de Beagle van Charles Darwin. Ha, onderweg tijdens het reizen lees ik de Engelse versie op de e-lezer, nu dan tegelijkertijd fysiek in de Nederlandse vertaling en ’s avonds beleef ik de reis in beeld en geluid op dvd met de serie Beagle!
Ik maak een boodschappenrondje langs de supermarkt en de Turkse winkel. Thuis drink ik nog een keer koffie en draai ik Cover Version nogmaals.
De Vrouw komt thuis. We lunchen en aansluitend gaan we in de tuin wroeten. Onkruid weghalen, knippen en snoeien, floxen poten, vegen, enzovoorts.
Erna kan ik in de zon zitten lezen. Rond half vijf vertrekt De Vrouw weer naar haar werk. Ik begin met het eten: tuinbonen in een uien-tomatensaus met spekjes en courgette, daarnaast bak ik lamsbiefstukken en maak ik een komkommer-aardbeiensalade. Uit de stereo klinkt Pull Up Some Dust And Sit Down (Ry Cooder).
Tegen zeven uur is het tijd voor eten. Maaltijd is goed gelukt. Als alles op en opgeruimd is, zit ik nog heel even in de tuin, maar het koelt ook snel af. Binnen lees ik aan de keukentafel verder, terwijl ik luister naar Voyage 34 (Porcupine Tree) en What’s It All About (Pat Metheny). Half elf neem ik een grote 20mg temazepam, de laatste; de komende week neem ik alleen een kleine 1omg (dus had ik het ook niet hoeven opschrijven, de afgelopen dagen). Vroeg naar bed.
Mooie, goede dag!
–
Dinsdag 1 juli – Een nieuwe werkplek:
De wekker staat op zes uur! Het lukt me om op te staan. En zowaar, De Zoon en ik lopen elkaar niet in de weg. Precies zoals we hadden afgesproken.
Iets voor zeven uur loop ik de deur uit en kwart voor negen ben ik in het centraal bureau van mijn werk in Schaarsbergen. Kom maar op! Het wordt een inspirerende ochtend. Natuurlijk ontmoet ik allerlei mensen die mij lange tijd niet hebben gezien. Dit ‘netwerken’ neemt wat tijd in beslag. Om half tien gaan we met het nieuwe team om tafel zitten. We maken nader kennis, bespreken het doel van de pool en bepalen de eerste stappen die we gaan zetten. Ik merk dat ik er veel zin in krijg. Ons team zal gaan werken in de grote flexruimte en ik maak wat foto’s. Ik kan mijn collega’s uitleggen wat ze van mij kunnen verwachten; ik zal nog niet alles (aan)kunnen en ik zal zelf moeten aangeven wat me wel en niet lukt. Het zal voor ons allen een intensief proces worden van ontdekken en ervaren. Kwart voor twaalf zijn we klaar voor vanochtend. Ik loop nog mail na en iets voor een uur ga ik naar de bushalte.
In het centrum van Arnhem stap ik uit. Bij de muziekwinkel koop ik wat moois: Cover Version (Steven Wilson) en de 2cd+2Bluray box Back To Front (Peter Gabriel).
Om kwart voor drie ben ik thuis en merk ik dat ik vermoeid ben. Het is niet erg. De Vrouw is ook even thuis en we kletsen bij. Ik wandel naar de Turkse winkel voor een courgette en aubergine. Er zit een fuut met jongen in het kanaal! Als ik weer thuis kom, is het vijf uur en moet De Vrouw gaan werken. Ik draai Cover Version enga even achter de pc zitten.
Vervolgens speelt Into The Maelstrom (Bigelf) en With Us Until You’re Dead (Archive) ga ik eten maken: ik draai gehaktballen en prepareer groentetorentjes van courgette, aubergine en tomaat met basilicum-oregano-olie. Erbij komt nog een mooie sla. Het smaakt, het smaakt.
Rond half negen is Auke er even; hij gaat met De Zoon afspraken maken over hun autoreis naar Bad Doberan, donderdag 17 juli. (De Vrouw en ik gaan de dinsdag ervoor met de trein.)
De rest van de avond kan ik aan de keukentafel verder lezen en ik hoor Heritage (Opeth) en Stupid Dream (Porcupine Tree). Het is kwart over elf als ik een 10mg temazepam neem. (Ik noem dit steeds, zodat ik zelf altijd terug kan kijken wat of ik de avond ervoor heb ingenomen; ik vergeet het nogal eens.)
