Vrijdag 19 september:
Vandaag is het vierentwintig jaar geleden. Nu sta ik om half zes op. Met moeite. Maar al snel voel ik me goed, opgewekt en opgeruimd. Wat ik me de laatste week vaak realiseer: ik leef op dit moment intens, maak ieder moment, alles wat ik doe, iedere handeling, hoe klein ook, intensief mee. Er zijn nog wel automatismen, rituelen en gewoontes, maar ik beleef wél.
In Arnhem mis ik net de snelle aansluiting, maar ik ontdek dat ik ook een stadsdienst kan nemen en dan moet ik weliswaar het laatste kwartier lopen, maar dan ben ik nog ver voor acht uur op het werk. Dit ga ik volgende week uitproberen. Op het station sta ik te wachten en te lezen. Waar ik al een tijdje bang voor ben, gebeurt: een of andere knul heeft haast, rent langs me heen en stoot mijn e-lezer uit mijn hand. Het apparaat valt op de grond, de beschermhoes komt los en dus liggen er twee onderdelen. Gelukkig kan ik alles weer aan elkaar klikken en lijkt het ding nog prima te functioneren. Toch uitkijken.
Op het werk is het heerlijk stil. Ik kan rustig mijn dag plannen en die geplande werkzaamheden ook doen. Zo maak ik bijvoorbeeld een mail aan de personeelsadviseur met de vraag hoe het zal gaan als ik deels boventallig ben (na mijn re-integratie); ik ga ervan uit dat ik gewoon volledig doorbetaald word. Ben benieuwd. Ik neem een paar keer pauze en rond het middaguur ben ik een half uur buiten. Plaatjes? Plaatjes.
Om half vijf ben ik thuis. Het is mooi weer en goed warm, dus ik zit even in de tuin. De Vrouw en ik fietsen begin van de avond naar het centrum, op zoek naar een restaurant waar we een tijdje kunnen zitten. Er blijkt van alles te doen te zijn in de stad en juist in het straatje waar we eens wilden zoeken is het een gigantisch kabaal en enorme drukte. Dan maar naar het Raadhuisplein. We eten op het terras bij de Griek. Plaatjes? Plaatjes.
Zo tegen negen uur wandelen we nog een rondje, in de hoop dat we in allerlei tenten een bandje kunnen waarnemen. In de eerste drie gelegenheden is helemaal niets; dat wil zeggen: pauze. Leuk. Dan maar verder. Uiteindelijk belanden we bij Gigant en daar treffen we wat bekenden. Peter is er, bijvoorbeeld. We kunnen kort iets uitwisselen, maar eigenlijk heb ik behoefte aan wat meer tijd, meer rust en gelegenheid met hem. Dat komt vast wel weer. Op het terras is het druk en lawaaierig en ik merk dat ik er niet veel aan vind. Bovendien ben ik zeer moe. Iets voor elf uur gaan we weer naar de fiets en ik lig om half twaalf doodop in bed.
–
Donderdag 18 september:
Paar keer wakker geweest vannacht en als de wekker gaat, heb ik het goed moeilijk. Na vier minuten stap ik uit bed en vanaf dan gaat het prima.
Een korte ochtend op het werk. Ik kan van alles doen, zonder me af, neem pauze, er is rust, het lijkt goed te gaan, maar ik kom tijd te kort. Dat wordt morgen alsnog doen. Vlak voor twaalf uur ren ik weg.
We gaan vanmiddag naar de psycholoog. Ik vertel hoe het de afgelopen week is gegaan: dat ik de aanwijzingen zo goed mogelijk heb uitgevoerd, dat het op de meeste dagen wel, maar op een enkele dag niet goed gelukt is. We zien elkaar over dik twee weken opnieuw. Opdracht: rustmomenten en afsluiten voor prikkels nóg strakker toepassen en een keuze maken wat ik drie keer per week ga doen om te ontspannen. (Wordt het toch yoga? Ik denk het.)
We fietsen via een tuincentrum en een mediawinkel terug naar huis. Het is de hele dag al goed warm en zonnig, dus ik zit even in de tuin. Even merk ik vermoeidheid, maar dat gevoel is niet sterk. Dan ga ik eten maken: gehaktballen en groentetorentjes, met daarnaast knoflookyoghurt en een fikse salade van ijsbergsla, komkommer, paprika en bosui. Na het eten kook ik mais, pompoen en bieten. Plaatje? Plaatje.
We horen de eerste twee platen uit The MOFO Project/Object (Frank Zappa) en vervolgensside two (Adrian Belew). Buiten in de tuin is er perziken-aardbeienijs uit de ijsmachine die De Vrouw van de week in de kringloopwinkel vond. Om kwart over acht is het te donker om nog langer buiten te zitten en ga ik aan de keukentafel lezen. Ik hoor Lunatic Soul I (Lunatic Soul) en de vierde plaat uit de Bass Communion box (Bass Communion). Om negen uur weet ik dat ik goed moe ben en om half elf ga ik naar bed.
