B-log: 12 t/m 18 juli 2014
Vrijdag 18 juli: Zappanale dag 1
De hoofdpijn is er weer, maar minder. Aan het eind van de ochtend is iedereen klaar voor vandaag. We gaan naar de Markt en ontbijten in de Stadtbäckerei. Dan is het half twee en stappen we op de stoomtrein Molli. We zijn niet alleen. Ook Tim en Chantal, Jessica en JP gaan naar festival en met ons nog heel veel anderen.
We halen onze polsbandjes op en betreden het festivalterrein. Geweldig, onder de grote tent staan dit jaar allerlei sofa’s en comfortabele bankstellen. Relaxed! Het is tekenend voor het hele komende festival.
School of Rock mag aftrappen. Dit jaar vind ik ze leuker te pruimen dan de eerdere edities van de school. De jongeren hebben er plezier in en dat helpt. Op het kleine podium staat Ace 9, de band die ooit tijdens de allereerste Zappanale speelde op een tractoraanhangwagen. En nu spelen ze … op een tractoraanhangwagen. Hun muziek is niet de mijne, maar wel leuk voor een festival.
Ik doe allerlei boodschappen: een flinke set cd’s en dvd’s: 200 Motels (dvd), From Straight To Bizarre (dvd), A Token Of His Extreme (FZ – cd), Mercedes Benz (Jimmy Carl Black & The X-Tra Combo), Reflections (een eerbetoon aan de mij onbekende Andrew Corczyca door Chris G, Belew, Keneally, Beller, d’Virgilio en anderen), Dark Intervals (Keith Jarrett), Concerts – Bregenz (Keith Jarrett) en In The Eye Of The Storm (Roger Hodgson). Dan beginnen The Grandsheiks op het grote podium. Een zeer goede band, maar dat wisten we al; we hebben ze in september op het feest van Georg gehoord en gezien. We nemen iets te eten (pizza) en luisteren naar Aranis. Zij zijn voor mij de verrassing van het festival: mooie akoestische, goed in elkaar gezette Flairck-achtige muziek. Dan is het tien uur en maken we ons op voor het hoogtepunt van vandaag: The Magic Band. De setlijst is zo ongeveer die we in november in Heerlen hebben gehoord en de band klinkt nog beter op elkaar ingespeeld. Ik maak wel foto’s, maar het wil in het donker niet zo lukken. Dat geeft me des te meer gelegenheid me helemaal te concentreren op de muziek. En die is goed. Erg goed.
Als het afgelopen is, pikken we een stukje van Embryo mee. Hypnotiserende, bijna Oosterse klanken, zijn het. We vinden uiteindelijk een taxi en zijn rond één uur terug in ons appartement.
–
Donderdag 17 juli: Heiligendamm + warm-up party Zappanale
Wederom hoofdpijn bij het opstaan, maar die zakt redelijk snel. En wederom hebben we aan het eind van de morgen ontbijt in Stadtbäckerei. Aansluitend pakken we stoomtrein Molli naar Heiligendamm. Daar wandelen we via het bos naar de boulevard en het strand. Op de pier ontmoeten we Michael weer en hij trekt met ons op mee terug naar Bad Doberan.
We gaan naar het appartement; De Zoon kan ieder moment arriveren. Hij doet het ook nog. Hij is met Auke meegereden en heeft een voorspoedige reis gehad.
Gedrietjes wandelen we naar het park Am Kamp. Daar is de traditionele warm-up party. We ontmoeten er heel veel mensen: Tim, Chantal, Peter (UniMuta), Martin, Harrie, Marieke (Sharleena), EdLick, Auke, Reinier, Gea, Camarillo, Wim, de Chicago man en wife, Wan is er met Jacky zijn vrouw, Marco en Karin met hun dochter; het zijn er te veel om op te noemen.
We horen muziek van de bands Zapnoise en Tarantatec. De Vrouw gaat met veel dames uit eten in café Zikke. De Zoon en ik kijken naar School of Rock en gaan daarna naar de Markt. We dineren met döner in Pascham. Als we weer terug zijn, begint de band Bad Penny. Nog meer ontmoetingen: sauce (John uit Texas), Hasi, Giles, Rob, Petter, Daggie, Kalle, Lennart, Steffen, Max, Roderik, noem ze maar weer op.
We gaan naar Café Moritz, Gunnar’s bar, en daar gaat het feest nog even door. Wederom is het een uur of een als ik inzak en we naar het appartement gaan om te slapen.
–
Woensdag 16 juli: Kloster in Bad Doberan
We staan niet vroeg op. Ik ben rond half tien uit bed en heb wel koppijn. Zal wel een ontwenningsverschijnsel zijn van de slaapmedicatie. Ik maak (oplos)koffie en lees. Als De Vrouw ook wakker is, wandelen we naar de Markt. In de Stadtbäckerei nemen we ‘ontbijt’. Daarna lopen we door. Via het Paleispark komen we bij de kloostermuur. Vreemd: dit is de veertiende keer dat ik hier ben en ik ben nog nooit bij het klooster geweest, terwijl het nog geen honderd meter van het Kamp-Theater af is. Het klooster is prachtig en indrukwekkend. Zowaar, ik maak veel foto’s.
