Draai hier al je vinyl uit je platenkast – vrijdag 15 maart 2019
–
bazbo 0541: Yes – Yesshows
In 1980 toert Yes met de ingelijfde Buggles. Een groot succes is die tour niet; tijdens meerdere gelegenheden jouwt het publiek de nieuwelingen uit. Begrijpelijk: Downes is geen Wakeman en Horn klinkt niet als Anderson. De poging om ook de oudere stukken te vertolken is moedig, maar mislukt. En dus besluit de band in 1981 dat het zo niet langer kan. Howe en Downes starten de band Asia (met John Wetton en Carl Palmer) en Horn wordt producer van wereldformaat. Squire en White blijven hopeloos achter. In 1981 nemen ze nog een kerstsingle op (Run With The Fox) en Squire buigt zich over het archief. Er verschijnt een verzamelaartje (Classic Yes, die ik niet op vinyl heb) en in 1980 een livealbum. Squire heeft dubbelaar Yesshows gevuld met opnames uit 1974 (met Moraz) en 1977/1978 (met Wakeman) en er staat debiel goed spul op. De opener is vreemd genoeg Parallells, een Squirenummer, dat heel wat beter en feller uitpakt dan het origineel (met een fenomenale moogsolo van Wakeman) en is opgenomen in Ahoy, Rotterdam. Daarna volgt Time And A Word, dat tijdens concerten deel uitmaakte van wat later bekend werd als The Big Medley. Going For The One rockt de bocht uit en Don’t Kill The Whale klinkt puntig en beter dan het origineel. In de uitgesponnen versie van Ritual (van Tales From Topographic Oceans) is de bassolo van Squire heel lekker en het afsluitende Wonderous Stories voegt weinig toe, zij het dat het ook weer afkomstig is van het 1977-concert in Ahoy. Maar het absolute hoogtepunt is de agressieve versie van The Gates Of Delirium. Allemensen, wat een energie, wat een kracht; de gitaar giert waar hij moet gieren, de toetsensolo’s knallen door de kamer en de apotheose Soon met de coda is een van de grotere Yeskippenvelmomenten. Dit was overigens de eerste Yesplaat die ik kocht, op 13 augustus 1982, tweedehands in Concerto, Amsterdam. Het is een Duitsche versie uit 1980. Compleet grijsgedraaid, deze. Hoewel, eigenlijk klinkt hij nog heel goed.
–
bazbo 0540: Yes – Drama
En dus zaten Howe, Squire en White eind 1979 zonder zanger en toetsenist. Nogal moedeloos gingen ze de studio in om wat opnames proberen te maken. Manager Brian Lane liet de drie kennismaken met het tweetal dat in de studio ernaast bezig was. Voor iedereen het zelf goed doorhad, waren Trevor Horn en Geoffrey Downs (beter bekend als The Buggles en van hun monsterhit Video Killed The Radio Star) volwaardig lid van de groep. In 1980 kwam Drama uit. Toen ik de plaat voor het eerst (in 1981 op een geleende voorbespeelde cassette) hoorde, vond ik dat de titel aardig weergaf hoe hij klonk; ik was dan ook een echte Anderson-en-Wakeman-adept. Tegenwoordig denk ik er heel anders over. Ik kocht de plaat zelf op 17 juli 1983, een Europese versie uit 1980. Nu vind ik opener Machine Messiah een almachtig hoogtepunt: scherp, punky, vol onverwachte wendingen en ja, zelfs de zang van Horn is krachtig. Does It Really Happen? vind ik ook nu nog een fijne stamper en ik baal nu nog steeds van de fade-out. Kant twee kent Into The Lens, een springerig progstuk, dat ook een plek kreeg op de tweede Bugglesplaat (zij het zonder alle Yesgefiedel erin). De overige stukken zijn aardig, maar mijns inziens niet wereldschokkend. Achteraf een fijne plaat, dit. In 2016 tourde Yes met een show waarin ze deze hele plaat van voor naar achteren speelden; ik zag ze in Utrecht en het was niet al te best: invaller Billy Sherwood wist beter hoe de deunen gingen dan de originele uitvoerenden en moest hen aanwijzingen geven. Vorig jaar rond deze tijd zag ik Yes in The Palladium in London en wie kwam daar Tempus Fugit meezingen? Precies: Horn. En het was nog goed ook.
