bazbo – de wereld van Bas Langereis, het middelpunt der aarde

Bas Langereis leest u voor!

15-05-2011

SOA:p (381) – ‘Soppen’

Filed under: Publicaties voor FOK! - overig — bazbo @ 21:23

Vorige keer in ‘SOA:p’:
Sjaak koopt een biologische bos wortelpeterselie met wurmen erin. Bo doet zijn eerste heteroseksuele ervaring op, terwijl Anita haar teennagels lakt. Voorts heeft barman Van der Ziel een lastige aandoening aan zijn linkeroor, waardoor hij de noodkreet van zijn vrouw Pruttie niet hoort. Het onechte kind van Tinus blijkt een negertje te zijn, dat door niemand wordt geadopteerd. Tineke ondergaat een tepelcorrectie. Leopold heeft tijdens zijn pelgrimstocht naar Talinn een stormachtige relatie met de plaatselijke heilsoldate. Albert kakt zijn broek vol.

De camera zwenkt over het donkere dorp. Langzaam zoomt hij in op de grote fabriek. Ook daar is het donker. Het regent. Op het dak brandt neonverlichting: ‘O.B. Sinas’. Uit één raam zien we licht komen. De camera blijft zoomen. Hij zoomt zelfs door het raam. (Wie had dat nou gedacht?)
We zien een chique kantoorruimte. Naast het enorme bureau staat een leren bankstel, een fauteuil en een salontafel. Aan het bureau zit een jonge vrouw. Haar blonde haren staan wat sprieterig omhoog. Haar ogen zijn zwaar aangezet met mascara. Er klinkt een bel. De vrouw staat op en loopt naar de deur. Die schuift open. Er verschijnt een andere vrouw. Deze is langer en heeft lang steil donker haar.
“Nicolien!”
“Schrik je?” vraagt Nicolien. “Dacht jij soms ook al dat ik dood was?”
“Dat dachten we allemaal! Laat me je omhelzen!”
De twee vrouwen lopen op elkaar af en omhelzen elkaar. Dan nemen ze weer wat afstand en bekijken elkaar.
“Zo zo, Tineke,” zegt Nicolien. “Wie had dat ooit gedacht? Jij, de directeur van ‘O.B. Sinas, de groene gieterfabriek’. Hoe is dat zo gekomen?”
“Dat gaat je niet zo veel aan, Nicolien.” Tineke draait haar rug naar Nicolien. Die doet een stap dichterbij. Onzichtbaar schenkt Tineke voor zichzelf een glas whisky in. (Dat wéten we gewoon.)
“Schaam je je voor de manier waarop je carrière hebt gemaakt?” Er verschijnt een vileine lach op Nicoliens gezicht. “Ben ik de enige die weet hoe je het bedrijf van O.B. Sitas in handen hebt gekregen? Leep hoor, om de naam van het bedrijf te veranderen in je favoriete drankje.”
“Waarvoor kwam je?” vraagt Tineke kortaf. “Ik heb het druk.”
“Maar Tineke toch,” zegt Nicolien. Ze legt haar handen op de schouders van Tineke. “Ik wilde gewoon mijn oude vriendin terugzien, na al die jaren. We waren toch de beste vriendinnen?”
Tineke neemt een slok. Het blijkt geen whisky te zijn, maar sinas. Dan buigt ze haar hoofd.
“Kom, je weet wat je altijd voor mij hebt betekend,” gaat Nicolien verder. “Heb je nooit iemand over ons verteld?”
Tineke draait zich om en kijkt Nicolien diep in de ogen. Nicolien buigt naar voren drukt haar lippen op die van Tineke. Ze kussen lang en likken met hun tong langs elkaars lippen.
De camera zoomt uit.

