bazbo – de wereld van Bas Langereis

Bas Langereis leest u voor!

19-04-2014

B-log: 19 t/m 25 april

Filed under: B-log 2014 — bazbo @ 07:52

Vrijdag 25 april:
Ik ben tussen vier en vijf wakker, maar verder slaap ik redelijk goed. Half negen ben ik beneden. Het belooft een mooie en zonnige dag te worden, maar het is nog bewolkt en grijs.
Wat moet ik vandaag doen? Medicatie ophalen, wat boodschappen doen. Meer niet. Ik haal medicatie op en doe wat boodschappen. Meer niet.

140425 01 Langs het kanaal 140425 02
140425 05 140425 06

In de middag zit ik in de tuin te lezen. Aan het eind van de middag ga ik eten maken. The Celtic Harp door The Chieftains zet ik op. De soep ook. Courgettesoep wordt het. Ik bak shoarma, knal een guacamole in elkander en maak sla. Alles lukt, alles smaakt, alles vult. Mooi.
Na het eten gebeurt er iets met me. Ik zit alleen in de keuken aan tafel en plots wil ik even niet lezen. Ook de muziek mag uit blijven. Het voelt niet goed en ik huil een paar tranen. Wat is dit? Ik heb vanavond (voor het eerst) een kwart tablet oxazepam genomen, in plaats van een halve. Lang duurt het gelukkig niet. Ik kan weer verder lezen en Cosmik Debris komt uit. Ik begin in de PROG, vandaag binnengekomen.
Iets na half elf ben ik toch zo moe, dat ik wil slapen. In bed huil ik nog heel even, maar het is ook gauw voorbij.

Donderdag 24 april:
Zes uur gaat de wekker. Als ik beneden kom, verstoor ik natuurlijk het ritueel van De Zoon. En hij het mijne. De radio staat aan, De Vrouw komt ook in de keuken en ik ervaar alles als verwarrend, onoverzichtelijk en lawaai.
We zitten om half acht op de fiets. Eerste behandelsessie om acht uur. Kijk, nu wordt het interessant. Ik krijg een methode aangereikt om spannende situaties te analyseren, die vast en zeker goed bruikbaar en helpend is. Aan de slag, de komende dagen. En doorgaan met afbouwen van medicatie; ik zit nu op drie maal daags een halve oxazepam.
Negen uur staan we weer buiten. De Vrouw gaat naar haar werk; vandaag is ze twaalfenhalf jaar in dienst en viert dat met een teamdag en een etentje. Ik rijd door naar mijn eigen werk.

140424 01 oude politiebureau gesloopt 140424 02 oude politiebureau gesloopt
140424 03 oude politiebureau gesloopt 140424 04 oude politiebureau gesloopt

Daar doe ik nog wat korte klussen, werk verder aan het actualiseren van het Digitaal Handboek en heb een kort overleg met de teamleider. Voorlopig blijf ik twee ochtenden van ieder drie uur werken; het is goed om het ‘lijntje’ met de werkvloer te houden, ik blijf op de hoogte van ontwikkelingen en de werkzaamheden zijn niet belastend.
Weer thuis wacht ik op de meneer van de vaatwasreparatie. Ondertussen probeer ik of ik nu wél iets online kan bestellen en ik kijk of het lukt met Travels van Pat Metheny. Tot mijn eigen stomme verbazing gaat het goed! Nu ligt dat album binnenkort hier in de brievenbus! Help!
Ik maak tosti’s en plots staat die meneer van de vaatwasreparatie voor mijn neus. Niet alleen het verwarmingselement, maar ook de hele motor blijkt kaduuk. Mede omdat we al twee weken wachten op hun actie (ze hadden ons verwisseld met een andere klant), gaat de heer kijken of hij iets voor ons kan regelen: óf een goedkoop herstel, óf een goedkope deal voor een nieuwe. Mooi. Ondertussen draai ik Górecki (door het Kronos Quartet) en Grieg en Sibelius en Léos Janacek.
In de tuin is het warm en aangenaam. Ik ga er zitten en lees. De middag kabbelt voorbij en ik vind het prima. Vrij op tijd begin ik aan het eten. De Vrouw eet niet mee, dus kunnen De Zoon en ik ons vergrijpen aan pasta. Dat doen we dan ook. En snel.
Vroeg in de avond stap ik op de fiets. De Vrouw viert haar etentje in het ACEC-gebouw en ik ga er wat foto’s maken. Ze hebben een leuke dag achter de rug, het eten blijkt heel goed te zijn en de twee jubilarissen hebben het goed naar de zin. Peter wandelt voorbij en komt even binnen om me te begroeten. Ik zie dat het met hem ook niet zo goed gaat; hij vertelt dat hij opnieuw een tijd thuis is, het werk lukt hem niet en hij heeft zorgen in zijn gezin. Hij vertelt ook dat hij mijn blog leest (lees: dit) en dat hij het waardeert. Het is goed dat we elkaar even zien; eigenlijk hebben we niet zo veel woorden nodig om elkaar te begrijpen. We denken aan elkaar, dat is duidelijk. En we proeven van de tiramisu die Adnan heeft gemaakt; schandalig gewoon, daar eet je veel te veel van. Was ik meer dan twintig kilo kwijt? Dan heb ik die er nu weer aangegeten.
Iets na negen uur zijn we weer thuis. Even uitblazen en napraten. Dan is het half elf en ben ik toch echt heel moe.
Zomaar een foto van vandaag:

140424 05

Woensdag 23 april:
Opnieuw een nacht met korte vlagen van diepe slaap. Ik ben wakker om een uur, ergens om vier uur en om zes uur, maar wordt plots moeilijk wakker om acht uur. Vreemd.
De Zoon is al naar zijn werk; De Vrouw ligt nog uit te rusten. Ik lees de krant en verdiep me aansluitend in het ‘huiswerk’ van de behandelaar. (Morgen vroeg de eerste sessie, weet je nog?) Veel nieuws lees ik niet; het bevestigt wat ik weet. Balans tussen draaglast en draagkracht, enzovoorts. Daarnaast moet ik klachten bij stress aangeven en ik vink een heleboel aan.
Als De Vrouw wakker is (ze is nog steeds moe; de situatie blijft belastend ook voor haar, daarnaast heeft ze morgen een spannende dag op het werk) drinken we verse koffie.
Ik fiets naar het centrum van Apeldoorn en koop bij die boekwinkel de cassette met de acht delen van De tandeloze tijd door A.F.Th. van der Heijden. Vijftig procent korting; zelfs Iwan, de eigenaar van de winkel, vindt het een mooi prijsje.

140423 02140423 03

Als ik weer thuis ben, maak ik lunch: dezelfde groentetaartjes die ik Eerste Paasdag ook had geserveerd. Niet precies dezelfde (ze zouden bedorven zijn), maar met de resterende aubergine, courgette, tomaat en basilicum. Nog steeds lekker.
We stappen op de fiets en rijden naar het centrum. De Vrouw wil her en der wat kleding bekijken en uiteindelijk schaft ze een pot keramiek aan in een kringloopwinkel. Verder zeg ik niks.
In de tuin kan ik nog wat zitten lezen tot een uur of vier. Dan begint het te regenen. Geen probleem; ik begin wel met het eten. Wat zullen we vandaag ’s nuttigen? Er ligt nog een boel prei, dus we maken er bamisoep van; dat vindt iedereen hier in huis altijd wel een succes. Hoor ik onweer buiten? Of zit het in de muziek van Igor? Strawinsky’s L’Oiseau de feu en Sacre du printemps spelen door het huis, vandaar. Daarna draai ik American Garage en First Circle van Pat Metheny Group. Mooie platen, ook. Ik zou (meer van) de oude albums van Metheny op cd moeten kopen; laatstelijk liep ik mij te bedenken dat Travels zeker een plek in mijn album-top-tien-aller-tijden moet krijgen.
De bamisoep is vertrouwd goed en de kleine Turkse pepers zijn heet! Na het eten lees ik verder en beluister ik Cartography van Arve Henriksen, The Yellow Shark van Zappa en Sixteen Men of Tain door Allan Holdsworth.

Dinsdag 22 april:
Heb ik geslapen? Ja, maar ik ben wakker tussen half een en twee en tussen drie en vijf. Daarna nog een korte tijd onder zeil. Ik sta ‘moeilijk’ op om kwart over zeven. Eenmaal beneden gaat het goed en ik stap opgewekt op de fiets.
Weer een collega die een klus aanbiedt! Deze keer voor een andere directeur. En weer zeg ik ‘m af. Ik rond wat werkzaamheden af en ga verder met wat andere. In alle rust. Da’s mooi. Da’s fijn.
Om twaalf uur is het nog droog en redelijk weer. Ik fiets via een supermarkt naar huis; daar ruim ik wat op, maak ik wat schoon en lunch ik. In de tuin schijnt de zon! Ik lees er, terwijl vioolconcerten van Prokoffief en Stravinsky spelen.
Vanavond wil ik pesto maken, maar ik heb geen pijnboompitten. Die moet ik dus kopen. Daarvoor wandel ik langs het kanaal naar een winkelcentrum. Raad eens? Ik koop ze. Van wie heb ik trouwens ooit dit ding gekregen? Het hangt al meer dan een half jaar onder onze carport, maar ik weet nog altijd niet wie het ons heeft geschonken.

