bazbo – de wereld van Bas Langereis, het middelpunt der aarde

Bas Langereis leest u voor!

31-05-2014

B-log: 31 mei t/m 6 juni 2014

Filed under: B-log 2014 — bazbo @ 08:23

Vrijdag 6 juni:
Ik heb de wekker gezet op zeven uur, maar ben om vijf uur al goed wakker. Iets na half zeven slaap ik toch nog weer in, waardoor het uiteindelijk maar goed blijkt dat ik die wekker op zeven uur heb gezet.
Het belooft een warme dag te worden, vandaag. Op de fiets naar het werk merk ik er nog niets van. Sterker nog: als ik aankom, hebben mijn vingers weer last van slechte doorbloeding en zien ze wit. Het duurt zeker een kwartier voor ze weer zonder tinteling aanvoelen. Ik handel mail af en ruim een enorme berg papier weg. Verder heb ik wat contact met een collega. Van haar begrijp ik dat de concurrentie voor de functie 2 die we ambiëren toch groot is: er blijken al enkele collega’s in functie 2 te zijn ingedeeld! Ai. Aan het eind van de ochtend laat ik het kantoor weer een stukje leger achter dan ik het heb aangetroffen.
Op de weg naar huis vind ik bij een warenwinkel in Zevenhuizen vormpjes voor het maken van waterijs. Als ik thuis kom, vind ik mail van de grote baas. Woensdagmorgen om 11.00 uur heb ik een sollicitatiegesprek voor de functie 2; ondertussen deelt hij me mede dat ik, na allerlei ingewikkelde ‘afspiegelingsprocedures’, ben geplaatst voor functie 3 voor 24 uur per week. Wacht, lees ik dit goed? Ja, ik lees het goed: ik heb per 1 juli een baan!
De Vrouw komt thuis en we lunchen. Daarna ga ik weekendboodschappen doen bij een grote supermarkt. Wat ik zoek – voorgegrilde kip – hebben ze niet, dus loop ik nog even naar het winkelcentrum op de hoek. Daar hebben ze niet eens een grilafdeling, blijkt. Nou ja, dan morgen op de markt of zo.
De rest van de middag lees ik in de tuin de PROG uit en begin ik in Boetekleed van Ian McEwan. Paula van Yesfocus zoekt contact omdat ze een deel van dit blog wil gebruiken op de website van de fanclub; ze vindt mijn stukje over mijn Yeservaring 22 mei leuk geschreven. Van mij mag ze het plaatsen. Terug naar de tuin. Ik merk dat ik heel moe ben. Als ik maar wat kan doen, dan gaat het wel.
De Vrouw heeft eten gemaakt: babi pangang met rode saus en sajoerboontjes en een pittige salade. Alles smaakt zeer goed en is op voor we het doorhebben. Dan is het half acht.
We stappen op de fiets en rijden naar het huis van Reinier en Gea. Daar komen Willem en Truus ook. In de tuin is het genoeglijk, zeer aangenaam en gezellig. Gea blijkt een geweldige gastvrouw. We hebben prettige, serieuze en onzinnige gesprekken. Om half twaalf wordt het toch wel koel en verhuizen we naar de keukentafel. Daar zetten we de genoeglijkheid voort. Het gaat over mensen, over schrijven (Willem leest zelfs voor), over ervaren. Het is warm, het is goed, het is echt. Pas om half twee fietsen we weer naar huis.

28 140606 Willem E Truus Reinier GAteL 30 Reinier Willem

Donderdag 5 juni:
Het is kwart voor acht. Ik hoef vandaag niets, maar ik ben wel al meer dan een uur wakker. Dan maar opstaan.
Tsja, wat doe ik dan? Krant lezen, koffie drinken, vaatwasser uitpakken, mail bekijken. En volop lezen in Het schervengericht. Buiten regent het gestaag. De Vrouw komt ook naar beneden. Ik voel me rustig en vrij goed. Zo lang ik niets moet.
Halverwege de ochtend, als het droog is, ga ik een boodschap doen bij een supermarkt en de Turkse winkel. Erna wandel ik naar het winkelcentrum in de buurt voor wat laatste dingetjes.
We lunchen. In het blaadje van de supermarkt staan recepten voor waterijs. Hadden we nog van die vormpjes? Ja, ooit. Maar ze zijn allang weggegooid. O. Eens kijken of er nieuwe te koop zijn.
Ik loop tussen de buien door naar een goedkoperommelwinkel in Zuid, maar vind geen waterijsjesvormpjes. Weer thuis lees ik Het schervengericht uit. Er is muziek: Three Fates (Keith Emerson), III en IV (Peter Gabriel) en 90125 (Yes). Ondertussen maken we het eten. De Vrouw verzorgt een geweldige salade niçoise en ik wijd me aan de Argentijnse hazenrug, die we sinds Kerst in de vriezer hebben liggen. Rodewijnsaus en champignons erbij; voor De Zoon aardappels bakken. Het blijkt allemaal heel smaakvol.
Na het eten ga ik lezen in de PROG die dinsdag binnenkwam. Ook hoor ik de volgende twee platen uit de Kevin Ayers box. Dan is het alweer bijna elf uur en ben ik moe. Had ik al verteld dat ik moe ben?

Woensdag 4 juni:
Zeven uur piept de wekker. Om acht uur loop ik de deur uit en iets voor tienen ben ik in het centraal bureau van mijn werk in Arnhem. De reis verloopt zeer voorspoedig en ik ben op tijd.
Tien uur heb ik een gesprek met iemand van P&O en degene die het hele project rondom mijn functie leidt. Dit gesprek gaat vooral over functie 3 (mbo-niveau, waar alle twintig secretaresses voor gaan) en mijn re-integratie. Stel: ik zou functie 2 (hbo) niet krijgen, hoe sta ik dan tegenover functie 3? En hoe gaat het met mijn re-integratie? Ik vertel dat ik inschat dat ik in functie 3 goed zou kunnen re-integreren; uiteindelijk is het niet wat ik wil. Ik ga voor functie 2. Andere vraag is of ik het sollicitatiegesprek van volgende week aankan: het zal op scherp gevoerd worden en mag de organisatie dit van mij verwachten; doet men mij dan niet tekort? Ik vertel dat de functie 2 voor mij dé kans is; ik wil ‘m niet missen. Ik ga ervoor en daarna zullen we moeten bekijken wat wel en niet kan. Ik begrijp dat de organisatie toch graag per 1 juli de functie wil laten ingaan. Nou ja, we zijn in ieder geval helder naar elkaar toe geweest.
Het gesprek is kort; na een half uur sta ik weer buiten. Ik zoek nog wat mensen op en spreek er nog wat. Dan ga ik weer terug. Om half twee ben ik thuis.
Koffie en bijkletsen. Ik heb geen keuze en ik heb niets te verliezen. Herstel staat voorop, daar moet alles voor wijken. Stel: ik krijg de baan 2 niet, dan ben ik per half september gere-integreerd in mijn oude functie en zien we dan verder; dan zal er een loopbaantraject liggen te wachten. Het is zoals het is. Ik ga volgende week open het sollicitatiegesprek in. Het lijkt rustig in mijn hoofd en volgens mij is het ook zo.
De rest van de dag hoef ik niets. Ik lees voornamelijk. Als ik avondeten ga maken, hoor ik The Smoker You Drink, The Player You Get en So What van Joe Walsh en Yes’ Drama. De curry van kip, courgette, paprika, peper en ui smaakt prima. De salade ook.
In de avond hoor ik de eerste twee platen van de box The Harvest Years 1969-1974 van Kevin Ayers en het is iets voor elven als ik weet dat ik heel moe ben.

Uitermate fijne aflevering van Dirkjan in de krant van vandaag:

DSC_0002

Dinsdag 3 juni:
De wekker van De Vrouw gaat af om kwart over zeven. Ik lig dan al meer dan een uur wakker. Zij staat op, want ze moet vanmorgen op tijd naar de tandarts. Daarna volg ik. Ik ben dan wel weer als eerste beneden. Dat dan weer wel.
Ik maak koffie en lees de krant. De Vrouw is inmiddels ook beneden en zet de computer aan. Plots roept ze een vies woord. Of wacht, het woord zelf is niet vies; het is misschien een wat platte benaming voor het vrouwelijk geslachtsorgaan. Erachteraan zegt ze luid: ‘De mail doet het niet!’
Ik denk niet: O, lieve help, daar moet ik gelijk iets mee. Ik raak niet in paniek. Ik blijf rustig. Ik zeg: ‘Ik zal er zo even naar kijken.’ Ik lees de krant uit en drink mijn koffie op.
Dan ga ik achter de pc zitten en inderdaad: de mail werkt niet. Ook zie ik wat alarmmeldingen rechts onderin beeld. Met een paar klikjes heb ik de boel hersteld naar een systeemsituatie van twee dagen geleden. Nog opnieuw opstarten en dan: werkt alles weer prima.
De Vrouw vertrekt naar de tandarts. Ik zet Apollo van Brian Eno op en werk dit blog bij. Iets na tien uur wandel ik in de richting van het centrum.
De fiets van De Vrouw die eind januari was gestolen voor een winkel aan de Asselsestraat, ziet eruit alsof er niets mee is gebeurd. Zelfs de regenjas en zuidwester zitten nog in de fietstas. Bij het wegrijden merken we dat er een spaak en de kettingkast los zit. Toch rijd ik er goed mee weg.
We doen nog wat boodschappen in het centrum en rijden dan terug naar huis. In de tuin is het warm; we drinken koffie en niet veel later gaan we lunchen. Erna stap ik nog op de fiets om bij een supermarkt en de Turkse winkel wat boodschapjes voor het eten te halen. Zo rond half vier ben ik weer terug.
Mooi, dan kan ik nog uitgebreid in de tuin lezen. De Vrouw vertrekt naar de paradontoloog. Ik voel me moe, maar tegelijkertijd ook wel weer opgewekt. Het is echt stukken beter dan de afgelopen vier dagen, terwijl de omstandigheden niet echt zijn gewijzigd.
Leuk: aan het eind van volgende week gaan we een paar dagen naar Stockholm; inmiddels is er allerlei contact met au3, bij wie we logeren, maar ook met Annemarieke en Sven én Dennis om elkaar te ontmoeten. Zoals het er nu naar uit ziet, gaat het nog lukken ook. Ik ben me bewust dat we voorzichtig moeten zijn en niet te veel vastleggen of plannen; we zijn allebei ziek en willen het vooral rustig aan doen. We gaan ter plekke kijken wat wel en niet lukt. Ideeën hebben we zat: Hagaparken, boottocht over de archipel, ontmoeting met een hele club, eten bij Mikel Räv in Hökkarängen. En dan wil ik ook nog op zoek naar de tip van Annemarieke: Saltsjöbaden of zoiets. Er gaat een trein vanuit Slussen richting Näcka, zie ik. Dat wordt de reisgids weer nakijken.
De Vrouw is weer terug en ik begin aan het avondeten. Eerst maar eens Tormato van Yes opzetten. De Zoon had gisteren van De Stadsakkers een paar bosjes raapstelen meegenomen en die gaan er nu aan. Ik meng ze met gepureerde zoete aardappelen. Erbij komt rundersaucijs en een salade van witlof, rode paprika en blauwe kaas.
Als de tafel is leeggeruimd en de vaatwasser is gevuld, begin ik met het schrijven in de formulieren van de psych. Het is me heel helder wat er vrijdagavond en zondagmiddag gebeurde; het omzetten naar acties voor mijzelf en mijn gezinsleden is lastiger.
Ik lees verder in Het schervengericht (ben halverwege; het is ondertussen echt een zeer meesleurend boek geworden) en hoor Travels van Metheny Group. Meer muziek zet ik niet op, want de televisie in de woonkamer staat voor mij luid en ik kan me niet concentreren op wat ik lees. Iets na half elf ben ik zo moe, dat ik naar bed ga.

O wacht, hier is mijn e-Reader die ik zaterdag 24 mei kocht en het tablet van De Vrouw met de hoes die tegelijkertijd een toetsenbord is:

26 140603 eReader 27 140603 Es tablet with keyboard sleeve

Maandag 2 juni:
Ik heb de wekker om zeven uur gezet. Vind je het vreemd dat het ding om precies zeven uur piept? Ik eigenlijk niet. Vannacht ben ik een paar keer wakker geweest, maar toch heb ik goed en diep geslapen. Met moeite kom ik uit bed.
De Zoon is al beneden. Hij heeft altijd de radio aan. Ik vind het verschrikkelijk lawaai, maar kan me er voor afsluiten. Na een kwartiertje ben ik alleen. Ik lees de krant, drink koffie en ga naar het werk.
Onderweg is het fris, maar zonnig. Ik voel me rustig. Op het werk zet ik eerst maar eens Relayer van Yes op. Zo. Vervolgens handel ik mail af en heb ik contact met een collega over mijn eigen digitale dossier. Met de collega spreek ik langer dan een uur; we hebben allebei gesolliciteerd naar een nieuwe functie, dus er valt veel uit te wisselen. Verder maak ik mail naar een manager in Arnhem over de voortgang van het Digitaal Handboek dat ik al enige jaren beheer; het ding lijkt gepasseerd door recente procesbeschrijvingen van een andere afdeling, dus afstemming lijkt me wel goed. De dingen die ik vanmorgen had willen doen (verder opruimen, ordenen en wegmikken) komen er niet van, maar dat is geen ramp: tot 1 september zijn er nog werkdagen zat. Bovendien wil ik wel wat verdiepender aan het werk.
Ik voel me rustig, niet opgejaagd of gespannen.
Na drie uren werken en Invitation van California Guitar Trio stop ik. Op naar de markt voor kaas. De komende maan- en donderdagen ben ik niet in de gelegenheid om de kraam te bezoeken, vandaar.
Thuis tref ik De Vrouw. Zij heeft haar nieuwe tablet in huis gekregen, samen met een beschermhoes annex toetsenbord. Het ziet er leep uit. Ze vertelt over een collega; haar man heeft een diagnose ‘ongeneeslijk ziek’ gekregen. Ik merk dat ik plots heel emotioneel word; denk aan de mogelijkheid dat ik zelf dood ga en voel enorme angst. Gelukkig zakt het snel. We drinken samen koffie in de tuin en aansluitend lunchen we.
Ik wandel naar de hoorwinkel op De Eglantier. Mijn gehoorbeschermers sluiten nog goed af en werken uitstekend. Mooi. Volgend jaar weer laten controleren.
Weer thuis ben ik even alleen en ga ik in de tuin zitten lezen. Eerlijk gezegd ben ik doodop. De Vrouw komt terug van fysiotherapie. Ik vraag of ze zin heeft om te koken. Dat heeft ze niet. Dan doe ik het. Is ook wel goed, dan heb ik wat te doen en stort ik niet in.
Ik maak een saus van ui, bosknoflook, paprika (uit de tuin!) en gepelde tomaten, met vijfkruidenmix, die ik laat inkoken. De broccoli had ik al gekookt en de pangasius ligt te ontdooien. De Zoon komt thuis van De Stadsakkers en heeft een grote bak soep meegekregen. Ook goed. Ik kook rijst. De Vrouw maakt een salade van komkommer, bosui, avocado en ijsbergsla.
We eten de soep en ondertussen warmt de broccoli en de vis in de saus. Uiteindelijk smaakt alles zeer goed. Het is nog vroeg als we alles weer hebben opgeruimd.
Ik lees nog een uurtje in de tuin. Dan vind ik het fris worden en ga ik naar binnen. We kijken het journaal. Erna ga ik achter de computer. Bij de cd Gravitas van Asia zat een dvd; die heb ik nog niet bekeken. Hij is heel kort en valt wat tegen. Veel beter is de We Live Here dvd van Pat Metheny Group uit 1996.
Inmiddels is het elf uur. Ik heb het nog lang volgehouden. Het is weer rustig in de kop. Ik ga naar bed.

Zondag 1 juni:
Vroeg wakker. Op zich wel aardig geslapen, maar vanaf zeven uur lukt het niet meer zo. Dan maar eruit om half negen.
Het lijkt aardig weer buiten, al is er meer bewolking dan gisteren. Ik ga naar buiten voor mijn wekelijkse wandelrondje langs de plasticcontainer, Matenpoort en het kanaal.

22 140601 langs het kanaal 24 140601 langs het kanaal

Ik voel me gespannen, angstig. Geen idee waardoor het precies komt. Denk de situatie rondom werk; dat maakt wellicht dat alle andere kleine tegenslagen me zo aangrijpen.
Als ik thuis ben, kan ik het onder de koffie met De Vrouw erover hebben. Ik huil. Vandaag wil ik de opdrachten van de psych op papier gaan maken. Eerst ga ik grasmaaien, dan de brunch maken, die opeten en de droger goed schoonmaken.
Van die planning komt deels iets terecht. Het gras is zo gemaaid. Daarna drinken we nog een keer koffie in de tuin. Ik merk dat de spanning weer naar boven komt en huil.
Vervolgens maken we de lunch klaar. Als we aan tafel gaan, heeft De Vrouw een bietensalade met haring gemaakt. Ik maak een enthousiaste opmerking over ons komende bezoek aan Stockholm. De Zoon zegt iets waaruit kortaf zijn desinteresse blijkt. Ik kan hier niet op reageren; het raakt me enorm en voor ik het weet huil ik. Ik moet hard werken om niet van tafel te lopen; het lukt me om over de ergste paniek heen te stappen. Zowaar, ik kan ook nog een broodje eten.
Na de lunch sleur ik nogmaals de wasdroger uit de kast en zet ‘m op tafel. Een grondige schoonmaakbeurt volgt, compleet met stofzuiger en al. Als alles na een half uurtje weer op z’n plek staat, gaat er een handdoek in en test ik of het weer werkt. Terwijl het apparaat raast, ga ik buiten in de zon zitten lezen in Het Schervengericht.
Krijg nou wat. De wasdroger werkt weer goed. Zorgvuldig onderhoud blijkt dus de oplossing. Alert op zijn, voortaan.
Aan het eind van de middag begin ik met de voorbereidingen voor het avondeten. Ik kook de pastinaakplakken, bak spekblokjes, stoof kort zuurkool met kummel, doe alles in laagjes in een ovenschaal en bedek het met geraspte kaas. Als de schaal in de oven staat, bak ik verse worst en maak ik een salade.

25 140601 ovenschotel van pastinaak, spek en zuurkool - met worst

Naderhand ruim ik af en op. Halverwege overvalt de vermoeidheid me. Ik sta op het punt in wanhoop uit te barsten. Gelukkig is De Vrouw er en samen maken we het karwei af.
Ik ga weer achter de computer zitten. Er is veel contact met Stockholm. Over anderhalve week gaan we een heel lang weekend logeren in het appartement bij au3 en in dat weekend willen we graag Annemarieke en Sven ontmoeten. Bengt wil ons ook zien en Dennis is eveneens betrokken in allerlei ideetjes. Plannen beginnen te rijpen.
Ik kijk de laatste twee afleveringen uit de tweede serie van O’Hanlon’s Helden. Ha, nu ik ze zo allemaal in korte tijd bekijk, ontdek ik dat het wel wat ‘gedramatiseerd’ is; soms is het wat overgeacteerd wat O’Hanlon doet. Maar ik blijf het hoogst vermakelijk vinden en inhoudelijk begrijp ik zijn fascinatie voor zijn helden en hun daden. Een schat aan werk dat ik wel eens zou willen lezen, ligt nog op me te wachten.
Om kwart over negen ga ik weer in de keuken zitten. Het geluid van de televisie die De Zoon en De Vrouw zitten te kijken, komt luid bij me binnen. Geen muziek vandaag. Aan de keukentafel blader ik het boek over O’Hanlon’s helden nog eens door en lees ik een hoofdstuk uit Het schervengericht. Dan is het tien uur geweest. Ik ben uitgeput en moet naar bed, wil ik niet in paniekerig gehuil uitbarsten.
(De ‘huiwerkpapieren’ van de psych heb ik nog niet ingevuld; dat wil ik nog wel!)

Zaterdag 31 mei:
Ik sta op om negen uur. De was zet ik aan, ik ruim de vaatwasser uit, ik begin aan de kranten. Halverwege de ochtend fiets ik naar de markt voor cranberry’s en vis; op de terugweg langs de Turkse winkel.
De rust in mijn hoofd lijkt weer terug. Ik moet veel moeite doen om mijn spanning te parkeren. Op de situatie rondom werk heb ik geen invloed meer; het is zoals het is. Doodeng blijft het.
Het is heel mooi weer; ik ga in de tuin zitten om wat verder te lezen. We lunchen. Daarna wandelen De Vrouw en ik via het Matenpark naar De Eglantier. We kopen pastinaken en lopen weer terug. In de tuin lees ik in Het Schervengericht van A.F.Th. van der Heijden. Uit de stereo klinkt Bachata Roja – Acoustic Bachata from the Cabaret Era en Cartagena! – Curro Fuentes & The Big Band – Cumbia and Descarga Sound of Colombia 1962-72. Oude meuk uit Midden-Amerika: blijft gaaf.
Eten maken. De Turkse gehaktschotel met spinazie, wordt het. Met een salade. Hij lukt goed.
In de avond kijk ik weer twee afleveringen van de tweede serie O’Hanlon’s Helden. Tussendoor blijkt de wasdroger het niet te doen, net zoals vorig weekend. Ik sleur hem weer uit de kast, schroef ‘m open en druk een of ander knopje in. Het is vreemd, want op zich was hij niet heel vol geladen, zoals andere keren dat hij ’t begaf. Als het apparaat terug op z’n plek staat, schakel ik ‘m weer in. Na een uurtje weet ik: weer alleen koude lucht. Ik hang de was onder de carport en boven op.
Inmiddels is het bijna elf uur. De Vrouw en De Zoon bekijken een of ander grappig tv-programma en lachen veel. Zelf zit ik de dvd te bekijken op de computer met de hoofdtelefoon op en ik kan mijn eigen programma niet goed horen. Ik zet hem af en wil naar de keuken gaan om daar nog te lezen, maar ik merk dat ik alle geluid ervaar als lawaai.
Het gaat even niet goed. Ik ga naar bed.
Achtentwintig weken.

• • •
 

24-05-2014

B-log: 24 t/m 30 mei 2014

Filed under: B-log 2014 — bazbo @ 08:16

Vrijdag 30 mei:
Om kwart over acht ben ik toch echt beneden.
Vanmorgen gaan we de gestolen fiets van De Vrouw ophalen. Ik wandel iets na half elf de deur uit. Als ik bij het Marktplein ben, sms ik De Vrouw; dat is voor haar het teken om te gaan fietsen. Ik zit nog geen drie minuten bij het politiebureau te wachten of ze arriveert. We melden ons bij de balie. Hebben we een afspraak? Nee, dat hoefde niet, had de meneer aan de telefoon gezegd. Er wordt een collega opgetrommeld. Die vraagt papieren en gaat eens kijken. Hij komt terug met de mededeling dat de betreffende dienst niet open is op vrijdag en dat we het beste toch echt een afspraak kunnen maken. Dat wordt dus volgende week. Ik sjouw weer terug naar huis.

