bazbo – de wereld van Bas Langereis, het middelpunt der aarde

Bas Langereis leest u voor!

15-10-2019

Ban

Filed under: Publicaties voor FOK! - 2019 — bazbo @ 18:15

Ter gelegenheid van twintig jaar FOK!.

Wat wist ik van online communities? Niet zo veel en dan druk ik me nog eufemistisch uit. Het enige forum waar ik wel eens kwam zat vol liefhebbers van de muziek van Frank Zappa. Daar was en is veel discussie, maar ik houd me vrij stil. Die discussie vindt plaats in de Engelse taal. Die ben ik redelijk machtig. Ik lees het vloeiend, maar vind het lastig om mijzelf er goed in uit te drukken. Hoe anders is dat in het Nederlands. Lees de stukken die ik in de afgelopen bijna dertien jaar hier op FOK! heb geplaatst er maar op na.

Op 18 januari 2007 was het dat ik dat eerste stukje plaatste. Hoe zat het ook weer?
Goede vriend T**, nu wereldberoemd in het landelijke medialandschap, had me een week ervoor bij mijn lange haren meegesleept naar een website, introduceerde me bij een of andere eindredacteur van iets en zei: ‘Zo. Dit is FOK!. En nu schrijven. Veel, graag.’ Ik durfde hem niet te weigeren.
Voorzichtig ging ik eens kijken wat die website zoal behelsde. Lieve help, wat een enorme wereld zat erachter. Nieuwsberichten, recensies, specials, weblog en columns, aangaande de meest uiteenlopende onderwerpen: actualiteiten, sport, amusement, film en tv, glamour, games, noem maar op. En dat was dan nog maar de ‘voorpagina’ van de webstek. Erachter hing een gigantisch forum waar gebruikers met elkaar in gesprek konden over zo ongeveer alles. (Zelfs porno. Porno? Ja, porno. Ik verzin het niet. Overigens: ik heb slechts een keer in dat forum gekeken en wist toen dat er bij mij thuis in de slaapkamer zaken gebeuren die ik opwindender vind.) Het duizelde me allemaal voor mijn ogen. Daar was dat Zappaforum niks bij.

Ik plaatste dat eerste stukje en zowaar, daar kreeg ik reacties onder. Die reacties varieerden van ‘Leuk!’ tot aan ‘Dat ik dit uitgelezen heb. Wat een verspilling van tijd.’ Maar dan in extremere formulering. Natuurlijk was nog lang niet iedereen ingewijd in het bizarre bazbobestaan (daar ging ik de zeven jaar daaropvolgend hard aan werken), dus verbaasden mij die negatieve reacties niet. Ik vergaf het de schrijvers ervan. Wat me wel mijn wenkbrauwen deed optrekken was de toon die de reageerders aansloegen.

Nog geen twee weken daarna plaatste een collega-columnist een voor hem zeer typisch stuk. Ik was het niet met hem eens, maar vond het een goed geschreven stuk dat opriep tot inhoudelijke discussie. Eronder gingen de lezers tekeer. ‘Ik ben het er niet mee eens! Wat een slechte column,’ was nog een milde reactie. ‘Slechte columnist! Wie heeft dit vaginale braaksel de redactie binnen gelaten?’ was een wat minder milde reactie. De reacties daaronder werden steeds erger. Iemand verwees naar het forum, waar de ‘discussie’ verder ging. Ik klikte op een link en belandde in een openlijke lynchpartij. De gezamenlijke opinie bevond zich in het stadium van: ‘De column is slecht. De columnist is slecht. De columnist moet weg. De columnist moet dood.’ Ik was geschokt.
Nu ben ik behept met een rechtvaardigheidsgevoel van onvoorstelbare omvang. Doorgaans weet ik mijzelf zeer goed te bedwingen dit rechtvaardigheidsgevoel te uiten. Maar dit ging te ver. Ik ging mij hier eens fijntjes mee bemoeien. ‘Wacht even,’ zo schreef ik. ‘Jullie zijn het niet met de columnist eens. Dat mag. Je vindt zijn stukje niet mooi. Dat mag ook. Maar hem openlijk zo aan de schandpaal nagelen vind ik niet kies. We kunnen niet alles waar we het niet mee eens zijn of niet mooi vinden weg doen. Zo zit de wereld niet in elkaar. Bovendien: je kunt het stukje ook níét lezen.’ Dat had ik beter niet kunnen schrijven.
Plots ging de discussie niet meer over de collega-columnist en zijn stukje, maar over mij. De gezamenlijke opinie was: ‘Jij bent al net zo slecht als de columnist. Jij moet ook weg. Jij moet ook dood.’ Ik stribbelde verbouwereerd tegen dat het allemaal niet lief en netjes was van iedereen. ‘Iedereen heeft het recht om geen smaak te hebben,’ riep ik nog uit. Het hielp niet. ‘Dóód moet de columnist en dóód moet jij!’
En toen moest ik het zeggen, hè?
‘Lieve lezers,’ schreef ik. ‘Als dit stukje van mijn collega-columnist je nou zo raakt, als je je over zijn werk zo druk maakt, als het jullie gemoederen zo bezig houdt, bedenk dan ook eens: zelfmoord is een optie.’