–
bazbo 0539: Yes – The Affirmative – The Great Lost Yes Tapes
Dit is een illegale, die ik kocht op 4 april 1986, bij een goede platenzaak ergens in het centrum van Enschede. Het is een rete-interessante. Want wat gebeurde er in 1978, na Tormato en de daarop volgende In The Round-tour? Yes stapte in 1979 een studio in Parijs binnen met een zwik demo’s onder de arm. Roy Thomas Baker zou de nieuwe plaat gaan produceren. De stemming was echter niet goed, de producer viel uit de gratie en tot overmaat van ramp brak drummer Alan White zijn enkel bij een rondje rolschaatsen. Anderson en Wakeman zaten zich te bezatten in een Parijse kroeg en besloten ermee te kappen. Zij hadden (zo te horen) het meeste demomateriaal aangeleverd en stapten uit de band. De Parijsplaat is er nooit gekomen. Op deze bootleg (die verscheen in 1984) staan de demo’s, aangevuld met een liveversie van Awaken opgenomen in 1978 tijdens de Tormatotour. En het demomateriaal is schitterend. Ik weet zeker dat als de opnames wel gelukt waren, dat het een geweldige plaat geworden was. Opener Dancing Through Light kwam later terug op Drama (de volgende Yesplaat), Everybody Loves You en elementen van The Golden Age zijn terug te horen op de tweede soloplaat van Anderson (Song Of Seven uit 1980). The Golden Age bevat ook zo’n typische Wakemanstampmelodie. Tango is een lang nummer vol malle wendingen en met een bizar Middeleeuws verhaal. ‘Opvuller’ Awaken laat nog eens horen wat een grandioos stuk het is, hoe goed het live uit de verf kwam en wat een gigantisch gave liveband Yes destijds was. Geluidskwaliteit is natuurlijk prut, maar wat dondert het? Mij niet. Ik heb deze al meer dan twintig jaar niet meer gehoord en zit hier te genieten.
–
bazbo 0538: Yes – Tormato
1978. Onder invloed van de opkomende punk besluit de band om meer kortere stukken op te nemen. Resultaat is deze plaat, niet de allerbeste van de band, al staat er veel goed spul op. De openingssuite Future Times / Rejoice is alleraardigst, Squire’s Don’t Kill The Whale een rechttoerechtaanrocker, Madrigal het prachtige klassiekerige Howe/Wakemankunststukje, Release Release de stadionrocker (al hebben ze het nooit live in een stadion gespeeld). Op de tweede kant vinden we het wazige Arriving UFO, het zweverige Circus Of Heaven, de iets te stemmige ballad Onward en de afsluitende klapper On The Silent Wings Of Freedom. Opvallend zijn de voor die tijd hypermoderne toetsengeluiden (weg piano en Hammond). Bespeur ik ook een gebrek aan inspiratie en bevlogenheid? Alles uit zich in het hoesontwerp en dan vooral de fotomontage op de achterkant. De bandleden willen niet gezien worden en krijgen een boel viezigheid over zich heen. Nee, de allerbeste Yesplaat is het niet. Toch kocht ik hem. Op 15 februari 1983, welteverstaan, en ik heb een Amerikaanse versie uit 1978.