20 140530 Kanaal 21 140530 Beekpark

Het is al bijna een uur. Lunchen, bieten koken en wat lezen. De Vrouw is even rusten. Als de bieten gaar zijn, doe ik wat boodschappen bij een supermarkt en de Turkse winkel. Het lijkt zo lekker buiten, dat ik in de tuin ga zitten. Ik heb vanmorgen Het leven in een dag al uitgelezen en begin aan Julian Barnes’ Hoogteverschillen. Tegen half vijf krijg ik het toch koud en vlucht ik naar binnen.
Marja is er even voor een kop koffie. Ondertussen bereid ik het eten voor: de ovenschotel van bieten, rode ui, witlof, peer, walnoten en honing; daarbij ga ik hamburgers bakken en maak ik een salade.
Als we aan tafel gaan, is er een moment dat me plots helemaal doet wankelen. De Vrouw en De Zoon zitten samen bij de computer in de woonkamer naar iets te kijken. Het eten is bijna klaar en de telefoon gaat. Ik zeg tegen De Vrouw dat ze nog vier minuten heeft en dat we dan aan tafel gaan. Het telefoongesprek is heel kort. Dan loop ik de woonkamer in en zeg: ‘We kunnen aan tafel.’ Ik loop naar de stereo en zet de muziek (Transatlantic) zacht. In mijn herinnering zeg ik het op de terugweg naar de keuken nogmaals. Ik zet de pan, de braadslee en de schaal met salade op tafel. De Vrouw en De Zoon blijven in de woonkamer. Hebben ze me niet gehoord? Ik zeg: ‘Het eten wordt koud.’ De vrouw roept: ‘Kunnen we al aan tafel?’ en komt de keuken in. ‘Dan moet je dat zeggen.’ In mijn hoofd klinkt het bits. ‘En die muziek zachter zetten.’ Plots is mijn wereld anders. Er komt een waas van vocht voor mijn ogen. Ik voel me zeer angstig en ik tril. Het liefst sta ik op en loop ik weg, maar ik kijk voor me uit en bedenk dat het niet zal helpen. Mijn lijf reageert op een manier die ik niet wil en in de hand heb; ik moet er afstand van nemen. Dat lukt me niet echt, maar toch blijf ik zitten. Even later bibber ik nog steeds, maar ik kan wat eten en de sfeer is weer gemoedelijk en vriendelijk.
Na het eten lees ik aan de keukentafel verder en Hoogteverschillen is alweer uit. Ik huil. De situatie rond mijn baan vind ik heel spannend; een klein huiselijk incident brengt me helemaal van mijn stuk. Het aangrijpende boek van Julian Barnes over verdriet, rouw en pijn ontwricht me. Ik huil!
Later op de avond kan ik nog twee afleveringen van de tweede serie O’Hanlon’s Helden kijken. Daarna blijk ik zeer moe en om kwart over elf moet ik naar bed.

‘Als het er niet toe deed, zou het er niet toe doen.’ (Julian Barnes – uit: Hoogteverschillen)

Donderdag 29 mei – Hemelvaartsdag:
Met horten en stoten, zij het ook wel ferme horten en stoten, heb ik geslapen. Om een uur of twee ben ik wakker en rond half zes ook. Iets voor negen uur weet ik dat ik niet verder meer slaap en sta ik op.
Het zou droog zijn vandaag, maar het miezert. Geen plannen. Ik lees in Lex. Grappig boek; ik had het voor bijna nop gekocht. Mylet beschrijft vanuit het perspectief van een zeventienjarige knul, compleet met levensfilosofietjes die bij die leeftijd horen. Ik zoef erdoorheen.
De Vrouw wordt ook wakker en is beneden. Het gaat inmiddels stukken beter met haar. Het vuur is uit haar arm, die is ook minder opgezwollen en bij voldoende rust voelt ze zich goed. Ze vraagt naar mij. Ik schiet vol. Met tranen in mijn ogen vertel ik dat ik me soms zo gelukkig voel. We hebben het goed samen.
We lunchen met warme broodjes en boerenomelet. De hele dag zal regenachtig zijn. Ik lees veel; (Lex is uit en ik begin aan Het leven uit een dag van A.F.Th. van der Heijden) en hoor muziek. Chieftains, AKB, Tales From Topographic Oceans (Yes). Als Heidi en Auke even binnenwippen, begin ik net aan Zappa’s Hammersmith Odeon. Ondertussen pruttelt de stoofpot van rundvlees, ras-el-hanoud en uien. Op het laatst, als het bezoek weer is vertrokken, gaan de peultjes erbij. Daarnaast komt aardappelpuree en torentjes van tomaat, basilicum en mozarella. Het is allemaal op voordat we het weten.
Aan het begin van de avond klinkt er een klap. Er is een jonge duif tegen het slaapkamerraam van De Zoon gevlogen. Het beestje ligt nu versuft op de grindtegels van ons ‘plaatsje’. We zien hoe ze begint rond te lopen en probeert weg te vliegen. Ze wil naar buiten, maar vliegt tegen het raam van de poortdeur. Ze kruipt naar een beschutte plek. Daar zit ze weer stil. Moeten we er iets mee? Wat dan? Ik denk dat het beter is om haar even met rust te laten. Op zich zit ze veilig. Wacht, daar komt een grote duif op het dak van de schuur. Ze landt vlakbij de jonge duif, voedert haar en vliegt weer weg. Volgens mij kunnen we de jonge duif het beste gewoon laten zitten; als ze genoeg aangesterkt is, dan redt ze het wel en vliegt ze op eigen kracht weg. De Vrouw is kordater: ze loopt naar buiten en doet de poortdeur open. Even later wandelt de jonge duif door de deuropening de straat op. Een auto raast voorbij.
Ik zie de eerste twee afleveringen van de tweede serie O’Hanlon’s Helden, deze keer over Alexine Tinne uit Den Haag. Erna lees ik nog wat aan de keukentafel en hoor ik Jim Hall en Pat Metheny.

Woensdag 28 mei:
Pff, ik ben om half vijf wakker en lijk de slaap niet meer te kunnen vatten. Na meer dan een uur dommel ik toch weer in. Dan komt zo’n wekker om kwart over zeven hard aan. Met moeite klim ik uit bed.
Ik ben op het werk vanochtend en kan er veel doen. Uitgebreid mail beantwoorden en verder opruimen en dossiers wegwerken. Daarnaast spreek ik nogal wat collega’s en moet ik natuurlijk veel vertellen. Ook leuk. Laatste werkdag, deze week. Maandag verder. Stik, moet ik weer door de regen naar huis. Maar goed dat ik mijn goede jas niet aan heb.
Thuis lunch en ik pak de fotocamera in de originele doos. Samen met De Vrouw loop ik naar het postagentschap op de hoek om het ding naar de importeur te sturen. Op de terugweg nemen we wat kleine boodschappen mee. De rest van de middag is het rustig. Ik lees wat verder. Rond een uur of zes begin ik aan het eten: groentetorentjes met rosbieffiletlapjes en een salade van raapsteeltjes, mandarijn, gele paprika en blauwe bessen. Voor De Zoon is er ook nog de pilav en rijst van gisterenavond. Ondertussen draai ik The Tokyo Tapes (Steve Hackett).
Als alles weer is opgeruimd bekijk ik de laatste twee afleveringen van O’Hanlon’s Helden (eerste seizoen). Er zitten weer maffe en intrigerende zaken in die schreeuwen om verder te belezen. Ha, ik zal me eerst eens door die achttien boeken (4800 pagina’s) van Darwin heen lezen op de e-reader. (Dat doe ik tussendoor al bij beetjes.)
Later op de avond hoor ik KIN (Metheny Unity Group) en Hamada (van Nils Petter Molvaer), lees ik Over God, Darwin en natuur uit en begin ik in Lex van James Mylet en dan is het alweer half twaalf. Morgen dauwtrappen?
Ik vind het de hele dag al erg koud. En dat terwijl het gewoon negentien of twintig graden is.

Dinsdag 27 mei:
Opnieuw de wekker om kwart over zeven. Pff, ik moet weer van verre komen. Gelukkig voelt het al snel goed. Geen plannen voor vandaag, behalve wat boodschapjes.
Online zoeken naar een uitgebreide gebruiksaanwijzing voor de e-reader. Er zit namelijk wifi op en ik wil weten wat of daar handig aan is, of mijn apparaat dan wel beveiligd is, enzovoorts. Handleiding vind ik; nu nog eens uitpluizen.
Ik fiets naar de supermarkt en haal wat boodschappen. Daarna ga ik achter mijn drie gratis boeken aan, die ik bij mijn e-reader krijg. Zowaar, ik krijg ze en ik krijg ze ook nog eens snel op de reader. Volgende zaak: de zoom van mijn Nikon-camera zit ‘vast’; hij werkt stroef, alsof er vuil tussen de bewegende delen van de zoomlens zit. Ik heb contact gezocht met Nikon.
De Vrouw krijgt aangetekende post. Haar op 24 januari gestolen fiets is gevonden en staat bij de politie. Ze kan hem op werkdagen zonder afspraak af komen halen. Morgen of vrijdag maar eens doen. Ze gaat na de lunch even liggen, zo moe is ze.
Het verslag van mijn assessment is binnen en ik neem het rustig door. Het klopt en ik ben het er mee eens. Blij word ik van zinnen als: ‘Zijn gevoel voor taal is sterk ontwikkeld en hij schrijft graag, goed en op niveau, waardoor hij veel toegevoegde waarde kan bieden aan managers die zich bezig houden met strategie en beleid. Zijn kwaliteiten liggen verder op het gebied van samenwerking, inlevingsvermogen en voortgangsbewaking.’ Natuurlijk zijn er ook verbeter- en ontwikkelpunten, en die was ik me al bewust. Ik stuur mijn akkoord en toestemming om het verslag door te zenden aan het bestuurssecretariaat van mijn organisatie.
Dan naar buiten. Ik loop naar de apotheek om een nieuwe voorraad slaapmedicatie op te halen. Ook stap ik bij de gehoorwinkel naar binnen; anderhalf jaar geleden heb ik er mijn gehoorbeschermers gekocht en ze moeten nodig eens nagemeten en schoongemaakt. Ik heb ze natuurlijk niet bij mij, maar maandagmiddag of de hele dinsdag kan ik er terecht. Bij de apotheek zijn mijn pillen er en ik wandel door de regen naar huis. Daar lees ik In het spoor van de grote ontdekkers – O’Hanlon’s helden uit. Ik begin in het boek dat Rudi Rotthier samen met O’Hanlon schreef: Over God, Darwin en natuur.
Ik maak iets voor vijven De Vrouw weer wakker. Ze wilde graag koken vandaag. Hier en daar spring ik haar even bij. Ondertussen heb ik elektronisch contact met Nikon; ik kan mijn camera gratis ter reparatie opsturen. Het is in allerlei mappen, dozen en laden even zoeken naar de aankoopbon. (Later op de avond zal De Vrouw hem online vinden.)
Na het avondeten (de legendarische pilav van varkensvlees, champignons en perziken in pittige tomatensaus) krijg ik de geest. Ik had vanmorgen wat rabarber uit de supermarkt meegenomen en samen met een forse doos aardbeien en een heuleboel geleisuiker maak ik er jam van. Ik heb potjes te weinig.

16 140527 aardbeienrabarberjam maken 17 140527 aardbeienrabarberjam maken 18 140527 aardbeienrabarberjam maken 19 140527 aardbeienrabarberjam maken

Als het klaar is, merk ik dat ik het wel gehad heb. Het is een secuur werk en het vraagt veel energie. Ik kijk weer twee afleveringen uit de eerste serie van O’Hanlon (hoezo verslaafd?) en lees dan verder terwijl Spacelines van Nodens Ictus door de keuken klinkt. Als ik ook nog een paar pagina’s (digitaal) in de autobiografie van Darwin heb gelezen, is het half twaalf.

Maandag 26 mei:
De wekker gaat om kwart over zeven. Ik slaap nog diep, dus met veel moeite word ik wakker. In de loop van de ochtend komt de verwarmingsketelreparateur. De Vrouw heeft een afspraak bij de huisarts. Als ze terugkomt, is de monteur druk bezig. De Vrouw moet nog zeker deze week de kuur antibiotica afmaken en rust houden. Volgende week wil ze kijken wat of ze op het werk weer kan oppakken.
Ik fiets naar het centrum van Apeldoorn. Op de markt koop ik kaas en ik loop de boekhandel binnen. Hoppa, ik vind Over God, Darwin en natuur door Rudi Rotthier en Redmond O’Hanlon (voor een prikkie) en (voor een nog prikkieër) Boetekleed door Ian McEwan. Bij de andere boekwinkel koop ik tweedehands Hoogteverschillen (Julian Barnes) en van A.F.Th. maar liefst drie werken: Het leven uit een dag, Het schervengericht en Doodverf. Ik kan weer even vooruit. Hoewel, ik ben bang dat ik wel verslingerd geraakt ben aan die hele O’Hanlon en z’n Darwin en anderen, dus op het verlanglijstje kom ook Over het ontstaan van soorten en De reis met de Beagle.
Ik fiets naar het werk. Onderweg zie ik dat het oude politiekantoor bijna plat ligt.

15 140526 oude politiekantoor gesloopt

Van alles te doen op de werkplek. Om half vier wordt het buiten aardedonker. Precies: ik ga naar huis. Nee, ik wacht wel even totdat de ergste plensbui voorbij is. Dat duurt even. Als het wat rustiger lijkt, fiets ik erdoorheen. Na tweehonderd meter is het niet meer rustiger. Nou ja.
Kwart over vier is het als ik thuis ben. Ik zoek online in de boekwinkel in Apeldoorn op de werken van Charles Darwin en vind een bundel van achttien (18!) e-boeken, waaronder zijn autobiografie, On the origin of species en Journey on the Beagle voor het schrikbarende bedrag van €0,88. Ik ga het proberen. Het kost enige moeite: betalen lukt snel, maar hoe werkt het dan verder? Moet ik het ding downloaden en als ik dat doe, waar in de pc komt-ie dan terecht? En verhip, ik moet ook een Adobe-account hebben; hoe zit dat? Als ik de e-reader op de pc aansluit, start er automatisch een soort ‘leesprogramma’ op en zie ik dat mijn bundel erbij staat. Hoe kreeg ik ‘m ook weer op die reader? O ja, synchroniseren, heette dat. Het lukt! Het is half zeven.
Ondertussen heeft De Vrouw eten gemaakt: we krijgen hamburgers en salade; de van gisteren overgebleven puree van zoete aardappelen heeft ze aangevuld met doperwten en gebakken spekjes en uien.
Na het eten hoor ik Joe’s Camouflage, zie ik weer twee afleveringen van O’Hanlon’s Helden, lees ik verder in dat boek en klinkt Storm Corrosion (Storm Corrosion) en Secrets of the Beehive (David Sylvian). De avond vliegt voorbij en het is half twaalf geweest.

Zondag 25 mei:
Redelijk op tijd uit bed (half negen). Wat mail afgehandeld en ’s nagevraagd hoe of ik die drie gratis e-boeken krijg.
Halverwege de ochtend ga ik naar buiten. De zon schijnt! Hoog tijd voor mijn gebruikelijke zondagmorgenloopje langs de plasticcontainer, Matenpoort en het kanaal.

01 140525 Matenpoort in oranjestemming 02 140525 Matenpoort

03 140525 langs het kanaal 04 140525 langs het kanaal

In de tuin knip en snoei ik wat. Ik lees Gala uit. Als De Vrouw beneden is, maak ik de lunch klaar. We lunchen.
Samen wandelen we naar het Matenpark. Het kost De Vrouw veel energie. Op zich gaat het al wel beter: koorts weg, pijn en vuur in de arm veel minder, de rode plekken nog slechts sluimerig. Toch is ze nog veel moe en mist ze kracht. Ik maak me zorgen. Ook zij wil zo veel doen, terwijl rust op dit moment echt het allerbelangrijkst is. Ik vind het jammer dat onze dag-nachtritmes vaak verschillen.
De heemtuin ligt er geweldig groen bij. We struinen er even rond.

06 140525 Matenpark 08 140525 heemtuin Matenpark

10 140525 heemtuin Matenpark 12 140525 heemtuin Matenpark

Thuis begin ik te lezen in In het spoor van de grote ontdekkers – O’Hanlon’s helden door Marc Argeloo, Emile Brugman en Alexander Reeuwijk. De inleiding alleen al (over Redmon O’Hanlon) maakt me hongerig naar de televisieseries. Ook sturen we een foto naar de Arf-Society (die het jaarlijkse festival Zappanale organiseert), voor een wedstrijd rondom T-shirts.
Ik maak het eten. Gegratineerde puree van zoete aardappels, een wok van ui, paprika en spinazie, gebakken Duitse biefstukken en een salade van komkommer, augurk, zilveruitjes en tomaten. Dat vult.

030729 Zappanale 2003DSC_0015

Tijdens het koken heb ik heel even een klein moment van spanning. Ik zou ook nog aardbeien-rabarberjam maken een dezer dagen. Moet dat nu? Nee, eigenlijk niet. De rabarber is toch al op z’n eind; die kan de groene container in. Voor de rest heb ik steeds minder dat het me duizelt voor de ogen. Als ik iets niet kan volgen of als het me te snel gaat om me heen, dan kan ik het rustig zeggen. We hebben geen haast meer. Ik denk zo vaak dat ik van alles moet, maar als ik me écht bedenk of ik het inderdaad wel moet, dan moet ik toch steeds weer tot de conclusie komen dat ik heel weinig echt moet; ik dénk dat ik het moet. En dus kan ik het loslaten. Het voelt me goed.
Na het eten lees ik verder. Razend interessant. Ik krijg de smaak te pakken en bekijk op de pc de eerste twee afleveringen van de eerste serie.
(Voornemen: ik ga Darwin lezen; vooral zijn boek over zijn reis met de Beagle lijkt me zeer interessant. En er zijn nog twee boeken over Redmond O’Hanlon die ik wil hebben.)
Aan de keukentafel lees ik nog een uurtje, ondertussen luisterend naar What’s It All About van Metheny.
Het is half twaalf en we gaan naar bed. Morgen op tijd op.

Zaterdag 24 mei:
Zevenentwintig weken. Ik ben iets na zeven uur toch echt wakker; een half uurtje later sta ik op.
Ik zet de was aan, maak koffie voor mezelf en werk dit dagboek bij.
In zijn wekelijkse column in De Stentor citeert Tommy Wieringa de schrijver Joseph Roth: ‘De mensen hebben geen slecht hart; het is alleen veel te klein.’
Na wat koffie, kranten en de eerste wassen fiets ik naar het centrum van Apeldoorn. Ergens koop ik twee nieuwe broeken (ik ben weer ouderwets toe aan maat 28) en ergens anders koop ik de Sony TS3 e-reader en het bijbehorende hoesje met lampje erin. Het is heel druk in het centrum, dus houd ik het kort; anders ging ik ook nog voor shirts. Dus doe ik de kruidenkraam op de markt voor dragon en pittige kerrie en daarna via de Turkse winkel en een supermarkt naar huis.
We lunchen. Ik loop nog een keer naar de Turkse winkel en de supermarkt voor wat vergeten boodschapjes. In de tuin kan ik lezen en binnen installeer ik de e-reader en op tinternet vind ik al wat gratis boeken. Nu nog bekijken hoe ik de drie boeken regel die ik gratis bij de reader krijg.
In de keuken klinken Yes en Time And A Word en ik ga koken. Eenvoudige pot: shoarma met daarnaast gebakken champignons in knoflook en een salade.
We kijken gedrieën een show van Bert Visser. Ik vind het voor 40% leuk. Voor de rest kan ik ‘m niet verstaan en niet volgen. Nou ja. Ik heb in ieder geval twee uur tv gekeken; dat is voor het eerst sinds november.
Terug in de keuken lees ik De kunst van het mislukken uit (mijn vader zou ‘m moeten lezen) en begin ik in Gala, het boekenweekgeschenk van 2003 door Ronald Giphart. En ik draai Unity Band nog maar een keer.

• • •
 

17-05-2014

B-log: 17 t/m 23 mei 2014

Filed under: B-log 2014 — bazbo @ 09:08

Vrijdag 23 mei:
De wekker staat op half acht, maar ik heb ‘m weer ’s niet nodig. Ik was al wakker. Volgens afspraak zit ik om acht uur precies in de brasserie aan de ontbijttafel; er is gedekt voor drie. Ik kan nog wat lezen en na een kwartiertje zijn Dagmar en Petter er ook. Eindelijk hebben we de gelegenheid om goed bij te kletsen over van alles en nog wat. Ik vind het schitterende mensen en mag ze erg graag, ook al is onze Engelse communicatie voor ons alle drie wat onbeholpen.
Iets voor half tien nemen we afscheid en als ik vijf minuten later op het station aankom, kan ik gelijk instappen in de trein naar Zutphen. Onderweg lees ik De helleveeg uit. Om half twaalf ben ik thuis.
Met De Vrouw is het goed gegaan. De koorts is gezakt en de ‘brand’ in haar arm is er grotendeels uit. Ze blijft het de komende dagen rustig aan doen. We drinken koffie en praten bij.
Ik doe boodschappen bij supermarkten. Aansluitend ga ik lunchen. Plony komt even langs. Ik orden de foto’s van gisterenavond. De Vrouw heeft voor mij van alles uitgezocht over de Sony e-reader en we spreken af dat ik hem morgen in het centrum van Apeldoorn ga kopen. Ik ga zitten lezen in De kunst van het mislukken (Leo Verheul) en maak het avondeten. Voor De Zoon is er nog chili en voor ons monteer ik een maaltijdsalade van allerlei groenvoer, ansjovis, tonijn en groene asperges.
In de avond lees ik weer verder en hoor ik Homebrew 5 en KIN. Er is bericht van Yesfocus: de lunch met Yes is op zondag in Tilburg. Ik beantwoord dat ik al hun inspanningen zeer waardeer, maar dat we niet zullen komen. (Ja, we gaan het twee dagen rustig aan doen.) Het is kwart voor elf en ik ben zeer moe.

Donderdag 22 mei – Yes in 013, Tilburg:
Ik dacht: Als ik iets later naar bed ga dan normaal, dan kan ik wellicht ook wat langer slapen en red ik het beter als ik ’s avonds tot laat naar een concert wil. Ik ben wakker rond een uur, rond twee uur, rond vijf uur en om half acht zelfs klaarwakker. Dan maar eruit.
Mooi weer, weer. Ben ik dat kaartje al kwijt? Even op FB kijken. Nee, geen reacties. Wacht, wie staat daar rechts in het lijstje met mensen? Dagmar! Na drie minuten weet ik dat ze meegaat. Ze gaat ook een kamer boeken in dezelfde bed&breakfast als ik en kijken of ze op internet nog ergens een kaart voor haar partner Petter kan krijgen.
In de loop van de ochtend wandel ik naar de supermarkt op de hoek voor gehakt en tomatenpuree, ga ik samen met De Vrouw stemmen (we gaan voor duurzaamheid en langere termijn), loop ik nogmaals naar de supermarkt voor slagroomijs en aardbeien, maak ik chili voor vanavond, horen we Going For The One (Yes) en lunchen we.
Om twee uur fiets ik naar het station en ik pak de trein naar Zutphen. Het is – precies volgens planning – iets na half vijf als ik in Tilburg aankom; daar is het nog geen vijf minuten lopen naar De Burgerij, een brasserie/delicatessenwinkel/bed&breakfast. Ik krijg de Klaprooskamer en installeer me op het terras aan de voorzijde van deze stemmige uitbaterij.