Bam.
Plots lag ik van het forum af. En van de voorpagina ook. Wat was er aan de hand? Deed mijn computer raar? Ik controleerde alle bekabeling. Nee, daar kon het niet aan liggen. Ondertussen was het al ver na middernacht en ik moest hoognodig naar bed.
De volgende morgen vond ik bericht in mijn mailbox. Ik had een ban. Geen idee wat het was. Even verder lezen. Aha, ik mocht de komende weken niet op FOK! komen. Ik kon niets plaatsen. O. Waarom? Ik had een openlijke doodsverwensing gedaan. Een wat? Een doodsverwensing. En ik was lid van de FOK!crew, dus diende een voorbeeld te zijn voor een ieder.
Even overwoog ik dat hele FOK! te laten stikken. Zo ga je niet met elkaar om, vond ik. Iemand openbaar afbranden omdat hij iets heeft geschreven wat je niet aanstaat, dat kan niet. En als iemand anders (ik, dus) het voor hem en het vrije woord opneemt, dan kan het niet zo zijn dat die de straf krijgt. (‘Maar zij begonnen!’ wilde ik tegenwerpen. Ik deed het niet.) Mijn rechtvaardigheidsgevoel groeide verder in nog onvoorstelbaardere omvang. Het onrecht regeerde hier op FOK!. Wilde ik voor zo’n zootje wel schrijven? In kon er nachten niet van slapen.
Gelukkig was ik met iets van een week weer in de gelegenheid om in te loggen. Toen las ik her en der terug wat er precies gaande was. De lui met de grote bek op het forum hadden zich rot gelachen toen ze begrepen dat ik een ban had. De eindredacteur legde achter de schermen aan de schrijvers alhier uit dat ik het voorbeeld was voor velen: geen gebruikers dood wensen, mensen. Maar of we vooral wel door wilden gaan met prikkelende en wonderschone stukjes plaatsen.

Dat deed ik dan maar. Of u ze prikkelend vindt of wonderschoon, weet ik niet. Maar stukjes plaatsen op FOK! doe ik nu dus bijna dertien jaar. Ik vind FOK! nog altijd een prachtig podium en medium. Van harte gefeliciteerd met het twintigjarig jubileum!
Zo naïef als dertien jaar geleden ben ik niet meer, maar nog altijd verbaas ik me over de toon van reageren onder columns en nieuwsberichten. Met verbijstering zie ik de respectloze, xenofobe, intolerante en ongenuanceerde uitroepen. Het lijkt wel of het in de loop van de jaren erger wordt. Gaat er op onze aarde iets mis, dan is het de schuld van een ander (vooral links en moslims en klimaatgekkies). Alles uit boosheid en ontevredenheid en hufterigheid en het-is-de-schuld-van-de-ander en grappig of adrem of zijn. Ik vind het zorgelijk. Het is zo gemakkelijk om van achter de computer je gelijk de wereld in te schreeuwen. En zeg niet dat ik zelf een zolderkamerautist ben. Autist ben ik misschien nog wel, maar ik woon tegenwoordig in een appartement, dus een zolderkamer heb ik niet.
Ik ben gestopt met het lezen van reacties onder de nieuwsberichten. De meeste maken me moedeloos, misselijk en verdrietig.

Alleen de reacties onder de columns zie ik nog. Bij de collega’s gaat soms ook weer een ploegje tekeer. Gelukkig is het onder mijn eigen stukjes vriendelijker. Dat zal waarschijnlijk komen doordat ik zelden over onderwerpen uit het nieuws schrijf of me uitgesproken druk maak over maatschappelijke problemen. (Ik dank mijn trouwe lezers hartelijk voor de vele kaartjes die ik mocht ontvangen ter gelegenheid van mijn mijn twaalfjarig jubileum op 18 juli 2019.) Toch schrok ik laatst op een donderdagavond door mijn die ochtend geplaatste verhaal scrolde. Onder het stukje gaf iemand een fijne, inhoudelijke reactie.

Mijn verhaal was een observatie op straat en daarin had ik geschreven: ‘Dit is zo’n dag dat ik zinloos geweld volkomen begrijp. Maar ik kan mij beheersen.’
De betreffende lezer had eronder gezet [letterlijk citaat]: ‘Wat een randdebiel ben jij zeg. Een stomp voor je kankersmoel moet je hebben. Het zijn trouwens ook nog twee zinnen en een andere mongool prijst je de hemel in alsof je een geweldig schrijver bent. Heb je ooit van een komma gehoord?’
Ik was met stomheid geslagen. Pas een dag later kon ik eronder tikken: ‘Lieve help, ik heb hier heel veel ongelikte reacties onder mijn stukjes gezien, maar deze slaat werkelijk alles.’ Maar daar zal ik ook wel weer een ban voor krijgen.


Apeldoorn, september 2019  

Hier lees je ‘m op FOK!.

• • •
 

Geen reacties »

No comments yet.

RSS feed for comments on this post.

Leave a comment