B-log: 18 t/m 24 oktober 2014
Vrijdag 24 oktober:
Vooruit. Het is nog donker als ik om kwart voor acht op het werk kom. Wederom een vruchtbare dag. Ik kan zelfs mijn voorlopige ontwikkelplan bespreken met een collega. Daarnaast overleg ik met de leidinggevende. Vanaf volgende week ben ik 32 uur hersteld, maar ik ga nog geen uren uitbreiden. Woensdag heb ik nog nodig om op te laden en te ontspannen. Ik ga bekijken of het na volgende week wél lukt. In dat geval denk ik er toch over om op woensdag een halve dag erbij te gaan werken, zodat ik de hele woensdagmiddag nog heb om halverwege de week bij te tanken. Tussen de middag kan ik een half uurtje naar buiten.
Ook de rest van de middag lukt er veel. Ik ben om zes uur thuis. Weekend.
De Vrouw heeft eten gemaakt: shoarmavlees en een schotel van witte kool, dumpling pompoen, courgette, paprika in Franse kaassaus. Daarnaast gebakken aardappels en meloen. Lekker. Erna ruimen we op.
Ik ben moe, ga aan de keukentafel de krant zitten lezen. Even kan ik weinig lawaai hebben. Dan doe ik iets aan de webstek (Marnix Rueb is dood) en we kijken het journaal. De rest van de avond lees ik en hoor ik Live in Paris 28.05.1975 (Fripp & Eno).
–
Donderdag 23 oktober:
Ik moet er weer vroeg uit en ben dus ook weer vroeg op het werk. Korte dag, vandaag. Toch kan ik veel doen en neem korte momenten van rust/pauze. Iets voor één uur ren ik weg en om half vier zitten De Vrouw en ik bij de behandelaar. Het gaat goed, er is steeds meer rust en ontspanning in mijn hoofd en in mijn lijf, maar toch blijft het nog kwetsbaar. Ik ga bekijken welke spanning ik in mijn lichaam voel voordat ik ga ontspannen, en welke spanning weg is als ik de ontspannende activiteit heb gedaan. Gisteren merkte ik dat ik de rustdag echt nog nodig had, dus raadt hij me dringend aan om de urenopbouw op het werk zorgvuldig en voorzichtig te doen: niet volgende week al vijf dagen van acht uren gaan werken, maar liever een week wachten daarmee, of desnoods vier dagen van negen uur met de woensdag als vrije dag. Over drie weken volgende sessie.
Op de terugweg kijken we naar een cadeau voor De Zoon, die over een week jarig is. Thuis gaat De Vrouw eten maken en ik zet Son (Amsterdam Klezmer Band) op. Ik ben goed vermoeid en merk dat ik wat minder kan hebben en minder kan volgen, een teken dat ik het advies van de behandelaar zeer serieus moet nemen. Dan maar Clandestino (Manu Chao) draaien en aan tafel. De dis van verse ravioli met saus van kip en groente in tomaten is zeer goed, de erbij komende fruitsalade ook. Als alles op is en opgeruimd, lees ik aan de keukentafel de PROG uit en verder in Reizen zonder John. Ondertussen draai ik Walking On A Flashlight Beam (Lunatic Soul) en More Music For Films (Eno), totdat het half elf is. Dat betekent wat.
–
Woensdag 22 oktober:
Om half negen ben ik echt wakker en sta ik op. Beneden is er koffie, de vaatwasser, de krant, Voyagers (Paul Sutin & Steve Howe) en It Is And It Isn’t (Gordon Haskell). Het is halverwege de ochtend als ik op de fiets stap en een rondje maak langs ecowinkel (brood!), het centrum (een lamp zonder kap voor in de slaapkamer, nog meer shirts en broeken!) en een grote supermarkt. Op de terugweg begint het te regenen, maar het valt me mee. Thuis is De Vrouw vertrokken naar het werk. Ik neem nog koffie en een lunch. Dan wil ik nogmaals op de fiets voor een rondje naar de supermarkt en Turkse winkel, maar het is weer aan het regenen, dus wacht ik nog even en draai Trilogy (Emerson Lake & Palmer). Halverwege is het droog, dus kan ik naar buiten. De zon schijnt zelfs. Als ik weer terug ben, wandel ik nog een blokje om.
Om vier uur ben ik weer thuis, hoor ik de rest van Trilogy, knal vervolgens Second Nature (Flying Colors) in de speler en begin ik aan het eten. Het wordt een stoofpot van rundvlees, met daarnaast pompoen uit de oven en een salade van venkel, rucola en bladselderij.