01 B&B De Burgerij - Tilburg 04 Klaprooskamer

Telefonisch contact met Dagmar en Petter. Ze hadden een kaartje gevonden en betaald, maar het duurde twee uur voor de mail met de ticket zou komen en uiteindelijk kwam er helemaal geen kaart. Ze zijn nu onderweg naar hier en hopen voor de deur van 013 nog een kaartje te kunnen kopen. Met een beetje geluk duurt het een uur of anderhalf uur eer ze hier zijn.
Ik lees in De helleveeg en drink een koud watertje. Ook koop ik een lekker broodje dat ik in mijn kamer opeet; daarna rust ik nog wat. Om zeven uur sms ik dat ik uiterlijk over een half uur naar de concertzaal ga wandelen. Ik krijg gelijk bericht: ze staan voor de deur. We begroeten elkaar blij. Zij gaan inchecken en geven mij honderdvijftig euro met de opdracht vast naar 013 te gaan om een kaart te vinden. Doe ik.
Voor de concertzaal is het stil. De mensen die eraan komen, gaan meteen naar binnen. Er staat niemand om kaarten te verkopen. Dat sms ik naar Petter. Hé, ik zie Jan en Suzie van Yesfocus, de Nederlandse fanclub waarvan ik lid ben. We spreken elkaar en Jan gaat nog iets regelen. Suzie vraagt of ik op mensen wacht en ik leg uit dat ik op zoek ben naar iemand die een kaart over heeft. ‘Nou,’ zegt ze, ‘ik sta hier al een tijdje te leuren met een kaartje dat ik kwijt wil.’ De deal is snel gemaakt en ik kan Petter verheugd sms’en: ‘I’ve got a ticket! 50 euro.’ (Suzie vertelt ook nog even dat de leden van Yesfocus zaterdag de gelegenheid hebben om samen met de band te lunchen, hier in Tilburg.)
Om acht uur gaan we naar binnen. Dagmar koopt voor mij een T-shirt en een mok. Zelf doe ik ook boodschappen: tourboek, cd Homebrew 5 (Steve Howe). Ik stop alles samen met mijn jasje in een kluisje en we gaan de zaal in. Het is uitverkocht en goed vol. Toch vinden we een uitstekende plek op de tweede ’trede’, bijna middenvoor het podium, met mooi zicht. We staan recht voor de basversterker van Squire. (Dat zullen we weten.)
Plots merk ik dat ik mijn oordoppen in mijn jasje heb laten zitten. Nu maar hopen dat het geluid niet al te gék is. Nou ja, in een noodgeval kan ik ze altijd nog halen. Geen ramp.
En dan begint het concert. Drie complete albums (Close To The Edge, Going For The One en The Yes Album) achter elkaar en de stukken in de precieze volgorde. De eerste tien minuten is het geluid nog niet optimaal (vooral de bas van Squire giert door m’n kop), maar dan is het prachtig uitgebalanceerd. De muzikanten zijn, ondanks hun leeftijd, in topvorm. Ik sta bijna hardop te janken tijdens And You And I en dan zijn we nog maar net begonnen. Steve Howe is altijd precies en geconcentreerd en goed, Squire ragt en bromt op z’n bas, maar de ware held blijkt Jon Davison, de nieuwe zanger. Hij doet Jon Anderson niet vergeten, maar ik ben erg onder de indruk. Zijn stem is wat zachter, fluweler, ronder, zonder rauw randje, met een tremolo in de lange noten. Maar allemachtig, als hij in het titelnummer van Going For The One uithaalt, krijg ik kippenvel: wat enorm hóóg en zuiver ook! Daarnaast heeft hij zichtbaar voortdurend plezier en overal zien we zijn tanden omdat hij onophoudelijk staat en loopt te stralen en te lachen. Na anderhalf uur en twee complete albums verwacht ik een pauze, maar nee: de band knalt gewoon verder. We zijn inmiddels bij The Yes Album aanbeland en Yes is dan volledig op stoom. Tjonge, dit is écht goed. Natuurlijk is Roundabout de toegift. Allemensen, dit had ik toch niet willen missen. Mijn onderkaak ligt na meer dan tweeënhalf uur zowat op de grond van verbijstering.
Met Dagmar en Petter spreek ik af dat we in een café aan de Heuvel nog wat gaan drinken, dus we willen de zaal verlaten. Ik zie Jan van Yesfocus en spreek hem aan. Als ik hem tot de volgende gelegenheid wens, vraagt hij: ‘Blijf je niet nog even?’ Op mijn vraag waarom zegt hij: ‘Je staat op de lijst van tien personen die straks naar achteren mag.’ Huh?
Het is waar. Ik mag de heren weer zien en de hand schudden. Veel heb ik ze natuurlijk niet te zeggen, behalve dat ik enorm genoten heb vanavond. Steve Howe en Geoff Downes zijn zichtbaar zeer moe en zijn ook snel weer weg. Howe herkent me nog wel van een vorige keer. Chris Squire lijkt de weg tamelijk kwijt te zijn, maar ik mag nog wel even mijn handje in zijn enorme klauw laten verdwijnen; we moeten er allebei om lachen. Alan White is verrassend fris en vriendelijk. Maar de ware warme persoonlijkheid blijkt Jon Davison. Hij is de hartelijkheid zelve en als ik hem complimenteer met zijn stem en zuiverheid, en mijn bewondering uitspreek over zijn hoge uithalen in het nummer Going For The One, is hij zichtbaar opgetogen. Ik vraag hem hoe hij zijn stem zo in vorm houdt: thee, honing? Nee, juist niet. Vier uur opwarmen met oefeningen en de stembanden ‘op kamertemperatuur’ laten komen. Pas na het optreden drinkt hij koud en heet.

30 YES 31 YES

39 failed selfie with Chris Squire Jon Davison & bazbo

Om twaalf uur sta ik weer buiten. Ik stuur een sms naar huis. Op de hoek van de straat van de b&b tref ik Dagmar en Petter in een eetcafé. Zij zitten aan een volle maaltijd; ik trakteer ze op bier en neem zelf een koud water. We praten na. Wat een geweldig concert.
Om kwart over een lig ik in mijn bed.

Woensdag 21 mei:
Ik heb niet goed geslapen, ben veel wakker geweest. Bij het opstaan om half acht blijkt dat het De Vrouw nog veel slechter is vergaan. Die heeft helemaal geen oog dichtgedaan; haar onderarm is nu geheel vuurrood en dik en pijnlijk. Ai. (Ik huil. Echt.)
Als we samen koffie drinken aan de keukentafel, komt de vraag bovendrijven: hoe doen we dat morgen en vrijdag; we zouden toch naar Tilburg gaan? Dat is van later zorg. Eerst moet De Vrouw maar eens al haar afspraken voorlopig afzeggen. Zoals het er nu voor staat, denk ik dat ikzelf wel ga; haar kaartje voor het concert van Yes raken we wel kwijt.
Om tien uur zitten we bij de huisarts. Inderdaad: wondroos. Koelen, antibiotica, volledige rust, niet werken. In de komende twee dagen moet er zichtbaar verbetering zijn, anders terugkomen. Is er wel verbetering, dan over tien dagen laten zien hoe het ervoor staat.
Weer thuis is ze moe en duizelig. Even in de tuin zitten met een natte handdoek om de arm gewikkeld.
Iets voor twaalf uur loop ik naar de bushalte en pak ik de lijndienst naar Arnhem. Ik ga eerst voor De Vrouw langs de hobbywinkel om nog wat garenband te kopen. Maar eh … waar was die winkel ook weer? Hier toch? Of een straatje verder? Of weer terug? Raakikinpaniek? Raakikinpaniekraakikinpaniek? Nee. Ik raak niet in paniek. Waarom zou ik? Ik heb tijd zat. Ik loop iets terug en merk dat ik gewoon een straatje te vroeg ben afgeslagen. Kijk, daar is-ie. Ze hebben het beoogde kleurtje garenband niet, maar dat is niet erg. Dat vindt De Vrouw ergens anders wel.
Zeer op tijd ben ik in het centraal bureau van mijn werk. Ik ontmoet er een manager, voor wie ik drie jaar geleden heb gewerkt en heden ook nog wel klussen doe. Ze heeft mij nog niet gezien sinds ik ziek ben; we praten even bij. Dan word ik opgehaald voor mijn assessment.
Aardige mevrouw. Ik vertel eerst dat ik ziek ben met burn-outklachten. Dan krijg ik een schrijfopdracht. Of ik wil opschrijven waarom ik bij de organisatie werk en waarom ik op de functie solliciteer. Oké. Een laptop. O, waar zitten de knopjes? Ik ben alleen. Op het scherm een logo van het bedrijf. Ver daaronder mijn naam en de datum. Ertussen begin ik te schrijven. Ik heb vijfentwintig minuten, orden wat gegevens in mijn hoofd en dan op het scherm en ik maak een stukje van vier alinea’s met pakkende kopjes. ‘Je hebt er geen brief van gemaakt,’ zegt de mevrouw als de tijd om is. ‘Moest dat dan?’ ‘Had ik het niet gezegd?’ Ik glimlach van nee. Ze scrollt even naar beneden. Kijk, daar staat de opdracht. Aha. Die had ik helemaal niet gezien.
We hebben een gesprek over de inhoud van mijn tekst, maar ook over normen en waarden, over wat ik van thuis heb meegekregen en wat de ‘ijkpunten’ in mijn leven zijn geweest. Daarna bespreken we de uitslagen van de online tests. Ik heb nog altijd het gemiddelde hbo-niveau. Juist op de opdracht waarvan ik dacht dat ik ‘m verprutste (met cijfers, grafieken en over-het-hoofd-geziene informatie) scoor ik bovengemiddeld. En dan mijn persoonlijkheid en ontwikkelaspecten: geen nieuws: ik ben analytisch, rustig, resultaatgericht. Mijn gretigheid maakt me soms slordig, ik vind conflicten lastig en heb een sfeer en de mensen nodig met wie ik kan bespreken of ik nog op de goede weg zit. Goh.
Aan het eind van het gesprek merk ik dat ik moe ben. Ook goh. Iets voor vijf uur ben ik klaar. Uiterlijk maandag krijg ik haar rapport en uiterlijk woensdag moet ik erop hebben gereageerd. Prima. Ik heb de bus van vijf uur.
Half zeven ben ik weer thuis. De Vrouw zit op de bank, is wat moedeloos en heeft pijn, maar wil uiteraard weten hoe het met mij is gegaan. We kletsen lekker bij en ik maak het avondeten af. Bladselderij uit de tuin, omeletreepjes bakken en de mie koken. Het is ook zo klaar. Uit de stereo klinkt Arc Light door Steve Hogarth & Richard Barbieri en Crises van Oldfield.
Hoe doen we dat met die kaart voor morgenavond? Ik vraag – via Fecesboek, jaja – wat mensen van wie ik denk dat ze wel belangstelling hebben, maar het lukt nog even niet. Ja, ik plaats zelfs iets op een Yes-tijdlijn.
In de tuin is het nog lekker tot zeker half tien; dan ga ik naar binnen. Ik lees Gipharts boek uit, begin in De helleveeg en hoor Pat Metheny Unity Band en Brian Eno’s Apollo. Het is kwart voor twaalf.

Dinsdag 20 mei:
De wekker staat op zeven uur. Ik heb niet zo heel goed geslapen, ben veel wakker geweest, maar sta toch opgewekt op.
Half negen ben ik op het werk. Ik maak alvast een globale opzet van mijn opbouw voor re-integratie met een optimistisch en een pessimistisch schema. Daarna heb ik een gesprek met de teamleider; we bespreken de voortgang en kijken naar het schema. Ik werk het verder uit en om tien uur ben ik klaar. Op naar huis!
Na nog een kop koffie (en op Spotify even de band Bosnian Rainbows te hebben beluisterd – met Teri Gender Bender) ga ik op de fiets naar het centrum (blote poten, sandalen, T-shirt). Op mijn briefje staat: ‘sokke – blokke – boeke’; in mijn broekzak een bankpas en nogal wat boekenbonnen. Inderdaad, ik koop sokken (en onderbroeken), maar de Blokker blijkt tijdelijk gesloten. De boekenbonnen besteed ik aan De helleveeg (A.F.Th. van der Heijden), De kunst van het mislukken (Leo Verheul) en In het spoor van de grote ontdekkers – O’Hanlon’s helden (Marc Argeloo, Emile Brugman en Alexander Reeuwijk). Grappig: ik zie het boek De woordenaar liggen, een biografie over de Antwerpse drukker en uitgever Christoffel Plantijn (1520-1589), de man die het allereerste Nederlandse woordenboek uitgaf. De auteur van de biografie is ene Sandra Langereis. Ik koop het niet (het boek is aan de prijs en zó veel boekenbonnen heb ik nu ook weer niet), maar mijn interesse in de historica is gewekt. Op de terugweg rijd ik via supermarkt en Turkse winkel.

Afth - De helleveeg Verheul - De kunst van het mislukken
o'hanlon_spoor vd grote ontdekkers.indd

Thuis nog maar eens koffie en een boterham. Dan een tijdje fiks in de tuin en de zon!
De Vrouw is even terug van werken. Ik wandel naar de Eglantier. Daar is de Blokker wél open. Voor De Vrouw koop ik een lunchbox. Ook laat ik bij de schoenmaker gaatjes bijmaken in mijn riem. (Neem van mij aan: als je van 85 naar 63 kilo gaat, kun je je broek uittrekken zonder hem open te maken.) Op de terugweg kom ik langs de heemtuin van het Matenpark. Weet je wat? Ik wandel er nog doorheen ook. (Laat ik ’s gek doen.) Verhip, ik heb mijn telefoon niet bij me, dus kan geen foto’s maken.
Weer thuis ga ik weer in de tuin zitten en lezen. Aan het eind van de middag gaat De Vrouw nog even werken en ik maak het avondeten. Als zij weer terugkomt, horen we Close To The Edge (Yes). De Vrouw voelt zich moe en niet goed. Op haar (oedeem-)arm zit een grote rode plek van uitslag. Oei! Dit kon wel eens de wondroos zijn die ze een paar jaar geleden ook heeft gehad. Het lukt haar om te eten, maar om acht uur moet ze wel naar bed, zo moe is ze. Ook neemt ze een antibioticum. Met een beetje mazzel is ze er op tijd bij en is het snel voorbij. Morgen naar de huisarts.

26 140520 Asperges in hamkaassaus 27 Turkse gehaktschotel met ei + Asperges in hamkaassaus

Ik kook vast eten voor morgen (de kippenbouillon van de bamisoep; alle groentesnijwerk doe ik morgen wel) en dan is het stil. Nog even in de tuin zitten lezen. Het is broeierig buiten. Na half tien koelt het niet echt af, maar wordt het donker. Ik verhuis naar binnen, waar ik KIN nog maar eens (zachtjes) draai en verder lees. Iets voor elf uur is het ook voor mij bedtijd.

Maandag 19 mei:
Ik ben half acht beneden. Heb goed geslapen, maar voel me nog wel duf. Denk dat het wat te druk is. Vorige week dinsdagmorgen gewerkt, woensdag naar het belangstellingsregistratiegesprek gegaan, donderdag gewerkt, vrijdag een inspannende dag, zaterdag bijzonder, gisteren van alles, en vandaag wordt het ook weer volgepland, en morgen, en woensdag, en donderdag en vrijdag ook. Oei.
Ik lees de krant en begin aan mijn ‘huiswerk’. Ook fiets ik nog naar de apotheek om de medicatie voor De Vrouw op te halen. Verder met koffie en ‘huiswerk’ en planten dompelen. Ondertussen knal ik KIN nog eens door de huiskamer. Allemensen, wat een mooie plaat!
Om elf uur ben ik bij de psycholoog. De Vrouw is er ook; die komt door van het werk. Goede sessie. Ik moet veel leren doseren en signalen van spanning meer leren herkennen. Gisterenavond was het signaal heel duidelijk: het was te veel geweest. Ik moet dan ontspannen, desnoods een dag later. Morgen bijvoorbeeld, dan heb ik weliswaar een gesprek op het werk, maar woensdag ga ik ook al naar Arnhem voor mijn assessment; ik zou er verstandig aan doen om morgen na het gesprek naar huis te gaan. Ik begrijp dat ik verstandig moet zijn en ga het ook zijn. Daarnaast bespreken we nog eens goed de vier niveaus van spanning, wat signalen kunnen zijn, wat ik zou kunnen doen om op ieder signaal te reageren en wat ik van een ander kan vragen. Volgende bijeenkomst over vijf weken.
Ik fiets naar het werk. Onderweg zie ik dat de sloop van het oude politiekantoor in volle gang is en hard vordert.

24 140519 sloop oude politiekantoor 25 140519 sloop oude politiekantoor

Op het werk handel ik mail af en dan heb ik een afspraak bij de bedrijfsarts. Ik ga met mijn leidinggevende afspraken maken over opbouw van uren; we gaan een tijdsplanning maken. Voor wat betreft de nieuwe functie: reëel is dat ik per 1 juli niet volledig gere-integreerd zal zijn. Eigenlijk heb ik geen keuze: herstellen van mijn ziekte gaat voor op alles. Mocht ik niet uitverkoren worden voor een nieuwe functie en ik kom op de boventalligenlijst, dan komt de loopbaancoach in beeld.
Half vier ben ik weer thuis; daar is De Vrouw ook. In de tuin lees ik de laatste zinnen over De tandeloze tijd. Allemachtig, wat heeft deze cyclus me in zijn greep gehouden. Morgen een van de boekenbonnen die ik zaterdag kreeg maar eens gaan besteden aan deel 5 ervan. Het is warm en ik begin in Het leukste jaar uit de geschiedenis van de mensheid – Persoonlijke kroniek 2001 door Ronald Giphart. De Vrouw gaat nog wat werken om vijf uur en verlaat het huis; ik begin met het eten. Het wordt een eenpansgerecht van worst, ui, paprika, aardpeer en wortel. Ik vind ook nog asperges uit het groentepakket. Aanvankelijk wil ik ze serveren met hamkaassaus, maar dat zal een heel werk worden en moet ik nu even niet doen. Nu heb ik donderdag op de donderdagmorgenmarkt ook groene asperges gekocht; die blancheer ik en gaan in stukjes ook door de schotel. Ernaast komt salade. Om zeven uur is het klaar. Ik zet The Yes Album aan. De smaak van de schotel is prima; echter, de asperges hadden niet geblancheerd gehoeven en de aardpeer was nog wat rauw, dus die had ik beter kunnen raspen of voorkoken. Nou ja, we eten er gewoon omheen.
Ik kan nog wat buiten zitten lezen; om negen uur ga ik naar binnen. Ik hoor Greggary Peccary & Other Persuations (FZ-werk door het Ensemble Moderne) en A Map Of The World van Metheny voordat iets na elven ik zeer moe naar bed ga.

Zondag 18 mei – naar het Oranjepark en Gigant:
Kwart over acht is het en het lukt me niet om verder te slapen. Naar beneden, dus. De laatste rommel opruimen (veel is het niet), de was verder doen en dan eens kijken in mail en deze webstek. Halverwege de ochtend ga ik naar buiten. Het is zondag, dus maak ik mijn gebruikelijke zondagmorgenrondje langs de plasticcontainer, Matenpoort en het kanaal.

Schitterend weer, dus kan ik volop buiten in de tuin zijn. We drinken koffie en lunchen. Daarna fietsen we naar het Oranjepark. Daar is een festival Proef Europa; er is muziek en er zijn kramen en proeverijen van diverse organisaties en streekbedrijven. We lopen er even rond en gaan dan naar Gigant. Lang niet geweest op zondagmiddag. Er speelt een bandje, Bells Of Youth: vijf mooie meiden die zeer aanstekelijke liedjes brengen vol meerstemmige zang. Ik koop hun plaatje ook nog. Daarnaast is het gezellig vertoeven met Reinier, Gea en anderen.

07 Oranjepark 15 Bells Of Youth

Half zeven zijn we thuis. Er is pizza, er is fruit. Ik kan tot bijna negen uur buiten in de tuin zitten lezen. Dan koelt het af.
Binnen heb ik heel even een angstig moment. Waar-ie vandaan komt, weet ik niet, maar het lijkt erop dat er een grote angstaanval gaat komen. Trillen, schokken, er drukt iets op mijn kop, het is beklemmend. Ik weet ‘m te parkeren: dit is ontwenningsverschijnsel, er gebeurt niets, er is niets aan de hand, gewoon doorgaan met waar je mee bezig was.
Ik ben bezig Advocaat van de hanen uit te lezen. Ik hoor het plaatje BOY van Bells Of Youth, vervolgens mijn verjaardagscadeau KIN (Pat Metheny Unity Band) en Steps Ahead van de gelijknamige jazzgroep (een van mijn allereerste cd’tjes, gekocht in 1988). Ook begin ik in Groepsportret – Wie is wie in De tandeloze tijd van A.F. Th. van der Heijden, door Jan Brands en Anthony Mertens, een bijlage bij de hele serie. Om elf uur stort ik in van vermoeidheid.

Zaterdag 17 mei – jarig:
Ik ben om half acht wakker. Om kwart voor negen hangt de eerste was buiten te drogen. Ik lees de kranten en halverwege de ochtend loop ik naar de Turkse winkel. Daarna nog even naar de supermarkt. Het is zonnig en langzaam wordt het zeer aangenaam buiten. Aan het eind van de morgen zit ik dan ook buiten in de tuin aan de koffie. Ik krijg cadeaus!

03 onderweg naar de winkel Pat_Metheny_Unity_Group_-_KIN

Peter belt, helemaal uit Turkije! Lief!
We lunchen en bereiden ons voor op de middag en avond. Dit jaar geen groot feest, hebben we afgesproken. Wel vinden we het geweldig als naaste vrienden en familie ergens tussen drie en negen even langskomen om te feliciteren. Een complete maaltijd zetten we niet op tafel, maar natuurlijk is er zat te knabbelen en te drinken. De hele middag zitten we in de tuin.

07 OpaL Willem Robert E Marja 12 Willem Robert Emile Luuk Marja

Het is echt heel fijn om al deze goede mensen om me heen te hebben. Dank jullie wel dat jullie er waren! Ik werd ook nog eens overstelpt met cadeaus. Binnenkort maar eens naar de boekenwinkel.
Half negen is alle bezoek weg en ruimen we de tuin weer leeg. Het koelt ook alweer aardig af. En dan is er nog meer bezoek! Niet te veel en het is rustig, dus prima. Het is iets voor middernacht als we weer alleen zijn en de grootste schade verholpen is. Ik ben moe, maar mooi moe.

• • •
 

10-05-2014

B-log: 10 t/m 16 mei 2014

Filed under: B-log 2014 — bazbo @ 07:49

Vrijdag 16 mei – Cultuur bij je Buur:
Redelijk geslapen; toch sta ik vroeg op. Het belooft een mooie en zonnige dag te worden. Ik voel me bijzonder goed; zo goed heb ik me het afgelopen half jaar nog niet gevoeld. Half jaar. Een half jaar. Vandaag ben ik een half jaar ziek. Zelfs de spierpijn rond mijn hoofd en in mijn schouders en nek is minder. Het is er nog wel, maar nog minder dan gisteren. Een half jaar.
Om elf uur ben ik present in een supermarkt bij het Sprengenpark. Het evenement ‘Cultuur bij je buur’ wordt hier officieel geopend. Er staan vijftien mensen. Iemand doet een woordje en dan speelt en zingt Maud Wilms een paar liedjes.

10 140516 Opening in C1000 Sprengenpark - Angela + Maud Wilms 13 140516 Opening in C1000 Sprengenpark - Maud Wilms

Terug thuis is er koffie. En het eerste verjaardagscadeau: bazbo nieuwe schoenen!

DSC_0001

De Vrouw gaat even weg. Ik bereid me voor op vanmiddag. Als ze weer terug is, lunchen we samen en dan gaan we op de fiets.
In het tuintje van Chateau Het Loo lezen Willem, Reinier en ik voor uit ons boek Bas, Willem en ik. Tussendoor laat Mirka allerlei wijnen en hapjes proeven. Zo’n vijftien mensen komen luisteren en ondanks omgevingsgeluiden hebben we alle aandacht. We verkopen nog een paar boeken ook. Mooi! En ook heel mooi: de opbrengst van de wijnproeverij (alle bezoekers betalen een bedrag om de wijn te mogen proeven) krijgen we als cadeau mee. Dank je, Mirka! Het startkapitaal voor ons tweede boek is binnen.

15 Reinier Mirka E Willem 32

Om half zes zijn we aan de Brinklaan 376. Nee, niet in de hoogbouw, maar juist daarachter. Daar staat nog het enige oorspronkelijke huis van dit deel van de ‘oude’ Brinklaan. Charles ontvangt ons in zijn riante tuin. Bandje Mundanos is er aan het spelen. Als ze klaar zijn, mogen we een fikse set voorlezen. Akoestisch, op het gras, met zo’n twintig tot dertig mensen om ons heen. Ook hier: alle aandacht. We kunnen de grappige, maar ook verstilde en beetje onbehoorlijke verhalen en gedichten voorlezen. Dan gaat Wil Dolman met zijn groepje spelen en daarna is er weer een set van ons. Klinkt het erg arrogant als ik schrijf dat de mensen aan onze lippen hangen? Toch is het zo.