–
Woensdag 17 september:
Half negen ben ik weer beneden. Goed geslapen. Eerst maar eens November Suite – Soundscapes Live in Green Park Station 1996 (Robert Fripp) en Dois Selos e Um Carimbo (Deolinda, die Portugese tandartsdame) opgezet. Krantje, koffie.
De Zoon en ik zijn om elf uur bij het UWV voor een gesprek met zijn arbeidsdeskundige. Tussen 2015 en 2018 krijgt hij een herbeoordeling op zijn Wajong; tot die tijd verandert er niets. Mocht blijken dat hij wel regulier kan werken, dan mag hij aanspraak maken op een trajectbegeleider en jobcoach. Ziet er goed uit. Even laten bezinken (zo werkt dat bij De Zoon) en dan verder.
Ik rijd door naar een paar biologische winkels en koop wat spul. Via de supermarkt en Turkse winkel ga ik terug.
Thuis lunch ik met biobrood, biokaas, sla uit de Turkse winkel, kaas van de oude vertrouwde kaasboer en Café Atlantico (Césara Evora). Buiten is het geweldig mooi weer, het is zelfs warm! Ik doe het rustig aan.
Ik loop een rondje door het Matenpark. Plaatjes? Plaatjes.
Zo half vijf ben ik thuis en ik kan weer in de tuin zitten. Van vermoeidheid is geen sprake. Na een tijdje ga ik groente snijden voor het avondeten. In de tajine bak ik die groente (sjalotjes, prei, paprika), ik voeg visbouillon toe en aan het eind in blokken gesneden pangafilet en ringetjes bosui. Ernaast bak ik krielaardappeltjes en maak ik een salade van bosui, ijsbergsla, komkommer, tomaat en peer. Daar weer naast gooi ik de bonusplaat van Led Zeppelin I en Led Zeppelin II in de speler en vervolgens <Out Of The Blue (Electric Light Orchestra).
Inmiddels zitten we dan al aan tafel. Plaatje? Plaatje.
Alles smaakt prima, zelfs het bio-rabarbersap met koolzuur (als je het maar lang genoeg laat staan, verdwijnt het koolzuur vanzelf). Als alles op en -geruimd is, ga ik nog heel even buiten zitten lezen, maar het is om kwart over acht al zo donker, dat ik geen letter meer zie. Naar binnen, dus. Daar lees ik verder, hoor ik The Flying Club Cup (Beirut) en de derde plaat uit de Bass Communion box.
–
Dinsdag 16 september:
Ik heb slecht geslapen. Vanaf een uur of een af en aan wakker geweest. Uiteindelijk, als de wekker gaat, word ik moeilijk wakker. Eenmaal uit bed gaat het wel. Zeven uur ben ik buiten. Een uur later loop ik over de Amsterdamseweg in Arnhem. Plaatjes? Plaatjes.
Vreemde dag op het werk. Twee lange overleggen en een heel korte. De lange kan ik onderbreken met ieder vijf minuten pauze en tussen de lange en de korte pak ik een half uur en ben ik buiten. Het korte overleg is met de leidinggevende. Ik vertel over de praktische opdrachten die mijn psych me heeft gegeven: dat ik meer rust en pauze op het werk inlas en dat ik me bij veel prikkels ook meer ga afsluiten en afzonderen, zodat ik tijdens het werk minder vermoeid raak. Het is akkoord. Maandag verder. Onderweg terug lijkt het of ik moe ben, maar het valt mee.
Ik ben pas om half zes thuis. Hé, mijn bestelling uit Engeland is binnen!
Ik heb er maar eentje, hoor. Als ik bamisoep ga koken, zet ik ‘m meteen (hard) op. Er zit geweldig gaaf spul op! Vooral de 1971-live-uitvoering van Cirkus vind ik fenomenaal. Maar goed, de bamisoep is weer goed. Als alles op en opgeruimd is, ga ik met De Zoon zijn gesprek van morgenochtend met het UWV voorbereiden. Daarna merk ik dat ik echt moe ben. Het is kwart voor negen of zo. Ik lees aan de keukentafel en hoor de tweede cd uit de KC-box en A Secret Life (D’Agostino/Foxx/Jansen). Het is bijna elf uur.
Vandaag is het tien maanden geleden. O.
–
Maandag 15 september:
Ik ben een paar keer wakker geweest, vannacht en de wekker maakt me maar half wakker om half zes. Als ik er eenmaal uit ben, is het niet erg. Buiten is het heel donker en mistig. Ik maak een paar plaatjes. Plaatjes? Plaatjes.