De hele meuk is goed gelukt. Als we het allemaal op hebben, is het half acht geweest en hebben we de twee andere plaatjes van Lumpy Money (FZ) ook gehoord. Ik blijf aan de keukentafel zitten lezen in de PROG en hoor Out To Lunch (Eric Dolphy) en La Tsadika (Mor Karbasi). Op het moment dat de muziek afgelopen is, ben ik toe aan slapen.
Wederom een goede dag. Ik had echt nog een keer nodig om het rustig aan te doen, ook al heb ik niet echt rustig aan gedaan. Integendeel, ik ben vandaag voortdurend bezig geweest, maar op een ontspannen manier. Goed zo.
–
Dinsdag 21 oktober:
Opnieuw met veel moeite uit bed, maar als ik er eenmaal uit ben, gaat het goed. Alles verloopt voorspoedig, ook op het werk.
Vandaag niet naar buiten, tussen de middag. In plaats daarvan lunchen met collega’s. Ook goed. (Ik heb het zelf georganiseerd.) Later in de middag een goed gesprek met Margo; zij stelt mij de juiste lastige vragen, zodat ik verder kan met mijn ontwikkelplan. Dank je!
Om zes uur ben ik thuis. Ik zet Rain Tree Crow (Rain Tree Crow) op, lees de krant en begin aan het eten. Het wordt een stoemp van spekjes, andijvie en zoete aardappel met daarnaast varkenshaas en een salade van komkommer, bosui, tomaat, mozarella en rode basilicum. Om half acht is Live in Concert (Electric Light Orchestra) afgelopen, staat Low Spark Of High-Heeled Boys (Traffic) op, is iedereen thuis en kunnen we aan tafel. De dis smaakt goed!
Na het eten begin ik in de vandaag binnengekomen PROG en hoor ik het eerste plaatje van Lumpy Money (FZ) en het tweede plaatje van The Life And Times Of Scrooge (Tuomas Holopainen). Dan is het bijna elf uur en tijd om te gaan slapen. (In de bus terug naar huis was ik erg moe, maar de rest van de avond viel het mee.)
–
Maandag 20 oktober:
Kedeng. De wekker maakt me wakker. Het is alsof ik met een klap op deze aarde land. Toch sta ik op. Het gaat goed, zeker als ik beneden ben. Ik voel me goed en energiek. Opgewekt ga ik de deur uit.
Zo ongeveer het eerste nieuws op het werk is het overlijden van collega Emmie. Kedeng. Zij is iemand met wie ik vijf jaar geleden een tijdje heb mogen samenwerken. Net vijftig jaar jong, in de bloei van haar leven, kreeg ze een hersenbloeding en dat was het dan. De verslagenheid om me heen is groot en ik merk dat het mij zelf ook aangrijpt. Wat is er toch een boel niet belangrijk.
Maar verder gaat het goed. Ik kan weer van alles doen, zelfs dingen die ik gepland heb. Tussendoor allerlei momenten van ontspanning en rust. Ook het overleg met de leidinggevende gaat me goed af; deze week werk ik vier hele dagen en vanaf volgende week kijk ik of het me lukt om de ene week vijf dagen (40 uur) en de andere week vier (32 uur met woensdag niet) kan werken. En om half een ga ik naar buiten voor een rondje. Aanvankelijk stortregent het, maar al snel is het droog. Mij maakt het niet uit.
Dus. In de middag gaat het ook nog fijn. Het is alweer half vijf voor ik er erg in heb. Dat betekent dat ik weg kan rennen en de bus kan halen. Om zes uur ben ik thuis.
Ik ga even zitten, zet Abandoned Dancehall Dreams (Tim Bowness) nog maar eens op en begin met eten maken.
Het is een groentecurry van champignons, peper, paprika, courgette en rode ui, met daarnaast biefstuk en een salade van sla, komkommer, bosui en aardbei. Voor De Zoon is er het restant van de schotel van zaterdag. En alles komt op. Da’s mooi.
Na het eten maak ik de aanmelding voor een training op het Leo Kannerhuis voor De Zoon compleet. De afgelopen dagen hebben we stukken verzameld en heeft hij de huisarts bezocht voor een verwijzing. Briefje erbij, alles in een enveloppe en morgen kan het weg.
Eindelijk kan ik aan de eettafel lezen in Reizen zonder John (Geert Mak), begeleid door The Life And Times Of Scrooge (Tuomas Holopainen) en Storm Corrosion (Storm Corrosion).