38 Brinklaan 376 45

51 61

Rond negen uur stappen we op. Het is een schitterende en geslaagde middag en avond geweest. Groot succes, mag ik wel zeggen. Dat zeg ik dan ook.
Op de terugweg eten we bij een grillrestaurant en om half elf zijn we thuis. Even uitblazen. Geweldige dag. Ik voelde me helemaal goed, maar ben nu toch wel zeer moe. Niet erg. Dit was een prima manier om dat halve jaar te vieren. Of af te sluiten.
En mijn bijdrage van vandaag aan het spelletje Your Favorite Pic of Teri Gender Bender:

Teri07

Donderdag 15 mei:
Uitgerust sta ik op. Er is mail van het assessmentbureau. Goed, vandaag of morgen ga ik de online test doen. Ik kan het.
Op het werk krijg ik veel goede reacties op het artikel in de krant van gisteren. Hoe of ik het toch steeds voor elkaar krijg … (Ik heb maar niet verteld dat het deze keer allemaal de schuld van Willem is.)
En dan? Dan ga ik gewoon de online test doen van mijn assessment. Waarom ook niet? Ik voel me fit en ik heb tijd en gelegenheid. De luxaflex gaat naar beneden, ik plak een bordje ‘niet storen’ op de deur en ga er eens goed voor zitten. Ha, het zijn de leuke opdrachten. Steeds drie stellingen op het scherm en dan moet ik zes punten verdelen, kijkend naar hoeverre ik het eens ben met de stelling. Of informatieverwerkingsopdrachten: naar aanleiding van een (redelijk grote hoeveelheid) informatie aangeven of een gegeven stelling juist of niet juist is. En dan de bekende situatie: ik moet plots een klus overnemen van iemand, er is allerlei mail en die moet ik volgens bepaalde richtlijnen sorteren op prioriteit, bovendien moet ik er acties aan koppelen (doorsturen aan een of meerdere bepaalde personen, beantwoorden, enz.). Het lukt me allemaal. Ik ervaar geen overdreven druk of spanning; eerder zie ik het als mooie puzzels. Natuurlijk maak ik fouten (bijvoorbeeld: na een heleboel vragen kom ik erachter dat ik finaal over één tabblad met info heb gekeken en dus een paar keer een stelling onterecht beoordeeld als ‘onbepaald’), maar het zijn fouten van het soort slordigheid dat ik in het dagelijks leven ook zou maken. En écht moeilijk of zwaar is het ook niet. In anderhalf uur tijd heb ik de vijf onderdelen doorgewerkt.
Thuis prepareer ik lunch voor De Vrouw en mezelf. De Vrouw gaat na haar lunch even liggen; haar werkzaamheden van vandaag vragen veel energie en ze moet aan het eind van de middag nog even aan de bak. Ik fiets naar een supermarkt en haal het een en ander. (Veel van het een, wat minder van het ander.)
Thuis is het even stil. Ik hoor werk van Bruckner en Henryk Górecki en begin aan het eten: een stoofpot van rundvlees met pruimen en abrikozen. De Vrouw is weer op en gaat aan het werk. Ik troost mij met Uriah Heep en maak alvast de grote salade voor bij het diner: avocado, rode ui, tomaat, paprika, citroen/limoensap en koriander.
’s Avonds lees ik een stuk verder en ik hoor Oldfield en Lyle Mays.

(Ha, op het Zappateers-forum heb ik me mee laten slepen in een spelletje van Sterno, voor mij bekend als Steve Chillemni, drummer van onder andere DOOT!, bij wie ik een gastoptreden mocht doen tijdens Zappanale 2009. Het spelletje heet: Your Favorite Pic of Teri Gender Bender. Ik ken die hele Teri Gender Bender niet en vraag me vooral af hoe haar muziek eigenlijk klinkt, maar ik vind haar wel zeer mooi en intrigerend. Mijn bijdragen tot nu toe zijn:

Teri01 Teri02

Teri03 Teri04

Teri05Teri06

Ik houd u op de hoogte.)

Woensdag 14 mei – de krant gehaald:
Slapen ging beter dan de vorige nacht. Ik ben wel een paar keer wakker geworden en heb veel spierpijn, maar toch lukt het wel en bij het opstaan voel ik me rustig. Ondanks dat ik vandaag best een spannende dag heb. Half acht ben ik beneden.
Iets voor elf uur ben ik in het centraal bureau van mijn werk in Schaarsbergen voor het belangstellingsregistratiegesprek. Maakte ik me zorgen vooraf? Helemaal niet nodig, achteraf. Want het gaat puur om registratie van belangstelling (goh) en ik kan prima mijn verhaal, mijn wensen, kunsten en voorwaarden vertellen. Ook vertel ik dat ik tot voor een week of wat dacht: ‘Ik ga deze boot missen, want ik ben ziek’, en dat mijn overtuiging nu is: ‘Ik wil deze boot niet missen, maar ik ben ziek.’ Ik ga gewoon meedoen met de sollicitatieprocedure, inclusief het assessment: een opdracht en gesprek volgende week (woensdagmiddag om 15.00 uur), plus een online test een dezer dagen. Ben benieuwd!
Twee uur ben ik weer thuis. De Vrouw heeft De Stentor van vandaag gekocht. Twee hele pagina’s gewijd aan het evenement ‘Cultuur bij je buur’. Een derde daarvan gaat over:

DSCN4013 DSCN4014

Ik doe nog wat boodschappen, alvast voor het weekend. Eind van de middag, als De Vrouw even is werken, maak ik het avondeten. Chili!
De handafwas is voorbij; vanmorgen is de monteur geweest. Daar gaat ons gezinsmoment! Ik lees verder en hoor Zappa en het schitterende album What’s It All About? van (jaja) Pat Metheny. De spierpijn is de hele dag al enorm. Voor de rest gaat het lekker.

Dinsdag 13 mei:
Allemensen, wat heb ik slecht geslapen. Veel pijn in mijn nek en schouders, m’n draai niet kunnen vinden, drie keer wezen plassen, onrust in de kop. Gisterenavond had ik het verschrikkelijk koud toen ik probeerde in te slapen; nu lig ik te zweten in bed. Vanaf vandaag neem ik geen oxazepam meer in.
Op de fiets is het schitterend weer. Ik merk dat ik weer opgewekt word. Ha, bij het betreden van het kantoor waarin ik altijd werk, tref ik een geweldige bende aan. Een of ander installatiebedrijf is in het hele gebouw bekabeling aan het aanleggen en men gebruikt het kantoor als opslag- en voorbereidingsruimte. Ik zit tussen de dozen, stapels papieren, koffers en bergen kabels te werken. Het gaat ook nog. Na drie kwartier is alle zooi plots weg. Hoeft niet, hoor! Ergens in het gebouw kom ik iemand tegen: ‘Ben jij Bas Langereis? Die van het boek?’ Kijk.
Op de terugweg rijd ik langs een supermarkt. Thuis kan ik gelijk De Vrouw uitzwaaien. Het gaat nog niet heel lekker met haar; ze is voortdurend moe. Vanmiddag gaat ze naar een behandelaar; mogelijk dat dit haar wat ontspant.
Voor mezelf maak ik een tosti. Ook kijk ik op internet. H.R. Giger is overleden. Deze zwitserse kunstenaar maakte ooit het legendarische ontwerp voor de hoes van het eveneens legendarische album Brain Salad Surgery door Emerson Lake & Palmer (mijn jeugdhelden).

HRGiger2BSS HRGiger3ELP_-_Brain_Salad_Surgery

Ik moet thuis zijn. De man van de verwarmingsketel komt schoonmaken. De deurbel gaat. Het is Peter! Hij komt een bak thee drinken. We hebben veel om te delen en doen dat dan ook. Fijn dat hij over de vloer komt; we kletsen fiks bij.
De een gaat en de ander komt. De man van de verwarmingsketelonderhoud is er, bedoel ik. Er is iets met de rookgasbak en het driewegklepknikdingofzo.
De Vrouw is thuis en er is post! De cd die ik weken geleden had besteld. Ik krijg tranen in mijn ogen als ik ‘m in handen heb. Een persoonlijke overwinning, zo zie ik het even. (Weet je het nog? Ik wilde iets online bestellen, dat lukte niet en daar was ik heel verdrietig, boos en gefrustreerd over. Een tijdje later probeerde ik het nog eens; toen lukte het wel, maar was ik vergeten wat ik ook weer wilde bestellen; toen heb ik maar het album ingetikt dat ik al sinds het bestaan van cd op cd wilde hebben. Nu is-ie er!)

Pat Metheny Group - Travels

Ik begin aan het eten. Er is weer veel prei in huis, dus moeten we opnieuw aan de bamisoep. Daar hebben we hier in huis geen bezwaar tegen. (Wie wel?)
Helemaal goed gaat het niet; ik voel me wat trillerig en afwezig. Het lijkt of ik er weer tegenaan zit. Ook komt de spierpijn in nek weer opzetten en niet zo’n klein beetje ook. Ik schrik van plotse geluiden.
In de avond kan ik rustig in de keuken zitten. Ik begin te lezen in De advocaat van de hanenDe tandeloze tijd 4 en ja hoor, na al die jaren klinkt Travels van Pat Metheny Group weer eens. Mijn persoonlijke overwinning. Ik zou er emotioneel van worden.

Maandag 12 mei:
Half zeven gaat de wekker. Ik ben vroeg bij de mondhygiënistepraktijk. Flinke klus, geloof ik. Daarna kaas kopen op de markt.
De Vrouw is nog thuis; ze heeft wat meer tijd nodig om bij te tanken en zal vandaag en morgen nog niet aan het werk gaan. Voor een uurtje gaat ze terug naar bed. In de loop van de ochtend regent het stort. Ik doe wat huishoudelijke klussen en lees. Metheny, Wakeman, Truffaz, PCO. Ook maak ik voor De Vrouw de tonijn-paprika-wittebonensalade in een dressing van sinaasappelsap, mosterd, basilicum en olijfolie.
Om half twee lunchen we en daarna fiets ik naar twee supermarkten en de Turkse winkel.
Als ik weer terug ben, beleef ik een spannend moment. Ik wil de banden van mijn op spanning brengen (flauwe grap), maar krijg de slang van de pomp niet goed verbonden met het voorwiel. Wat krijgen we nu? Ik kan niet eens een band oppompen. Nog een keer proberen. Ik krijg er geen lucht in. Nóg een keer. Weer niet. Ik merk dat ik in paniek raak. Oké, ik merk dat ik in paniek raak. Wacht, doen we eerst de achterband. Kijk aan, die gaat in één keer! Mooi hard. Dan moet het met de voorband ook lukken. En inderdaad. Weg paniek.
In de rest van de middag lees ik Onder het plaveisel het moeras uit. Er klinkt Road Tapes venue 2 (FZ) en de eerste twee soloplaten van Gabriel.
’s Avonds komt er een nare spierpijn in mijn nek opzetten, die ik herken als ontwenningsverschijnsel van het afbouwen van oxazepam. Ik heb hem vaker en dan doe ik wat ontspanningsoefeningen, maar nu lijkt het veel heftiger en venijniger. Het zal ’t laatste staartje zijn. Nog even een week of wat doorbijten; hier kom ik wel doorheen. Ik hoor Desolation Rose (The Flower Kings) en La Tsadika (Mor Karbasi) en lees Ten liefde! (Ronald Giphart).

Zondag 11 mei:
Ik moet om kwart voor negen uit bed. Slapen ging goed, wel enkele keren wakker geweest.
Koffie, was vouwen, webstek bijwerken, mail aan bedrijfsarts verder geschreven. Buiten regent het nog altijd.
Halverwege de ochtend loop ik mijn gebruikelijke zondagmorgenrondje langs de plasticcontainer, Matenpoort en het kanaal.

35 140511 kanaal 36 140511 kanaal

37 140511 kanaal 38 140511 kanaal

Weer thuis is er koffie, muziek van Howe, Wakeman en The Pussywarmers. Samen prepareren we de moederdagbrunch. Daarna lopen we een rondje om de boekjes van het evenement ‘Cultuur bij je buur’ te verspreiden. De rest van de middag is het kalm. Ik lees verder en hoor Ry Cooder en Dweezil Zappa (plays Zappa). Een preitaart, gebakken aardappelen, (fruit)salade en spareribs zijn het avondmaal. Contact met Willem: vrijdagmiddag aanstaande hebben we inderdaad nog optredens, vanaf 17.30 tot 20.00 uur doen we korte setjes ergens aan de Brinklaan.
Later is er nog meer rust. Ik lees het boek bijna stuk en hoor Tuomas Holopainen en Brian Eno.

39 140511 E lunch 40 140511 stuklezen

Zaterdag 10 mei:
Ik slaap redelijk. Even ben ik wakker (ergens tussen half drie en drie) en om zeven uur kom ik van diep en ver. Slapen lukt dan niet meer; ik moet veel denken aan de situatie op het werk. Niet dat ik in paniek ben, maar mijn gedachten gaan er wel voortdurend heen. Om acht uur stap ik uit bed.
Koffie, kranten, was. U kent dat ondertussen wel. Daarna tussen de buien door boodschappen doen bij een supermarkt en de Turkse winkel.
Om half een een uitgebreide lunch; vooraf neem ik een kwart tablet oxazepam. Dan een kalme middag. Buiten regent het onafgebroken. Ik lees in het reisboek over de wijken en mogelijkheden in Stockholm die we over een maand kunnen gaan bekijken en hebben. Andrew Gold horen we, Roxy by proxy ook en DeWolff. Hendrie is even binnen; hij leent onze fietsen vanavond.
De Zoon bakt hamburgers; ik maak salade van komkommer, bosui, tomaten, basilicum en mozarella. Alles smaakt.
In de avond hoor ik The Allman Brothers in Fillmore East, Richard Barbieri’s Stranger inside en de eerste ambientplaat van Brian Eno. Ondertussen vordert Onder het plaveisel het moeras al tot halverwege (=400 pagina’s).
Vijfentwintig weken. Ik voel me verrekte opgeruimd en opgewekt. Schijnbaar bruis ik van energie, maar ik weet het te doseren. De enige last van ‘ontwenningsverschijnselen’ die ik nog heb, is af en toe fikse spierpijn in nek en rond mijn hoofd. Verder is het rustig. Wel maak ik me zorgen om De Vrouw; zij is veel moe en heeft moeite met slapen. Het lijkt erop dat ze nu de klap krijgt van vijfentwintig weken lang mijn absolute en onmisbare steun en toeverlaat zijn.

• • •
 

03-05-2014

B-log: 3 t/m 9 mei 2014

Filed under: B-log 2014 — bazbo @ 07:59

Vrijdag 9 mei – naar De Stadsakkers en een fotosessie:
En op tijd weer op, want om half tien moeten we op de fiets zitten. Maar eerst is er nog mail van Willem. De foto vanmiddag is om half vier en die vrijdagmiddag 16 mei wil nóg iemand ons in huis halen voor een optreden. Moohooi.
Een korte zitting bij de psycholoog. Het gaat goed, het gaat knap. Mooi dat ik in staat blijk om mijn momenten van spanning te ‘parkeren’. Dit helpt goed. Nu aan de slag om de fases van mate van spanning te bekijken: waar kan ik zelf iets aan doen en in welke gevallen kunnen anderen er iets aan doen en wat? Ook kaart ik de situatie rondom mijn functie op het werk aan. Eigenlijk zou ik gewoon de hele procedure in moeten, zo lang men maar goed doordrongen is van het gegeven dat ik ziek ben. Even de bedrijfsarts ook voorleggen.
Vervolgens fietsen we naar De StadsAkkers. Daar krijgen we een rondleiding door De Zoon. Mooi om te zien wat hij er zoal doet en gedaan heeft.

08 Luuk op het pad dat hij mee heeft helpen leggen 17 kikkerpoel
15 kruidentuin 22 Luuk

Via de aspergeboerderij aan de Deventerstraat rijden we terug naar huis. We houden het droog, zowaar! Na de lunch is oma er. Ik moet echter gelijk weg. Op naar Chateau Het Loo. Het regent stort, maar halverwege klaart het op en wordt het zelfs zonnig!
In de wijnwinkel tref ik Mirka en Willem; ook klant Paul is er. Niet veel later komt Stentorfotograaf Cees erbij. Kunstjournalist David is er niet, maar had de wens uitgesproken dat Willem en ik ‘liederlijk’ op de foto zouden staan.

26 140509 fotoshoot voor De Stentor - Mirka Paul Willem in Chateau Het Loo29 140509 fotoshoot voor De Stentor - Cees in Chateau Het Loo

De echte foto staat hier natuurlijk (nog) niet bij.
Op de terugweg schijnt de zon volop. Ik ben om half vijf weer thuis en pik nog wat mee van het bezoekje van oma. Als ze vertrokken is, nemen we even rust. Ik merk dat ik zeer moe ben.
Toch beginnen we aan het avondeten. De Vrouw bakt bacon ’n eggs en ik kook de asperges.

31 140509 asperges met bacon en eggs 33 140509 asperges met bacon en eggs

Dan is het ook alweer een uurtje of acht. Ik begin te lezen in Onder het plaveisel het moeras, boek 2 van De tandeloze tijd 3. Ha, ik wil al weken ook weer eens een filmpje of dvd’tje kijken op mijn pc, maar ik kom er niet toe, omdat ik zo graag lees! Wel hoor ik nog wat Little Feat, Things Buried van Richard Barbieri en My Hotel Year door Tim Bowness. Dan is het wel weer welletjes voor vandaag.

Donderdag 8 mei:
Tralala. Ik weet niet wat ik heb. Of toch wel. Ik heb last van opgewektheid.
Op het werk kan ik van alles doen: ik schiet op. Straks heb ik niets meer. En ik zit er nu juist over te denken om mijn uren uit te gaan breiden of wat op loonwaarde te gaan werken. Nou ja!
Thuis is er telefoon: Willem. Hij heeft contact gehad met de kunstjournalist van Stentor; morgenmiddag maakt een fotograaf een plaat van ons tweetjes in Chateau Het Loo, ter promotie van ons optreden tijdens het evenement Cultuur bij je Buur, vrijdag 16 mei. Leuk!
Dan maak ik lunch (groentetaartjes) voor De Vrouw; aansluitend doen we wat boodschappen op De Eglantier. Ik maak mijn ‘huiswerk’ voor de afspraak bij de behandelaar morgen en kook eten. Puree van zoete aardappel, met daarbij een curry van bloemkool, ui, courgette, aubergine en peper, plus een salade van komkommer, bosui, tomaten en mozarella.
In de avond kan ik Het Hof van Barmhartigheid uitlezen; gedurende de hele dag kunnen we luisteren naar Tuomas Holopainen’s (Music inspired by) The Life And Times Of Scrooge, Andrew Gold. Little Feat, Jansen Barbieri & Karn en Jim Hall & Pat Metheny.

Woensdag 7 mei:
Acht uur ben ik eruit. Ik doe de gebruikelijke klussen en begin ook alvast aan het eten van vanavond. Om tien uur kan de gaspit uit en is het voorbereidende werk gedaan. De Vrouw is nog rustende; ze heeft het nodig.
Half twaalf loop ik naar de bushalte. Vroeg in de middag ben ik op het Centraal Bureau van het werk. Ik zie wat mensen en kan bijpraten. Dan is er een informatiebijeenkomst over het traject de komende weken rondom mijn functie. Veel nieuws hoor ik niet, maar toch is het goed om alles nog eens uitgebreid uitgelegd te krijgen. Het kost me energie om aandachtig te luisteren. Als er zo tegen het eind iemand heel plotseling en luidruchtig alsnog binnenkomt, schrik ik me een hoedje. Even ben ik in paniek, maar ik kan het al snel ‘parkeren’. Ha! Het gaat goed met mij. Na afloop zie ik de manager onder wie ik van mei tot januari viel. Hij schrikt van het feit dat ik vermagerd ben. ‘Ja, dat kwam erbij,’ zeg ik. ‘Of beter: dat ging eraf.’
Ik heb de bus van vier uur en uiteindelijk ben ik om half zes thuis. ‘We hebben nog geen bericht van KPN,’ zegt De Vrouw. Op het modem knippert niets meer; alle lampjes die moeten branden, branden. We hebben weer een internetverbinding! En we eten bamisoep.
Na acht uur kan ik veel verder lezen. Ook hoor ik Metheny’s filmmuziek voor A Map Of The World en wat werk van Jansen Barbieri & Karn en Pulse.

Dinsdag 6 mei:
Moet je zien wat ik vanmorgen onderweg naar het werk tegenkom:

140506 01

Op het werk zet ik het gisterenavond doorgemailde bestand op een stick en maak ik mijn begeleidende brief en CV af. Daarna volop andere werkzaamheden. Collega’s vragen me of dat mijn zoon is die vandaag in de krant staat. Wacht, De Zoon vertelde afgelopen woensdag dat er een fotograaf bij De StadsAkkers is geweest. Verder kan ik een boel werkklussen doen en ik ga tevreden naar huis. Op de terugweg haal ik de krant. (Wacht, dat is raar uitgedrukt: ik kóóp de krant van vandaag.)

140506 03 StadsAkkers in De Stentor 6 mei 140506 04 StadsAkkers in De Stentor 6 mei
Thuis is De Vrouw. Zij heeft de krant ook gekocht. Daarnaast is ze moe en voelt ze zich niet goed; ze heeft zich op haar werk voor de rest van de week afgemeld. Ook voor haar is het de afgelopen weken zwaar geweest. Nu het met mij wat vrolijker gaat, krijgt zij de klap.
Ik zet het bestand op de harde schijf. Na de lunch probeer ik het modem op te waarderen. Dat lukt niet; het modem herkent het bestand niet als iets waar hij iets mee kan. Stik. Dan is het op het werk met de oude versie van Windows niet gelukt om het bestand goed op te slaan.
Ik laat me niet gek maken en ‘parkeer’ mijn spanning (met dank aan de psycholoog). De Vrouw moet eens gaan kijken of ze het bestand uit de mail vanaf haar telefoon in een map in diezelfde telefoon kan opslaan. Dan kan ik mooi een rondje lopen langs Turkse winkel, theedoekenzaak en supermarkt.
Als ik weer terugkom, zit De Vrouw nog steeds met haar telefoon te pielen. Ze krijgt het niet voor elkaar. Ik stel voor dat ze naar de provider belt en de situatie nog eens uitlegt. Een week of wat geleden hebben we een totaalpakket (internet, telefoon en televisie) afgenomen en daar hoorde eigenlijk een nieuw modem bij. Dat hoefden we niet, want we hebben al een modem. Nu blijkt ons modem wat ‘verouderd’ te zijn, dus komen ze maar mooi alsnog met de nieuwe aan. Ze belt. Nee, het moet echt lukken met dat bestand, want het nieuwe modem is wel nieuw, maar lang zo goed niet en met lang zo veel aansluitmogelijkheden niet als het oudere model. De medewerker loodst me deels door de procedure heen en dan kan ik het verder zelf wel, zeg ik. Goed, hoe krijgen we het bestand uit de mail in de telefoon op onze harde schijf? Freek! Die is handig in dat soort dingen. De Vrouw gaat contact met hem zoeken; ik ga eten maken. Witlof in ham en kaas uit de oven, tartaartjes en forse salade.
Rond half zes loopt De Vrouw met extern geheugen naar de buurjongen. Binnen vijf minuten is zij terug. Mooi! Alleen: zelfde geval als vanmiddag: het modem herkent het bestand niet als iets waar hij iets mee kan. Rhaaa! Nee: ‘parkeren’. Dat lukt.
Na het eten is Freek er; hij heeft een vriend op sleeptouw. Freek is handig, ziet snel wat er wel en niet werkt. Voor mijzelf is de situatie nogal onoverzichtelijk. Er staan vier mensen om mij heen en allemaal vertellen ze wat er zou moeten gebeuren. Ik moet er dan ook even uitstappen en ga in de keuken zitten. Voor inlogcodes ben ik wel even nodig en dan kan ik in alle rust achter het apparaat zitten. Freek heeft alles gecontroleerd; het zou gewoon moeten werken, dus de storing ligt niet bij ons. Top, Freek! Gaaf dat je hebt willen meekijken en meedenken. Dank je wel!
Wederom contact met de helpdesk. ‘Ach zo. Uw modem is nu wel geüpdated. Er moet nu iets bij KPN gereset en dan heeft u weer verbinding. Morgenochtend ontvangt u een sms wanneer het zover is.’ Fijn. Laat ons bidden.
Dus moeten we deze avond nog door zien te komen zonder internet, telefoon of televisie. Voor mij geen probleem – ik lees me suf, weet u nog wel? -, maar De Vrouw heeft slechts een halve kast vol dvd’s. Ze ruimt een of ander bakje leeg. Wat komen we tegen?

