bazbo – de wereld van Bas Langereis, het middelpunt der aarde

Bas Langereis leest u voor!

15-08-2024

Hoog tijd voor een kroegverhaal (35)

Filed under: Publicaties voor FOK! - 2024 — bazbo @ 01:00

Dat kun je wel zeggen. Hoe lang was het geleden dat ik in een of andere gelegenheid was geweest? Veel te kort. Ik ga niet graag naar cafés. Het is er meestal druk en rumoerig, het water uit de kraan is zelden echt goed koud en de meeste bezoekers zijn vaak zo beschonken dat ze druk en rumoerig worden. Waarom ga je dan? zul je je afvragen.
‘Laten we afspreken in café Blij van mijn lijf,’ had Nik voorgesteld. Vooruit dan maar.

‘Nik,’ zei ik, terwijl ik plaatsnam op de hardhouten stoel, ‘houd het kort.’
‘Waarom?’
‘Op dit soort stoelen krijg ik een hardhouten reet.’
‘We kunnen ook verderop op de bank gaan zitten.’
‘Geen haar op mijn hoofd,’ zei ik. ‘En ik heb er nogal veel. Die bank is zó laag, daar kom je nooit meer uit en dan komen ze om de haverklap vragen of je nog wat wil drinken.’
‘Goedendag,’ zei iemand anders. ‘Wat kan ik voor jullie te drinken inschenken?’
‘Dag barbediende,’ zei ik tegen het op zich niet onaardige meiske. ‘Doe mij een plat water. Graag uit de kraan en graag echt goed koud.’
‘Voor mij een speciaalbier. Wat heb je op de tap?’
Het meiske noemde wat speciaalbieren. Nik koos de vierde uit de opsomming.
‘Ken je het speciaalbier dat je bestelde of zei je maar wat?’ vroeg ik.
‘Ik ken het niet,’ antwoordde Nik.
‘Dus zei je maar wat.’
‘Nou, dat nou ook weer niet.’
‘Als het ’t een niet is, dan is het ’t andere.’
‘Hm, dat klopt niet helemaal…’
‘Maar dat kan niemand wat schelen,’ zei ik. ‘Vooruit, wat wil je van me? Ik wil hier niet te lang blijven.’

Nik keek schichtig om zich heen en boog toen samenzweerderig naar me toe. ‘Heb je die oproep gezien?’ fluisterde hij.
‘Nee,’ zei ik hardop. ‘En ik zou niet weten waarom je hier zo stiekem zit te doen. Er is niemand in dit café.
‘Ze zoeken een stadsdichter.’
‘Ik ken er wel een paar.’
‘Neehee.’ Nik klonk een beetje wanhopig.
‘Je klinkt een beetje wanhopig, Nik. Wat scheelt eraan?’
‘De gemeente en een of andere culturele commissie zijn op zoek naar een nieuwe stadsdichter. De oude heeft zijn termijn erop zitten. Waarom word jij geen stadsdichter?’
‘Dat zal ik je uitleggen,’ zei ik. ‘Waarom ik geen stadsdichter word. Een stadsdichter moet op verzoek van gemeente of commissie een gedicht schrijven over iets wat op dat moment actueel is. Dat kan ik niet. Mij lukt het niet om op commando iets poëtisch te produceren. Daar komt nog eens bij: ik bén helemaal geen dichter.’
‘Och kom.’
‘Waar naartoe?’
‘Huh?’
‘Waar naartoe? Toch niet naar de toiletten om daar wat te viezevozen, hè?’
‘Eh, wat bedoel je nu opeens? En … nee, maar…’
‘Het is daar niet echt schoon, weet je?’
‘Kijk eens.’ Het meiske stond weer voor onze neus. ‘Ik heb hier een water uit de kraan, hopelijk goed koud. En een speciaalbier. Ik wist niet meer precies wat u besteld had, dus heb ik deze maar gepakt. De tap was leeg, dus ik heb er eentje voor u op de fles.’ Ze zette een glas water en een bruine bierfles op tafel.
‘Perfect, eh…’ zei ik. ‘Hoe heet je?’
‘Marijke.’
‘Perfect, Marijke. Dank je wel. Hij betaalt.’
‘Ja, dat is goed, eh…’ hakkelde Nik. ‘Mag dat straks? Ik heb even geen contant.’
‘Zal ik een bon voor je openen? Dan kun je na afloop bij de bar pinnen.’
‘Graag.’ Nik keek of hij zijn bankpas was vergeten. Of er geen had, dat kon natuurlijk ook.
‘De service is hier geweldig, Marijke,’ zei ik. ‘Misschien kom ik vaker hier.’
Het meiske kreeg een kleurtje op haar wangen en giechelde. Plots was ze afgeleid.

