Genadeloos (S42)
Leek het nu maar zo of begon het al licht te worden? Ginds, net boven de daken van de kleine huizen meende hij een bleek schijnsel te ontwaren, maar helemaal zeker was hij niet. Bovendien, nu hij de hoek om rende was het allemaal niet meer te zien. Het was hier nogal donker in het smalle straatje. Dat was niet vreemd, want er stonden weinig straatlantarens.
Hij was dik drie kwartier geleden van huis vertrokken. Toen was het nog geen zes uur. Ondertussen voelde hij de vermoeidheid toeslaan, maar hij draafde door.
De laatste tijd ging het wel vaker moeizaam. Aan zijn regelmaat kon het niet liggen. Trouw ging hij om de dag zijn ronde hardlopen. Lange tijd zat het met zijn conditie redelijk snor. Maar sinds een paar maanden lukte het gewoon minder goed. En dat was niet het enige.
In dit soort gevallen nam hij soms een korte wandelpauze, maar vanmorgen besloot hij door te zetten. Even de tanden op elkaar. Als hij geen aandacht besteedde aan zijn vermoeidheid, gewoon door bleef lopen en zijn gedachten op andere dingen richtte, dan ging het straks misschien wel soepeler. Zie, daar was hij al het smalle straatje uit.
Dit was een doorgaande weg. Overdag erg druk, maar zo in alle vroegte was er geen hond te bekennen. Even overwoog hij om midden op straat te gaan lopen, maar hij hield te veel van zijn vaste rituelen. Bovendien: het fietspad was voorzien van een laag asfalt die er al lange tijd lag. Dat veerde fijner aan de voeten dan het harde wegdek op de autorijbaan. Daarnaast kon hij – stel er kwam wel een tegenligger aan – gemakkelijker op het voetpad springen.
Aan zijn linkerhand bevonden zich de seniorenwoningen en al snel kwam hij nu langs het huis van de oudere dame. Meestal brandde er licht, zag hij haar rollator in de woonkamer staan en stond de televisie op een of ander spelprogramma. Zwingo of zo.
Wist hij veel hoe het heette. Hij zag al tijden geen tv meer. Vanaf het moment van zijn psychische tik lukte het gewoon niet. Een normaal programma kon hij niet meer volgen. Het ging hem te snel en het geluid deed hem pijn in zijn hoofd. Een documentaire of concert-dvd kon hij wel van voor naar achteren zien, maar daarna was hij wel doodmoe. Het kostte veel energie. Op televisie was de montage en de beeldvoering vaak razendsnel en zat het geluid vol dynamiek. Het waren te veel prikkels en hij had moeite om ze in dat tempo te verwerken.
Maar nu was het donker in het huis. De gordijnen waren wel open, maar de televisie stond uit. Geen rollator te bekennen. In de snelheid waarmee hij langs liep, kon hij niet zien of er nog wel iets in huis stond. Soms stond de dame in kwestie zelf in de kamer, al dan niet vergezeld van een wijkverpleegkundige of thuiszorgmedewerker in spierwit uniform en met een mondmasker dat het gelaat grotendeels bedekte. Maar nu niet.
Ze was er niet. Plots raakte hij in paniek. Er zou haar toch niets zijn overkomen? Misschien was ze ziek geworden en had ze hulp nodig. Of was ze gevallen en lag ze nu al lange tijd hulpeloos op de kille vloer. Zou ze zijn overleden? Was haar familie al op de hoogte? Je hoorde wel eens verhalen over mensen die na weken worden gevonden. Hij moest er niet aan denken. Hoe langer hij erover nadacht, hoe groter zijn zorgen werden. Zou hij aanbellen en vragen hoe of het met haar ging?
Met een schok stond hij stil. Wat nou als hij zelf? De oudere dame kreeg dagelijks bezoek van een wijkverpleegkundige, dus als er iets met haar aan de hand is, dan is er redelijk snel hulp. Maar hoe zat het met hemzelf? Het zou zo maar kunnen gebeuren. Lichamelijk zou hij gezond moeten zijn, maar de laatste tijd was hij uit balans. De gierende tinnitus teisterde zijn brein, zijn kop zat vol met allemaal dingen die moesten en die niet lukten, energie ontbrak hem, aan het eind van de ochtend was hij doodmoe en stond hij onvast op de benen. Figuurlijk en letterlijk uit balans. Wat nou als hij zelf?
Nog altijd geen beweging in het donkere huis. Hij wilde er niet over nadenken en dus richtte hij zijn blik voorwaarts. Daar was de rest van zijn ronde. Moedeloos begon hij weer met lopen en langzaam maakte hij vaart. Verderop, achter de hoogbouw zag hij het daglicht nu echt genadeloos naderen. Niet veel later was de schrijver om de hoek van de straat verdwenen.
–
Apeldoorn, februari 2023
Dit is het tweeënveertigste deel uit de oneindige serie Schrijver.