140506 02 Brief uit 1972

Ik lees verder in Het Hof van Barmhartigheid en hoor nog twee cd’s uit het oude Kaipa-platendoosje.

Maandag 5 mei:
Acht uur ben ik op. Na de koffie lees ik de stapel van mijn werk nog eens. Ik ruik kansen. Het levert me geen spanning op, eerder gezonde spanning en goede energie. Ik baal alleen dat ik ziek ben. Zorgvuldig maak ik een mail aan mijn nieuwe leidinggevende; de snelheid van de procedure heeft onze afspraken ‘ingehaald’ en ik stel voor dat ik gewoon mijn wensen instuur met een begeleidende brief waarin ik mijn situatie uitleg.
Vervolgens maar eens naar de markt voor kaas en mandarijnen. Als ik weer terug ben, ga ik het belangstellingsregistratieformulier invullen. Er is ook al mail terug. De baas adviseert me vooral te handelen zoals ik zelf voorstel: open en eerlijk zijn. Ik maak een opzet voor de begeleidende brief. De rest van de dag zal ik vaak even achter de computer gaan zitten om de opzet bij te werken. Ik krijg er energie van!
We lunchen en daarna is het buiten in de tuin zo lekker, dat ik er uitgebreid ga zitten lezen. Ik omhels je met duizend armen is uit en ik begin in Weerborstels, een intermezzo uit De tandeloze tijd. Half vijf ontdek ik dat ik mijn medicatie van twee uur niet heb ingenomen. Ik mis het ook niet; het voelt nog altijd goed.
Om half zes blijkt dat onze internetverbinding er niet is. Ik doe alle bekende kunstjes (modem opnieuw opstarten en zo), maar: geen resultaat. Het dsl-lampje knippert: geen verbinding.
De Vrouw maakt avocadosalade en ik prepareer witlof in ham en kaas, bak tartaartjes en voor De Zoon aardappelen. Alles smaakt voortreffelijk.
Om half acht nog steeds geen internetverbinding. De Vrouw belt de helpdesk van de provider. Er is geen storing bekend; mogelijk is de software van het modem niet up-to-date. Dat is vreemd; waarom gaat alles dan wel goed tot half zes vanmiddag? We krijgen een bestand gemaild (via de telefoon van De Vrouw), maar het lukt niet om het op de pc te krijgen. Het mailtje sturen we door naar mijn werk; morgen zal ik het op een extern geheugen zetten. Het betekent dat we geen telefoon, geen televisie, geen mail en geen internet hebben. De Vrouw kijkt een dvd in de woonkamer en in de keuken schrik ik verschrikkelijk van alle plotselinge geluiden (geschreeuw, schoten, e.d.).
De hele toestand ervaar ik als spannend. Ik merk dat ik gespannen en trillerig ben. Het is druk die ik herken. Toch kan ik het ook ‘parkeren’: goed, dit is spanning, maar ik hoef en kan er nu niets mee; morgen zien we verder. Met dank aan de psychologische behandeling.
Ik lees Weerborstels uit, begin in Het Hof van Barmhartigheid (De tandeloze tijd 3, boek 1), hoor nog een oude Kaipa-plaat en _ism van Jansen Barbieri & Karn.

Zondag 4 mei:
Ik ben dan ook pas om half tien uit bed. Pas na een uur bemerk ik dat ik medicatie niet heb ingenomen. Ik loop naar buiten voor het gebruikelijke zondagmorgenrondje langs de plasticcontainer, Matenpoort en het kanaal.
140504 01140504 02
140504 03140504 04
Dan is er samen koffie. We bespreken hoe het met mij gaat. Er zijn momenten van spanning (de brief van het werk is binnen, ik lees die brief, ik moet ermee aan de slag, plotse plannen, enz), maar kan in mijn hoofd goed schakelen: oké, dit ligt er nu, dit moet ik nu niet doen, nu ben ik te gespannen, ik ga er dan en dan goed voor zitten, dat betekent dat ik het nu los kan laten. Ik heb mijn ‘huiswerk’ van de psycholoog nog niet gemaakt op papier, maar voer de theorie in de praktijk al uit.
De Vrouw heeft het voorjaar in het hoofd en is bezig met koper poetsen. Zoek de verschillen.
DSC_0001
Na de brunch loop ik nog even naar buiten, een rondje door het Kanaalpark.
140504 06 Kanaalpark140504 07 Kanaalpark
140504 08 Kanaalpark140504 09 Kanaalpark
Ik lees aan de keukentafel De gevarendriehoek uit en begin aan het eten. Het wordt een schotel van chorizo, ui, paprika, kikkererwten en het blad van paksoi. Ik hoor PMG en DeWolff, maar onder het eten is het stil. Het gaat goed, maar ik voel me wel gespannen en schrikachtig.
De rest van de avond lees ik in Ik omhels je met duizend armen van Ronald Giphart en hoor ik de eerste twee Kaipa-platen uit de jaren zeventig en Beginning To Melt en Seed van Jansen, Barbieri & Karn. Dan is het kwart over elf en … nou ja.
140504 10

Zaterdag 3 mei – DeWolff in Gigant:
Tussen twee en vier ben ik wakker. Dan slaap ik weer. Om zeven uur lukt het niet meer en ik stap iets na acht uur uit bed. Ik neem vanaf vandaag drie keer een kwart tablet oxazepam en merk gelijk dat alles anders is. Er is beklemming, ik heb bij veel vlagen pijn in de spieren rond mijn nek en hoofd, en ik heb het voortdurend koud.
Ik lees kranten en doe de eerste was. Ook open ik de brief van het werk. Ik moet de komende week laten weten of ik meedoe en voor welke functie en het sollicitatieformulier insturen. Zoals ik me nu voel, moet ik het even van me af leggen; ik ga er maandag in alle rust eens goed voor zitten en bekijk dan hoe het valt in het perspectief van wat ik donderdag met mijn baas heb besproken.
Halverwege de ochtend fiets ik naar de markt. Bij de kruidenkraam is het druk en ik merk dat ik die drukte en opdringerige mensen lastig vind. Snel weer weg. In de Turkse winkel en de supermarkt gaat het wel.
De Vrouw en ik drinken samen koffie. Dan lunchen we. ’s Middags doen we wat klussen in de tuin. Ik maai het gras, bind de druif op en steek gras af; De Vrouw verpot planten. Als ik het resultaat wil vastleggen, merk ik dat de camera geen mooie foto’s maakt. Ik mopper al een tijdje op de nieuwe aankoop, vooral bij donkerte én bij fel licht ben ik niet tevreden. Ik piel wat in het menu en ontdek dat het apparaat al tijden op een hoge lichtcompensatie ingesteld staat. Ik stel het bij en: kijk, dat is al veel beter.
140502 02 kruidenhoek140502 05
Aan het eind van de middag draai ik de nieuwe van DeWolff nog een keer. We bereiden het avondeten voor. De Vrouw maakt een salade van garnalen en komkommer. Ik merk dat ik gespannen ben, last heb van prikkels om me heen, ‘ertegenaan zit’ en schrik van plotselinge geluiden. Daarom wacht ik tot De Vrouw in de keuken klaar is; dan ga ik aan de slag. Groentetaartjes en rosbieffiletlapjes. De Vrouw is in de woonkamer bezig een nieuwe ringtone in te stellen op haar telefoon; het geluid maakt me bijna gek. Toch gaat het goed. Het eten is prima gelukt en smaakt geweldig; de handafwas is samen zo gedaan.
Om half negen zit ik op de fiets en nog geen half uur later ontmoet ik Peter, Reinier en Gea in Gigant. In het café is het voor mij goed te doen en we kunnen wat bijpraten. Een kwartier later gaan we naar de zaal.
Het voorprogramma heet Deaf Charley en klinkt als Beefheart. Best leuk. Het hoofdprogramma blijkt helemaal te gek. De jongens spelen zo’n beetje de hele laatste plaat en het nieuwe materiaal komt geweldig goed uit de verf. Een paar oudere stukken en die vullen goed aan.
Het geluid is mooi, maar luid. Ik heb mijn oordoppen in en het lukt me om geconcentreerd te blijven luisteren. In de zaal is het niet druk, er is alle ruimte en ik sta goed vooraan. Eén water drink ik.
Na afloop spreek ik de jongemannen. Als ik vertel dat ik de plaat gisteren in Amsterdam heb gekocht (op de dag dat hij uitkwam), hem al een paar keer heb gehoord en hem zeer mooi vind, kijken ze op en bedanken ze me. ‘Wat leuk dat je dat zegt.’ Het lijkt of ze zelf verbaasd zijn over hun succes. Mijn cd is voorzien van handtekeningen.
140502 09 140502 13
Ik ga gelijk naar huis. Daar is De Vrouw in de woonkamer een film aan het kijken. Als we even bijkletsen, val ik op de bank bijna in slaap. Het is half een en ik ben doodmoe. Vierentwintig weken.

• • •
 

26-04-2014

B-log: 26 april t/m 2 mei 2014

Filed under: B-log 2014 — bazbo @ 07:51

Vrijdag 2 mei – dagje Amsterdam:
Op tijd op, weer. Vandaag een ‘uitje’ op het programma. Om half negen zitten we op de fiets en om negen uur in de trein naar Amsterdam.
Half elf precies ontmoeten we Rikus in de Coffee Company in De Pijp. Het is fijn hem te zien en te spreken; we kunnen flink bijkletsen. Mooi dat het zo goed met hem gaat. Hij heeft zijn eigen columnsite opgezet en vraagt me zo ongeveer om – als ik weer voldoende hersteld ben – daaraan bij te gaan dragen. Da’s lief van hem.
Aan het begin van de middag lopen we over de Albert Cuyp. We lunchen in café Schilder en daarna wandelen we naar de Utrechtsestraat. In Concerto koop ik Roxy by proxy (FZ), Grand Southern Electric (DeWolff), La Tsadika (Mor Karbasi) en Unity Village, een goedkope (bootleg)concertcd van de vroegste Pat Metheny Group.
Eigenlijk heb ik het dan wel gehad; ik merk dat ik moe word. We besluiten terug te gaan naar Apeldoorn. Iets over vier staan we op het station en de intercity naar Deventer komt om half vijf op perron 10b. Iets voor half vijf krijgen we het bericht dat de intercity naar Deventer een half uur vertraging heeft; door een kapotte goederentrein is er geen treinverkeer mogelijk tussen Sloterdijk en Amsterdam Centraal. Wat gaan we doen? Op het perron zijn geen borden, dus terug naar de stationshal. Aha, we kunnen via Utrecht; de trein naar Maastricht vertrekt om tien over half vijf vanaf perron 5b. Op perron 5b blijkt dat de trein naar Maastricht – door vertraging van andere treinen – vertrekt vanaf perron 8a. Op perron 8a stappen we in de trein naar Maastricht. Die zit klemvol, maar toch vinden we een plaatsje. Om tien over half vijf roept de conducteur om dat in verband met een technisch probleem deze trein niet rijdt. Oké, we gaan terug naar perron 10b, waar de trein naar Deventer misschien toch komt, weliswaar vertraagd. Om vijf uur komt daar de intercity naar Hannover. Veel passagiers stappen in; de trein lijkt overvol. Op aanraden van een conductrice wandelen we naar de eerste twee wagons; die zijn helemaal leeg. Om zes uur komen we aan op het station in Apeldoorn. We fietsen via de supermarkt naar huis.
Er is post van mijn werk: het zal de brief zijn waarin staat hoe mijn functie gewijzigd wordt en waarop ik kan solliciteren. Morgen zal ik hem eens gaan bekijken. Nu even niet. Niet dat het me nu veel spanning geeft, maar de dag is vermoeiend geweest en ik wil de brief op m’n gemak tot me nemen. Dat kan ik nu niet.
De Zoon wilde net pizza’s in de oven stoppen en dat vinden we een goed idee. Na het eten en de afwas ben ik alleen in de keuken. Mijn nieuwe plaatjes spelen. Vooral Mor Karbasi ontroert me, maar dat deed ze altijd al wel. Ik lees ook nog wat en het is elf uur als ik erg moe naar bed ga.

03 E DriekOplopers 04 Albert Cuyp 08 Stadhouderskade 10 Concerto - Utrechtsestraat

Donderdag 1 mei:
Wel geslapen, maar in fragmenten. Ik sta op tijd op. Om half tien loop ik de deur uit en neem ik een bus naar Arnhem. Daar stap ik over op een lijn naar Velp. Ik ben om elf uur al bij het kantoor van de nieuwe baas, terwijl ik een afspraak heb om half twaalf. Geen nood, er is een pc’tje en ik kan even mail controleren en dergelijke.
Dan: een goed gesprek. De nieuwe baas is iemand met wie ik kan praten. Zij ook met mij. Ik vertel hoe het momenteel gaat. Dat ik eindelijk erken dat ik ziek mag zijn en dat ik daardoor veel rust in mijn hoofd en de dag ervaar. Wat nog wel een zorg is, is de toekomst: de ontwikkelingen in de (re)organisatie. ‘Hoe gaan we dat doen?’ vraagt ze. Kijk. Ik ga volgende week naar een informatiebijeenkomst over de procedure rondom de nieuwe functie(s), zij organiseert een nieuw gesprek waar de personeelsadviseur ook bij is, ik kaart alles aan bij de behandelaar met de vraag: hoe ga ik in de sollicitatieprocedure het beste te werk, zeker nu ik in een re-integratieproces zit. Ikzelf kies wel voor openheid: ik wil graag meedoen en een kans maken, maar kan op dit moment niet functioneren op professioneel niveau en een sollicitatiegesprek voeren of assessment doen. Ik ga met een goed gevoel het gesprek uit. Dit komt wel goed.
Om half vier ben ik thuis. Het is mooi weer, dus dat wordt buiten zitten. De Vrouw gaat met een clubje mensen uit eten. Ik speel We live here en Quartet van Pat Metheny Group (over verslavend gesproken!) en kook voor De Zoon en mijzelf: spaghetti met forse pastasaus van gehakt, uien, gele paprika, pepers, prei, gezeefde tomaten en Italiaanse kruiden. Met Parmesan.

140501

Na de handafwas kan ik in alle rust verder lezen en luisteren. Little Feat tijdens Pinkpop 1976, bijvoorbeeld. Het is na elven als ik naar bed ga.

Woensdag 30 april:
Vreemde nacht, weer. Ik ben om een uur wakker, om zes uur ook en iets voor acht uur gaat de telefoon. Ik kom van ver, maar begrijp dat het de reparateur van de vaatwasser is. De Vrouw neemt de telefoon van De Zoon over.
Half negen ben ik beneden. Het voelt allemaal wel oké. Ik begin met het eten, want De Vrouw werkt vandaag vreemde tijd: van half vijf tot negen. De bamisoep is om elf uur klaar; tweederde van de Strange Cargo-trilogie door William Orbit heb ik er dan ook al doorgedraaid.
Ik wandel even naar buiten en loop via het kanaal naar een supermarkt.

Het is mooi weer! In de tuin begin ik te lezen in Het hijgend hert van Gerard Reve. Tegen een uur of twee is de soep klaar. Zelf eet ik een paar boterhammen met kaas en sla.
Nog steeds mooi weer. Lezen in de tuin. Ook fiets ik even naar een andere supermarkt en koop een tomaten-, een paprika- en een komkommerplant.
In de tuin lees ik het boek uit. Dan begint het te druppelen. Even later regent het. De Vrouw gaat werken. Om zeven uur eten De Zoon en ik. Bamisoep. Verrassend, niet? Er is muziek van Kadaver en de resterende drie plaatjes uit de Genesis Archive 1969-75 box. Fijn. Ik begin te lezen in De gevarendriehoek, het tweede deel uit De tandeloze tijd. Verslavend, deze cyclus. Zeer verslavend. De beschrijving van de hoofdpersoons jeugd sleept me mee. En er zijn zo veel toevalligheden of overeenkomsten: ik heet ook Albert, mijn vader werkte ook bij Philips, de scouting, het ervaren (of juist niet) van de tijd, ga zo maar door.
Over tijd gesproken: het is inmiddels alweer elf uur geworden en ik ga naar bed.
Is dit allemaal nog interessant? Ik lees terug en vraag het me af. Er gebeurt weinig tot niets. Nu zijn er schrijvers die hun hele oeuvre hebben gevuld met niets, maar zo’n schrijver wil ik toch niet echt zijn. Ik heb niet eens het idee dat ik schrijf, momenteel.

Dinsdag 29 april:
Om zes uur wakker. Wel goed en diep geslapen. Kwart over zeven uit bed. Het gaat goed!
Ik fiets door de (stromende) regen naar het werk. Niet erg. Daar allerlei dingen doen die ik wil doen; lekker.

140429 02 vreemde vogel

In de middag kan ik kalm aan doen. Een enkel boodschapje, een mailtje, een telefoontje (over een kapotte vaatwasmachine), een cd’tje. Of nee, twee. Drie.
Er is contact met Rikus; we gaan hem vrijdagmorgen ontmoeten in Amsterdam, als alles goed gaat.
Dan eten maken. De ovenschotel van bieten, witlof en peer, een andere pan van misome met blauwe kaas, ten derde gehaktballen en erbij een salade. Lekkâh.
Ook lekker is de avond. Ik kan veel lezen (Vallende ouders is uit) en ondertussen heb ik mooi de platen van Crimson ProjeKCt en The Crimson Jazz Trio, het album Wall Street Voodoo (Roine Stolt) en Stories Across Borders (Jansen Barbieri) gedraaid.

Maandag 28 april:
Tussen vier en zes lig ik wakker; geen idee waarvan en waarom. Ik slaap wel weer in en ontwaak iets voor half negen. De Vrouw gaat aan het werk en vertrekt.
Ik doe huishoudelijke klussen (planten water, toiletten schoonmaken, was vouwen, de eerste twee symfonieën van Gustav Mahler door de kamer draaien) en een paar noodzakelijke boodschapjes.
Verder is het lekker rustig. Ik werk de webstek wat bij terwijl Mozart en Bach hun werk doen.
Om drie uur komt mijn vader op bezoek. We kletsen samen bij en het is goed. Zo tegen half vijf gaat hij weer naar huis.
Ik maak het eten: stamppot van zoete aardappel en raapstelen met kerrie, daarnaast verse worst en een sla.
In de avond lees ik verder in Vallende ouders en hoor ik King Kong (Jean-Luc Ponty), Hydrophonia (Roine Stolt), de oude demo’s uit de Genesis-box en Changing Hands (Jansen Barbieri Takemura).
Een kalme, maar goede dag vandaag!

Zondag 27 april:
Het regent lichtjes als ik om een uur of negen beneden kom. Geen ramp. Ik neem eerst maar eens een kop koffie.
Als ik naar buiten ga, regent het niet meer lichtjes. Niet erg. Ik loop mijn gebruikelijke zondagmorgenrondje langs de plasticcontainer, Matenpoort en het kanaal.

140427 01 140427 02

Als ik terugkom, drinken we koffie; daarna is het lunchtijd en dan is er rust in de keuken.
Ik begin in De tandeloze tijd, met De slag om Blauwbrug, de proloog. Het is zo uit. Even De voorzitter van Giphart ertussendoor. Ondertussen spelen de laatste Transatlantic en Ayreon en Moonflower van Santana en maak ik avondeten: een stoof van sucadelappen, wortel, paksoi en ras-el-hanout met daarnaast salade. Zo op.
In de avond lees ik Giphart uit en begin ik aan Vallende ouders, DTT1. Het is mooi, het is goed! Waarom heb ik dit nooit eerder gelezen? Het werk grijpt me en ik laat me fiks in het verhaal zuigen. PMG draait op de achtergrond, daarna Everything is healing nicely van Zappa en Gabriel’s filmmuziek Passion.
Een goede dag. Het is elf uur en ik ben weer erg moe.

Zaterdag 26 april – Koninginnesdag:
Paar keer wakker geweest vannacht, maar ook een paar keer goed diep geslapen. Om kwart over acht wil ik er echt uit.
Koningsdag, vandaag. Ga ik mee de drukte in? Ga ik dat redden? Ik weet het nog niet; ik zie wel.
Na koffie wandel ik naar de Turkse winkel en koop aardbeien en brood. We lunchen. Tegen twee uur gaan we hidihi ophalen en dan fietsen we naar het centrum van Apeldoorn.
Vrij snel zitten we op het terras bij het ACEC-gebouw. Net als vorig jaar is er een Duitse bierstube. Robert en Marja komen er ook bij. Op zich is het er niet heel druk en vind ik het goed te doen, maar na een tijdje begin ik alle geluid als lawaai te ervaren. Gesprekken kan ik niet meer volgen en ik merk dat ik het niet leuk meer vind en het niet lang meer red. Ik neem afscheid van een ieder, zoek mijn fiets op en ben om kwart over vijf thuis.

140426 10 Adnan E 140426 13 Robert Luuk E hidihi Marja

De kalmte in huis doet me goed. Ik doe nog wat was en lees. Het lukt me om iets te eten: de spaghetti van donderdag. De rest van de avond breng ik in alle rust door; ik lees verder aan de keukentafel, met de blazende wasdroger in mijn rug.
(‘Drank four cups of tea this morning and have peed the equivalent of seven cups. Isn’t the human body marvellous? I might try eating 1 pound coins next.’ – Rick Wakeman)
De was is gedaan, de PROG is uit, het is kwart over elf. Ik ga naar bed. Drieëntwintig weken. Hatseflats.

• • •
 

19-04-2014

B-log: 19 t/m 25 april

Filed under: B-log 2014 — bazbo @ 07:52

Vrijdag 25 april:
Ik ben tussen vier en vijf wakker, maar verder slaap ik redelijk goed. Half negen ben ik beneden. Het belooft een mooie en zonnige dag te worden, maar het is nog bewolkt en grijs.
Wat moet ik vandaag doen? Medicatie ophalen, wat boodschappen doen. Meer niet. Ik haal medicatie op en doe wat boodschappen. Meer niet.

140425 01 Langs het kanaal 140425 02
140425 05 140425 06

In de middag zit ik in de tuin te lezen. Aan het eind van de middag ga ik eten maken. The Celtic Harp door The Chieftains zet ik op. De soep ook. Courgettesoep wordt het. Ik bak shoarma, knal een guacamole in elkander en maak sla. Alles lukt, alles smaakt, alles vult. Mooi.
Na het eten gebeurt er iets met me. Ik zit alleen in de keuken aan tafel en plots wil ik even niet lezen. Ook de muziek mag uit blijven. Het voelt niet goed en ik huil een paar tranen. Wat is dit? Ik heb vanavond (voor het eerst) een kwart tablet oxazepam genomen, in plaats van een halve. Lang duurt het gelukkig niet. Ik kan weer verder lezen en Cosmik Debris komt uit. Ik begin in de PROG, vandaag binnengekomen.
Iets na half elf ben ik toch zo moe, dat ik wil slapen. In bed huil ik nog heel even, maar het is ook gauw voorbij.