Eigenlijk best een aardige dag.
–
Maandag 30 juni – Afscheid van de oude werkplek:
Volgens mij heb ik niet veel geslapen. Ik word om zeven uur gewekt door de wekker, dat wel. In de badkamer ben ik verrassend vrolijk. Als ik beneden kom, heeft De Zoon de radio aan en daarnaast kijkt hij op de pc via web-tv een of ander gameprogramma. Het doet met pijn aan mijn hoofd en ik sta te janken. Drie kwartier later zit ik op de fiets, ik ben via de kaasboer (laatste keer?) onderweg naar het werk en het regent; onder paraplu kan ik niet anders dan zingen en fluiten. Het gaat raar.
Op het werk ruim ik, terwijl Kevin Ayers, Mike Oldfield en David Sylvian klinken, dan toch echt de allerlaatste spullen op. Alles is overgedragen en de sleutels ingeleverd. Ik kan weg. Sterker nog: om half een ga ik ook weg. Met goed gevulde fietstassen.
Thuis ruim ik alles snel op, hoor Strangeitude (Ozric Tentacles) en eet een boterhammetje. Erna ga ik wat boodschappen doen voor het avondeten bij supermarkten en Turkse winkel. En dan is het half vier. Ik vouw de was en kan ontspannen met muziek: Gront (Väsen), Axiom (Archive), Fran En Plats Du Ej Kan Se (Beardfish) en het boek. Tegen zes uur maak ik eten. Een groentecurry van gesmoorde venkel met ui, peper en courgette, wordt het. Ernaast het restant van de Mexicaanse stoofpot van gisterenavond én ik bak tartaartjes. Groene sla erbij: klaar. Onder genot van Music inspired by The Snow Goose (Camel) smaakt het voedsel prima. Ik denk dat het voedsel ook prima zou hebben gesmaakt als we andere muziek erbij draaiden.
Na het eten kan ik veel verder lezen. En muziek luisteren. The Crimson Project (Live in Tokyo) en Wandermüde (David Sylvian & Stephen Mathieu). Dan pak ik een grote 20mg slaappil en ga naar bed. Ben benieuwd!
En een plaatje hoe de woonkamer er vandaag uitzag.
–
Zondag 29 juni:
Om kwart over acht word ik echt wakker. Ik heb om half zeven mijn ogen ook al even open gedaan, maar kon toen nog verder slapen. Nu sta ik op. Iets voor negen uur ben ik beneden.
Ik doe wat kleine dingen. Het lijkt erop dat er weer rust in mijn hoofd is. Als ik mijn gang mag gaan, in mijn eigen tempo en op mijn manier, dan gaat het eigenlijk altijd wel goed. Eind van de ochtend maak ik mijn gebruikelijke zondagmorgenrondje langs de plasticcontainer, Matenpoort en het kanaal.
Langs het kanaal begint het te regenen. Niet erg. Even schuilen onder een grote boom en dan weer verder. Als ik thuis kom, is De Vrouw op en begint een zeer kalme zondag. Er klinkt muziek van Maria Kalaniemi en van Sofia Karlsson. We lunchen. Dan opruimen, vegen en ik kan wat verder lezen. Ondertussen hoor ik lekker veel muziek: The Ladder (Yes), Thrak (King Crimson), The Theory Of Everything (Ayreon) en Brief Nocturnes And Dreamless Sleep (Spock’s Beard). Aan het eind van de middag ben ik ook al met het avondeten bezig: een stoofpot van rundvlees, wortel en snijbiet op Mexicaanse wijze die drie uur moet pruttelen; erbij komen chilibonen en komkommersalade. Tussendoor heb ik ook nog tijd voor het maken van een citroen-ricottacake. Het smaakt allemaal wonderwel. Ik voel me goed; na het eten ben ik wel moe. Het lukt me om wat verder te lezen en ik hoor Coma Divine (Porcupine Tree). Aan het eind van de avond stop ik de dvd die bij The Theory Of Everything kwam in de pc; die had ik nog niet gezien. Als die is afgelopen, is het elf uur en neem ik een 10mg temazepam.
–
Zaterdag 28 juni – Drakenbootfestival:
Acht uur sta ik weer naast bed. Ik heb geslapen. Ben wel een paar keer wakker geweest, maar het lukte.
