Het went (5)
‘Zitten wij nu met elkaar opgescheept?’ vroeg de jongen.
‘Ben ik zo erg dan?’
‘Nee. Helemaal niet.’
Ik keek hem wantrouwend aan.
‘Echt.’ Hij stak zijn hand uit. ‘Ik heet Wesley.’
‘Reina,’
zei ik en ik schudde de hand. Ik schoof een beetje ongemakkelijk op
mijn barkruk heen en weer. Eigenlijk moest ik heel nodig plassen, maar
ik ging niet.
We waren met zijn drietjes naar het café gegaan. Het was de kroeg
waar we de laatste tijd wel vaker naartoe gingen als we een stapavond
hadden. Vanavond zou Vanessa de Bobbin zijn, dus die dronk de ene cola
na de andere. Daisy ging vlot aan de witte wijn; ze klokte ‘m aardig
weg. Ik had pils voor mijzelf besteld. We hadden verschrikkelijk veel
gein en er kwam rondje na rondje. Ik kan niet zo heel goed tegen drank,
dus ik werd al aardig vrolijk en melig.
Toen er plek vrijkwam aan de
bar, waren we daar gaan zitten. Er kwamen vriendinnen van Vanessa bij
staan en de meidenlol was compleet.
‘Even roken,’ zei Vanessa en ze
nam haar hele vriendinnenploeg mee naar buiten. Daisy en ik keken ze na.
Bij de deur botsten ze bijna op tegen die twee knullen die net naar
binnen wilden. De jongens kwamen naar ons toe.
‘Maikel!’ gilde Daisy
en ze vloog de ene jongen om de nek. Zag ik het nou goed of werd er
hevig getongzoend? ‘Ja, dat zie je goed,’ glunderde Daisy naar mij.
‘Vind je het erg als ik de rest van de avond met Maikel samen ben?’
Ik
moest lachen om de gelukzalige blik in de ogen van mijn vriendin. ‘Toe
maar. Ga maar. Maak plezier,’ zei ik. ‘Ik red me wel met Vanessa en met
de vriend van Maikel.’
De twee verlieten zoenend het café. Dat werd vast een hete boel bij een van hen tweetjes thuis.
En zo zat ik dus alleen aan de bar met Wesley.
‘Wil je iets drinken?’ vroeg hij.
‘Mag ik een biertje?’
‘Tuurlijk.’ Hij draaide zich naar de bar en bestelde. ‘Hier,’ zei hij. Hij gaf mij een fluitje. ‘Proost.’
‘Proost,’ zei ik. ‘Op een leuke avond.’
‘Dat gaat vast wel lukken. Na zo’n dag.’
‘Was het zo erg? Wat is er gebeurd dan?’
‘Ik ben de hele dag bij mijn moeder geweest. Die vierde vandaag haar verjaardag.’
‘Gefeliciteerd.’
Ik keek hem eens aan. Hij zag er goed uit. Leuk gezicht, gave huid,
mooie ogen. Hij glimlachte veel. Zijn kleding viel niet zo op, behalve
dan zijn blauwe schoenen. Ik vond hem leuk. Gelukkig stond hij rechts
van mij. Rechts is mijn goede kant.
‘Dank je,’ zei hij. ‘Het was er
heel druk. Allerlei volk over de vloer. En dan mag ik vaak helpen met de
voltallige familie bedienen, hè. De godganse dag in de weer met hapjes
en drankjes. En moeder zit vanuit haar stoel de hele tijd te
commanderen. Je kent het wel.’
‘Nee.’
‘Nee? Hoezo dat?’
‘Ik heb geen moeder meer.’
‘O?’
‘Nee. Ze overleed toen ik negen jaar was. Borstkanker.’
‘Oh. Sorry.’
‘Het geeft niet. Ik heb er nu vrede mee. En het heeft gemaakt dat ik vroeg zelfstandig was.’
Wesley
wist duidelijk even niet wat hij nu moest zeggen. Hij krabde in zijn
baard en keek mij weer aan. ‘Het jeukt,’ legde hij uit. ‘Ik had me
vanmorgen moeten scheren. De hele familie maakte er vandaag
rotopmerkingen over. Maar ja, ik was laat op. Wat lach je?’
‘Niks. Een binnenpretje. Scheren.’
Als ik een avondje ga stappen, dan is dat altijd met Daisy en
Vanessa. Eerst spreken we bij mij thuis af. Daisy helpt me met opmaken,
omdat ik zelf niet zo’n vaste hand heb. Een enkele keer helpt ze me ook
met ontharen van mijn oksels. Vanavond was dat ook zo.
‘Moet er nog meer?’ had Daisy gevraagd toen ze klaar was. Ze spoelde het scheermes al af onder de kraan.
‘Wat zou er nog meer kaal moeten dan?’ vroeg ik me af, terwijl ik door de bos krullen op mijn hoofd streek.
‘Je bikinilijn?’
‘Waar is dat voor nodig? Er is toch niemand die het ziet.’ Ik zat te blozen.
‘Heus, Reina. Als je dat zou willen, doe ik het graag voor je.’
‘Dat is lief van je, Daisy.’
‘Vooruit. Uit met die broek en slip.’
We moesten allebei lachen. Ik deed wat Daisy had gevraagd.