Donderdag 24 april:
Zes uur gaat de wekker. Als ik beneden kom, verstoor ik natuurlijk het ritueel van De Zoon. En hij het mijne. De radio staat aan, De Vrouw komt ook in de keuken en ik ervaar alles als verwarrend, onoverzichtelijk en lawaai.
We zitten om half acht op de fiets. Eerste behandelsessie om acht uur. Kijk, nu wordt het interessant. Ik krijg een methode aangereikt om spannende situaties te analyseren, die vast en zeker goed bruikbaar en helpend is. Aan de slag, de komende dagen. En doorgaan met afbouwen van medicatie; ik zit nu op drie maal daags een halve oxazepam.
Negen uur staan we weer buiten. De Vrouw gaat naar haar werk; vandaag is ze twaalfenhalf jaar in dienst en viert dat met een teamdag en een etentje. Ik rijd door naar mijn eigen werk.

140424 01 oude politiebureau gesloopt 140424 02 oude politiebureau gesloopt
140424 03 oude politiebureau gesloopt 140424 04 oude politiebureau gesloopt

Daar doe ik nog wat korte klussen, werk verder aan het actualiseren van het Digitaal Handboek en heb een kort overleg met de teamleider. Voorlopig blijf ik twee ochtenden van ieder drie uur werken; het is goed om het ‘lijntje’ met de werkvloer te houden, ik blijf op de hoogte van ontwikkelingen en de werkzaamheden zijn niet belastend.
Weer thuis wacht ik op de meneer van de vaatwasreparatie. Ondertussen probeer ik of ik nu wél iets online kan bestellen en ik kijk of het lukt met Travels van Pat Metheny. Tot mijn eigen stomme verbazing gaat het goed! Nu ligt dat album binnenkort hier in de brievenbus! Help!
Ik maak tosti’s en plots staat die meneer van de vaatwasreparatie voor mijn neus. Niet alleen het verwarmingselement, maar ook de hele motor blijkt kaduuk. Mede omdat we al twee weken wachten op hun actie (ze hadden ons verwisseld met een andere klant), gaat de heer kijken of hij iets voor ons kan regelen: óf een goedkoop herstel, óf een goedkope deal voor een nieuwe. Mooi. Ondertussen draai ik Górecki (door het Kronos Quartet) en Grieg en Sibelius en Léos Janacek.
In de tuin is het warm en aangenaam. Ik ga er zitten en lees. De middag kabbelt voorbij en ik vind het prima. Vrij op tijd begin ik aan het eten. De Vrouw eet niet mee, dus kunnen De Zoon en ik ons vergrijpen aan pasta. Dat doen we dan ook. En snel.
Vroeg in de avond stap ik op de fiets. De Vrouw viert haar etentje in het ACEC-gebouw en ik ga er wat foto’s maken. Ze hebben een leuke dag achter de rug, het eten blijkt heel goed te zijn en de twee jubilarissen hebben het goed naar de zin. Peter wandelt voorbij en komt even binnen om me te begroeten. Ik zie dat het met hem ook niet zo goed gaat; hij vertelt dat hij opnieuw een tijd thuis is, het werk lukt hem niet en hij heeft zorgen in zijn gezin. Hij vertelt ook dat hij mijn blog leest (lees: dit) en dat hij het waardeert. Het is goed dat we elkaar even zien; eigenlijk hebben we niet zo veel woorden nodig om elkaar te begrijpen. We denken aan elkaar, dat is duidelijk. En we proeven van de tiramisu die Adnan heeft gemaakt; schandalig gewoon, daar eet je veel te veel van. Was ik meer dan twintig kilo kwijt? Dan heb ik die er nu weer aangegeten.
Iets na negen uur zijn we weer thuis. Even uitblazen en napraten. Dan is het half elf en ben ik toch echt heel moe.
Zomaar een foto van vandaag:

140424 05

Woensdag 23 april:
Opnieuw een nacht met korte vlagen van diepe slaap. Ik ben wakker om een uur, ergens om vier uur en om zes uur, maar wordt plots moeilijk wakker om acht uur. Vreemd.
De Zoon is al naar zijn werk; De Vrouw ligt nog uit te rusten. Ik lees de krant en verdiep me aansluitend in het ‘huiswerk’ van de behandelaar. (Morgen vroeg de eerste sessie, weet je nog?) Veel nieuws lees ik niet; het bevestigt wat ik weet. Balans tussen draaglast en draagkracht, enzovoorts. Daarnaast moet ik klachten bij stress aangeven en ik vink een heleboel aan.
Als De Vrouw wakker is (ze is nog steeds moe; de situatie blijft belastend ook voor haar, daarnaast heeft ze morgen een spannende dag op het werk) drinken we verse koffie.
Ik fiets naar het centrum van Apeldoorn en koop bij die boekwinkel de cassette met de acht delen van De tandeloze tijd door A.F.Th. van der Heijden. Vijftig procent korting; zelfs Iwan, de eigenaar van de winkel, vindt het een mooi prijsje.

140423 02140423 03

Als ik weer thuis ben, maak ik lunch: dezelfde groentetaartjes die ik Eerste Paasdag ook had geserveerd. Niet precies dezelfde (ze zouden bedorven zijn), maar met de resterende aubergine, courgette, tomaat en basilicum. Nog steeds lekker.
We stappen op de fiets en rijden naar het centrum. De Vrouw wil her en der wat kleding bekijken en uiteindelijk schaft ze een pot keramiek aan in een kringloopwinkel. Verder zeg ik niks.
In de tuin kan ik nog wat zitten lezen tot een uur of vier. Dan begint het te regenen. Geen probleem; ik begin wel met het eten. Wat zullen we vandaag ’s nuttigen? Er ligt nog een boel prei, dus we maken er bamisoep van; dat vindt iedereen hier in huis altijd wel een succes. Hoor ik onweer buiten? Of zit het in de muziek van Igor? Strawinsky’s L’Oiseau de feu en Sacre du printemps spelen door het huis, vandaar. Daarna draai ik American Garage en First Circle van Pat Metheny Group. Mooie platen, ook. Ik zou (meer van) de oude albums van Metheny op cd moeten kopen; laatstelijk liep ik mij te bedenken dat Travels zeker een plek in mijn album-top-tien-aller-tijden moet krijgen.
De bamisoep is vertrouwd goed en de kleine Turkse pepers zijn heet! Na het eten lees ik verder en beluister ik Cartography van Arve Henriksen, The Yellow Shark van Zappa en Sixteen Men of Tain door Allan Holdsworth.

Dinsdag 22 april:
Heb ik geslapen? Ja, maar ik ben wakker tussen half een en twee en tussen drie en vijf. Daarna nog een korte tijd onder zeil. Ik sta ‘moeilijk’ op om kwart over zeven. Eenmaal beneden gaat het goed en ik stap opgewekt op de fiets.
Weer een collega die een klus aanbiedt! Deze keer voor een andere directeur. En weer zeg ik ‘m af. Ik rond wat werkzaamheden af en ga verder met wat andere. In alle rust. Da’s mooi. Da’s fijn.
Om twaalf uur is het nog droog en redelijk weer. Ik fiets via een supermarkt naar huis; daar ruim ik wat op, maak ik wat schoon en lunch ik. In de tuin schijnt de zon! Ik lees er, terwijl vioolconcerten van Prokoffief en Stravinsky spelen.
Vanavond wil ik pesto maken, maar ik heb geen pijnboompitten. Die moet ik dus kopen. Daarvoor wandel ik langs het kanaal naar een winkelcentrum. Raad eens? Ik koop ze. Van wie heb ik trouwens ooit dit ding gekregen? Het hangt al meer dan een half jaar onder onze carport, maar ik weet nog altijd niet wie het ons heeft geschonken.

140422 02

De Vrouw is even thuis; ze boekt online treinkaartjes voor juli. Ik lees nog wat verder in de tuin. Dan gaat De Vrouw weer werken en ik start met voorbereiden van het eten. Het wordt een stamp van knolselderij, raapstelen, gemengde bladsla en uitgebakken spekjes. Erbij komen runderworsten en pesto.
Telefoon! De Vrouw. Of ik een nummer wil doorgeven dat staat in de telefoon die aan de oplader ligt. Ik heb die telefoon nog nooit in mijn handen gehad. Na vier handelingen raak ik aardig in paniek. Uiteindelijk is het dankzij De Vrouw die aan de andere kant van de lijn heel rustig blijft instrueren, dat het toch lukt. Als ik ophang, kijk ik op de klok. Tijd voor mijn pilletjes.
De pesto is klaar. De rest van het avondeten ook snel en iets na zeven uur kunnen we aan tafel.

140422 05 groene pesto

Alles smaakt. Ten toetje is er nog tiramisu-ijs en vers fruit (overgebleven van gisterenavond) voor de liefhebbers (De Zoon en De Vrouw). Ik luister naar New Chatauqua van Pat Metheny, Zappa’s 200 Motels en Last night the moon came dropping its clothes in the street door Jon Hassell. Inmiddels heb ik Het boek van Violet en Dood uitgelezen en ben ik begonnen aan Cosmik Debris van Greg Russo.
Het gaat goed. Ik heb een prima avond.

Maandag 21 april: Tweede Paasdag
Opnieuw goed geslapen! Om negen uur ben ik op. Eieren koken, koffie, planten water, noem maar op.
Ik ga een eindje wandelen, deze keer langs de plasticcontainer en door het Matenpark.

140421 09 140421 10
140421 14 140421 15

Als ik thuiskom, heeft De Vrouw de tweede paasbrunch bijna klaar. Ik voel me opgejaagd; let wel, ik word niet opgejaagd, maar ik voel me opgejaagd. Daarnaast ben ik gespannen en verward. Ik eet niet veel.
In de loop van de middag ga ik nog een keer naar buiten. Geld halen. Via Kayershof en Adelaarsplein naar kanaal.

140421 16 140421 18

140421 19 140421 22

Ik kom ‘rustig’ thuis. hidihi komt iets drinken. Ik bereid het avondeten vast voor: de ‘beroemde’ gorgonzola-eieren. hidihi blijft nog eten ook!

Het is gezellig; bij vlagen erg druk aan mijn hoofd. Af en toe moet ik me even terugtrekken, omdat ik het niet meer kan volgen. Ik schrik van plotse geluiden,  voel me gespannen en vind het moeilijk om erbij te blijven. Ook voel ik me opgejaagd en ervaar ik druk op mijn hoofd. Toch lukt het me.
Om een uur of negen is er weer rust. Ik kom op adem en kan wat verder lezen. Mooie zin: ‘Alleen zijn is meestal nog te dragen, het zich verlaten weten nooit.’ (Gerard Reve, Het boek van Violet en Dood.) Tegen een uur of elf ben ik erg moe.
Sinds donderdagmiddag is het al stil in huis; geen muziek.

Zondag 20 april: Eerste Paasdag
Ik kan zelfs redelijk slapen. Toch ben ik om half zeven al wakker. Om half negen moet ik echt uit bed.
Na wat koffie maak ik het gebruikelijke zondagrondje langs Matenpoort en het kanaal. Het is mooi weer! Lekker.

140420 02 140420 04
140420 05 140420 07

Weer thuis maak ik verse koffie en eten De Vrouw en ik ons ongans aan gevulde paaseitjes. In de tuin word het ook aangenaam.
Vandaag wordt een kalme dag. De hele situatie rondom mijn ontwenningsverschijnselen hakt er nogal in. Niet alleen bij mij, maar bij ons hele gezin. Vandaag en morgen moet er dus niets en willen we rust. Op ons dooie gemak maken we een paasbrunch.

DSC_0001

In de middag stap ik op de fiets. Ik rijd naar mijn oude woonwijk Orden, rijd daar rond en doorkruis het Orderbos. Een hele fotoserie schiet ik, voor als mensen ooit een literaire wandeling willen maken. (Niet lachen. Doe ik ook niet.)
Om vijf uur ben ik thuis en ga ik nog wat in de tuin zitten. Dan begin ik met het avondeten: groentetaartjes en lamsfilet. Toe maar.

DSC_0143DSC_0145

Na de (hand)afwas kan ik een stuk van het journaal meekijken en vervolgens in de keuken (en in stilte) verder lezen. Phileine zegt sorry is uit en ik ga om half elf naar bed. Ik ben heel moe, maar ik heb een goede dag!
De godganse dag in mijn hoofd: Strictly Genteel, Sealed Tuna Sandwich en andere thema’s uit 200 Motels (Zappa).

Zaterdag 19 april:
Tweeëntwintig weken.
Je gelooft het niet, maar ik heb vannacht wat geslapen. Ik was wakker om een uur drie, rond vijven en om zeven uur. Om half negen ben ik beneden.
De gebruikelijke zaterdagmorgenklussen beginnen: de was, de kranten, enzovoorts. Ik wil de draadloze hoofdtelefoon verplaatsen naar het bureau waar de pc staat; binnenkort wil ik eens kijken of ik een (deel van een) dvd kan zien en dan moet ik me even kunnen concentreren en dat gaat het beste als ik me afsluit van de omgeving en dus een hoofdtelefoon op heb. Er moeten wat stekkers op een andere manier georganiseerd in het stekkerblok en daarvoor kruip ik onder het bureau. Ik peuter wat los en stop er weer wat terug en dan ben ik er eentje kwijt? Waar is die ene stekker gebleven? Die moet hier toch hangen? Ik raak helemaal in paniek. Normaal gesproken zou ik rustig alles even nalopen, maar nu lukt dat niet. Gelukkig vind ik ‘m na nog geen dertig tellen die uren duren.
Na een kop koffie ga ik naar buiten. Ik loop langs het kanaal naar de Turkse winkel en haal brood, pruimen en avocado. Als ik weer terug ben, maak ik koffie met de maler en de cafétière. Met De Vrouw in gesprek ontstaan plots allerlei plannen voor vandaag: naar de markt, naar Record Store Day in een platenwinkel en in Gigant, naar de boekenwinkel, misschien wil De Zoon ook wel mee. Ik merk dat het me te veel is of wordt.
Dan gaan we de lunch voorbereiden. Alles staat al klaar; alleen een paar kazen moeten nog uit de verpakking. Ik krijg het niet voor elkaar en leg het van me af. De Vrouw wil me helpen en het van me overnemen; daar word ik boos van; daar wordt zij ook weer boos van; daar krijg ik een huilbui van en ik moet even alleen zijn. Eten kan ik niet meer.
Na een half uurtje, als ik weer alleen aan de keukentafel zit, wil ik verder tot rust komen. Ik hoop zo dat het niet verder fout gaat. Het gaat niet fout. Het gaat écht niet fout. Fout. Het gaat toch fout. Ik krijg een angstaanval. Na een tijdje lijkt die wat voorbij en moet ik naar buiten, lopen.
Als ik weer terugkom, blijkt dat ik mijn sleutels niet bij me heb. De Vrouw laat me binnen. Het is half vijf; ik ben tweeënhalf uur weggeweest. Waar of ik helemaal ben geweest. Ik weet het niet. Het duurt nog zeker anderhalf uur voor het echt beter gaat. De Vrouw is inmiddels begonnen met het diner en ik help met het braden van het vlees.
Aan tafel kan ik wat eten, niet veel. Plots komt er het een en ander van vanmiddag terug. Ik ben langs Kanaal Zuid gelopen en heb allerlei spullen, waaronder mijn telefoon en de bankpas, diep in de binnenzakken van mijn jas weggestopt, uit angst dat ik alles het kanaal in zou gooien. Ook kan ik De Zoon vertellen wat er nu aan de hand is: ik ben medicatie aan het stoppen waaraan ik verslaafd ben; wat je ziet zijn ontwenningsverschijnselen.

140419 01 frittattaart 140419 03 kalfsmedaillons met frittattaart en salade

Na het eten moet ik nog lang rustig zitten. De Vrouw en De Zoon gaan een film kijken. Ik heb veel last van het geluid, maar kan uiteindelijk toch wat lezen. De biografie van Zappa door Barry Miles is uit en ik begin in Phileine zegt sorry door Ronald Giphart.
Om half elf ben ik doodmoe en ga ik naar bed.

• • •
 

17-04-2014

B-log: 12 t/m 18 april 2014

Filed under: B-log 2014 — bazbo @ 12:31

Vrijdag 18 april:
Ik was om elf uur naar bed gegaan en ben om half een alweer wakker. Veel slaap ik niet meer, bij vlagen vluchtig en kort. Om half negen sta ik op. Ik voel me nog altijd leeg en er is wat druk in en op mijn hoofd. Verder ben ik moe en gespannen.
Wat huishoudelijke klusjes, ik maak verse koffie en ik doe de laatste (paasweekend)boodschappen in een supermarkt. Het is er in mijn beleving heel druk en ik weet niet hoe snel ik weer weg moet zijn.
We lunchen samen en dan stap ik op de fiets. Om drie uur ben ik bij Erna; voor haar heb ik vier jaar lang (tot mei 2013) de persoonlijk assistent, mede ondersteunend op inhoud, mogen zijn. Sinds mei 2013 heeft ze een andere baan bij een andere organisatie. Ze vertelt dat ze is geschrokken van mijn verhaal en situatie. Het is fijn en goed om haar even te zien. We kletsen bij. Ze kan natuurlijk niet echt iets voor me doen (dat had ik ook niet verwacht), maar haar woorden steken me een hart onder de riem. Ik houd haar op de hoogte.
Rond vijf uur ben ik weer thuis. Ik ben moe en warrig, schrik van alle plotse geluiden en dat zijn er nogal wat. De Vrouw heeft een mooie salade niçoise gemaakt.

140418 01 salade niçoise

Na het eten kan ik niet veel meer. Ik zit in de keuken en kan wat verder lezen; muziek lukt dan weer niet.

Donderdag 17 april:
Zowaar, ik sta monter en vrolijk op. Is er iets van mij afgevallen of zo? Ja, twintig kilo, maar verder? Niet dat ik weet.
Het is zonnig maar koud op de fiets. Op de markt achter de Anklaar haal ik mandarijnen en biologische kaas. Dan het laatste eindje naar het werk. Ga ik koffie drinken bij collega’s? Nee, ik ga niet koffie drinken bij collega’s. Vandaag geen zin. Toch voel ik me opgeruimd en helder. In het kantoor zet ik Satie aan en ga ik aan de slag met verschillende dingen. Plots staat er een mevrouw voor mijn neus met een boeket bloemen. Voor mij, zo blijkt. O. Als ik het kaartje erbij lees, ontdek ik dat het vandaag secretaressedag is. O. Verder lekker gewerkt. Een klus die er al ligt vanaf dat ik ziek ben, heb ik grotendeels gedaan. Het voelt goed.
Thuis neem ik nog een kopje koffie en draai ik Gone To Earth van David Sylvian. Sommige dingen zijn nu eenmaal noodzakelijk in dit leven. Het is zonnig buiten. Zal ik ’s kijken of ik in de tuin kan zitten? Weet je wat? Ik doe het. Ik kijk niet alleen, ik ga er nog zitten ook en houd het er zelfs een uurtje uit. Eet er een boterhammetje, lees wat, kijk voor mij uit. Dan weer naar binnen, want de wind is kil geworden. De Vrouw is er. Het boeket blijkt afkomstig van Herma, mijn huidige manager. Daarnaast zit er bij de post een pakket van mijn bestuurder: om me te ontspannen in deze ontregelende tijden schenkt hij de film Yo, También. Ik heb een burnout en ben niet mongloïde, mocht u dat denken. Ik denk dat de bestuurder dat ook niet denkt, of zelfs niet eens weet (dat ik een burnout heb). Ik stuur beiden (manager en bestuurder) een bedankmail (iemand moet het toch doen). Tim heeft een mooie mail gestuurd en ik beantwoord die graag; ook werk ik de blog bij.
De Vrouw gaat weer werken. Ik wil online Zappa’s Roxy by proxy bestellen, maar het lukt me niet met betalen. Deze tegenslag maakt me boos en verdrietig; ik voel me weer onmachtig en nutteloos. Dan ga ik maar eten koken: stamppot van pastinaak en pompoen met wortel erdoorheen. Erbij kebabballen in rodewijnjus en sla. Uit de stereo klinken de stemmen van Mayra Andrade, Fatoumara Diawara en Mor Karbasi.

140417 stamp van pastinaak pompoen en wortel met ballen in rodewijnjus

De dis pakt mooi uit. Echter, mijn stemming wordt minder goed en ik eet niet veel. Ik ben moe, schrikachtig en stil. Voel druk op mijn hoofd en leegte. Het lijkt wel of ik de plotselinge ‘drukte’ niet aan kan; ‘het hele gezin’ is om mij heen en ‘jaagt me op’. Onzin natuurlijk, maar mijn malle hoofd beleeft het zo.
Na het eten lukt het me na enige tijd om wat verder te lezen. Wat niet lukt, is muziek.

Woensdag 16 april – dagje Deventer:
Vandaag vijf maanden.
Nee, fijn geslapen heb ik niet. Maar we zijn op tijd op. De Vrouw moet vandaag voor controle naar Deventer en daar maken we een dagje van. Iets na negen uur hebben we de trein en ruim voor tien uur zijn we op de afspraak bij het RISO. Om half twaalf wandelen we door het centrum van Deventer. We struinen wat winkeltjes af en in een van die winkeltjes vind ik een dubbel-dvd met documentaire en liveopnames van Asia voor de schandalig hoge prijs van twee euro. We lunchen in De Waagschaal op de Brink.

140416 05140416 13 lunch

Dan wandelen we weer richting het station. We komen langs Plato. Even naar binnen. Niets gekocht. De afdeling is niet groot, maar er ligt heel veel waar ik erg hebberig van word. We hebben de trein van twee uur terug naar Apeldoorn. Lekker op tijd.
Vanaf het station fiets ik langs een supermarkt voor de bijna laatste paasboodschappen. Om drie uur zit ik in het zonnetje in de tuin. Ik lees Bezorgde ouders uit; bij vlagen vind ik het zeer grappig – vooral als de dubieuze standpunten en het drankgebruik van de hoofdpersoon aan de orde zijn – , bij andere vlagen word ik onwel van de onophoudelijke beschrijvingen van liefdessperen, contouren in strakke broeken en ronde jongensbillen.
De Vrouw gaat werken; ik ga eten maken. Het is weer eens tijd voor bamisoep. Hoop prei weer in het groentepakket, vandaar. Beetje Mozart en Sibelius en Steinway to heaven erbij kan nooit kwaad. Om iets na zeven uur kunnen we aan tafel en iets voor acht uur is alles op en opgeruimd. Ik ga lezen in Zappa door Barry Miles, al luisterend naar Zappa’s Civilization Phaze III. Ik houd van zijn synclavierwerk en zijn composities.

