Bacon and eggs (2a)
bazbo in Engeland. Dat belooft wat. Deze week: London (a)
Het begint al goed. Er rijdt geen trein vanuit Apeldoorn naar Deventer en verder. De oorzaak is een aanrijding. Gelukkig moet ik naar Schiphol en dat is de andere kant op. Ik zei toch dat het al goed begint? Wat een geluk en wat is het leven mooi.
Treinen rijden niet
Het is wel fiks koud op het perron. Er is fraai lenteweer verwacht voor de komende paar dagen, maar de kille wind doet mijn ogen weer eens tranen. Daar komt de trein uit Amersfoort aan. Die gaat dus niet verder en wordt weer de trein terug naar Amersfoort. Mooi, dan kunnen we lekker warm zitten. ‘Als je lekker warm wilt zitten, zou ik zeker in de trein gaan,’ zegt een NS-medewerker. Waar worden die lui op geselecteerd? Belangrijk is dat we volgens dienstregeling in Amersfoort aankomen en daar goede aansluiting hebben op de trein naar Schiphol. Mooi. Eerste stuk is prima verlopen.
We komen zowaar de paspoortcontrole door en gaan op zoek naar goede koffie. Koffie vinden we; goede niet zo. Maar wat maakt het uit. We hebben een bijzonder weekje voor de boeg en dan is een tegenvallende bak pleur niet zo heel erg. Het duurt nog even voor we naar onze gate kunnen, dus wachten we nog wat. ‘Wachten duurt lang; zeker als het veel tijd kost.’ Wie schreef dat ook weer? Dat was ik zelf. Tsjonge. Uiteindelijk is het zover; we kunnen naar de gate. Wonder boven wonder verloopt de securitycheck zeer vloeiend. Ik bedoel: ik zie eruit als een dopehippie en ik word er geeneens uitgetrokken voor een grondige visitatie. Ons notebook wordt niet opengerukt; de vakantieflesjes shampoo zijn van het juiste minuscule formaat en als ik zonder riem door het poortje loop, zakt mijn broek niet op mijn enkels. De reis kan nu dan echt beginnen!
We vliegen met Easyjet op London Luton Airport. En snel dat het gaat! Hij doet er slechts vijf minuten over. We vertrekken van Schiphol om kwart voor twee en komen daar om tien voor twee op het Britse vliegveld aan! Als we buiten staan, schijnt de zon. Veel tijd om ervan te genieten hebben we niet, want we moeten op zoek naar de shuttlecoach naar Luton Parkway Station. Daar belanden we binnen twintig minuten. De trein naar London heeft vertraging, maar als we er eindelijk instappen, blijkt dat we over een half uur aankomen op St. Pancras Station. Hier zijn we al ’s eerder geweest. We vinden de automaten voor de undergroundtickets snel en laden onze oude Oyster-kaarten op met maar liefst tien pond. Dan nemen we de gele lijn in westelijke richting. We hoeven maar één keertje over te stappen op station Edgeware Road en dan is het nog maar een enkele halte naar Bayswater. Als we weer in het daglicht zijn, bevinden we ons in de drukke Queensway.
Berjaya Eden Park Hotel
Nog geen honderd meter lopen en we zijn in de Inverness Terrace. Hier is ons Berjaya Eden Park Hotel. Het hoe? Het Berjaya Eden Park Hotel. Ach, zo. Als we binnenkomen, zie ik Indiase of Pakistaanse mensen achter de desk. Mijn hart slaat over. Vorige keer dat we in London waren, sliepen we ook in een hotel waar Indiase of Pakistaanse mensen achter de desk stonden. Dat hotel heette het Park Hotel. Er was geen park in de hele bloody buurt te bekennen. De kamer was twee bij anderhalve meter groot en het toilet stond nog net niet onder de douche. Er kon maar een iemand staan; de ander moest in bed blijven liggen. Het ontbijt bestond uit zelf te roosteren toast en enkele miniverpakkinkjes jam. Toch leven we nog. Dit Berjaya Eden Park Hotel blijkt een stuk beter; de kamer is twee bij drie, je kunt met z’n tweetjes staan en nog geen tweehonderd meter verderop ligt Kensington Garden.