Op het werk is het bijzonder. Er is veel te doen, van alles vraagt mijn aandacht, veel loopt door elkaar, echt overzichtelijk is het niet, en ik red het. Ik neem af en toe pauze, ga eind van de ochtend een rondje buiten lopen en beland in de weilanden en bossen. Platjes? Plaatjes.
Als ik thuiskom, ben ik toch moe. Nog meer doseren, moet ik. Nog meer rust inbouwen. Meer afgezonderd gaan werken, lijkt me.
Ik fiets een boodschappenrondje. De Vrouw is nog/weer werken en ik buig me over het eten. Het wordt een gehaktschotel met snijbiet en tomaten en ei, met daarnaast knoflookyoghurt en een salade van ijsbergsla, bosui, peer en komkommer. Ondertussen knal ik Led Zeppelin I (Led Zeppelin) en Reviews (Klaus König) door de kamer en keuken.
De Vrouw is na zeven uur thuis en we gaan aan tafel. De schotel is goed gelukt, de knoflookyoghurt ook en weet je wat? De salade is goed gelukt. We horen 6 x 4 (Marcel Kruup). Na het eten lees ik aan de keukentafel en hoor ik Days Of Future Passed (The Moody Blues). Dan is het kwart over tien. Einde van vandaag.
–
Zondag 14 september:
Kwart voor negen pak ik de vaatwasser uit. Ik draai de tweede helft van de eerste plaat en de tweede plaat uit de Bass Communion box en vouw de laatste was uit de droger. Vervolgens werk ik de webstek bij en synchroniseer ik mijn e-lezer en plak ik alle laatst gedownloade e-boeken erop.
Halverwege de morgen wandel ik naar buiten voor mijn gebruikelijke zondagmorgenrondje langs de plasticcontainer, Matenpoort en het kanaal. Ik ben opgewekt en opgeruimd. Het is nog wat grijs, maar de temperatuur is al goed. Plaatjes? Plaatjes.
Thuis is er koffie in de tuin en wat later lunch. We horen die ene plaat met het Zuidamerikaanse orkestje en later Inspiracíon-Espiración (Gotan Project). Na de was en het vegen van de woonkamer/keuken stappen we op de fiets. Het is Open Monumentendag en we willen het stationsgebouw zien, in de hoop dat we op de bovenverdieping de koninklijke wachtkamer kunnen aanschouwen. Dat kunnen we niet. Wel kunnen we rondlopen over het Stationsplein, waar een jongerenevenementje gaande is. Plaatjes? Plaatjes.
We zijn rond vier uur ook weer terug en dan is het nog goed zonnig in de tuin. Mooi, dan kan ik daar nog wat lezen. Plots merk ik dat ik heel moe ben. Als ik eten ga maken, is die vermoeidheid helemaal verdwenen. Ik ga ik een fricandeaurollade braden, een salade (bosui, komkommer, tomaat, aardbei, avocado) monteren, een groenteschotel (paksoy, peper, knoflook, sajoer) maken, aardappels bakken en The Guide (Wommat) (Youssou N’Dour) draaien. Het eten is zeer smaakvol. Plaatje? Plaatje.
Na het eten draai ik een plaatje. Oil On Canvas (Japan) en Falling Deeper (Anathema). Ik lees de Uncut uit en begin met herlezen van Magiër (Tahir Shah). De vermoeidheid is weer terug en ik ga om half elf naar bed.
–
Zaterdag 13 september:
Ik ben om acht uur uit bed. Beneden zet ik de was aan, doe ik allerlei ander huishoudelijks en draai ik That Which Passes – 1995 Soundscapes – Live Volume 3 (Robert Fripp) en The Beauty And The Beast (Mor Karbasi). Ik fiets naar de markt en koop aardbeien en vis. Het is inmiddels prachtig weer. Op de terugweg een paar supermarkten en de Turkse winkel. En een klerenwinkel. Ik koop een nieuw vest; mijn oude vertrouwde Zappateers-hoodie is toch echt versleten. In de tuin drinken we koffie. Daarna lunch. En weer terug in de tuin. We stappen op de fiets en rijden naar een tuincentrum, waar we rode basilicum kopen. Plaatje? Plaatje.
Ik draai Change We Must (Jon Anderson), Strawberry Wood (Nits) en A New World Record (Electric Light Orchestra) en maak het eten. Restjes soep en de linzenpot van gisteren. Erbij Turks brood met van alles en een salade van wortel, komkommer, paprika en aardbei. Na het eten lees ik aan de keukentafel en draai ik Travels (Pat Metheny Group) en de eerste helft van de eerste plaat uit de Bass Communion box. Wacht ‘s, ik merk dat ik moe ben. Dat is voor het eerst vandaag en het is tien uur. Een uur later zet ik de stereo uit.
Drieënveertig weken.