Iets na 14.00 uur zijn we in de expositieruimte van de Arf Society. Burkhardt, Dieter en Robert presenteren hun boek over vijfentwintig jaar Zappanale. Omdat ik wat foto’s heb aangeleverd, krijg ik een exemplaar! Ik word er verlegen van. Het is echt een schitterend boek geworden, met veel tekst en foto’s erin. Een heerlijk bladerboek. In de expositieruimte wordt een film vertoond over vijfentwintig jaar Zappanale, waarin we met beelden door het boek bladeren. Schitterend om te zien. Ook hier spreken we alweer verschillende bekenden.
We brengen het zware boek naar het appartement en gaan dan naar het Kamp Theater voor het avondeten. Het is druk buiten op het terras, dus gaan we binnen zitten. Ik kies voor spaghetti met zalm in roomsaus. Als we alles ophebben, arriveren de Zweden. We begroeten BowTieDad (Sven), ke, Leo, Johan en Matteo. Met hen wandelen we naar Gunnar’s bar. Daar zal waarschijnlijk het ‘verjaardagsfeestje’ van au3 en Nicola plaatsvinden. Of zitten ze in hun hotel? ‘Hier is niemand,’ zeg ik tegen BowTieDad als we erlangs lopen. ‘Noem dat maar niemand,’ zegt hij, terwijl Denny Walley naar buiten komt. Uiteindelijk treffen we een hele club mensen bij het Grieks restaurant in de Mollistrasse: JP, Jessica, Dave, Nicola, au3, Tina, Clint, Eelco, Steve, Susan, LudzNL (Luuk), Shaun, John, BengoFury (Bengt). Snel gaan we naar Gunnar’s. Van harte, au3 en Nicola! En dank voor jullie drankjes. Michael en Jacob zijn er dan ook, plus nog enkelen.
Rond een uur of een ben ik toch echt heel moe en gaan we weer terug naar het appartement.
–
Dinsdag 15 juli: naar Bad Doberan
Het is zeven uur als ik opsta. Vandaag begint de vakantie pas echt. Op naar Bad Doberan, Duitsland!
In de tuin drinken we koffie, terwijl binnen A Map Of The World (Pat Metheny) speelt. Iets na negen uur wandelen we naar de bushalte op de hoek van de straat. Op het station Apeldoorn hebben we een kwartier overstaptijd. De trein naar Osnabrück is prima op tijd. In Osnabrück verandert alles. Als we op het perron aankomen, zien we dat de vorige trein naar Hamburg een uur vertraging heeft en op ‘onze’ tijd moet aankomen. We hebben gereserveerde plaatsen, dus wachten we op onze ‘eigen’ trein. Die blijkt maar een half uur vertraging te hebben. Hierdoor missen we onze aansluiting in Hamburg. Op zich niet erg; ik lees in de Camera Obscura. In Hamburg melden we ons bij de infobalie en krijgen we een alternatief reisschema. We stappen in de IC naar Rostock. Vervelend: deze IC komt op exact dezelfde tijd aan als onze volgende trein naar Bad Doberan vertrekt; die gaan we dus missen. ‘Gelukkig’ heeft onze trein naar Rostock meer dan een half uur vertraging. Onderweg bel ik met mevrouw Zühr van het appartement: geen probleem dat we iets later zijn en ze zal ons komen ophalen vanaf het station. Half zeven, een uur later dan gepland, komen we aan in Bad Doberan en het voltallige echtpaar Zühr wacht ons op en heet ons welkom.
Het appartement is nog net zo fijn als vorig jaar. We krijgen weer alle uitleg (niet nodig) en een fijn verblijf toegewenst. Dat gaat wel lukken!
Als onze koffers zijn uitgepakt, wandelen we via de Netto supermarkt naar het Kamp Theater. Daar zitten Paul (Australië), Michael (Duitsland), Eric en Jan (Noorwegen). Aan de tafel ernaast Sascha, Nona en Gerhardt. We drinken iets met iedereen mee en gaan dan naar restaurant Shanghai aan de markt voor de specialiteit: geroosterde Ente.
Halverwege de avond ontdekken we dat Moritz, het café van Gunnar, dicht is, dus lopen we naar Café Z. Hier zitten de Noren, Michael en Paul. De Noren haken om half twaalf (!) af en niet lang daarna gaan wij ook naar ons appartement.
Ik neem geen slaapmedicatie.
–
Maandag 14 juli:
Bij vlagen heb ik geslapen; bij andere vlagen ben ik wakker geweest. De wekker haalt me wel weer van diep. Toch, als ik kwart over zeven beneden ben, merk ik dat ik opgewekt ben.
Ik fiets naar de dokter om te vertellen hoe het gaat met de slaapmedicatie. Minderen gaat goed, er zijn wel nachten dat ik een of twee keer wakker ben, maar dan val ik toch weer in slaap. Komende week neem ik wel voldoende medicatie mee op vakantie. Daarnaast vertel ik dat ik heel veel ben afgevallen: meer dan een kwart van mijn totale lichaamsgewicht. Volgende week laat ik een keer bloed prikken en ik ga een volgende afspraak maken voor halverwege augustus.