140422 02

De Vrouw is even thuis; ze boekt online treinkaartjes voor juli. Ik lees nog wat verder in de tuin. Dan gaat De Vrouw weer werken en ik start met voorbereiden van het eten. Het wordt een stamp van knolselderij, raapstelen, gemengde bladsla en uitgebakken spekjes. Erbij komen runderworsten en pesto.
Telefoon! De Vrouw. Of ik een nummer wil doorgeven dat staat in de telefoon die aan de oplader ligt. Ik heb die telefoon nog nooit in mijn handen gehad. Na vier handelingen raak ik aardig in paniek. Uiteindelijk is het dankzij De Vrouw die aan de andere kant van de lijn heel rustig blijft instrueren, dat het toch lukt. Als ik ophang, kijk ik op de klok. Tijd voor mijn pilletjes.
De pesto is klaar. De rest van het avondeten ook snel en iets na zeven uur kunnen we aan tafel.

140422 05 groene pesto

Alles smaakt. Ten toetje is er nog tiramisu-ijs en vers fruit (overgebleven van gisterenavond) voor de liefhebbers (De Zoon en De Vrouw). Ik luister naar New Chatauqua van Pat Metheny, Zappa’s 200 Motels en Last night the moon came dropping its clothes in the street door Jon Hassell. Inmiddels heb ik Het boek van Violet en Dood uitgelezen en ben ik begonnen aan Cosmik Debris van Greg Russo.
Het gaat goed. Ik heb een prima avond.

Maandag 21 april: Tweede Paasdag
Opnieuw goed geslapen! Om negen uur ben ik op. Eieren koken, koffie, planten water, noem maar op.
Ik ga een eindje wandelen, deze keer langs de plasticcontainer en door het Matenpark.

140421 09 140421 10
140421 14 140421 15

Als ik thuiskom, heeft De Vrouw de tweede paasbrunch bijna klaar. Ik voel me opgejaagd; let wel, ik word niet opgejaagd, maar ik voel me opgejaagd. Daarnaast ben ik gespannen en verward. Ik eet niet veel.
In de loop van de middag ga ik nog een keer naar buiten. Geld halen. Via Kayershof en Adelaarsplein naar kanaal.

140421 16 140421 18

140421 19 140421 22

Ik kom ‘rustig’ thuis. hidihi komt iets drinken. Ik bereid het avondeten vast voor: de ‘beroemde’ gorgonzola-eieren. hidihi blijft nog eten ook!

Het is gezellig; bij vlagen erg druk aan mijn hoofd. Af en toe moet ik me even terugtrekken, omdat ik het niet meer kan volgen. Ik schrik van plotse geluiden,  voel me gespannen en vind het moeilijk om erbij te blijven. Ook voel ik me opgejaagd en ervaar ik druk op mijn hoofd. Toch lukt het me.
Om een uur of negen is er weer rust. Ik kom op adem en kan wat verder lezen. Mooie zin: ‘Alleen zijn is meestal nog te dragen, het zich verlaten weten nooit.’ (Gerard Reve, Het boek van Violet en Dood.) Tegen een uur of elf ben ik erg moe.
Sinds donderdagmiddag is het al stil in huis; geen muziek.

Zondag 20 april: Eerste Paasdag
Ik kan zelfs redelijk slapen. Toch ben ik om half zeven al wakker. Om half negen moet ik echt uit bed.
Na wat koffie maak ik het gebruikelijke zondagrondje langs Matenpoort en het kanaal. Het is mooi weer! Lekker.

140420 02 140420 04
140420 05 140420 07

Weer thuis maak ik verse koffie en eten De Vrouw en ik ons ongans aan gevulde paaseitjes. In de tuin word het ook aangenaam.
Vandaag wordt een kalme dag. De hele situatie rondom mijn ontwenningsverschijnselen hakt er nogal in. Niet alleen bij mij, maar bij ons hele gezin. Vandaag en morgen moet er dus niets en willen we rust. Op ons dooie gemak maken we een paasbrunch.