–
bazbo 0537: Yes – Going For The One
Eind 1976, na allerlei soloalbums en veel lange tours met Moraz, gaat de Zwitserse toetseneur toch weg. De band heeft dan allerlei demo’s gemaakt en manager Brian Lane laat deze aan Wakeman horen. Die is enthousiast en wil graag meewerken. Eerst als sessiemuzikant, maar al snel is hij weer voltijds bandlid. Het resultaat is dit album uit 1977, opgenomen in Zwitserland (!), waar Wakeman op dat moment woont (ivm zijn werk voor de soundtrack van de officiële documentaire over de Olympische Winterspelen aldaar). Wat we horen zijn vijf prachtstukken. Opener is het titelnummer, een Andersonlied dat binnenkomt als een moker: gierende gitaar (pedalsteel van Howe) en scherpe zang. Turn Of The Century is een klein klankschilderij, met een nogal Renaissance-achtig verhaal en instrumentatie (akoestische gitaar en piano). Parallells is Squire’s lied, waarin vooral het kerkorgel bepalend is. Wonderous Stories het schitterende kleine klassieke lied. En de absolute klapper is Awaken, een soort ultiem Yessymfonietje, bestaande uit meerdere delen, waarin de band alles uit de kast trekt wat er maar in de kast kan staan. Meanderend, fel, melodieus, hectisch, ruimtelijk, vol: alles, zei ik toch? Opnieuw veel kerkorgel, de gierende pedal steel en de prachtstem. Ik kocht deze plaat op 31 oktober 1983 en heb een Duitse heruitgave uit een onbekend jaar, wel met de prachtige driepaneelsuitklaphoes. Mooi album, dit.
–
bazbo 0536: Yes – Relayer
Daar is-ie! Dit is misschien wel mijn favoriete Yesplaat. In 1974 heeft Yes nogal een probleem: hun toetsenist Rick Wakeman is ermee gestopt uit onvrede met de richting die de band op wil en kiest voor een solocarrière. Eerste poging om ene Vangelis bij de band te voegen mislukt (Vangelis is nogal een vreemde einzelgänger, maar gaat uiteindelijk wel veel samenwerken met Anderson onder de naam Jon & Vangelis) en uiteindelijk vindt de band Patrick Moraz. Zijn levendige toetsenwerk geeft de band een heel ander geluid. Tijdens de eerste repetities samen knutselen ze al Sound Chaser in elkaar en het pianointro daarvan is tamelijk verbluffend. Howe zit in een waanzinnige gitaarperiode, zijn instrument giert werkelijk alle kanten op. Daartegenover staat To Be Over, een bijna lieflijk lied vol prachtmelodieën; het is een rustpunt, maar bevat toch een boel verrassende wendingen. Hoogtepunt is het plaatkantlange The Gates Of Delirium. Verhaal gaat dat Anderson de studio binnenkwam, achter de piano ging zitten en alle ideeën die hij voor dit nummer in zijn hoofd had van zich af hengstte en zong. Anderson kan geen piano spelen, dus ik bedoel maar. Het stuk is gebaseerd op Tolstoj’s Oorlog en vrede en halverwege is er dan ook een complete oorlog aan de gang, inclusief geluidseffecten (die de band op allerlei percussie, metaal, afval en dergelijke ramde). De gitaar- en toetsensolo’s wisselen elkaar af. Aan het eind volgt dan de ‘oplossing’ in de vorm van het deel Soon. Enige minpunt van dit album vind ik wederom de volgorde. Als de twee plaatkanten omgewisseld waren, was de opbouw van het album echt werkelijk super geweest. Ik gaf de plaat mijzelf cadeau voor Sinterklaas op 1983. Ik heb potdomme een originele Duitsche versie uit 1974, met gecensureerde (zwart doorgehaalde) credits aan de binnenzijde van de klaphoes, die op Discogs tientallen neuros oplevert. Die klaphoes, ontworpen door huiskunstenaar Roger Dean is overigens waanzinnig. Meesterwerk, dit.
–
bazbo 0535: Yes – Yesterdays
Vreemde verzamelaar uit 1974. Zes stukken van de eerste twee platen (1969/1970), één outtake (B-kant single) van Time And A Word (1970) en America, een cover van het Paul Simonnummer, gespeeld in de bezetting met Howe en Wakeman ten tijde van Fragile, die eerder verscheen op een Atlanticverzamelaar. Voor die tijd een mooi hebbeding, later zijn Dear Father en America in volle glorie verschenen op diverse cd-heruitgaven van Time And A Word en Fragile. Ik kocht deze op 15 december 1983, een Duitsche versie uit 1974!