B-log: Hoe het allemaal begon (5) – 14-20 december 2013
Zaterdag 14 december
Mijn oudste broer komt even op koffiebezoek. We zouden gisterenavond naar het concert van Claw Boys Claw in Gigant gaan, maar dat lukte me echt niet. Net als vanavond naar Kayak. Hij is wel geweest. Het was best aardig, maar ik merk wel dat ik niet echt iets heb gemist. We spreken verder over muziek, over vroeger, over Orden, over werk en over niets. Leuk dat hij er was.
E gaat ’s middags naar een wijnproeverij. Ik blijf thuis. Ik mag niet drinken en heb al geen vier weken alcohol gehad. Ik heb er ook geen zin in. Ik mis het niet eens. De lampjes die E vanmorgen heeft gekocht, heb ik zo in de boom. Daarna kan ik veel werken aan de serie De schrijver. De eerste zes afleveringen zijn zo goed als klaar, de achtste is ook al bijna af en nummer zeven, daar moet ik nog op broeien. Komt wel. Vast.
Om 18.00 uur haal ik E op bij de wijnproeverij. We willen met Plonia naar restaurant Het Oude Loo. Die zit echter vol en we belanden uiteindelijk in eetcafé Pardoes aan het Caterplein. Het is er heel rustig en niet lawaaierig. Maar liefst anderhalf uur kan ik het uithouden. Dan rijd ik in mijn eentje terug naar huis.
–
Zondag 15 december
Dagje rustig aan, zo na een ‘drukke’ zaterdag. E heeft de rest van de boom opgetuigd.
–
Maandag 16 december
Een ochtend alleen. Ik fiets naar de markt om mandarijnen en kaas te halen. Tot mijn grote schrik zijn er luidsprekers bevestigd op het stadhuis. Uit die luidsprekers klinkt kerstmuziek: lawaai! Ik weet niet hoe snel ik weer weg moet. Bij verschillende andere winkels in het centrum (Xenos/Blokker/V&D) koop ik kerstcadeautjes: kookwekkers in allerlei soorten en maten. Op onze combioven zit er eentje, maar die geeft geen geluid meer. En dat mechanische dingetje begaf het van de week.
Ook even naar de Lidl voor de beruchte Britse kaasplank: cheddar, stilton, weynesdale met cranberry’s, en red leicester.
Rest van de middag regent het en loop ik.
–
Dinsdag 17 december
Ik ben weer bij de dokter, alleen.
‘Mooi om te zien dat het goed gaat. Fijn dat je van de bijwerkingen van de medicatie af bent en dat de andere slaappillen goed werken. Ik laat je even los en zie je na de feestdagen in januari weer terug.’
In de middag wandel ik via Matenhorst en [hoe heet die weg langs de Americahal?].
Als ik net thuis ben, belt mijn leidinggevende. Hij vindt dat ik goed bezig ben en dat ik zo snel al helder heb waar het allemaal vandaan komt. Hij gaat een afspraak met de bedrijfsarts regelen.
–
Woensdag 18 december
Tijdens het lopen bedenk ik: ik wil mijn oude LP’s luisteren. Ik kan het niet, nog niet. Ik moet alleen zijn en me goed concentreren, dan zou ik het misschien kunnen. Niet te snel, ik moet niet te snel willen. Het komt, het komt. Maar niet nu. Toch verlang ik naar muziek. Plots zitten er melodieën en platenhoezen van Gandalf in mijn hoofd. Maar wat waren ook weer de titels van die zes LP’s en twee cd’s die ik van hem heb? Werk van Gandalf, wat zou ik dat graag willen horen. En Vangelis, dat soort spul.
–
Donderdag 19 december
De Vrouw heeft het er moeilijk mee. Niet alleen met mij, maar met alles. Ze is nu even de spil van het gezin. Dat was ze altijd al, maar er komt nu nóg meer op haar schouders. Dat trekt ze even niet. Ze gaat vanmorgen naar de dokter voor advies en wordt doorverwezen naar iemand, met wie ze gelijk een afspraak maakt voor maandag 30 december.
Voor het eerst sinds vrijdag 15 november ga ik weer naar de fysio. Ik zit in het staartje van een slijmbeursontsteking in mijn linkerschouder. De afgelopen tijd heb ik nauwelijks kunnen of willen oefenen. Toch gaat het al wel wat beter, ook al moet ik wel uitkijken voor een vastzittende schouder. Over twee weken ziet ze me weer.
’s Avonds komt Peter spontaan op bezoek. Het is prima, het is rustig, het is fijn. Peter is een schat die me niets oplegt.
–
Vrijdag 20 december – Ensemble Insomnio in Amsterdam
Vanochtend fiets ik met E mee naar het ziekenhuis. Zij heeft vorige week een mammografie gehad en krijgt nu de uitslag. Alles is gelukkig oké; ze is weer een jaartje schoon.
Opgelucht rijden we naar het station. Rond 12.00 uur komen we aan op het Centraal Station in Amsterdam en nemen we tram 24 naar de Aalbert Cuyp. Daar ergens nemen we koffie en een lunch. ‘Wil je nog even naar Concerto?’ vraagt E en ik weet dat ik van haar houd.
We wanden door de Utrechtsestraat. Ik kan uren in Concerto zijn, maar E lukt het niet om zo lang te staan. We kopen Frank Zappa’s Road Tapes, Yes’ Close To The Edge in de nieuwe mix van Steven Wilson en het nieuwe album van Mayra Andrade Lovely Difficult. In een café schuin tegenover nemen we iets te drinken. Ik bekijk mijn aankopen en: de Road Tapes is faut! Het is deel 1 en ik wil deel 2. Deel 1 heb ik al. Snel ga ik terug; ruilen is gelukkig geen probleem.
Via een pub op het Rembrandtsplein wandelen we naar het Spui en de Nieuwezijds Voorburgwal. We eten bij een steakhouse. Dan is het nog maar een klein eindje naar het Muziekgebouw aan ’t IJ.
Er zijn intromuziekjes in de foyer. Ik kom er niet uit of dit nu muziek is of herrie. Mijn hersenen verwerken geluid momenteel anders, dus mijn mening telt niet. We gaan de grote zaal in en vinden de beste plekken: vooraan in het midden van het balkon. Schitterend uitzicht en geluid.
Het Ensemble Insomnio vertolkt Frank Zappa’s The Yellow Shark. Potver, wat mooi en goed. Wat zit er toch veel humor in deze muziek. Het scherm met beelden/filmpjes boven het podium vind ik te veel afleiden, maar het lukt me om mijn concentratie en aandacht bij de muziek te houden. Dit is echt prachtig. Als ik thuis ben, moet ik toch snel eens de plaat uit de kast halen.
Na het concert ontmoeten we in de mensenmenigte Hoeheetieookweer (Rob?) (Het is Wim!) en later ook Eric. Helaas kunnen we niet lang blijven kletsen; we willen de trein terug halen. Dat lukt. Om 11.40 uur zijn we terug in Apeldoorn. Ik ben heel moe, maar het voelt goed.