De steiger (1): Schijt in mij
Verveeld liet hij haar begaan. Ze wilde per se zijn broek openmaken. Onhandig trok ze zijn boxer naar beneden, nam hem in haar handpalm en zei: ‘Hij is nog niet helemaal stijf. Zal ik helpen? Het lijkt me geil als je me onderspuit.’
Oké dan. Jurgen piste.
Jurgen Lambal zuchtte en leunde met zijn ellebogen op zijn knieën. Hij liet zijn hoofd naar beneden hangen. Moe dat hij was! En dat terwijl hij vanmorgen net zo lang in zijn bed had gelegen tot hij niet meer verder kon slapen. Hij was opgestaan en had zijn kleren van de grond geraapt. Veel zin om zich te wassen had hij niet, dus had hij zich maar gelijk in de kleren gehesen. Zonder zijn bed op te maken verliet hij de kale slaapkamer. In het keukentje haalde hij een blikje energydrank uit de koelkast. Veel anders was er toch niet. Ja, een kant-en-klaarmaaltijd die al ver over de datum was.
Hij klikte het blikje open, liep naar de woonkamer en plofte op de versleten bank. Naast de bank vond hij zijn pakje shag en het andere kleine zakje. Hij draaide een joint. Gelukkig was er niemand om hem mee te delen. Met dat hij zijn eerste hijs had genomen, voelde hij de aandrang. Stik, nu moest hij toch naar de badkamer. Daar zat hij nu. Hij had het blikje op het kleine wastafeltje gezet. Jurgen boerde en poepte. Wat zou vandaag brengen? Hetzelfde als gisteren, waarschijnlijk.
*
Hij had de boel de boel gelaten en de voordeur achter zich in het slot getrokken. Hoe laat zou het zijn? Niet dat het hem echt interesseerde, maar het waren zo van die gebruikelijk invallen. Een horloge droeg hij niet en zijn mobiele telefoon was hij een paar dagen geleden kwijtgeraakt. Op de galerij had hij uitzicht over de stad. De kerktoren vertelde dat de middag al begonnen was. Mooi, dan zou de coffeeshop al open zijn.
Van het weinige geld dat hij nog had, kocht hij de maximale hoeveelheid wiet die was toegestaan. Toen hij de donkere winkel wilde verlaten, botste hij bijna tegen Ricardo op.
‘Ik dacht dat buitenlanders geen wiet mochten kopen,’ siste hij naar de lichtgebruinde jongeman.
Ricardo keek hem giftig aan, maar zei niets en passeerde hem. Achter hem aan slenterde een mokkel. Jurgen bekeek haar. Ze had op zich een geile kop met grote blauwe ogen, ietwat verwilderd blond haar en een forse portie make-up. Minder was die moedervlek bij haar bovenlip. Zag hij het nou goed of had ze die nog geaccentueerd ook?
‘Moet je wat van me?’ zei het meisje.
‘Vanavond,’ zei Jurgen Lambal. ‘Acht uur op de steiger.’
‘Zou je wel willen.’
‘Als je er maar bent. Anders weet ik je te vinden.’
Het wijf draaide haar hoofd weg en liep achter Ricardo aan. Jurgen verliet de coffeeshop.
Iets verderop was het winkelcentrum. Op het plein stond een bankje onder een overkapping. Daar ging Jurgen zitten. Er hingen meer gasten.
‘Heb je spul bij je?’ vroeg er eentje.
Jurgen zei niets, maar knikte.
‘Hoeveel? En wat moet je ervoor hebben?’
Soms deed Jurgen goede zaken. Hij stopte het geld in zijn broekzak en draaide toen een joint. Nu was er wel volk om te delen. Jammer, eigenlijk.
Daar had je Jos met zijn bromscooter. Waar die gast het geld voor zo’n machine vandaan haalde, wist Jurgen niet. Het interesseerde hem ook niet. Jos was een eersteklas klapmongool, dat kon je zo zien. Met z’n halfhoge laarzen en z’n joggingbroek, met z’n gouden ketting en die stomme tattoo in zijn nek. Jos liep voortdurend zijn halflange haren uit zijn nek te vegen, zodat iedereen die tattoo maar zag. Deze keer kwam hij wild slingerend met zijn bromscooter aangecrost. Achterop zat die hoer van ‘m, die Mariska. Jurgen had haar wel ’s gepakt op de steiger. In haar kont mocht hij niet, maar verder was ze zeer gewillig geweest. Toch had hij haar niet betaald. Omdat hij niet in haar kont mocht.