Daglicht. Het regent. Op het dorpsplein is niemand te zien, behalve bij de viskraam. Daar staat één man.
“Van de Tong, doe mij een kibbeling zonder saus.” We herkennen Albert.
“Sorry Albert. De kibbeling zonder saus is op. Ik heb alleen nog kibbeling zonder kruiden.”
Albert snuift. “Je zaakje stinkt, Van de Tong.”
“Dat moet jij zeggen, Albert.” De vishandelaar grijnst. “Anita komt nog wel eens bij mijn kraam hier.”
“Zwijg me over dat wijf.”
“Ze vertelt niet alleen over jullie bedgeheimen, maar ook over die rare familie van je.”
“Ik weet niet over wie je het hebt.”
“Wou je zeggen dat je het grote nieuws over je tweelingbroer niet eens kent?”
“Sjaak? Wat is er met hem?”
“Tjonge toch, Albert. Wat voor broer ben jij?”
“Vertel op, Van de Tong.”
De visboer kijkt schichtig om zich heen. “Van mij heb je het niet,” zegt hij. “De geruchten gaan dat Sjaak is ontsnapt uit de psychiatrische kliniek.”
De camera zoomt in op het gelaat van de geschokte Albert.

Leopold en Willy staan tegenover elkaar. De sfeer is donker en dreigend. Het regent. Leopold houdt een mes in de aanslag.
“Doe dat mes weg,” zegt Willy. “Laat ons dit uitpraten. Ik heb zin in gin-tonic.”
“Er valt niets meer te zeggen. Jij wilt ermee kappen. Je weet te veel.”
“Ik? Ik weet niets. Ik ben maar een eenvoudige werknemer van de uitgeverij. Oké, met een carrière ernaast. Als je in de showbusiness werkt, doe je een hoop contacten op.”
“Jij hebt inzage in die dossiers.” Leopold doet nog een stap dichterbij. Hij zwaait nog eens vervaarlijk met zijn wapen. “Jij weet alles. Volgens mij gebruik je het om te verwerken in je laatste podiumproductie.”
“Je bent gewoon jaloers, Leopold.”
“Jaloers, Willy? Op jou? Op een totaal mislukt cabaretier? Laat me niet lachen.”
“Zie je wel dat ik grappig kan zijn?” De blik in Willy’s ogen is volkomen hulpeloos.

“Ik heb de laatste tijd last van buikloop.” Anita staat in haar woonkamer.
Bo zit verveeld op de bank. Hij lurkt van een grote bruine joint. “O, je kunt je mest niet ophouden.”
“Bo! Zo praat je niet tegen je moeder!”
“Pleegmoeder,” verbetert Bo.
Er gaat een telefoon. “Wacht even,” zegt Anita. Ze haalt haar mobiel uit haar tasje en kijkt op het schermpje. Ze kucht, draait zich om en brengt de telefoon naar haar oor. “Met Analita,” fluistert ze zwoel.
Bo zet grote ogen op.
“Goedendag, ja dat kan,” gaat Anita verder. “Wat u maar wilt … daar is natuurlijk een speciale prijs voor, dat wel. Maar daar komen we wel uit. Heeft u nog meer bijzondere wensen? .. Ja, dát doe ik ook. Ik heet niet voor niets Analita. Poepseks? Bij u thuis? Regelt u dan een taxi? We kunnen ook ergens afspreken… Prima, zie ik u vanavond om negen uur bij de viskraam op de markt.”
Bo schudt zijn hoofd. “Wat een stelletje losers als ouders, heb ik,” zucht de knul. “Een vader die stapelkrankzinnig is en mijn pleegmoeder … is een hoer!”
Het beeld toont Anita’s gezicht, haar ogen staan verschrikt. Er staan tranen in haar ogen. Dan wendt ze haar hoofd af. We zien hoe Bo een hijs neemt van zijn joint. Uit zijn broekzak komen een spiegeltje en een zakje wit poeder. Het regent.