Thuis nog even in bed. Dan om half elf weer beneden. Silk Road (Kitaro) aan, koffie drinken en de krant lezen. Ook de laatste rommel van gisteren ruim ik op. Dan gaan we op de fiets naar het centrum. Daar kopen we een paar overhemden en broeken voor mij. Vooral de broeken zijn geweldig; er zitten paar prachtige festivalexemplaren bij. Op de terugweg rijden we langs de supermarkt.
Terug in huis ruimen we op en maken we de lunch. Dan help ik De Zoon met het klaarleggen van zijn spullen voor zijn reis van donderdag, veeg ik de vloer op de benedenverdieping, geef ik de planten water en maak ik de aandachtslijst voor De Zoon voor de komende dagen af. Ondertussen horen we Blackfield IV (Blackfield), Live (Ry Cooder & Corrisos Famosos), Discipline (King Crimson) en Quiet Life (Japan).
Begin van de avond maak ik eten klaar. Het worden pepersteaks met een curry van prei, paprika, courgette en zoete aardappel; daarnaast salade. Erbij komen One Size Fits All en Roxy By Proxy (FZ).
Na het eten pak ik de koffers in. Duurt nog geen vijf minuten. Dan kan ik aan de keukentafel nog wat lezen in Camera Obscura. Ondanks de oude taal vind het zeer vermakelijk. Op de achtergrond klinkt Metanoia (Porcupine Tree). Erna bekijk ik nog een aflevering van Beagle (28) en zo rond een uur of elf is het verstandig om naar bed te gaan. Ik begin trouwens ook al moe te worden.
–
Zondag 13 juli: Finalefeest
Om half negen doe ik de keukendeur naar de tuin open. Het ziet er goed uit. Ik hoop dat het een mooie dag wordt; ik ben vrolijk. Koffie, klusjes in huis, B-log en dan buiten lezen. Zo rond half elf maak ik mijn gebruikelijke zondagmorgenrondje langs de plasticcontainer, Matenpoort (de oranje versiering hangt er nog) en het kanaal (de fuut is weg).
De Vrouw is wakker; we drinken koffie. Ik maai het gras, nu het nog droog is. Dan ga ik de lunch voorbereiden. Na de lunch vind ik allerlei spul om de woonkamer en tuin mee te decoreren. Erg. Ondertussen horen we Portraits of Bob Dylan (Steve Howe), Election Special (Ry Cooder), Heaven & Earth (Yes) en Strictly Commercial (FZ). Tussendoor is er ruim de gelegenheid om het rustig aan te doen en wat te lezen: ik begin op de e-lezer in Camera Obscura.
Vanaf een uur of half zeven komt het bezoek binnen. Robert, Marja, Richard, Ingrid, Heidi, Auke en Mike zijn er. Het eten gaat op tafel en valt mooi in de smaak. We kunnen met z’n allen buiten in de tuin zitten. Als de finale begint, begint het ook te regenen, dus mooier kan het niet. De finale zelf vind ik niet zo heel veel aan; ik merk ook dat ik vermoeid word en ik kan wat op de achtergrond heen en weer schuiven, opruimen, enzovoorts. Om half een is de beker vergeven aan Duitsland en is alle bezoek weg. Ik stop mijn kleren in de wasmachine en ga naar bed.
–
Zaterdag 12 juli:
Pas rond acht uur ben ik goed wakker en ga ik uit bed. Ik voel me rustiger en opgeruimd. De was gaat aan, de vaatwasser leeg, ik lees een krant en drink een koffie. Buiten is het mooi weer, maar het voelt nog fris, dus ik lees binnen. Half tien stap ik op de fiets en maak een rondje laatste boodschappen voor dit weekend. De zon schijnt en het wordt warm.
Thuis is er koffie met De Vrouw, was ophangen, Talking Timbuktu (Ali Farka Toure & Ry Cooder) en Ma Ya (Habib Koité), nog een krant buiten in de tuin en lunch voorbereiden. Die lunch nemen we daadwerkelijk tot ons, compleet met Grevé, de kaas die we in Stockholm kochten (die is goehoed). Daarna gaat De Vrouw nog even werken. Ik hoor The Velvet Underground & Nico (The Velvet Underground & Nico) en Raising Sand (Robert Plant & Alison Kraus) en maak het gerecht voor morgenavond klaar. De Zoon helpt. De Vrouw komt terug van werken. Ik merk dat ik vermoeid ben. Het gerecht is klaar en ik ga in de tuin zitten lezen. De Vrouw maakt avondeten. We horen Magnification (Yes). De salade Niçoise is geslaagd.
Na het eten maak ik het toetje voor morgenavond. Ondertussen hoor ik Stars Die – The Delirium Years 1992-2002 (Porcupine Tree). Ik werk wat foto’s bij en zie twee afleveringen van Beagle (26-27).
Vierendertig weken. Tsjonge.
Oh, Charlie Haden is dood. Weer een legende die er niet meer is.