Ik zet de was aan, ruim de vaatwasser leeg, werk dit B-log bij en ga een krant lezen.
Na een kop koffie stap ik op de fiets en rijd naar de markt. Daar haal ik geld, cranberry’s en vis. Op de terugweg ga ik langs de supermarkt en de Turkse winkel. Thuis de andere krant lezen in de tuin. Dan lunchen we.
In de middag gaan we naar de kanaaloevers. Daar is het Drakenbootfestival. Het is er niet erg druk, lijkt het. We lopen eerst een klein rondje en komen De Zus en Zwager en Neefje tegen op de jaarlijkse niet-afgesproken plek. We nemen plaats aan een tafel. Later komt Marja erbij en De Zoon, en hidihi en Auke schuiven ook aan.
Na een uurtje word ik het moe. Er is veel geluid, muziek, gesprekken door elkaar heen. Iets na vijf uur ga ik in mijn eentje alvast naar huis. Daar maak ik de was af en ga ik aan de keukentafel zitten. Lezen lukt even niet; muziek luisteren ook niet. Een uur later zijn De Vrouw en De Zoon ook thuis. Zij gaan eten halen; ik hoef niets.
Na het eten blijf ik nog aan de keukentafel zitten. Heb ik te veel gedaan? Boodschapjes en langs het kanaal gezeten; dat was het. Ik zoek toch wat afleiding en vind die in drie afleveringen van Beagle (12-14). Half elf. Ik neem een 20mg temazepam en ga naar bed. Tweeëndertig weken.
In mijn hoofd maakte ik vanavond een lijstje.
1 Het gaat even niet goed, de afgelopen dagen. Dat is wel eens vaker gebeurd. Als ik weer uitgerust ben, kan ik afstand nemen en dan gaat het vast weer wél beter.
2 Ik heb er genoeg van. Ik wil dat het allemaal voorbij is, maar kan dat niet forceren. Dan vraag ik weer te veel van mezelf. Ik wil ook dat ik weer de oude ben, maar als ik daarnaar streef, zal ik zéker te veel van mezelf vragen. Soms herken ik mijzelf niet. Ik word daar angstig en emotioneel van.
3 Ik ben mij bewust dat ik ziek ben en dat ik tijd nodig heb. Echter, ik kan op dit moment niet aanvaarden dat ik niet meer in dezelfde conditie terugkom als dat ik een jaar geleden was. Daarbij: wat zal ik wel weer kunnen en wat niet meer?
4 Ik zie mijzelf iedere dag, nee ieder moment van de dag geconfronteerd met het feit dat ik dingen niet kan, dat het niet gaat als vroeger. Dat doet me pijn.
5 In het herstel concentreer ik me voornamelijk op werk. De ontwikkelingen in het werk rondom mijn functie hebben mij de afgelopen maanden veel spanning opgeleverd. Het is nog niet voorbij; ik ga pas beginnen aan de nieuwe klus. Wat zal ik kunnen en wat niet? Wat mag ik en wat mogen collega’s en leidinggevende van mij verwachten?
6 Werk is een, maar er zijn nog andere dingen belangrijk in mijn leven naast het werk. Echte klussen in huis, maar ook een aantal dingen die ik leuk vond, doe ik niet. Huishoudelijke dingen, eten maken, muziek luisteren en lezen, dat lukt me wel. Maar hoe zit het met het schrijven? Ik schrijf niet meer voor FOK! of ApeldoornDirect, doe geen redactiedingen, het fotoproject met Peter ligt stil. Kan en zal ik het ooit weer oppakken? Wil ik dat ook wel? (Er liggen twee manuscripten voor boeken klaar. De fik erin?)
7 We zijn zes dagen in Stockholm geweest. Daar ging het fantastisch. Ik voelde geen druk. We hadden een lijstje met dingen die we graag zouden willen zien, maar geen strakke planning. Het ontstond ter plekke. Ik heb zes dagen niet aan mijn werk gedacht. Ik voelde me goed en ontspannen; ik heb er slechts heel af en toe momenten van vermoeidheid gehad (op de boot en ’s avonds na tien uur).
8 Ik maak me zorgen om De Vrouw. Ik merk dat het voor haar zwaar is, dat zij het ook zat is en afleiding en ontspanning zoekt.