Met enig lawaai knalde de deur van het café open en er kwam iemand binnen. De mollige jongen droeg een licht grijze joggingbroek waarin je al zijn onderdelen bijzonder goed afgetekend zag. Hij haalde iets uit zijn schoudertasje en spoot een wolk eau de toilette om zich heen.
‘Gadverdamme,’ zei ik. ‘Hoe lang duurt dat tot die mist wat opgetrokken is?’
‘Ik zal hem erop aanspreken,’ zei Marijke.
‘Kom je wel weer terug?’ vroeg ik haar.
‘O? Waarom?’
‘Je bent leuker gezelschap dan deze Nikzondergeld.’
‘Hihi,’ giechelde ze. ‘Dat zal wel meevallen.’
Nee, dat viel niet mee.
‘Momentje.’ Marijke liep naar de stinkende jongeman en bonjourde hem naar buiten. Toen kwam ze weer terug naar onze tafel.
‘Ik weet niet hoe lang ik het hier nog uithoud vanavond,’ zei ik. ‘Die penetrante lucht blijft hangen.’
‘Ik zet even wat deuren tegen elkaar open,’ zei Marijke. ‘Dan kan het lekker luchten.’

De voordeur hoefde ze niet open te doen, want die ging vanzelf al open. Wat een toeval.
‘Laat u de deur maar open staan,’ riep Marijke, terwijl ze naar achteren liep. ‘Beetje frisse lucht is fijn!’
Ik betwijfelde of het frisse lucht was dat binnen kwam. In de deuropening stond een oudere vrouw met een postuur zodanig dat haar buik eerder de finishlijn bereikte dan haar tieten. Tenminste, als ze met haar lijf de finish überhaupt zou halen.
‘Mevrouw,’ vroeg ik haar toen ze binnen was, ‘weet u waar de finish is?’
Ze deed een paar stappen naar onze tafel toe.
‘Nee nee, blijft u alstublieft daar. Ik vroeg u alleen iets. U mag op gepaste afstand antwoord geven.’
Ze keek verward in onze richting. ‘Ik begrijp u niet.’
‘Geeft niet,’ zei ik. ‘Kunt u niets aan doen.’
‘Waar gaat dit allemaal over?’ vroeg Nik.

‘Mevrouw,’ zei ik. ‘Wilt u Nik even uitleggen wat u komt doen? Hij is razend benieuwd.’
‘Nou kijk,’ zei de vrouw, ‘ik werk hier parttime. Meestal op woensdag, donderdag en zaterdag, maar als het druk is of in vakantietijd dan val ik ook op andere dagen in. Ik werk al jaren in de horeca, heb veel in de bediening gestaan in restaurants, maar gezien mijn leeftijd en lichamelijke klachten was dat toch niet vol te houden. En ik kon me wel arbeidsongeschikt laten verklaren, maar dan zit je toch met een zoektocht naar andere werkzaamheden en een sollicitatieplicht en dat vond ik toch allemaal te veel gedoe, dus zocht ik naar wat eenvoudigers en dan is een café best leuk. Bovendien moet er ook brood op de plank komen. Mijn man is bij de gemeente in de plantsoenendienst en dat is geen vetpot en willen we twee keer per jaar naar een resort in Egypte, dan moet ik wel blijven werken en waar vind je tegenwoordig nog wat? Ja, her en der is veel tekort aan personeel maar vind maar eens wat leuks. Ik heb jaren in de horeca gewerkt, dus ik heb veel ervaring en kan dus echt kiezen. Beetje luxepositie heb ik dus wel. Vervelend zijn wel de onregelmatige diensten, altijd laat thuis en dan is m’n man bezopen of hij slaapt al en dan kennen we een beetje fijne pot seks wel vergeten. Niet dat ik op mijn leeftijd nog zit te wachten op iedere nacht een wilde nacht, maar er zijn soms momenten dat ik verlang naar een stevige beurt. Die vent van mij houdt er niet meer zo van, het is hem allemaal te veel gedoe, liever zit hij met een pot bier op de bank en dan kan ik wel naar een ander maar ja, je bent niet voor niks meer dan dertig jaar getrouwd en de kinderen zijn al de deur uit en wie zit er nou te wachten op zo’n oud mens als ik, dus ik prijs me gelukkig dat ik überhau…’
‘Precies,’ onderbrak ik haar. Ik stond op en liep het café uit. Hoog tijd.


Apeldoorn, juli 2024

Hier lees je ‘m op FOK!.

• • •
 

Geen reacties »

No comments yet.

RSS feed for comments on this post.

Leave a comment