De bromscooter kwam vervaarlijk op Jurgen af. ‘Straks moet hij mij hebben,’ dacht Jurgen Lambal. ‘Voor die ene keer dat ik die slet van ‘m te grazen heb genomen.’ Hij sloot zijn ogen. Jos verloor de macht over het stuur van zijn bromscooter en kwam ten val vlak voor de voeten van Jurgen. Jurgen lachte. Iedereen lachte, behalve Jos en die Mariska. Jos stond traag op en wreef zijn been. ‘Wat nou? Wat nou?’ riep hij. Hij bloedde uit zijn hoofd. Miranda bleef liggen. Ze gilde en krijste alsof ze dood ging. Een andere griet stond op van het bankje en ging haar helpen. Iedereen schreeuwde door elkaar. Jurgen nam nog een hijs van zijn joint. De middag vorderde.
Van het geld uit zijn broekzak kocht Jurgen Lambal een frietje met en een blik energydrank in de snackbar op het winkelcentrum. Hij ging buiten op een plastic terrasstoel zitten om het op te eten. Het smaakte niet echt. Het interesseerde hem ook niet echt.
‘Hoe gaat het?’ hoorde Jurgen naast zich. Hij keek op. In de deuropening van de snackbar stond Marcel, de knul die achter in de keuken werkte. Marcel kwam naar hem toe. Ze gaven elkaar een boks.
‘Het gaat,’ zei Jurgen. Hij bood hem de joint aan. ‘Wil je ook?’
‘Nee, dank je. Ik ben aan het werk.’
‘Jij wel.’
‘Hoe staat het bij jou? Heb je al iets gevonden?’
‘Nee. Ik zoek ook niet. Er is geen werk voor mij. Ik kan niets.’
‘Je zou ergens voor kunnen leren?’
‘Leren? Ik? Laat me niet lachen. Ik heb m’n vmbo niet eens afgemaakt. Kon me niet concentreren op die stomme theoretische vakken.’
‘Wat vinden je ouders ervan?’
‘Mijn ouders? Waarom denk je dat ik op mezelf ben gaan wonen? Die zijn alleen maar druk met zichzelf. Nee, ik heb het prima, zo.’
‘Wat doe je dan de hele dag?’
‘Gewoon,’ zei Jurgen Lambal. ‘Beetje opstaan, naar buiten, energydrink drinken, wiet kopen, wiet verkopen, wat blowen, frietje eten, naar de meiden kijken.’
‘Je bent er maar druk mee.’
Jurgen grinnikte. ‘Ach, wat kan het schelen. Er is toch geen werk. En nu heb ik wat ik hebben wil.’
‘Ik moet weer verder,’ zei Marcel. Hij draaide zich om en verdween de snackbar in.
Jurgen nam nog een hap lauwe friet. Er kwam iemand voorbij lopen. Het was een mevrouw van middelbare leeftijd. Ze droeg platte schoenen, een spijkerbroek en een halflange jas. Vettige krullen hingen voor haar gezicht. ‘Jemig,’ dacht Jurgen. ‘Ik ben ook niet moeders mooiste, maar met zo’n kop zou je je toch eigenlijk alleen maar bij schemering of maanlicht op straat mogen vertonen.’ De eetlust was hem vergaan.
Jurgen liet alles op het terrastafeltje staan en liep bij het nu verlaten winkelcentrum vandaan. Toen hij wilde oversteken, remde een auto met piepende banden. De bestuurder toeterde.
‘Kijk uit, lul,’ riep Jurgen. Hij stak zijn middelvinger op en liep verder. Na vijf minuten was hij bij het water. Er stond een afgetrapte fiets bij de steiger. Even later kon Jurgen over het riet kijken en zag hij dat het Ricardo was. Zijn mokkel was bij hem. Het was acht uur.
‘Wat moet jij hier?’ vroeg Ricardo.
‘Uitrusten van een lange dag,’ zei Jurgen en hij ging op het bankje zitten dat op de steiger stond.
Ricardo sloeg zijn armen om het meisje. Jurgen keek naar haar. Ze had wat dikke benen, maar ook die geile kop.