‘Verhip!’ roep ik als ik de koffers open. ‘Ik heb mijn accu-oplader vergeten.’ Dat is me nog nooit overkomen. De accu die nu in mijn fototoestel zit, is nog half vol. Gelukkig heb ik nog een andere geheel volle wél bij mij. Niettemin; het wordt spaarzaam omgaan met de elektriciteit en dus beperkt foto’s maken. En filmpjes, verderop in de week. Maar daarover later meer.
Als we ons in de kamer hebben geïnstalleerd, gaan we snel weer naar buiten. Daar is het nog steeds zonnig en aangenaam. We lopen de Inverness Terrace af en slaan rechtsaf de Bayswater Road in. Niet veel later komen we bij Notting Hill Gate. We bekijken wat winkeltjes en het begin van Portobello Road, maar dan hebben we dorst. The Sun In Splendour is onze eerste pub en daar drinken we onze eerste ale. Hmmm. Nemen we d’r nog eentje? Nee, het begint donker te worden en we wandelen weer terug in de richting van Queensway. Halverwege Bayswater Road vinden we een volgende pub en daar nemen we d’r wel nog eentje. En vooruit, nog eentje.
Indian lamb curry
Dan hebben we trek. In Queensway vinden we een alleraardigst Indiaas restaurant. Het zit proppievol, maar er is nog wel een table for two. Voor we het weten zitten we aan de Kingfisher te lurken en hebben we ons een tweegangenmenu voor twee personen aan laten smeren. Ken het schelen. De lamscurry is geweldig; de bijkomende paddenstoelen en bloemkool zijn zeer lekker. Een nagerecht motten we niet en met goed gevulde magen vallen we een volgende pub binnen om ons tegoed te doen aan London Pride ale.
Reizen maakt moe.
*
Geen bacon and eggs bij het ontbijt! Wat is dat nou? Er is alleen maar ‘continental buffet’ en dat betekent croissantjes of toast met ham en kaas of cereals met yoghurt. De koffie is in ieder geval wel te pruimen en dat maakt veel goed.
Wat is het plan voor vandaag? We hebben helemaal geen plan, deze keer. Anderhalf jaar geleden waren we voor het eerst in Londen en toen hebben we echt als bezetenen alle toeristische zaken bekeken. Nu bladeren we door de Capitoolgids en kiezen we niet zozeer de dingen die je gezien moet hebben, maar meer dat wat ons interessant lijkt. Het programma moet niet al te druk en vol zijn; we zijn hier ook om er gewoon even lekker uit te zijn. De Vrouw heeft van kennissen gehoord over de straat met markten en kraampjes en winkeltjes vol hippe kleren en sieraden en dat moet leuk zijn.
En dus nemen we vanaf Queensway de rode lijn naar Tottenham Court Road en daar stappen we over op de zwarte lijn naar het noorden. Bij halte Mornington Crescent stappen we uit. Het is nog niet halverwege de ochtend en het is al zonnig en warm. Wacht, Mornington Crescent? Was dat niet een berucht Brits radiospelletje uit het BBC Radio 4 programma I’m sorry, I haven’t a clue eind jaren zeventig? Ja, dat was het. Met zo’n foto win ik deze ronde vast.
Mornington Crescent
We lopen door Camden High Street. In het begin is er nog niet veel te zien, maar even verderop bereiken we Camden Lock Market en barst het van de kraampjes en boetiekjes. T-shirts, sieraden, tassen, kleding, sjaals: allerlei meuk die je maar kunt bedenken wordt hier aan de man gebracht. Bijna alle kramen hebben exact hetzelfde in het assortiment, maar als je goed kijkt, kom je bijzondere dingen tegen. De Vrouw vindt zoiets bijzonders. Ik strijk over mijn hart. Ze is wel een cadeau waard en ik betaal haar 12.354e tas van dit jaar. We wandelen langs de vele kraampjes waar ze ook eten verkopen en worden overvallen door de veelheid aan geuren en culturen. De multiculturele samenleving is hier prima gelukt, ruik en proef ik. Toch ben ik wel toe aan een grote ale.