‘Oei. Dat lijkt wel een stukje oerbos,’ zei ze. ‘Hoe wilt u het hebben?’
‘Wat zijn de huidige trends?’
Dikke pret, dat begrijp je. Toch ging ze heel voorzichtig te werk.
‘Dank
je wel, Daisy,’ zei ik toen het klaar was. ‘Als ik het zelf zou moeten
doen, was het een heuse vrouwenbesnijdenis geworden.’
De slappe lach leek niet meer op te houden.
Ik zat zó na te grinniken, dat de druk op mijn blaas snel hoger werd. Over ophouden gesproken, dat werd lastig.
‘Dat moet je delen, hoor,’ zei Wesley.
‘Ech nie.’ Ik proestte het weer uit.
‘Als jij zo in je eentje zit te lachen, voel ik me heel opgelaten.’
‘Het gaat niet over jou, geloof me.’
‘Neem van mij aan dat ik dat niet kan.’ Hij had een rood hoofd gekregen.
‘Je
bent heel schattig als je bloost. Maar echt, het had helemaal niets met
jou te maken.’ Ik nam snel een slok bier, maar verslikte me. Au, dit
ging fout. Ik moest nu toch echt heel snel naar de wc, anders werd het
een zootje.
‘Gaat het?’
‘Ja ja,’ hoestte ik. ‘Laten we het over iets anders hebben. Die verjaardag van je moeder of zo.’
‘Geen haar op mijn hoofd die daaraan terug wil denken.’
‘Geen haar op je hoofd? Word je al kaal dan?’ Ik gierde alweer. ‘Kaal!’
Fuck, ik kon niet anders. Ik hield mijn adem in, maar het hielp niet. Ik moest het laten lopen. Mijn gezicht verkrampte.
‘Wat is er?’ vroeg Wesley.
‘Niets,’ piepte ik. Ondertussen werd mijn hele broek nat. En de kruk. Het droop langs mijn schoenen.
‘Jawel. Er is wel wat. Gaat het goed met je?’
‘Het is allemaal helemaal in orde, hoor.’
Wesley snoof. ‘Volgens mij gaat er iets mis.’
Ik
brak. De tranen schoten me in mijn ogen. ‘Ik heb een ongelukje. Ik
moest zo verschrikkelijk nodig. Ik kon het niet meer ophouden.’
‘Waarom ben je dan niet gewoon even naar het toilet gegaan?’
‘Omdat ik niet wilde dat jij …’
‘…
dat ik niet zou zien dat je wat moeilijk beweegt? Luister ‘s. Ik wérk
in de gehandicaptenzorg. Ik had al snel in de gaten dat jij een
lichamelijke beperking hebt. Geeft niets hoor, dat je een beetje
spastisch bent.’
‘Het zal.’
‘Wil je dat ik je help?’
‘Nee, alsjeblieft niet. Ik wil weg. Ik wil naar huis.’
‘Ook goed.’
‘Nee, dat is niet goed. Ik baal verschrikkelijk. Vooral van mezelf. Dus laat me.’
‘Je moet niet zo moeilijk voor jezelf zijn.’
‘Ach, flikker toch op, psycholoog.’
‘Wat je wilt.’ Hij draaide zich om en liep weg.
‘Reina! Wat is er?’ Gelukkig, daar was Vanessa.
‘Het ging helemaal fout.’
‘Ach gut, was het er weer eentje die afhaakte?’
‘Nee, deze keer was ik het.’
‘Wat dan?’
‘Ik ben nat.’
‘Sjesus meid, ik zie het. Kom, we gaan naar huis.’
Ze trok me van mijn kruk af en we liepen naar buiten.
Bij de auto vroeg Vanessa: ‘Wat is er gebeurd?’
‘Ach, ik wilde
niet dat hij zou zien dat ik … en toen moest ik heel nodig en … dat
klotebier … en die klote-ik … ik deed heel naar tegen hem.’ Ik boog mijn
hoofd. Vanessa was opeens helemaal om mij heen en ik begroef me in haar
armen.
‘Het komt allemaal goed, Reina.’
‘Lul niet. Het komt niet meer goed.’
‘Er komt wel weer een andere leuke gast voorbij.’
‘Nietes. Ze moeten me niet. Niemand ziet mij zitten.’
‘Ik wel.’
‘Jij bent een pot, Vanessa.’
‘Ja. En?’
‘Zo kan ik het ook. Maar ik wist niet dat je hield van plasseks.’ We moesten alweer lachen.
Niet veel later waren we bij mij thuis. Vanessa hielp mij even die natte broek uit te doen, want die plakte nog altijd aan mijn benen.
‘Vanaf hier kan ik het zelf,’ zei ik. ‘Dank je wel, Vanessa.’
‘De boodschap is duidelijk, hoor. Je wilt dat ik ophoepel.’
‘Vind je het erg? Ik schaam me voor mezelf en wil nu graag alleen zijn.’
‘Nou, oké. Doei, dan. Ik ga.’ Ze gaf me een dikke kus, keek me diep in de ogen en zei: ‘Houd jij jezelf maar lekker voor de gek.’
‘Voor de gek? Hoezo? Waarmee?’
‘Dat het went.’