Dinsdag 15 april:
De wekker haalt me uit mijn slaap. Ik kom van ver, maar ik sta toch ‘goed’ op.
Op de fiets is het koud en ik heb wind tegen. Ik heb dan ook mijn handschoenen aan, maar de zon schijnt.
Op het werk open ik mail. Verhip, ik krijg van een grote directeur de vraag of ik per onmiddellijk allerlei inhoudelijke projecten kom ondersteunen. Leuk, mooi, fijn, maar ik moet het niet doen. Ik heb nog onvoldoende energie en overzicht om op mijn oude niveau te functioneren, laat staan dat ik nieuwe taken kan oppakken en me verder ontwikkel (hoe graag ik dat ook zou willen).
Daarnaast blijkt er onder collega’s allerlei commotie te zijn ontstaan over de aanvraag aan de OR door de Bestuurder. Ik heb die documenten nog niet goed doorgenomen, maar ik zie nu wel de verzamelde reacties van collega’s en lees voornamelijk angst en boosheid. Goh. Ik ben ook bang, heel bang, maar die komt alleen voort uit het feit dat ik me in de procedure die in mei en juni zou moeten plaatsvinden niet kan waarmaken.
Ik ga verder met opruimen en archiveren. Ondertussen klinken de pianowerken van Satie. Donderdag weer verder, dan heb ik nog een klein stapeltje archiefwerk en begin ik met het oppakken van een oude taak: actueel houden van een Digitaal Handboek (ligt sinds 16 november stil, omdat er kennelijk maar één iemand in de hele organisatie is die dit kan; goh).
Half een ben ik weer thuis. Nog wat koffie en een paar boterhammen. Dan fiets ik naar de huisarts.
Ik doe verslag van de intake bij de behandelaar en kaart mijn zorgen rondom de medicatie aan. Ze legt uit dat oxazepam als een pleister is: het werkt kort maar krachtig, en als de nood aan de man is moet je meerdere pleisters gebruiken. Een alternatief is om naar antidepressiva over te stappen, maar die werken alleen op langere termijn; geen optie, dus. De angstaanvallen van de afgelopen dagen zijn mogelijk veroorzaakt door spanning rondom de intake, maar vooral ook rondom de onzekerheid van mijn baan. Ik ga de komende tijd weer afbouwen en slik daarna alleen als het echt nodig is en kortstondig.
Dan doe ik wat (paas)boodschappen bij drie winkels. De fietstassen zijn vol. Hele klus, kost me veel energie. Weer thuis blijkt er post te zijn. De bestelling is binnen:

DSC_0005

Ik begin aan het avondeten: een Marokkaanse stoof van rundvlees met pompoen, gember, tomaten en doperwten, gekruid met ras-el-hanout. Erbij komt couscous en de fruitsalade.
Ik neem een halve oxazepam. Om kwart over zeven zitten we aan tafel en de dis is bijzonder goed gelukt.

140415 06 140415 07

Later op de avond, na de handafwas, kan ik iets verder lezen, met op de achtergrond Boulez conducts Zappa: The perfect stranger en Feeding the monkies at ma maison.

Maandag 14 april:
Ik heb geen goede nacht gehad. Van twee tot zes heb ik veel wakker gelegen. Om acht uur ga ik uit bed. Het is stil in huis; De Vrouw is al naar haar werk. Wat moet ik?
Ik ga achter de computer zitten en werk het document dat ik vanmiddag naar de behandelaar meeneem bij.
Dan – rond elf uur – neem ik een kop koffie. M’n eerste vandaag. Om half twaalf is De Vrouw weer thuis. We eten iets en stappen op de fiets. Bij vlagen is het zonnig, bij andere vlagen regent het stort. Op de markt haal ik kaas en dan rijden we door naar de behandelaar.
Mr. T. is een vriendelijke jongeman die van alles uitlegt (dat we gezien de zorgverzekeringswet maar vier uur hebben) en vraagt. Ik geef een samenvatting van wat er is gebeurd en wat er momenteel speelt. We gaan de komende tijd aan de slag. Ik ben blij dat De Vrouw erbij is; zij vult goed aan. Vrij urgent probleem is de medicatie: het ziet ernaar uit dat mijn lijf is gewend aan oxazepam en ik meer ervan nodig heb om hetzelfde effect te verkrijgen. Morgen overleggen met de huisarts. Ik merk na een uur dat ik inzak; ik kan het minder goed volgen en mijn energie is op. Volgens mij heb ik mijn verhaal goed kunnen vertellen, al twijfel ik of helder is overgekomen dat ik op het werk te maken heb met ‘onderstress’ en niet met te veel werk, en of de urgentie van mijn situatie (gezien de procedures op het werk aangaande mijn functie) duidelijk genoeg is. Nou ja, vrijdagmorgen 24 april volgende afspraak: ik heb ‘huiswerk’.
We fietsen terug via de supermarkt en de Turkse winkel. Thuis val ik echt stil; ik ben erg moe.
Ik maak wel het eten. Ik warm de overgebleven stoemp van gisterenavond op (gegratineerd), aangevuld met rookworst en een fruitsalade van aardbei, mango, komkommer, rucola (uit de tuin) en walnoot. Wel een succes, eigenlijk.

140414 01 rodekoolstamppot

Na het eten en de afwas neem ik gas terug. Ik lees wat. Op pagina 53 staat een leuk fragment. ‘De tafel waar je aan vreet, daar moet je ook aan kunnen schrijven. Het was een extreem standpunt, en was het wel oprecht? Nee, zeer onoprecht, moest hij zichzelve toegeven, maar wel waar, geloof ik. Laten we eerst maar eens iets gaan eten.’ (Bezorgde ouders, Gerard Reve)
Ik kijk een stukje van het journaal mee (zij het dat het geluid zo zacht staat dat ik het niet hoor, maar dat is niet erg) en daarna lees ik verder, ook in het grote MPFC boek. Muziek blijft uit; nu al vier dagen.
De Vrouw vertelt dat er net in een consumentenprogramma aan de orde is geweest dat veel patiënten die oxazepam slikken na enige tijd allerlei klachten krijgen: onrust, hoofdpijn, angstaanvallen; het is een teken dat de werkzame stof geen effect meer heeft en een hogere dosering nodig is om hetzelfde effect te verkrijgen. Goh.
Om half elf is alle energie toch echt op en ga ik naar bed.
De hele dag in mijn hoofd: mijn eigen ooit zevenentwintig jaar geleden geschreven liedje Welp. (Tekst is hieronder uit schaamte niet afgedrukt.)

Zondag 13 april:
Het is negen uur als ik beneden ben. Ik heb tot acht uur geslapen en diep ook. Koffie maken, wat opruimen en iets lezen. Ik begin in het eerste hoofdstukje van Bezorgde ouders door Gerard Reve. Buiten schijnt de zon.
Mijn gebruikelijke zondagmorgenloopje gaat langs de plastic-container, Matenpoort en het kanaal.

140413 01 kanaal 140413 02 langs het kanaal
140413 04 kanaal 140413 06 kanaal

Rond half twaalf ben ik weer thuis. Samen met De Vrouw drink ik koffie. Plots krijg ik een angstaanval. E is er snel bij en ik ben ook redelijk gauw weer rustig. Ik zeg: ‘Zo gaat het niet langer, hè?’ De Vrouw knikt en zegt dat zij het inmiddels ook doodmoe is. We nemen nog een koffie en ik maak ‘m met de maler en cafétière (da’s lang geleden). Dan ga ik lunch voorbereiden en alles lijkt oké.
Vlak voor de lunch maakt De Zoon een opmerking die me helemaal van slag brengt. Ik loop huilend naar buiten. De Vrouw loodst me weer naar binnen en zet me op een stoel in de woonkamer. Daar krijg ik opnieuw een grote angstaanval. Na een uurtje ben ik weer wat rustiger. Inmiddels heb ik niet gegeten. Ik moet naar buiten en loop een rondje door het Matenpark.

Thuis maak ik avondeten. Ik stoof geraspte rode kool in wat azijn en water, daarna bak ik shoarma en vervolgens kook ik een knolselderij. Plots krijg ik een nieuwe angstaanval. Ik voel de beklemming aankomen en moet gaan zitten. De Vrouw hoort me en komt naar de keuken. Eerst zegt ze dat het allemaal wel goedkomt, maar ik geloof haar niet. Ik ben bang dat ik mijzelf en een ander iets aandoe. Toch weet ze me te troosten en na een half uurtje gaat het. Wel ben ik voor de verdere dag helemaal kapot en uitgeput. De Vrouw denkt dat ik bang ben voor morgen, voor de behandeling. Volgens mij is dat niet zo, maar ik kan niet uitleggen waar ik dan wél zo bang voor ben. Ook kan ik niet zeggen hoe blij ik ben dat ze bij me is.
Ik pureer de knolselderij, meng de shoarma en kool erdoorheen en warm alles nog even goed door. Ernaast komen witlofblaadjes met blokjes rode paprika en blauwe kaas. Zelf kan ik niets eten.
Na de afwas ga ik aan de keukentafel zitten. Om acht uur begint het journaal en ik kijk even mee in de woonkamer. Daarna word ik gek van de reclame en ga ik terug naar de keuken. Ik lees een stukje in Bezorgde ouders, maar merk dat ik niets opneem. Sinds donderdagavond is het stil in huis.
Om tien uur kan ik niet meer en ga ik naar bed.

Zaterdag 12 april:
Ik ben rond half acht wakker nadat ik zeer diep heb geslapen. Ik kom van ver. Om acht uur ga ik er echt uit. Ik douche, doe beneden de noodzakelijke zaterdagochtendklussen, maar verder niet. Geen koffie, geen krant lezen, geen muziek, geen alles. Op een briefje heb ik gisterenavond geschreven: ‘ik ben het niet, je kijkt naar iemand anders, ver van binnenuit zijn pretparkpak, ik wil niet meer, alles is zinloos, zo leeg, ik wil niets, ik doe niets, ik beteken niets, jij bent alles, het enige dat ik wil is slapen, het enige dat ik doe is opstaan en denken: nog maar vijftien uur en dan mag ik slapen, het mag voorbij zijn en áls het voorbij is, als het afscheid daar is, dan wil ik stilte, geen beelden, geen woorden, geen muziek, alleen stilte’.
Half tien ga ik lopen. Huilend. Als mijn leven vandaag of morgen voorbij is, is dat niet erg. Ik wil en hoef niet meer; ik beleef geen vreugde; er is geen zin of betekenis. De wandeling gaat langs het kanaal en op de terugweg haal ik brood en wat kleine laatste boodschapjes.
Weer thuis hang ik de was op, zet een volgende aan en ga aan de keukentafel zitten. Ik ben alweer helemaal op en leeg. De Vrouw komt beneden en zowaar, we drinken samen koffie. Ik lees zelfs een krant en we gaan lunchen. Ik eet voorzichtig een boterham. Het is spannend; ik kan slecht tegen de wat bitse manier van reageren van De Zoon.
Als alles opgeruimd en afgewassen is (waar blijft het bericht van die monteur?), ga ik – het moet niet gekker worden – het gras in de achtertuin maaien. Daarna toch weer buiten wandelen. Deze keer via het Kanaalpark.

140412 01 tuin - gras net gemaaid 140412 02 Kanaalpark
140412 03 Kanaalpark 140412 04 Kanaalpark

Thuis lees ik de andere krant en begin ik aan het avondmaal. Het worden tonijnsteaks met gewokte groenten; de zoon eet de pasta van eergisteren op.

140412 05 tonijnsteak met gewokte groenten 140412 06 tonijnsteak met gewokte groenten

Na het eten voel ik me veel rustiger, veel rustiger dan vanmorgen. Muziek aan lukt me niet, maar ik kan wel een stukje van het journaal zien (via webtv op mijn mobiel – het moet toch niet gekker worden). Daarna lees ik verder in Het feest der liefde.
Op de eerste bladzijde van het boek staat overigens in mijn handschrift: ‘maart 1995, uitgeleend aan Hans, gemold door Hans en een nieuw exemplaar ontvangen van Hans op 22IX96’.
Het boek lees ik uit en dan is het elf uur. Eenentwintig weken.

• • •
 

05-04-2014

B-log: 5 t/m 11 april 2014

Filed under: B-log 2014 — bazbo @ 08:56

Vrijdag 11 april:
Ik ben vroeg op. Na wat koffie, de krant (Jerry Goossens citeert in zijn column Albert Einstein: ‘De wereld is een gevaarlijke plek om te leven, niet omdat er kwaadaardige mensen zijn, maar omdat er mensen zijn die daar niets aan doen.’) en enkele verhalen uit Het feest der liefde van Giphart wandel ik naar de apotheek om medicatie op te halen. Het is groen in het Matenpark.

140411 01 Matenpark 140411 02 Matenpark
140411 03 Matenpark 140411 04 Matenpark

Weer terug bereid ik het een en ander voor vanmiddag voor. De installateur van de digitale televisie komt de digitale televisie installeren. (Leuke zin.) Hij is er om half twee en binnen een uurtje is alles gereed. Bovendien werkt het allemaal uitstekend. Enige wat ik nog nodig heb is een switch, zodat De Zoon boven ook internet heeft/houdt.
Ik fiets even naar het centrum van ons majestueuze Apeldoorn, koop zo’n switch en op de terugweg doe ik wat boodschappen.
Thuis gaat het nog steeds niet zo goed. Ik ben warrig, prikkelbaar, moe, angstig, paniekerig. Om me heen gebeurt van alles: de digitale tv uitproberen op mobiels, telefoongesprekken, woordenwisselingen; ik schrik van alle geluiden en voel me zeer gespannen. Lezen kan ik niet en ik wil ook even geen muziek aan mijn hoofd.
De Vrouw gaat ergens eten halen; ik hoef niet. Ik kan niet eten. Later op de avond gaat het helemaal mis. Ik krijg een grote angstaanval en raak enorm in paniek. Het is zó erg, dat ik verzucht dat ik niet meer verder wil, dat het wat mij betreft afgelopen mag zijn. Dít leven wil ik niet langer. Echt rustig word ik niet en ik word geweldig moe. Het is nog vroeg als ik naar bed ga.

Donderdag 10 april:
Ik word wakker en voel me heel alleen. Oud en eenzaam. Dat ik naar het werk mag, geeft me het idee van afleiding.
Onderweg langs de kaasboer op de markt. Hij heeft biologische kaas (Cato?) uit Oostcapelle. Pittig! Pondje meenemen, hoor.
Op het werk verder met opruimen en archiveren. Nog zat te doen. En ik ga afspraken maken over het weer oppakken van een oude klus: het actueel maken en houden van een digitaal handboek. Het opruimen en archiveren (lees: papiercontainer vullen) maakt dat mijn gevoel van ‘afscheid nemen’ versterkt. Om twaalf uur fiets ik naar huis; onderweg gaat het niet goed. Ik huil.
Thuis schrijf ik in een aantal woorden over mijn huidige situatie, ter voorbereiding op mijn eerste bezoek aan de psycholoog, aanstaande maandag. Vrolijk word ik er niet van. Eten kan ik niet.
Ik doe een afwas. Als ik een (nieuw) keukenmes in handen heb, word ik doodsbang. Alles vliegt me aan. De Vrouw komt thuis en ziet dat het met mij niet goed gaat. Ik probeer uit te leggen wat er aan de hand is, maar het lukt niet echt. Moet veel huilen. Toch praten we. Wel kan ik vragen of ze maandagmiddag met mij meegaat en of ze mijn stuk wil lezen. Dat wil ze. Ik zeg dat ik al vijf maanden een ander ben, dat ik weinig tot niets meer echt leuk vind en dat dit voor haar ook moeilijk moet zijn. Het gesprek lucht wat op en ik word iets rustiger.
Ik loop een rondje langs het kanaal en doe de laatste boodschapjes voor vanavond. Op het menu staat spaghetti, pastasaus, salade en voor De Vrouw in plaats van pasta gebakken kastanjechampignons en courgette. Ik neem weer een heel tablet oxazepam. Zowaar, ik kan wat eten; het eerste van vandaag. En er klinkt muziek: Martin Orford en Jethro Tull.
De Zoon vertelt dat hij dinsdag op zijn werk een kleine schade heeft gemaakt aan de auto van een collega. Hij vraagt zich af of hij het via de verzekering moet laten lopen of dat hij moet ingaan op het voorstel van de collega: ‘Doe maar vijfhonderd euro, dan praten we er niet meer over.’ Ik stel voor dat hij raad gaat vragen bij de contactpersoon van de verzekering. De Zoon reageert kortaf; ik ben aangeslagen, maar kan me beheersen. Weer van slag.
Na het eten en de afwas lees ik het boek van Kaiser uit terwijl het London Symphony Orchestra de muziek van Zappa speelt.

Woensdag 9 april:
Om acht uur ben ik beneden. Koffie en krant en ik begin in Oud en eenzaam van Gerard Reve. Niet vergeten om vanavond de groene container aan de weg te zetten. Wat moet ik vandaag? De stukken van mijn werk lezen, over de procedure rondom mijn functie? (Durf ik niet.) Mijn verhaal voor de behandelaar op papier zetten? Het kan, het kan. Gedurende de ochtend pruttelt de stoofpot voor vanavond al wel. Verder zie ik daar mogelijkheden om ruimte te maken in de boeken- en platenkast. Ik benut die mogelijkheden. Beetje schuiven, beetje opruimen, plankje erbij en erin: alle laatst aangeschafte plaatjes kunnen erin. Mooi. Nu de boekenkant nog; er ligt een fikse stapel van recente aankopen.
Verder met het menu van vanavond: de spitskool stoven in olie en kerrie.

140409 01 ruimte in de kast gemaakt 140409 02 ruimte in de kast gemaakt

De reparateur van de vaatwasser zou rond twee uur komen. Om vijf uur belt hij dat het nog wel iets langer dan een uurtje kan duren. O. Dan draai ik eerst wel de plaat Karelia Visa van Hedningarna. Nog geen half uur later staat de jongeman op de stoep.
De keuken lijkt aan verbouwing toe of totale sloop. Nee, het valt mee. De vaatwasser is vandaag niet te repareren. Het lijkt erop dat een verwarmingselement kapot is en die moet besteld; jongeman gaat morgen informeren en hoopt dat de schade onder de driehonderd euro blijft. Dan zullen er nog wel voorrijkosten en uurlonen bij op komen. Tel uit. We zullen zien. Of niet.
Om zes uur kan ik dan verder met het eten. De stoof opwarmen in de tajine, daarnaast zoete aardappelen schillen en koken, die mengen met de spitskool en ook nog eens een salade in elkander flanzen. Toe maar. Uit de stereo klinkt Channel Bright Vessel en Alaska in Winter.
Om half acht kunnen we aan tafel en de stamp- en stoofpot zijn goed gelukt.

Ben ik vlak? Mijn linkeroor zit dicht en wat ik ook doe: soms is-ie even open, maar al snel weer verstopt; dan hoor ik door een dik vlies. Ik kan veel gesprekken in huis niet goed volgen. ‘Waar geniet je momenteel het meeste van?’ ‘Je gaat veel te hard.’ Ik ben niet van betekenis, mis zingeving.
Vanaf half negen zit ik alleen in de keuken. Daar hoor ik Entropy van Bruce Fowler, Zappa’s Orchestral Favorites en Orchestrion van Pat Metheny. Bovendien lees ik Oud en eenzaam uit en begin ik in Frank Zappa door Rolf-Ulrich Kaiser.

Dinsdag 8 april:
Het gaat. Ik fiets naar het werk; de drukte op straat (hoop scholen in de buurt) vind ik minder prettig. De donkere wolken lijken ver weg, maar driehonderd meter voordat ik er ben, barst er een bui los. Niet erg.
Ik handel mail af, draag nog wat over, ruim op en archiveer. Vandaag ben ik er een uurtje langer. Er is ook antwoord op een mail die ik stuurde aan de manager voor wie ik vier jaar mocht werken. Ze heeft sinds mei een heel andere baan bij een andere organisatie en ik ga vrijdagmiddag 18 april bij haar op bezoek. Het gaat prima, deze morgen. Op de achtergrond ladingen Satie, dat werkt prettig. Wel vreemd vind ik het voortdurende idee dat het eindig is: ik ben bang dat ik vanaf 1 juli geen baan meer heb en heb het gevoel dat ik afscheid moet gaan nemen. Daarom hier wat plaatjes van mijn oude vertrouwde werkstek.

Om twaalf uur ga ik naar huis. Ik hoef vanmiddag niets anders dan het eten van vanavond voorbereiden en alles daarvoor is al in huis.
Uit de stereo klinkt wat Eno, de zeven symfonieën van Sibelius en waarom ook niet.
Er is post. Kaarten uit Ede. Van Cynthia en Emile. Lief, lief, lief!

DSC_0001

We bestellen twee T-shirts voor mij bij een of andere site; ik krijg korting omdat ik een abonnement op PROG heb. Eén van de shirts is er eentje met het logo van ELP erop. De Vrouw rondt de bestelling af en na nog geen half uur komt er mail dat het ELP-shirt niet meer leverbaar is. Jammer.
Om half zes neem ik een halve oxazepam (afbouwen maar weer beginnen) en stappen we in de auto bij De Zoon. We rijden naar een instelling voor jeugdzorg in Zuidbroek; daar is een informatiemarkt en we komen er om ons te oriënteren, mocht De Zoon uit huis willen/gaan. Blijkt dat de enige organisatie die iets doet voor 18+ er niet staat. Weten we dat ook weer. Snel terug naar huis en dus zijn we niet eens laat aan tafel.

140408 09 bij Luuk in de auto 140408 10 bij Luuk in de auto

Na het eten kan ik Giph uitlezen onder de zachte klanken van Letter from home (Pat Metheny Group), Voyage of the Acolyte (Steve Hackett) en Metheny/Mehldau. Dan is het weer elf uur en bedtijd.

Maandag 7 april:
Om half negen ben ik beneden. Het voelt wel oké. Wat huishoudelijke dingen, foto’s van gisteren ordenen en hier plaatsen, Another Green World van Eno draaien, online op zoek naar het boekje van de vaatwasser, dat niet vinden en de reparateur bellen.
Na elf uur stap ik op de fiets en ga ik naar de markt voor mandarijnen. Ook koop ik nog twee messen, zodat ik de serie die ik zaterdagmiddag aanschafte compleet heb. Daarnaast ben ik op zoek naar envelopjes die van binnen geplastificeerd zijn en waarin je een cd of cd-rom kunt bewaren. Nergens te vinden of te krijgen. Raar. Op de markt tref ik Herman. Met hem gaat het zichtbaar goed; we wisselen ervaringen uit en ik vertel hem van mij. Ik ben blij hem te zien.
Terug rijd ik via een supermarkt. Ik ben net op tijd thuis voor mijn medicatie. Ik lunch (goh). Het is mooi weer en ik wil naar buiten. In de tuin staat de laurier in bloei en gaat het goed met de blaadjes van de druif.

DSCN3930 DSCN3932

Barst, er gaat iemand in het huizenblok aan de gang met een boorhamer. Dat doet zeer. Naar buiten, dus. Ik loop naar de Turkse winkel. De route gaat langs het kanaal. Mensen droppen er van alles in. In het kanaal, bedoel, ik.

Als ik thuiskom, is het boren gestopt. De zon schijnt nog steeds. Ik zet de rode bieten vast op en ga in de tuin zitten lezen. En ondertussen speelt er muziek van Ravel en Schumann.
Het avondeten is de succesvolle schotel van rode ui, rode biet, witlof, peer, walnoten en honing. Erbij eten we steaks en een salade van rucola, tomaat en komkommer. Daarna moeten we met de hand afwassen. (De reparateur komt woensdagmiddag.)

140407 08 steak met ovenschotel van biet, rode ui, witlof, peer, walnoot en honing 140407 09 steak met ovenschotel van biet, rode ui, witlof, peer, walnoot en honing

In de avond hoor ik Alcest, de filmmuziek Long Walk Home van Gabriel en Eno’s More Music For Films. Daarnaast lees ik Mother! uit en begin ik aan Gipharts Giph. Ik haal elf uur.

Zondag 6 april: 
Ik ben vroeg wakker. Het is nog voor achten. Toch sta ik op.
De vaatwasser heeft z’n werk weer niet gedaan. Ik frommel wat met knopjes en zet ‘m opnieuw aan. Het lijkt goed te gaan, nu. Of nee, toch niet. Na een minuut of twintig toch weer allerlei gepiep. Ik zet ‘m uit. Vandaag of morgen maar eens opzoeken in het boekje wat de piepjes betekenen en dan de monteur maar weer bellen. Weet je wat? Ik ga het boekje nu nakijken. Dat lukt niet, want ik kan het boekje niet vinden. Ja, ik vind wel een boekje, maar dat is alleen in Fins, Noors, Zweeds en Deens. En wat is ‘problemen oplossen’ in het Fins, Noors, Zweeds of Deens? In plaats ‘google translate’ te raadplegen, zet ik de machine nóg een keer aan.
Ik kijk even mail en doe iets aan dit stukje op de webstek. Dan is het negen uur en ga ik een rondje lopen. Het gebruikelijke tochtje langs de Matenpoort en het kanaal.