‘Kijk voor je,’ zei Ricardo.
‘Ik kijk waar ik wil. We leven in een vrij land.’ Jurgen draaide een joint.
‘Mijn spul is op,’ zei Ricardo. Hij liet zijn meisje los en kwam naar Jurgen toegelopen. ‘Geef mij een haal.’
Zonder op te staan greep Jurgen hem bij zijn kladden en trok hem naar zich toe. Ricardo sloeg met zijn hoofd tegen het houten bankje. ‘Nee. Koop je eigen shit,’ siste hij. ‘En sodemieter op.’
‘O-kee,’ hakkelde Ricardo hijgend. ‘Laat me los.’
Jurgen liet de jongen los. ‘Verdwijn nu.’
‘Anoek?’ vroeg Ricardo en hij keek naar zijn mokkel.
‘Laat haar,’ zei Jurgen.
Ricardo liep de steiger af en pakte zijn fiets.
Verveeld liet hij haar begaan. Ze wilde per se zijn broek openmaken. Onhandig trok ze zijn boxer naar beneden, nam hem in haar handpalm en zei: ‘Hij is nog niet helemaal stijf. Zal ik helpen? Het lijkt me geil als je me onderspuit.’
Oké dan. Jurgen piste.
‘Wat doe je nou?’ gilde het wijf.
‘Ik spuit je onder. Geil, niet?’
‘Zo niet!’ ging ze tekeer.
‘Ach, zeur niet.’ Jurgen gaf haar een pets tegen haar wang. Ondertussen bleef hij zeiken. Het meisje was achteruitgedeinsd. Ze haalde een papieren zakdoek uit haar handtas en begon de natte vlekken op haar kleren te deppen. ‘Dat doe je nooit meer!’ riep ze.
‘Zo veel was er ook niet aan,’ zei Jurgen, zijn broek dichtknopend. ‘Kom, dan gaan we iets te drinken halen. Mijn blik is leeg.’
Bij de snackbar kocht Jurgen twee blikken energydrank. ‘Proost,’ zei hij, terwijl hij een blik aan Anoek gaf. ‘Waar woon je?’
‘Bij Ricardo.’
‘Die josti.’
‘Hij heeft geld.’
‘En een dom wijf. Ga weg.’
Anoek liet haar blik staan op het plastic terrastafeltje van de snackbar. Jurgen keek haar niet eens na. Zijn blik was voor zich uit gericht. Het was inmiddels donker geworden. De etalage van het winkelpand tegenover de snackbar schreeuwde reclame voor mobiele telefonie.
‘Marcel,’ zei Jurgen Lambal tegen Marcel, die weer in de deuropening stond. ‘Doe mij nog twee blikken energydrank.’ Binnen betaalde hij. Toen verliet hij de snackbar en liep in het donker over het uitgestorven winkelcentrum. Verderop was de flat waarin hij woonde.
Hij nam de lift naar de derde verdieping. Op de galerij was het stil. Hij opende zijn deur en ging naar binnen. Zijn jas viel op de vloer. Jurgen Lambal liet zich in de woonkamer op de bank ploffen. Hij pakte de afstandsbediening en zette de tv aan. Hij nam de laatste slok uit het blik en opende het tweede. Op de televisie was niets bijzonders, maar hij bleef kijken. Hij draaide een joint en rookte die op. Toen zette hij de televisie uit, liet alles in de woonkamer achter en ging naar de slaapkamer. Hij trok zijn kleren uit en gooide die op de grond. Het bed voelde koud aan. Toch viel hij in slaap.
*
Jurgen keek naar de kille tegels van de badkamer. Het stonk hier. Er was al in geen weken schoongemaakt. ‘Waarom zou ik ook?’ dacht hij. ‘Het wordt toch weer vies. Verspilde energie.’ Hij gooide zijn hoofd in zijn nek en sloot zijn ogen. ‘Zinloos is het, allemaal.’ Hij inhaleerde diep. ‘Ik ben benieuwd wat vandaag gaat brengen.’
Een verse drol diende zich aan. ‘Allemensen,’ dacht Jurgen Lambal, ‘wat heb ik een hoop schijt in mij.’
–
Apeldoorn, mei 2013
–
Lees ‘m hier op FOK!.