Onooglijk – Lotgenoten (0040)
De meneer lijkt voor zich uit te praten, maar dat doen er tegenwoordig wel meer. Ik blijf het een gek gezicht vinden. Doordat ze tegenwoordig heel klein zijn, zie je die oordopjes niet. Met ferme pas loopt hij me tegemoet. Ik kan de meneer niet verstaan, maar hij is vast aan het bellen. Het interesseert me verder niet en ik werp een blik over het stadspark, in de hoop iets bijzonders op te kunnen merken.
We noemen het een stadspark, maar het is niet meer dan een onooglijke strook groen. Het is niet langer dan driehonderd meter en op z’n breedst is het nog geen honderd. Als je het doorkruist, maakt het niet uit of je dat doet over de lengte of over de breedte: je bent erdoorheen voor je het weet. Toch is er van alles te beleven.
Zo is er een niet al te grote skatebaan. Bij mooi weer zie je daar kinderen en jongeren druk in de weer op rolschaatsen, skateboard of bmx-fiets of hoe heet zo’n ding. Ze maken capriolen en voeren stunts uit. Een enkeling heeft zo’n bluetoothluidspreker bij zich en daaruit klinken dan stuwende beats. Als ik er langs loop en er is een groepje bezig, dan blijf ik altijd even staan kijken en niet zelden raak ik danig onder de indruk van de kunsten die ze maken.
Nu is het winter en is het parkje leeg en kaal, net als in de herfst. Maar straks in het voorjaar en in de zomer dan wordt het groen en ontstaan er beschutte plekjes.
In de lengte kronkelt de stadsbeek De Grift door het park heen. Het is natuurlijk andersom: De Grift was er altijd al; later is het stadspark erlangs aangelegd.
De Grift ontspringt ergens in het Orderbos, vlak bij de wijk waar ik werd geboren en waar ik ben opgegroeid. Er stromen meer beken door ons zo majestueuze Apeldoorn. Die beken ontspringen uit natuurlijke bronnen en hebben in de loop van de negentiende eeuw een belangrijke functie gekregen: nogal wat wasserijen waren erlangs gevestigd. Die wasserijen zijn inmiddels verdwenen en ook De Grift dreigde verloren te gaan. Wat jaren geleden besloot de gemeente De Grift in ere te herstellen en nu stroomt hij op veel plaatsen weer zichtbaar, ook hier door de binnenstad.
In de loop van de afgelopen jaren is het water weer van uitmuntende kwaliteit geworden. Het is inderdaad opvallend helder. De natuur heeft zich hersteld; er zijn weer bijzondere planten en dieren in De Grift waargenomen die eerder niet meer voorkwamen. De beekprik bijvoorbeeld was jaren verdwenen en nu is hij weer terug.
Ook al is het hoogteverschil in het stadspark gering, de ontwerper heeft speelse waterpartijen bedacht en laten aanleggen. Daar waar het park breder is, liggen ook bredere bassins, zodat het lijkt of er een meertje is. Betonnen bakken in het water zijn begroeid met beplanting van riet en vormen een veilige broedplek voor watervogels.
Waar je ook loopt, staat of zit in het stadspark, je ziet altijd het indrukwekkende Herzbergergebouw. Langs het park loopt een drukke doorgaande weg en aan de overkant ervan staat het pand dat beroemd is geworden door die verzekeringsmaatschappij die we kennen onder de naam Centraal Beheer. De beroemde architect Herman Herzberger ontwierp het in 1972. Het is een hippiekantoor, met veel open ruimte, glazen puien en licht overal. De kubusvormen waren destijds revolutionair. Later – ik meen begin van de jaren tachtig – is er een afzichtelijke vleugel aan vast gebouwd. De verzekeringsmaatschappij zit er al lang niet meer; vanaf 2001 verhuisden steeds meer afdelingen naar een nieuwbouwlocatie aan de zuidkant van de stad en per 2013 staat het hele gebouw leeg. Een tijdje was er anti-kraak en konden kunstenaars er hun atelier in vestigen, totdat er plannen kwamen voor hergebruik. Die plannen gingen niet door en de laatste jaren verpaupert het enorm. Meerdere plannen voor herinrichting zijn gemaakt maar tot nu toe is er niets gerealiseerd. Onlangs kwam het bericht dat er dan toch woningen in komen en het is te hopen dat dit karakteristieke bouwwerk inderdaad mag blijven voortbestaan.
De dieren in het stadspark zal het allemaal worst wezen. Voor hen is het van belang dat er voedsel is en dat blijkt er volop te zijn, gezien de goede conditie van het water in De Grift en de veelheid van soorten erin en eromheen. Ik wandel en ren bijna dagelijks door het parkje en steeds weer ben ik blij dat ik de diversiteit kan constateren. Wilde eenden, waterhoentjes, meerkoeten, eksters, meeuwen zijn er altijd waar te nemen. Af en toe tref ik er een reiger aan. Het is me ook al een paar keer gebeurd dat ik verrast werd door een blauwe streep die over het water scheerde. Inderdaad: een ijsvogel. Kennelijk nestelt die wat verderop waar het rustiger is, maar komt-ie af en toe hier naar voedsel zoeken. Ook regelmatig te zien: ratten.
Honden zijn er bij de vleet. Langs het smallere deel van het park is een veldje dat is ingericht als hondenuitlaatplaats en de buurtbewoners maken er grif gebruik van. Ik ben zo’n buurtbewoner, maar ik heb dan weer geen hond. Wel kom ik de hondenbezitters tegen en dan knik of groet ik beleefd. Al veel aardige aanspraak gehad. Met de overbuurman die maar liefst drie honden uitlaat, met de mevrouw die mij ’s morgens in alle vroegte voorbij ziet rennen, met de oude overbuurvrouw die bij nader inzien tegen haar hond praat in plaats van met mij.
Langs de bredere bassins van de beek liggen recreatiegedeelten van steigerhout. Er is volop zitgelegenheid bij het kabbelende water. Als het mooi weer is, dan zitten de bankjes vol. Weer of geen weer: er hangen allerlei lui te drinken of te blowen.
Daar, vlak achter het gebouwtje dat de ingang is naar de ondergrondse parkeergarage, daar liggen nog wel eens die twee verwarde personen te slapen en ik ben benieuwd of dat ze er nu –
De meneer is ondertussen vlak bij mij. Nu pas zie ik zijn afgetrapte sportschoenen, de scheuren in zijn broek en de vieze vlekken in zijn jas. Ik hoor zijn stem en nu kan ik hem verstaan. ‘Kankergemeente. Kankerpolitie. Kanker-UWV,’ klinkt het. Volgens mij is hij helemaal niet aan het bellen. Met wijd opengesperde ogen en luid voor zich uit pratend loopt hij me voorbij. ‘Kankerbegeleiders. Kankerfamilie. Kankerpolitiek. Kankerlui. Kanker-…’
Wat een avonturen weer.
–
Apeldoorn, februari 2022