DSC_0001 DSC_0004

Weer thuis piept de vaatwasser. Stik. Wel vreemd: ik had ‘m ingesteld op het grote programma en nu ik het apparaat open, blijkt het korte programma geselecteerd. Ik probeer een willekeurige toetsencombinatie en zet ‘m wéér aan.
Ik doe de verdere voorbereidingen voor vanmiddag, pak de tas in, drink koffie, eet wat, ontdek dat de vaatwasser het nog steeds niet doet en doe de afwas verder met de hand. Dan is het half twaalf. Op naar De Wilde Pieters voor een wijnproeverij van Chateau Het Loo (ik drink niet) en een aantal korte optredentjes van Bas, Willem en ik. Het regent lichtjes.
Als ik aankom, komt de groep mensen die al aanwezig is, naar buiten. Groepsfoto. Daarna installeren Willem en ik ons. Er zijn zes wijntafels, er is wat huisvlijt, wat kunst, luide muziek en een boel water (voor mij). Vanaf half een komen de gasten binnen. Ook Reinier is er, vroeger dan verwacht. We lezen iets voor in de grote centrale ruimte, maar onze voordracht wordt genegeerd; mensen blijven met de wijnboeren spreken. Rond half drie is De Vrouw ook binnen en iets later wordt het in z’n geheel redelijk vol. Dan proberen we een korte leessessie in de serre; daar is het rustiger. Hier lukt het beter. Nog weer een half uur later doen we het nog eens en ook nu met minder succes. We komen totaal niet uit de verf. Jammer, maar begrijpelijk, want het is een wijnproeverij en mensen hebben natuurlijk liever hun aandacht bij de wijn. Die wijnproeverij raakt op z’n end, Willem en Reinier zijn al een tijdje weg, het wordt rommelig en overzichtelijk. Vind ik het leuk? Ik vind het niet erg. Maar nee, ik vind het niet leuk en denk: Ik wil hier weg.
Om zes uur gaan we naar beneden voor het diner. Een man of vijftig zit dicht opeengepakt aan lange tafels. Het eten is prima en hoe de wijnen erbij zijn weet ik niet. De mensen lijken vermoeid en verzadigd. Ook zitten er een boel mensen te netwerken. Vind ik het leuk? Ik vind het niet erg. Maar nee, ik vind het ook niet leuk. Om half tien gaan we naar huis.
Ik doe nog een afwas met de hand, ruim wat spullen op; we kletsen wat na en dan is het elf uur en moet ik naar bed.

Zaterdag 5 april:
Om half negen ben ik wakker. Alles voelt ‘dof’. Het was een ‘volle’ nacht. Ik herinner me dat ik om een uur of een wakker ben geweest. In mijn beleving stond De Zoon beneden te schreeuwen. Ik weet niet of dat ook echt zo is.
Beneden neem ik een half tablet oxazepam. Het is wel rustig in mijn hoofd, maar het voelt als verlamd. De vaatwasser staat open; ik vermoed dat hij vannacht niet aan is geweest en ik zet hem opnieuw aan. Vervolgens sorteer ik het wasgoed, zet een was aan en haal de kranten uit de brievenbus. Ik maak koffie en ga even achter de pc zitten voor deze blog. Plots hoor ik piepjes uit het afwasapparaat; er is iets mis. Ik zet hem nogmaals aan, in de hoop dat het nu goed gaat. Het lijkt erop. Nee, toch niet. De zeep is al wel gebruikt, dus het spul erin moet grotendeels schoon zijn. Ik zet de machine uit; dit kost me alleen maar energie. De eerste was is klaar en die hang ik buiten onder de carport op.
Ik loop langs het kanaal naar de Turkse winkel en haal brood, eieren en fruit. Onderweg merk ik dat het nog niet goed gaat; af en toe huil ik. Weer thuis is De Vrouw beneden; we drinken koffie. Ik kan de kranten nog niet lezen. Nog steeds huil ik. Rond twee uur ben ik toe aan de volgende portie medicatie. Omdat ik denk dat een halve oxazepam op dit moment onvoldoende is, neem ik weer een hele. Terug bij af maar weer eens, dus. Inmiddels zou ik het gewoon moeten zijn, maar het went niet; ik blijf me verbazen dat ik van iets kleins zo enorm van slag kan raken, dat ik fiks terugval. Hoe moedeloos ik er ook van word of ben; ik zucht en ga verder. Iets anders weet ik ook niet te verzinnen.
Dan is er lunch. De kazen van de biologische markt smaken geweldig; de rucola uit ons groentepakket ook. Daarna doe ik nog wat klussen en ik wandel door het Matenpark naar de Eglantier. Bij een zaak in huishoudelijke artikelen koop ik messen. (Niet schrikken.) Het zijn keukenmessen van een goed merk en ze zijn in de aanbieding. Het koksmes alleen al kost normaal vijfendertig euro; nu koop ik dat koksmes, een groentemes en een vleesmes voor nog geen vijfentwintig.
Ik kan nog even in de tuin zitten en dat doe ik ook. Zowaar, ik kan ook weer wat lezen. De weekendkranten neem ik maar eens tot mij. Dan ga ik aan de slag voor het avondeten. Ik maak een curry van pastinaak, rode ui en peper; daarnaast braad ik varkenshazen en prepareer ik een grote salade. Het lukt allemaal wonderwel. (Soms sta ik verbaasd van mijzelf.)
Na het eten kan ik in de keuken nog verder lezen ook. Ik ga, zoals gebruikelijk, om elf uur naar bed. Gedrogeerd gedraag ik me goed! Ben benieuwd hoe het morgen is en of ik het de hele dag red.
Twintig weken. Het houdt niet op. Het is om gek van te worden. Wacht, dat was ik al.

• • •
 

29-03-2014

B-log 2014: 29 maart – 4 april 2014

Filed under: B-log 2014 — bazbo @ 08:58

Vrijdag 4 april – dagje Arnhem:
Ik heb een goede nacht en word goed wakker. Het voelt allemaal goed. Er is geen druk op de kop. Ik start de dag met een kwart oxazepam in plaats van een halve. Het is de volgende stap in afbouwen; ik zit nu op drie keer een kwart tablet.
Om half elf lopen De Vrouw en ik de deur uit en om half twaalf staan we in het centrum van Arnhem. We slenteren wat rond, bezoeken wat winkels en bij de opticien halen we de twee nieuwe brillen van De Vrouw. Er is gelegenheid voor koffie en bij een malle Deense winkel kopen we allerlei keukenspul en voor mij een lees- en zonnebril. We lunchen bij een grand café aan de Rijnkade en aansluitend gaan we naar de muziekwinkel. Ik koop Gravitas, de nieuwe Asia, Shelter van Alcest en twee ‘klassiekertjes’: QE2 van Mike Oldfield en Eno’s Another Green World.
Om vier uur zijn we weer thuis. De muziek gaat aan en ik douw een hele kip in de oven. De Vrouw maakt sla erbij.
Tijdens het natafelen gebeurt er iets. Ik probeer De Zoon iets te vertellen hoe het eraan toe zal gaan als we vanavond samen naar het concert van The Steel Breeze en Sil-Marillion in Gigant gaan. Hij reageert nogal fel en ik zeg hem dat ik dat niet netjes vind; zijn reactie daarop is even fel. Ik merk dat het mij aangrijpt; ik sta op en zeg: ‘Ik heb geen zin meer.’ Dan gaat het helemaal mis.
Ik heb een grote huilbui, paniek- en angstaanval. Het stopt niet. Ik moet extra medicijnen nemen. De Vrouw zit tegenover me aan de keukentafel; ze doet haar best maar kan me niet troosten. Ik ben het zo zat, ik voel me zo moedeloos en overbodig.
De muziek blijft uit en ik kan niet verder lezen. De Zoon gaat in z’n eentje naar Gigant en ik ga om half tien uitgeput naar bed.

Donderdag 3 april:
Ik ben veel wakker vannacht. Tussen twee en vier zeker een keer of wat. Om half acht sta ik toch ‘goed’ op. Op de fiets is het zonnig, maar nog wel fris. Wat een dagboek. Ik deel de intiemste zaken: ‘Op de fiets is het zonnig, maar nog wel fris.’ Op de thermometer buiten bij een winkelcentrum is het zeven graden. Dit moet ik geheim houden. Zal ik het wel openbaar op een webstek zetten?
De werkzaamheden van vanmorgen bestaan uit diverse kleine klussen. Ze geven me niet zo veel energie als afgelopen dinsdag, maar toch is het prettig (door)werken. De adviesaanvraag van de Bestuurder aan de Ondernemingsraad van mijn organisatie over mijn functie is verspreid. Ik druk ‘m af om hem later eens op mijn gemak door te nemen. Wat ik al wel zie: mocht ik in geen van de twee trajecten vallen, dan heb ik per 1 juli geen baan meer. Ik verwacht dat ik wel in een van de twee trajecten ga vallen. Laat ons bidden.
Op de terugweg neem ik een route langs onze eerste woning in de wijk Zevenhuizen (negen hoog; een-na-bovenste verdieping, een-na-laatste woning vanaf links).

DSC_0002

Doel van deze heikele tocht is de biologische markt (twee kramen) in het centrum van ons majestueuze Apeldoorn. KAAS! Ik koop een gorgonzola en een rouge weetikveel. De terugweg gaat langs de supermarkt. In de supermarkt denk ik plots dat het heel niet goed met mij gaat. Ik hallucineer, geloof ik.

DSC_0003

Gelukkig mag ik weer naar huis. Daar koffie en zon in de tuin. Ik eet boterhammen met kaas, lees Ik ook van jou uit en begin in Tien vrolijke verhalen van Gerard Reve. Uit de doos met Cage draai ik cd18 en daarna klinkt Klotebussie. Claude Debussy, voor degenen die nog niet weten wat voor dag het eergisteren was.
Als De Vrouw tegen half vijf ook thuis is, raggen we Blitzmash van AKB maar eens door de tuin en begin ik met het voorbereiden van het eten. Een oventaart van shoarma, prei, peper, eieren en kaas. Die oventaart is een succes!

01 140403 hartige taart van prei en shoarma

In de avond lees ik Tien vrolijke verhalen uit en begin ik in Michael Gray’s Mother! The Frank Zappa story. In de keuken hoor ik Genesis Revisited II van Steve Hackett en Hybrid van Eno/Brook.

Woensdag 2 april:
Ik ben om acht uur wakker. Echt goed geslapen heb ik niet, maar ik voel me fit en vrolijk.
De Vrouw is vroeg weg; ik drink koffie, lees de krant, beluister nog wat Etudes Australes (Cage) en bekijk mail.
In de tuin maak ik de schoffelklus af. De temperatuur is er al heel lekker. Had ik al verteld dat onze druivenstruik (die De Zoon een paar jaar geleden kreeg bij zijn afscheid van een stageadres) blaadjes krijgt? Volgens mij staat hij al een seizoen of twee helemaal kaal in de grond; nu verschijnen er knoppen.

06 blaadje aan de druif

De foto is van gisteren. Ik ben het schoffelen snel zat en ben blij dat de klus ook snel klaar is. Wacht, laat ik dat anders formuleren. Ik ben blij dat ik de klus snel klaar vind. Mooi, dan kan ik verder lezen. Haydn klinkt luid vanuit het huis de tuin in. Daarna is Brahms aan de beurt. En Dvorak.
Na een boterham met kaas wandel ik door het Matenpark naar de Eglantier. In een zaak voor huishoudelijke artikelen koop ik een pillensnijder. Een wát? (1 april is geweest.) In een andere koop ik houten lepels om mee te roeren in de pannen. Eentje heet ‘houten lepel met roergat’. Een risottolepel, noemen we dat! Op de weg terug zie ik dat de heemtuin nog gesloten is.

DSC_0001

Weer thuis lees ik The real Frank Zappa book uit en begin ik in Ik ook van jou van Ronald Giphart. Ook start ik met het koken van de bamisoep voor vanavond.
De rest van de Paul Buff-doos gaat eraan. Soep is als vanouds goed.
Na het eten lees ik verder, met Bop till you drop (Ry Cooder), Pat Metheny Group en Ambient 1: Music for Airports van Eno op de achtergrond. Ook maak ik me zorgen om onze versie van Windows: we hebben toch XP? Dan hebben we per 8 april ook een probleem. Morgen wil ik alles uitzoeken, maar De Vrouw heeft vanavond al helder dat we helemaal geen XP hebben en dat onze computer al draait op het voorlopig veilige 7. Mooi! Scheelt spanning en energie.

Dinsdag 1 april:
Ik heb goed geslapen (geen grap) en als ik opsta, voel ik me ook goed (ook geen grap).
Optimistisch als ik ben (wel een grap) trek ik mijn winterjas niet aan. Het blijkt toch wel koud op de fiets. Op het werk draag ik een grote klus over aan een collega. Het gaat zeer vlot en voorspoedig. Om elf uur vertrek ik weer en op de fiets weet ik dat ik er energie van heb gekregen. Ik moet denken aan iets wat Jolande zondagmiddag zei (alweer geen grap). Het hele gesprek heb ik toen niet kunnen volgen, maar het ging over dingen die je doet die energie opleveren en die energie kosten. Vanmorgen heb ik iets gedaan wat me energie heeft gegeven. Natuurlijk kan ik niet alle dingen-die-energie-kosten nooit meer doen; het gaat erom balans te vinden. En de dingen-die-energie-kosten die ik wél kan laten, die moet ik laten.
Op de terugweg doe ik enkele boodschapjes bij een supermarkt. Bij de kassa staat een mevrouw vóór mij. Herken ik haar? Zij herkent mij wel. Ik haar nu ook. Ik heb over haar geschreven (geen grap). Leuke en mooie vrouw, maar waar ken ik haar van? Ik vraag het haar. Nu weet ik het weer. Ik weet haar naam niet (meer). Ik vraag het haar. Nu weet ik het wel. Met nóg meer energie fiets ik naar huis. (Nog steeds geen grap.)
De zon schijnt en ik drink koffie in de tuin. Op de achtergrond klinken de eerste Etudes Australes van Cage. Ik begin met lezen in The Real Frank Zappa book door FZ en Peter Occhiogrosso, de Engelse versie die ik in december 2012 in Manchester mocht ontvangen uit de erfenis van Professor Steve. Qua geluid kies ik voor Mendelssohn en Rossini.
Na een paar boterhammen met Waartlander kaas (uit Zuid-Holland (geen grap)) wandel ik langs het kanaal naar de Turkse winkel voor wat fruit en groente, en terug langs een andere supermarkt voor wat melk en spullen voor het eten van morgen.
In de tuin schoffel ik wat. De groene container zit al bijna vol en wordt pas volgende week donderdag geleegd. Een tijdelijke afvalopslag organiseren, dus. Lang ben ik niet bezig; het is erg warm buiten (geen grap).

07 tijdelijke groencontainer - 1 april 2014

Ik lees verder.
Rond een uur of zes begin ik met het eten. Ik heb drie courgettes en die ga ik vullen met een mengsel van gehakt, ui, peper en tomatenpuree. Hoop kaas eroverheen en in de oven ermee. Daarnaast een salade van komkommer, bladsla, bosui en aardbei. Jippie. (Alweer geen grap.) Dit alles terwijl de hoogst amusante liedjes klinken uit de 5cd-box Paul Buff presents – Highlights from the PAL and Original Sound studio archives. Over energie krijgen gesproken.
Na het eten maak ik voor De Vrouw haar lunch van morgen: de beruchte Marokkaanse linzensalade (echt, geen grap). Dan is er weer gelegenheid om aan de keukentafel verder te lezen. Nog wat Paul Buff erbij, een Nosound album en ambient van Eno/Budd en de avond is kapot.
Een goede dag vandaag! (Geen grap. Serieus.)

Maandag 31 maart:
Ik ben een paar keer wakker: om twee uur, om vier uur en om zeven uur. Tussendoor slaap ik diep. Met moeite dwing ik mijzelf om half negen uit bed. Op het moment dat ik op mijn benen sta, merk ik dat het beter gaat. Er is rust in mijn hoofd; de meeste spanning en angst is weg.
Vanmorgen ben ik alleen. Ik drink koffie, lees de krant, hoor wat pianomuziek, doe wat klusjes in huis en werk de site bij. Voor het eerst sinds vier dagen kan ik muziek om me heen hebben. Het verhaal dat ik vorige week maakte, Het volgende slachtoffer, staat sinds gisterenmorgen ook online op Apeldoorn Direct; er zijn nog geen reacties.
Aan het eind van de ochtend fiets ik naar een supermarkt voor wat boodschapjes. Voor wat anders? Gelukkig kom ik geen bekenden tegen. Zo’n opmerking in de voorgaande zin is natuurlijk voer voor psychologen. Het is zonnig aan het worden en het voelt prettig. Ik ben graag buiten. Weer thuis gaat de deur naar de tuin open. De Vrouw is even thuis. Ze vraagt hoe het gaat en hoe het zo komt dat ik terugval. Ik vertel dat het iets te maken heeft met de dingen die ik altijd leuk vond, die ik nu niet meer leuk vind, en waarvan ik weet dat zij ze wél leuk vindt, met dat ik de hele situatie wel zat en moe ben, en met de angst. Gelukkig kunnen we het er goed over hebben; dat maakt me blij.
Ik eet een boterham en ga de tuin in. Ik schoffel wat in de perken. Tussendoor neem ik rust en begin ik te (her)lezen in De avonden van Gerard Reve.
Aan het eind van de middag maak ik het eten. Het wordt een stamppot van zoete aardappel en twee van de bossen raapstelen die De Zoon vrijdagmiddag had meegenomen. Ernaast een curry van kalkoenfilet met rode ui, knoflook, peper en Marokkaanse kruiden, plus een salade van bosui, augurk, aardbei en tomaat. Goed gelukt, mag ik wel zeggen.
De rest van de avond kan ik aan de keukentafel verder lezen in De avonden. Mijn hoofd doet wel zeer, alsof er een vage waas over alles heen ligt en ik van een afstand de wereld bezie. Willem mailt dat de eerste aanmelding voor Cultuur bij je Buur binnen is: in een wijnwinkel op vrijdagmiddag 16 mei. Men mag drie keer, nee één keer raden waar.
Iets voor elf uur is het boek uit en kan ik naar bed.

Zondag 30 maart:
Ik ben voor zeven uur al wakker. Wacht, dan is het al acht uur, want de zomertijd is vannacht ingegaan. Het was een slechte nacht; ik heb niet veel geslapen. Om negen uur ga ik toch echt uit bed. In mijn kop is het redelijk rustig, wel wat leeg. Erg leeg.
Na koffie en dergelijke (en dergelijke = klokken gelijk zetten) ga ik naar buiten en maak ik mijn rondje langs de Matenpoort en het kanaal. De zon begint te schijnen en het is echt aangenaam.
01 140330 Kanaal op zondagmorgen
Onderweg realiseer ik me dat ik graag veel dingen alleen doe. Ik zou mijn thuis, mijn gezin en enkele mensen om mij heen absoluut nooit willen missen, maar ik moet ook vaak alleen zijn. Zoals nu.
Terug thuis lees ik nog wat (IJsland is uit) en doe ik enkele huishoudelijke klussen. We brunchen en dan gaan De Vrouw en ik op de fiets naar het centrum. In Art café Sam Sam vindt de opening van een expositie plaats. Wij zitten in de tuin en er sluiten enkele goede mensen bij ons aan: Jolande, Reinier, Gea, Peter, Christine, om er enkele te noemen.
Ik merk dat veel langs me heen gaat. De vermoeidheid slaat toe. Ik kan niet alles volgen. Buiten is ook muziek en er gebeurt veel door elkaar. Bij vlagen ben ik angstig. De beklemming is terug. Ik wil, ik moet weg. Nadat we er een paar uurtjes zijn geweest, gaan we ook daadwerkelijk terug naar huis. Ik ben doodop. Er prikt voortdurend iets achter mijn ogen.
We maken de restanten van het eten van vrijdagavond warm en eten het gezamenlijk op. Ik krijg niet veel naar binnen. Na het eten zit ik aan tafel. Ik ben bang. Bang om mijn thuis, mijn gezin te verliezen. Ik heb geen grip op dit moment. Het grijpt me aan. Ik huil. Zeer moedeloos word ik ervan. Ben ik wéér terug bij af? Wat is er fout gegaan?
Om kwart voor negen al moet ik naar bed. Het gaat niet zo goed.

Zaterdag 29 maart:
Ik slaap zeer diep met bizarre dromen, al kan ik me er bij het opstaan weinig tot niets van herinneren. In mijn hoofd lijkt het weer wat rustig. Wel ‘dof’. Ik ben om half negen beneden.
Gebruikelijke klusjes. Ik kan ook even achter de pc en dit schrijven. Dan de krant lezen.
Om half elf fiets ik naar het centrum. Op de markt koop ik cranberry’s en kruiden. Dan rijd ik door naar wijnwinkel Chateau Het Loo.
Bas, Willem en ik gaan volgend weekend op zondagmiddag optreden tijdens de grote jaarlijkse wijnproeverij. We maken wat afspraken met Mirka en drinken koffie in de zon. Het gaat helemaal goedkomen.
DSC_0202
Om twaalf uur vertrek ik. Op de terugweg ga ik een supermarkt in. De drukte doet me geen goed, maar het meest raak ik ondersteboven van het volgende. Ik sta bij de kassa te wachten op mijn beurt. Voor mij is een meneer met een handicap en die heeft wat tijd nodig. Niet erg. Achter mij staat een mevrouw met slechts een pak melk in haar handen; daarachter weer een meneer die helemaal over de band heenbuigt (daarmee over mijn boodschapjes), zo’n beurtbalkje grijpt, die strak tegen mijn boodschapjes aan drukt en mijn hele boel wat verder naar voren schuift. Ik voel me onmiddellijk opgedrongen en opgejaagd. Het gaat niet goed; ik moet weg en snel. Gelukkig ben ik gauw aan de beurt en kan ik afrekenen en naar huis.
Thuis is De Vrouw samen met De Zoon bezig met financieel gedoe. Ik overzie het niet en hun beetje driftige gesprek grijpt me aan. Buiten drink ik koffie. Wat later is er meer rust.
We lunchen en daarna rijd ik met De Zoon in zijn auto naar de supermarkt. We halen wat zakken potgrond. Daarna is er echt even rust; ik zit in de tuin en begin te lezen in IJsland van Ronald Giphart. Drie tuinen verder spelen, schreeuwen en huilen kinderen. Ik schrik ervan.
Rond half vijf wandel ik naar buiten. Voor het gerecht van vanavond heb ik zachte geitenkaas nodig en die heb ik niet in huis. Onderweg naar de winkel kom ik langs een boom; plots begint een vogel, die daarin op een tak zit, te zingen. Ik schrik me een hoedje. Moet er zelf ook wel om lachen.
Iets na vijven zakt de zon achter de huizen van de achterburen en wordt het kil. Ik vlucht naar binnen en start met koken. Blokjes chorizo bakken, gesnipperde ui en geperste knoflook toevoegen, in blokjes gehakte rode paprika erbij, dan een groot afgegoten blik kikkererwten en goed doorwarmen. Ten slotte gehakte postelein en peper en zout erbij, doorroeren en het is alweer klaar. Met groene bladsalade is het erg lekker. Eenvoudig gerecht, maar het werkt goed.
Ik kan nog iets lezen en dan is het acht uur. We stappen op de fiets en rijden naar Zuidbroek om op bezoek te gaan bij kennissen. Het is allemaal wat onwerkelijk, alsof ik er niet ben. Ik voel me vreemd, opgelaten, onrustig, bangig. Tegen half elf merk ik dat ik zeer moe ben. We zijn om half een thuis en ik ga direct slapen. Negentien weken.

• • •
 
« Vorige paginaVolgende pagina »