Camden Lock
Het is zulk mooi weer dat we zelfs buiten op een terras kunnen zitten en dat doen we dan ook. Als we onze pints op hebben, wandelen we verder. Het is niet ver door de Parkway om in Regent’s Park te komen. Heel graag had ik hier de London Zoo bezocht, maar als je dat doet, moet je daar wel een dag voor uit trekken, lijkt me. Die dag die hebben we niet meer en dus beperken we ons tot een wandeling door Regent’s Park. Ook heel mooi. Af en toe nemen we plaats op een bankje en bekijken we de talloze mensen die passeren. Hoop homo’s hier en ze spreken allemaal Frans ook. Een koe is een beest, maar een beest is geen koe.
Aan het eind van de middag bevinden we ons in Marleybore High Street en daar vinden we een mooie pub voor een tweede ale. En een derde. En een vierde.
Regent’s Park
In de schemering gaan we op zoek naar Crawford Street, want daar moet een goed Turks restaurant zitten. We passeren Baker Street.
‘Hé, die ken ik wel!’ zegt De Vrouw.
Ik begin alvast het saxofoonintro van Gerry Rafferty’s megahit te fluiten. ‘Gerry Rafferty,’ zeg ik, ‘overleden in januari 2011.’
‘Nee, ik bedoel het huis van Sherlock Holmes,’ is de reactie van De Vrouw.
‘Geeft niets,’ zeg ik. ‘Ook dood.’
‘Laten we even kijken of we het huis kunnen vinden,’ stelt ze voor.
We slaan linksaf. ‘Waar is het dan?’ vraag ik.
‘Volgens mij op 21.’
‘We zitten hier al bij 169,’ zeg ik. ‘De nummers lopen af, dus we gaan de goede kant op.’ Na tig meter sjouwen staan we bij een groot betonnen flatgebouw waarin nummer 21 zou moeten zitten. ‘Dit lijkt me niet goed,’ zeg ik en ik pak de reisgids uit mijn jaszak tevoorschijn. Even later weet ik: ‘Het is op 221.’
‘Dan gaan we terug, maar niet verder op zoek.’
In Crawford Street vinden we het restaurant Ishtar snel. Een schitterende Turkse jongedame ontvangt ons en brengt ons naar een tafel voor twee. We krijgen broodjes, mezze en de kaart. Lang hoeven we niet te zoeken. We bestellen een allegaartje aan voorgerechten en hoofdgerechten en een fles Turkse witte wijn. Tussen twee gangen door vraagt de mooie Turkse jongedame of we nog lang in Londen blijven.
Nee, donderdag reizen we af, naar een plaats noordelijk en bezoeken we een festival.
‘Het volksmuziekfestival?’ vraagt ze.
Nee, dat niet.
‘Jammer, een vriendin van mij zingt daar.’ Op de achterkant van een kaartje van het restaurant schrijft ze een naam; daar kunnen we op googlen. ‘Zelf zing ik ook,’ vertelt ze erbij.
‘Laat maar eens horen dan.’ Ik durf het niet te zeggen. Nog niet genoeg Turkse witte wijn achter mijn kiezen.
Turkish main course
We nemen geen nagerecht, maar wel de underground terug naar Queensway. Daar vinden we een gezellig volle pub. Er is een voetbalwedstrijd gaande op televisie en iedereen kijkt en schreeuwt enthousiast. Aan de toog bestel ik droge witte wijn voor De Vrouw en London Pride ale voor mijzelf. Drie kwartier later bestel ik nog een ronde en aan het eind van de avond nog eentje.
Zal ik verder vertellen of houd ik het spannend tot volgende week? Ik kies voor volgende week. Is dit een beetje een cliffhanger? Ik ben bang.
Wordt vervolgd.
–
Apeldoorn, maart 2013