–
Zondag 19 oktober:
Juist. Om negen uur ben ik beneden en staat Live at Coventry Cathedral (Travis & Fripp) aan. De gebruikelijke dingen: koffie, vaatwasser leeg, was gevouwen, plee geboend, planten bewaterd. Even wat op de webstek werken en nog wat meer koffie. Buiten lokt de zon en om elf uur, na Other Worlds In A Small Room (Jansen & Barbieri), wandel ik mijn gebruikelijke zondagmorgenrondje langs de plasticcontainer, Matenpoort en het kanaal.
In de tuin drinken De Vrouw en ik koffie die ik met de cafétière heb gemaakt. Hoe spel je dat ding eigenlijk? Ik lees nog wat; het is echt schitterend weer. We bereiden de lunch voor.
We stappen in de auto. Eerst rijdt De Zoon ons naar het huis van Bea in Ugchelen. Daar ligt haar overleden man Joop opgebaard. We nemen afscheid van Joop, drinken een kop koffie en praten met deze en gene. Het is een bijzondere gelegenheid. Ondanks de ongemakkelijkheid van de situatie voelen we ons zeer welkom. Het leven van Joop mag gevierd.
Na een half uur rijden we verder naar Radio Kootwijk. Robert viert zijn verjaardag. De gebruikelijke groep mensen zit binnen. Het gaat er gemoedelijk aan toe. Pas na een uurtje of wat slaat mijn hondenallergie en vermoeidheid toe. Ik zit bijna te huilen en veel gesprekken gaan langs mij heen of ervaar ik als geschreeuw. Niet erg.
Om negen uur zijn we weer thuis. Aan de keukentafel hoor ik Juice (MSM&W) en lees ik Reizen met Charley uit. Het is een intrigerend boek, dat nieuwsgierig maakt naar meer van de VS en ook naar het ‘vervolg’ door Geert Mak. Morgen verder. Inderdaad, morgen verder, want het is kwart over tien en ik slaap bijna aan de keukentafel.
–
Zaterdag 18 oktober:
Half negen is het als ik de was sorteer, de vaatwasser uitpak, de koffie aanzet, de kranten uit de brievenbus haal en Thread (Theo Travis & Robert Fripp) in de speler doe. Mijn stukje dat ik gisterenmorgen op FOK! heb geplaatst, heeft me maar liefst vijfhonderd klikjes en één reactie opgeleverd. Toe maar. Daar doe ik het dan voor. Ben benieuwd wat of hetzelfde stukje morgen op ApeldoornDirect doet. Na Eclipse (Lura) stap ik op de fiets en rijd naar de markt. Bij het stallen van mijn fiets spreekt Adnan me aan. Hij vraagt hoe het met mij gaat en we hebben een gesprek. ‘Goed je weer te zien,’ zegt hij. ‘Apeldoorn heeft je nodig.’ Ik krijg bijna tranen in mijn ogen. Tijd om hem voor zijn woorden te bedanken krijg ik niet; hij moet weer verder. Op de markt koop ik fruit en vis. Vervolgens via de supermarkt en de Turkse winkel weer terug.
Het is prachtig weer! In de tuin drinken we koffie. Er is The More You Know (Jon Anderson) en verschillende wassen hangen. We maken lunch en die nuttigen we. Aan tafel gaat het allemaal wat stroef; ik volg het gesprek niet goed, communicatie ervaar ik als onoverzichtelijk, er is wat onenigheid, zo lijkt het wel. Ik merk dat ik me opgejaagd voel en wil naar buiten. Dat doe ik dan ook.
Langs het kanaal loop ik in de richting van het centrum. Ik beland zowaar in het Beekpark, om eens te zien hoe het er nu is op Roots in the Woods. Het is er net als gisteren. Op sommige plekken propvol, op andere een lawaai van jewelste. Ik geef de munten die ik nog had van gisteren (plus eentje van vorig jaar) aan Max, die er nog steeds is (die is niet weggeweest, denk ik). Al snel kom ik tot de conclusie dat ik dit festival en dit soort drukke gelegenheden geen bal aan vind en dus ga ik weer; in totaal ben ik er nog geen tien minuten geweest.
Op de terugweg koop ik bij een klerenwinkel in de Hoofdstraat wat shirts met lange mouwen. Dan wandel ik verder terug naar huis. Daar ben ik iets voor vijf uur. Ik maai het gras nog en dan plof ik neer in het laatste zonnetje van vandaag.
Als die achter de huizen is gezakt, koelt het af en ga ik naar binnen. De Vrouw heeft eten gemaakt.
We horen Utu (Värttina). Na het eten volgt Live in Europe (Transatlantic) en lees ik volop. Toch ben ik al sinds eind van de middag zeer moe. Opmerkelijk toch, hoe ik mijn lichaam en geest moet trainen om mijn oude dagritme weer terug te krijgen.
Hoeveel weken? Achtenveertig weken. Kijk aan.