DSC_0001

In de middag stap ik op de fiets. Ik rijd naar mijn oude woonwijk Orden, rijd daar rond en doorkruis het Orderbos. Een hele fotoserie schiet ik, voor als mensen ooit een literaire wandeling willen maken. (Niet lachen. Doe ik ook niet.)
Om vijf uur ben ik thuis en ga ik nog wat in de tuin zitten. Dan begin ik met het avondeten: groentetaartjes en lamsfilet. Toe maar.

DSC_0143DSC_0145

Na de (hand)afwas kan ik een stuk van het journaal meekijken en vervolgens in de keuken (en in stilte) verder lezen. Phileine zegt sorry is uit en ik ga om half elf naar bed. Ik ben heel moe, maar ik heb een goede dag!
De godganse dag in mijn hoofd: Strictly Genteel, Sealed Tuna Sandwich en andere thema’s uit 200 Motels (Zappa).

Zaterdag 19 april:
Tweeëntwintig weken.
Je gelooft het niet, maar ik heb vannacht wat geslapen. Ik was wakker om een uur drie, rond vijven en om zeven uur. Om half negen ben ik beneden.
De gebruikelijke zaterdagmorgenklussen beginnen: de was, de kranten, enzovoorts. Ik wil de draadloze hoofdtelefoon verplaatsen naar het bureau waar de pc staat; binnenkort wil ik eens kijken of ik een (deel van een) dvd kan zien en dan moet ik me even kunnen concentreren en dat gaat het beste als ik me afsluit van de omgeving en dus een hoofdtelefoon op heb. Er moeten wat stekkers op een andere manier georganiseerd in het stekkerblok en daarvoor kruip ik onder het bureau. Ik peuter wat los en stop er weer wat terug en dan ben ik er eentje kwijt? Waar is die ene stekker gebleven? Die moet hier toch hangen? Ik raak helemaal in paniek. Normaal gesproken zou ik rustig alles even nalopen, maar nu lukt dat niet. Gelukkig vind ik ‘m na nog geen dertig tellen die uren duren.
Na een kop koffie ga ik naar buiten. Ik loop langs het kanaal naar de Turkse winkel en haal brood, pruimen en avocado. Als ik weer terug ben, maak ik koffie met de maler en de cafétière. Met De Vrouw in gesprek ontstaan plots allerlei plannen voor vandaag: naar de markt, naar Record Store Day in een platenwinkel en in Gigant, naar de boekenwinkel, misschien wil De Zoon ook wel mee. Ik merk dat het me te veel is of wordt.
Dan gaan we de lunch voorbereiden. Alles staat al klaar; alleen een paar kazen moeten nog uit de verpakking. Ik krijg het niet voor elkaar en leg het van me af. De Vrouw wil me helpen en het van me overnemen; daar word ik boos van; daar wordt zij ook weer boos van; daar krijg ik een huilbui van en ik moet even alleen zijn. Eten kan ik niet meer.
Na een half uurtje, als ik weer alleen aan de keukentafel zit, wil ik verder tot rust komen. Ik hoop zo dat het niet verder fout gaat. Het gaat niet fout. Het gaat écht niet fout. Fout. Het gaat toch fout. Ik krijg een angstaanval. Na een tijdje lijkt die wat voorbij en moet ik naar buiten, lopen.
Als ik weer terugkom, blijkt dat ik mijn sleutels niet bij me heb. De Vrouw laat me binnen. Het is half vijf; ik ben tweeënhalf uur weggeweest. Waar of ik helemaal ben geweest. Ik weet het niet. Het duurt nog zeker anderhalf uur voor het echt beter gaat. De Vrouw is inmiddels begonnen met het diner en ik help met het braden van het vlees.
Aan tafel kan ik wat eten, niet veel. Plots komt er het een en ander van vanmiddag terug. Ik ben langs Kanaal Zuid gelopen en heb allerlei spullen, waaronder mijn telefoon en de bankpas, diep in de binnenzakken van mijn jas weggestopt, uit angst dat ik alles het kanaal in zou gooien. Ook kan ik De Zoon vertellen wat er nu aan de hand is: ik ben medicatie aan het stoppen waaraan ik verslaafd ben; wat je ziet zijn ontwenningsverschijnselen.

140419 01 frittattaart 140419 03 kalfsmedaillons met frittattaart en salade

Na het eten moet ik nog lang rustig zitten. De Vrouw en De Zoon gaan een film kijken. Ik heb veel last van het geluid, maar kan uiteindelijk toch wat lezen. De biografie van Zappa door Barry Miles is uit en ik begin in Phileine zegt sorry door Ronald Giphart.
Om half elf ben ik doodmoe en ga ik naar bed.

• • •
 

Geen reacties »

No comments yet.

RSS feed for comments on this post.

Leave a comment