Nicolien en Tineke liggen in de riante directiekamer van Tineke op een sofa. Tineke streelt de borsten van Nicolien. Hun tongen draaien om elkaar heen. Beiden hijgen en kreunen. Dan zien we de deur opengaan. Geschrokken haalt Nicolien haar hand uit het onderbroekje van Tineke. Beide vrouwen kijken met grote ogen op. In beeld verschijnt de rug van een grote brede man.
“Meneer Sitas!” roept Nicolien uit. “Wat doet u hier?”
“Mag ik meedoen?” klinkt een zware stem. We zien hoe de man zijn overhemd open doet en hoe een moddervette blubberbuik eruit komt lubberen. Hij wankelt wat op zijn benen. Dan ritst hij zijn gulp naar beneden.
“Ben je dronken, Oswald?” vraagt Tineke. Ze gaat een stukje opzij, alsof ze duidelijk wil maken dat de man plaats moet nemen. De man wankelt in de richting van de sofa.
Plotseling draait Tineke zich om. Ze grijpt een van de flessen wijn die op een tafeltje naast de bank tegen het raam stonden en slaat hem kapot op de vensterbank.
“Tineke!” gilt Nicolien. “Wat doe je?”
Rode wijn spettert in het rond. Het grootste deel gaat over de grote man heen. Dan haalt Tineke uit naar O.B. Sitas. “Goor zwijn!” schreeuwt ze, terwijl ze keer op keer probeert in te hakken op zijn kruis en de blubberbuik. “Kankerlijer. Sterf, goor tyfuszwijn!”
Het enorme lijf van de man valt tegen de grond. De seismologen registeren een aardbeving. Het regent. Terwijl we blijven kijken in de wijd opengesperde ogen van de dikke man en naar de tsunami van bloed die uit zijn opengereten buikholte over de vloer stroomt, roept een maniakale stem: “Kuthoeren!”
Tineke gilt. Er klinkt een schot. Nicolien grijpt naar haar borst. Bloed welt op uit een groot gat. Ze valt voorover. Het beeld wordt zwart.

(Tijdens de aftiteling verschijnt in beeld: “Volgende keer in ‘SOA:p’:”)
We zien Tinus achter zijn bureau zitten als hij de knal hoort. Hij probeert op te staan en valt meteen voorover. Op de grond doet hij zo snel als hij kan zijn broek weer aan. Op het beeldscherm van zijn computer zien we de beveiligingsbeelden uit de directiekamer. Met zijn halfharde lul nog uit zijn broek strompelt hij naar de deur. Daar knalt hij hard tegenaan als die open gaat. “Aan de kant!” horen we nog. Dan krijgt hij nog een klap.
Vervolgens zien we door de gestaag vallende regen de contouren van de fabriek. Overal op de parkeerplaats en bij de ingang staan ambulances en politieauto’s. De camera loopt langs een paar mannen die bezig zijn het enorme lichaam van Oswald B. Sitas in een ziekenwagen te tillen. Het lichaam past niet goed door de deur en valt verschillende malen op de natte grond. Even verderop zit Tineke in een politieauto. Ze heeft een ruwe deken om zich heen. Ze bibbert. Het portier is open. Er staat een agent bij haar. We zoomen in op de hoofdingang waar we Tinus met een flink verband om zijn hoofd naar buiten zien komen. Hij wordt ondersteund door twee agenten. Achter hem lopen vier ambulancebroeders met een brancard waar een toegedekt lichaam op ligt. Dan horen we een schreeuw!
“Nicolien! Nee, mijn liefste!” Tineke is uit de politiewagen gesprongen en rent richting haar dode geliefde. Bij de ambulance probeert een van de broeders die daar bezig is haar op te vangen. “Pas op!” Hij grijpt haar arm die glibberig is door de regen. Zijn hand glijdt weg en hij scheurt het t-shirt van Tineke open waardoor haar naakte borsten te zien zijn. De broeder probeert haar nog te vangen. Maar het is al te laat. Ze ziet de dode oud-directeur niet liggen en struikelt over de enorme vleesberg die in de modder ligt. Dan wordt het beeld weer zwart.

(Uiteindelijk horen we een zwoele mannenstem vragen: “Waarom ging Tineke zo door het lint? En wie schoot er op Nicolien? U krijgt antwoord op uw vraag in het volgende seizoen van ‘SOA:p’)

Wordt vervolgd.

(Ik zeg maar wat.)

tuvokki en bazbo

Nijmegen en Apeldoorn, april 2011

Hier lees je ‘m op FOK!.

• • •
 

Geen reacties »

No comments yet.

RSS feed for comments on this post. | TrackBack URI

Leave a comment